• No results found

OPTA: internet zonder tikkennog niet onbeperkt mogelijk 9

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "OPTA: internet zonder tikkennog niet onbeperkt mogelijk 9"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT 2000 nr.

9

OPTA heeft in een uitspraak over de levering van FRIACO (‘Flat Rate Internet Access Call Origination’ ofwel toegang tot internet tegen een vast bedrag) bepaald dat KPN bin-nen twee weken een tarief moet voorstellen waarvoor WorldCom capaciteit bij KPN kan inkopen. Doordat

World-Com nu ‘per bulk’ capaciteit kan afnemen, in plaats van tikken te moeten inkopen, kan zij op eenvoudige wijze toegang tot internet zonder tikken aan de consument aan-bieden. Daarbij koppelt KPN het internetverkeer via de KPN-centrale uit naar het netwerk van WorldCom. OPTA heeft verder bepaald dat KPN vooralsnog tot 1 juli 2001 haar FRIACO-diensten slechts aan WorldCom hoeft te leveren voor consumenten met een ISDN-aansluiting. Dit omdat OPTA gerede twijfels heeft of het vaste netwerk van KPN in staat zal zijn de mogelijk sterke toename in het dataverkeer te verwerken dat op kan treden als gevolg van invoering van internet tegen een vaste prijs. Daarom moet uiterlijk 1 maart 2001 KPN aan OPTA rapporteren over wat volgens KPN de gevolgen kunnen zijn van het per 1 juli 2001 opheffen van de beperking dat alleen consumenten met een ISDN-aansluiting FRIACO-diensten kunnen af-nemen.

OPTA heeft inmiddels een brief gestuurd aan staatssecreta-ris De Vries van Verkeer en Waterstaat. Daarin spreekt OPTA haar bezorgdheid uit over de voortdurende capaci-teitsproblemen van het vaste net in Nederland. OPTA wijst in de brief op de mogelijke economische schade die Nederland oploopt als, door capaciteitsproblemen in het

OPTA: internet zonder tikken

nog niet onbeperkt mogelijk

OPTA heeft WorldCom gedeeltelijk in het gelijk gesteld in een geschil dat deze telecomaanbieder heeft aangespannen tegen KPN. Met een tweetal definitieve uitspraken van OPTA komt internetten tegen een vast tarief, dus zonder telefoontikken, voor de consu-ment een belangrijke stap dichterbij. Maar vanwege de schaarse capaciteit op het vaste netwerk van KPN is ‘tikkenloos’ internet nog niet onbeperkt mogelijk. KPN hoeft daarom de zogeheten FRIACO-dienst voorlopig alleen aan WorldCom te leveren voor con-sumenten met een ISDN-aansluiting. OPTA heeft in een brief aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat haar bezorgdheid uitgesproken over de schaarse capaciteit op het KPN-net.

OPTA

WIJST

L

IBERTEL EN

KPN

AAN ALS AANMERKELIJKE MARKTMACHT

4 OPTA: KPN

MOET ALTERNATIEVE PROCEDURE VOOR CARRIERPRESELECTIE MOGELIJK MAKEN

5 B

ELLEN ZONDER NETNUMMER NAAR BESTEMMING BUITEN NETNUMMERGEBIED NIET TOEGESTAAN

9 M

AAK BIJ BEOORDELING INTERCONNECTIETARIEVEN ONDERSCHEID TUSSEN SOORTEN TELEFOONVERKEER

10

UPC

MAG

T

HE

B

OX

, N

IEUWS

N

ET

9

EN

N

IEUWS

TV

NIET VAN

(2)

Benoemingen OPTA

Bij OPTA zijn onlangs twee nieuwe afdelingshoofden benoemd. Drs. K. (Kor) Noorlag is hoofd geworden van de afdeling Eindgebruikersmarkt. Hij volgt in die func-tie Jos Huigen op, die een baan heeft aanvaard buiten OPTA. Kor Noorlag was hiervoor al clustercoördinator Tarieven en tevens plaatsvervangend hoofd Eindgebrui-kersmarkt.

Drs. J. (Jeroen) Nugteren is benoemd tot hoofd van de afdeling Communicatie. Nugteren is afkomstig van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, waar hij momenteel nog werkzaam is als persvoorlich-ter. Hij stapt per 1 januari a.s. over naar OPTA. Jeroen Nugteren is de opvolger van Ludo Korteman, die eerder dit jaar in dienst is getreden van de Consumentenbond. Verder is drs. M. (Mindert) Mulder benoemd tot plaats-vervangend directeur bij OPTA. In die hoedanigheid is hij de opvolger van Jos Huigen. Mindert Mulder is tevens hoofd van de afdeling Strategie en Coördinatie.

Colofon

Eindredacteur:

Alex van Kalken

Redactie:

Jasper van Delft Rob van Eijl Bernd de Nijs Frank van der Plas

Fotografie:

Kelle Schouten

Grafische productie:

Herbschleb & Slebos

Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 66 Telefax (070) 315 35 01

OPTA Connecties is het nieuws- en publicatieblad van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer bereiken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ont-wikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld, maar om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadple-gen. Aan de artikelen in Connec-ties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

OPTA stimuleert bestendige con-currentie in de telecommunicatie- en postmarkten. Dat wil zeggen: een duurzame situatie waarin particuliere en zakelijke eind-gebruikers een keuze kunnen maken tussen aanbieders en tussen diensten, zodanig dat het prijs- en kwaliteitsaanbod op de diverse deelmarkten tot-standkomt door effectieve markt-prikkels. Bij onvoldoende keuze beschermt OPTA eindgebruikers. vaste net van KPN, ons land niet in de pas

kan blijven lopen met ontwikkelingen in landen om ons heen.

MIACO

Daarnaast heeft OPTA 4 november jl. uit-spraak gedaan over de levering van MIACO (‘Metered Internet Access Call Origination’ ofwel toegang tot internet tegen een tijd-gebonden tarief). WorldCom dient van KPN de mogelijkheid te krijgen om – ook weer via een 06760-nummer – tegen een vast-gestelde prijs per tik toegang tot het net van KPN te kunnen inkopen. Hoewel KPN en WorldCom per tik afrekenen, betekent het wel dat WorldCom aan haar klanten tegen een vast tarief onbeperkt toegang tot internet kan verkopen. Het verschil tussen beide diensten is dat het bij FRIACO voor WorldCom niet van belang is hoe lang de consument gebruik maakt van internet. Bij MIACO geldt dat hoe langer de consu-ment gebruik maakt van internet, hoe meer WorldCom met KPN moet afrekenen. In tegenstelling tot de FRIACO-dienst, kun-nen ook telefoonabonnees zonder ISDN van de MIACO-dienst profiteren.

WorldCom krijgt zowel voor wat betreft de MIACO- als FRIACO-dienst de mogelijkheid het tarief te bepalen dat zij aan de inter-nettende gebruiker doorberekent. Ook bestaat de mogelijkheid dat WorldCom zelf de relatie met de consument onderhoudt. Dit zou betekenen dat de klant voortaan de rekeningen van WorldCom krijgt in plaats van dat bij KPN wordt afgerekend. Er ontstaat dan een directe band tussen de telecom-aanbieder en de klant.

Jens Arnbak, voorzitter van OPTA, onder-streept het belang van de uitspraken van OPTA: ‘In Europees perspectief loopt Nederland voor wat betreft de prijsstelling voor toegang tot internet flink achter. Dat blijkt ook uit een recent rapport van de OECD1. De door OPTA gedane uitspraken kunnen in dat kader worden geplaatst. Het is goed voor de consument als toegang tot internet goedkoper wordt. Bovendien ont-staat op deze manier meer keuze in deze dynamische markt, binnen de nog schaarse capaciteit van het vaste telefoonnet in Nederland.’ 

1 Zie de site van de OECD (www.oecd.org) over ‘Internet Access Price Comparison’

Rectificatie

TPG-tarieven

(3)

Geschillen bij OPTA spelen uitsluitend tussen geschilpar-tijen onderling. Zo luidt althans de juridische fictie. In werkelijkheid gaat het bij geschillen vaak om bredere belangen dan uitsluitend de belangen van partijen. Neem nu het geschil tussen Dutchtone en KPN over het medegebruik van antenne-opstelpunten.

OPTA heeft in de bezwaarprocedures in dit geschil een beslissing genomen waarmee Dutchtone en KPN om uit-eenlopende redenen niet konden instemmen. Ze schakel-den daarom de rechtbank in, die de beslissing vervol-gens gedeeltelijk vernietigde. Dutchtone en KPN leken aanvankelijk met die uitspraak te kunnen leven. OPTA was echter van oordeel dat de uitspraak niet door de beugel kon.

Wat nu te doen? Lag hier voor OPTA hoe dan ook nog wel een taak weggelegd? Het gaat hier immers om een geschil tussen twee partijen. Als die partijen met de uit-spraak van de rechtbank kunnen leven, dan is daarmee voor OPTA de kous af, zo zou men kunnen redeneren. Dezelfde rechtbank had bovendien voorheen al geoor-deeld dat in het geval van een geschil andere marktpar-tijen dan de geschilparmarktpar-tijen niet kunnen meeprocederen. OPTA is echter geen marktpartij en in dat opzicht voelde zij zich vrij om tegen de uitspraak van de rechtbank beroep in te stellen. Wettelijk lag hier in elk geval geen beletsel. Volgens de Algemene wet bestuursrecht dienen namelijk de aan bestuursorganen toevertrouwde belan-gen te worden aangemerkt als hun eibelan-gen belanbelan-gen. Met inachtneming van dit alles heeft OPTA besloten tegen de uitspraak van de rechtbank in beroep te gaan. Niet eerder in haar bestaan is ze hiertoe overgegaan. Het blijft natuurlijk ook een moeizame constructie, om eerst als arbiter in een geschil tussen partijen te staan en om vervolgens, in de rol van appellant met een eigen belang, zelfstandig door te procederen.

De wettelijke taak van OPTA brengt evenwel met zich mee dat zij in voorkomende gevallen die rol niet uit de weg mag of wil gaan. Dit ondanks de omstandigheid dat ons bestuursrecht en de daarin geregelde rechts-bescherming niet echt is toegesneden op dit soort van situaties.

De instantie waar OPTA, thans in hoogste aanleg, beroep heeft ingesteld is het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) in Den Haag. De belangrijkste

gronden van het beroep komen erop neer dat de recht-bank de bevoegdheden van OPTA te beperkt heeft uitge-legd en dat – belangrijker nog – de uitspraak in zijn uitwerking concurrentiebelemmerend zal kunnen gaan werken, ook voor andere marktpartijen dan Dutchtone en KPN.

Vanzelfsprekend had OPTA het aan andere partijen kun-nen overlaten eventueel zelf een geschil aanhangig te maken. Te verwachten valt echter dat partijen daarvan zouden kunnen afzien, alleen al door het tijdsverloop bij juridische procedures. De uitspraak van de rechtbank zou dan (ten onrechte) als maatgevend worden aange-merkt. Mede gelet de toekomstige ontwikkelingen rond UMTS en de wireless local loop is dit een ongewenst effect.

Ook de wetgever heeft zich over de uitspraak van de rechtbank niet onbetuigd gelaten. Kort na de uit-spraak is in de Tweede Kamer bij de intrekking van de zogenoemde ROZ-wet een amendement-wetsvoorstel ingediend – en aangenomen – dat ertoe strekt de door de rechtbank vermeende gebreken in de bevoegdheid van OPTA te verhelpen. Ook de Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel inmiddels aangenomen.

Het wetsvoorstel voorziet in nadere uitvoering door lagere regelgeving. Nog onbekend is hoe deze eruit zal gaan zien. Het wetsvoorstel vormt niet op voorhand aanleiding tot intrekking van het beroep van OPTA. OPTA heeft het CBB overigens verzocht het beroep sneld te behandelen. Dit verzoek is door het CBB ‘in ver-band met spoedeisende belangen’ ingewilligd. En dan nog het volgende. Na de indiening van het beroep door OPTA hebben uiteindelijk, of wellicht zelfs naar aanlei-ding hiervan, Dutchtone en KPN toch ook beroep inge-steld tegen de uitspraak van de rechtbank. En toen waren er weer drie.

Peter Schnezler, hoofd afdeling Juridische Zaken

(4)

De aanwijzing gebeurt op basis van de Telecommunicatiewet. Daarin staat dat een telecomaanbieder met een marktaandeel van meer dan 25 procent wordt aangewe-zen als aanbieder met een aanmerkelijke marktmacht. Uit een door OPTA verricht onderzoek blijkt dat het marktaandeel van KPN Mobile op de mobiele-telefoonmarkt tussen de 35 en 45 procent ligt. Het marktaandeel van Libertel op deze markt ligt tussen de 25 en 35 procent. Met de aanwijzing van Libertel en KPN Mobile tot aanmerkelijke marktmacht wordt de concurrentie gestimuleerd. Zo zijn KPN Mobile en Libertel onder andere verplicht te voldoen aan alle redelijke verzoeken om

toegang tot hun mobiele netten. Zij moe-ten bovendien deze toegang verlenen tegen niet-discriminerende voorwaarden en tarieven. Hierdoor wordt het voor telecom-bedrijven die zelf niet over een mobiel netwerk beschikken, zoals carrierselect-aanbieders, gemakkelijker hun diensten via mobiele netwerken aan te bieden. Ook stimuleert deze maatregel directe interconnectie tussen mobiele aanbieders onderling. Nu nog worden alle gesprekken tussen abonnees van de diverse mobiele aanbieders afgewikkeld via het vaste net-werk van KPN. Een directe verbinding tus-sen netwerken is niet alleen efficiënter, maar kan ook kostenbesparend werken

omdat aanbieders geen gebruik meer hoeven te maken van KPN’s vaste netwerk. OPTA hoopt dat de mobiele aanbieders deze besparingen doorgeven aan hun abonnees in de vorm van lagere tarieven.

RECHTER

In oktober 1999 had OPTA zowel KPN Mobile als Libertel al aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt voor mobiele telefonie. Libertel tekende bezwaar aan tegen die aanwijzing en verzocht tegelijkertijd de rechter het besluit van OPTA te schorsen. Omdat OPTA het aanwijzingsbesluit naar de mening van de rechter onvoldoende had gemotiveerd, willigde de rechter het verzoek van Libertel in. OPTA heeft nu een nieuwe beslissing genomen op het bezwaar van Libertel. KPN Mobile had geen bezwaar aangetekend tegen de aanwijzing. Het door OPTA uitge-voerde marktonderzoek, dat in het vervolg jaarlijks zal plaatsvinden, wees uit dat er geen aanleiding is om de aanwijzing van KPN Mobile in te trekken. 

OPTA wijst Libertel en KPN aan

als aanmerkelijke marktmacht

OPTA heeft Libertel alsnog aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt voor mobiele telefonie. Deze aanwijzing was door de rechtbank in Rotterdam in eerste instantie geschorst. De aanwijzing van KPN Mobile als aan-bieder met aanmerkelijke macht op de mobiele-telefoonmarkt wordt gecontinu-eerd. Doel van deze maatregelen is het bevorderen van de concurrentie op de mobiele-telefoonmarkt.

MCM had bij OPTA een geschil aangespan-nen omdat CasTel, een kabelbedrijf in het noord-oosten van Nederland, weigert het programma Muzzik in het zenderpakket op te nemen. Dit terwijl de plaatselijke pro-grammaraad in eerste instantie wel had geadviseerd het programma Muzzik aan

klanten van CasTel aan te bieden. CasTel weigerde Muzzik op te nemen omdat zij op het standpunt staat niet te willen betalen voor programma’s. Omdat CasTel wel betaalt voor twee programma’s van andere aanbie-ders heeft OPTA besloten dat CasTel voor Muzzik dezelfde vergoeding aan MCM moet

betalen als zij aan deze twee aanbieders betaalt. Daarmee geeft OPTA aan dat kabelbedrijven het betalen voor program-ma’s niet als argument voor het weigeren van bepaalde programma’s mogen gebrui-ken. Overigens staat het CasTel vrij een nieuwe beoordeling van de programmaraad te vragen.

Verder heeft OPTA CasTel de opdracht gege-ven binnen twee maanden na de uitspraak een toegangsregeling te publiceren. Daarin moet duidelijk zijn aangegeven wat de uit-gangspunten zijn die CasTel hanteert voor wat betreft kabeltoegang. Deze uitgangs-punten moeten helder en voor iedereen gelijk zijn. Dit om nieuwe geschillen in de toekomst te voorkomen. 

CasTel mag programma MCM niet van kabel weren

(5)

Eerder dit jaar had VersaTel OPTA verzocht KPN te verplichten een ‘operator control-led’-aanmeldingsprocedure, bedoeld voor zakelijke markt, in te voeren voor carrier-preselectie (CPS). Via CPS kunnen particu-liere en zakelijke telefoongebruikers hun telefoongesprekken standaard laten afhan-delen door een andere aanbieder dan KPN. Om dit mogelijk te maken biedt KPN CPS aan door middel van het ‘customer control-led’-model. Dit laatste model blijkt echter niet goed te werken.

In een voorlopig besluit stelde OPTA dat het feit dat er al een aanmeldingsprocedu-re voor CPS bestaat, geen belemmering hoeft te vormen om nog een andere aan-meldingsprocedure in te voeren. Een ver-zoek daartoe moet echter wel redelijk zijn. Of dat het geval is, hing volgens OPTA af van de inspanningen die KPN moet verrich-ten en de voordelen die het biedt aan, in dit geval, VersaTel.

In het onlangs genomen tussenbesluit oordeelt OPTA dat de verhouding tussen de voordelen die het operator controlled-model VersaTel oplevert enerzijds en de inspanningen die het KPN kost om een dergelijk systeem voor VersaTel te ontwik-kelen in te voeren en operationeel te hou-den anderzijds, niet de introductie van een geheel nieuw aanmeldingssysteem recht-vaardigt. OPTA signaleert echter wel enkele problemen die een extra drempel opwerpen voor zakelijke klanten die gebruik willen maken van CPS. OPTA vindt dat die proble-men de concurrentiemogelijkheden voor CPS-aanbieders belemmeren en mede ten grondslag liggen aan het geschil tussen VersaTel en KPN. OPTA verplicht KPN in het

tussenbesluit dan ook om deze problemen, in overleg met VersaTel, binnen drie maan-den op te lossen.

INVOERINGSPROBLEMEN

Daarnaast signaleert OPTA dat er tijdelijke (invoerings)problemen zijn, waardoor de aanmeldingsprocedure voor CPS tot begin augustus voor VersaTel niet heeft voldaan. Omdat een goed werkende aanmeldingspro-cedure belangrijk is voor de ontwikkeling van CPS èn omdat KPN niet duidelijk heeft kunnen maken wat de daadwerkelijke pres-taties zijn van de aanmeldingsprocedure, heeft OPTA KPN opgelegd de door Versatel gewenste tijdelijke alternatieve aanmel-dingsprocedure mogelijk te maken. Dit alternatief houdt in dat VersaTel KPN via e-mail de aanmeldingen voor CPS door-geeft. OPTA merkt daarbij op dat het redelijk en wenselijk is dat KPN bepaalde garanties verlangt van VersaTel. Die moe-ten waarborgen dat een instelling van CPS ook daadwerkelijk de keuze van de zakelij-ke klant is. OPTA stelt dat KPN het door VersaTel voorgestelde tijdelijke alternatief moet bieden tot het moment dat de huidi-ge aanmeldingsprocedure via het customer controlled-model voldoet aan de door OPTA goedgekeurde minimum-kwaliteitsnorm. Daarnaast heeft KPN, aldus OPTA, niet tij-dig en onvoldoende inzicht geboden aan VersaTel in de prestaties van de aanmel-dingsprocedure, de oorzaken van de invoe-ringsproblemen en oplossing van die pro-blemen. OPTA vindt verder dat er geen goede afspraken tussen KPN en VersaTel zijn gemaakt over het serviceniveau van de aanmeldingsprocedure. OPTA verplicht KPN

daarom om, in overleg met VersaTel, een expliciet minimum serviceniveau (minimum kwaliteitsnorm) op te stellen waaraan de aanmeldingsprocedure voor CPS moet vol-doen. KPN moet verder aangeven op welke wijze zij van plan is deze normen te garan-deren, hoe zij over het behaalde serviceni-veau zal rapporteren aan VersaTel en welke sancties er worden getroffen als niet wordt voldaan aan de minimum-kwaliteitsnorm. OPTA zal dit voorstel vervolgens beoorde-len. Daarna kan deze norm in de bijzonde-re toegangsovebijzonde-reenkomst met VersaTel worden opgenomen.

VersaTel heeft begin november een kort geding tegen KPN aangespannen. Daarin heeft VersaTel de rechter onder meer verzocht KPN te verplichten een operator controlled-model in te voeren voor haar zakelijke klan-ten. De rechter heeft de vorderingen van VersaTel intussen echter afgewezen.

DWANGSOMMEN

(6)

Met de aanwijzingen, die op basis van de Telecommunicatiewet zijn genomen, ver-wacht OPTA de concurrentie op de desbe-treffende markten te blijven stimuleren. Een telecomaanbieder met een marktdeel van meer dan 25 procent wordt aan-gewezen als aanbieder met een aanmerke-lijke marktmacht. Door de aanwijzingen blijft KPN verplicht op een transparante en niet-discriminerende manier vaste openba-re telefonie en huurlijnen aan te bieden. Bovendien moeten de tarieven kostengeo-riënteerd zijn, dat wil zeggen gebaseerd op de onderliggende kosten plus een redelijke winstopslag. Het gaat dan zowel om de tarieven die de KPN-abonnees betalen als de (interconnectie)tarieven die concurren-ten betalen bij gebruik van het netwerk van KPN.

Met de inwerkingtreding van de Telecom-municatiewet op 15 december 1998 werd KPN voor een periode van twee jaar, dus

tot 15 december 2000, aangewezen als aanmerkelijke marktmacht op de markten voor vaste openbare telefonie en huurlij-nen. OPTA heeft onderzocht of KPN na afloop van die termijn opnieuw zo’n aan-wijzing zou moeten krijgen.

Uit het marktonderzoek dat OPTA heeft laten uitvoeren blijkt dat op de markt voor vaste openbare telefonie (aansluitingen, lokaal, nationaal en internationaal tele-foonverkeer en het bellen van een vast naar een mobiel toestel) in geringe mate sprake is van toenemende concurrentie. Lag het marktaandeel van KPN op deze markt over 1999 nog tussen de 90 en 100 procent, in het eerste half jaar van 2000 lag het marktaandeel tussen de 85 en 95 procent.

HUURLIJNEN

Ook op de markt voor huurlijnen (verbin-dingen die continu aanwezig zijn tussen

twee vaste punten) is KPN nog steeds een dominante marktpartij. Hoewel de mate van concurrentie per categorie huurlijn is onderzocht, is bij de aanwijzing KPN’s positie op de gehele markt van huurlijnen relevant. KPN had op de gehele huurlijnen-markt in de eerste helft van 2000 een marktaandeel tussen de 60 en 70 procent (1999: tussen de 70 en 80 procent). Wel is sprake van grote verschillen in marktaandelen in de verschillende catego-rieën huurlijnen. In het algemeen kan gesteld worden dat de concurrentie sterker is in de categorieën huurlijnen met hogere capaciteit. Dit is eenvoudig te verklaren: nieuwe aanbieders starten eerst met de bouw van netwerken in stedelijke gebieden waar de meeste potentiële gebruikers aan-wezig zijn. De vraag naar huurlijnen met een hoge capaciteit is namelijk met name geconcentreerd in die stedelijke gebieden. Zij sluiten daar allereerst de gebruikers OPTA hernieuwt de aanwijzing van KPN als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt voor vaste openbare telefonie en op de markt voor huurlijnen. De huidige aanwijzing loopt op 15 december a.s. af. Door de aanwijzing, die gebaseerd is op een marktonderzoek dat OPTA heeft laten uitvoeren, blijven de verplichtingen die nu al gelden voor KPN van kracht. Uit het onderzoek blijkt dat KPN op de markt voor vaste openbare telefonie een aandeel heeft tussen de 85 en 95 procent. Op de markt voor huurlijnen heeft KPN een aandeel tussen de 60 en 70 procent. OPTA spreekt verder haar bezorgdheid uit over het voornemen van de Europese Commissie om in de toekomst de grens voor aanduiding van aanmerkelijke marktmacht op 50 procent vast te stellen. OPTA bepleit samen met de andere Europese telecomtoezichthouders een percentage van 30 procent.

Opmerkingen

 < 2 Mbit/s bevat onder meer analoog  PVC (Permanent Virtual Circuit) zijn

huurlijnen met een flexibele capaciteit

 nationale huurlijnen zijn huurlijnen

binnen Nederland

 internationale huurlijnen zijn

huur-lijnen vanuit Nederland naar het buitenland

Marktaandelen van KPN in verschillende categorieën huurlijnen in procenten (cijfers 2000 betreffen eerste halfjaar)

< 2 Mb 2 Mb > 2Mb PVC Totaal

1999 2000 1999 2000 1999 2000 1999 2000 1999 2000

Nationaal > 95 > 95 75-85 65-75 25-35 10-20 75-85 75-85 75-85 65-75

Internationaal 90-100 85-95 80-90 60-70 40-50 10-20 - - 60-70 40-50

Totaal > 95 > 95 75-85 65-75 30-40 10-20 50-60 50-60 70-80 60-70

Marktaandelen van KPN op de totale markt voor vaste telefonie en voor de verschillende diensten in procenten (cijfers 2000 betreffen eerste halfjaar)

1999 2000 Totaal 90% en 100% 85% en 95% Aansluiting > 95 > 95% Lokaal verkeer > 95 > 95% Nationaal verkeer 80% en 90% 75% en 85% Internationaal verkeer 75% en 85% 65% en 75% Vast-mobiel verkeer 90% en 100% 85% en 95%

(7)

met vraag naar hoge capaciteitshuurlijnen aan. Immers, deze gebruikers genereren de meeste omzet en bij deze gebruikers zal dus de voor de aansluiting nodige hoge investering als eerste worden terugver-diend. Bovendien worden huurlijnen met hoge capaciteit met name gebruikt door grote vestigingen van grote bedrijven, die zich vrijwel altijd in deze stedelijke gebie-den bevingebie-den.

De bovenste tabel op pagina 6 geeft een overzicht van de marktaandelen van KPN in de verschillende categorieën huurlijnen. Op grond van de uitkomsten van het marktonderzoek is KPN opnieuw aan-gewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht op de twee genoemde markten. OPTA zal jaarlijks op basis van nieuwe marktinformatie onderzoeken of de aan-wijzing moet blijven gelden.

MARKTMACHT-GRENS

Overigens is de aanmerkelijke marktmacht-grens van 25 procent in Europees verband aan discussie onderhevig. De Europese Commissie heeft, in het kader van de her-ziening van de Europese telecommunicatie-regels per 2002, voorgesteld telecombedrij-ven pas extra verplichtingen op te leggen bij een marktaandeel van 50 procent of meer. De Independent Regulators Group (IRG), het samenwerkingsverband van Europese telecomtoezichthouders waarvan OPTA deel uitmaakt, heeft voorgesteld een grens van 30 procent te hanteren. Dit per-centage sluit volgens de IRG beter aan bij de drempel die de Wereldhandelsorganisa-tie hanteert voor intervenWereldhandelsorganisa-tie op een bepaalde nationale telecommunicatiemarkt. Bovendien zouden bij een drempel van 50 procent de nu geldende verplichtingen voor dominante marktpartijen worden losgelaten die nodig zijn om concurrentie tot stand te brengen en de leverplicht van diensten aan concurrenten te garanderen. 

Sinds enige tijd zijn er in Nederland aan-bieders van zogenaamde unified messaging-diensten actief, zoals Xoip, Message4u, AnnaPA en JFAX. Met unified messaging kan een particuliere of zakelijke consument berichten in diverse vormen (voice mail, e-mail, fax) versturen naar één uniek num-mer. De unified messaging-abonnee kan het bericht in dezelfde of een andere verschij-ningsvorm weer ophalen. De unfied messa-ging-aanbieder verzorgt de toegangsmoge-lijkheid en de omzetting van de ene in de andere verschijningsvorm.

Telecombedrijven beschikken over

geografi-sche telefoonnummers, soms door geheel Nederland. Sommige van deze bedrijven zijn ertoe overgegaan om hun geografische nummers in gebruik te geven aan unified messaging-aanbieders, zodat die hun dien-sten in de markt konden zetten.

In de Telecommunicatiewet zijn bepalingen opgenomen die ervoor moeten zorgen dat nummers worden gebruikt zoals in het Num-merplan omschreven staat. In het Nummer-plan staat welke nummers waarvoor zijn bedoeld. Unified messaging is een dienst die aansluit bij de in het Nummerplan omschreven dienst ‘elektronische postbus’.

Unified messaging-aanbieders moeten daarom hun abonnees nummers geven die beginnen met de code 084.

Telecombedrijven die geografische nummers in gebruik geven aan unified messaging-aanbieders handelen dan ook in strijd met de Telecommunicatiewet. Soms zijn deze bedrijven zich door de ontwikkelingen op de telecommarkt en commerciële overwegingen zich niet bewust van het feit dat zij de Telecommunicatiewet overtreden. OPTA heeft echter als taak het toezien op de naleving van de wet en zal dan ook moeten optreden tegen dergelijke overtredingen. In een aantal gevallen is het al voorgekomen dat unified messaging-aanbieders hun dienstverlening met geografische nummers stop moesten zetten. Voor nadere informa-tie over dit onderwerp kunt u contact opne-men met Robin van Zoest, telefoon (070) 315 92 29, e-mail: r.vanzoest@opta.nl. 

Unified messaging mag niet met geografische nummers

Telecombedrijven die geografische (gewone) telefoonnummers in gebruik geven aan unified messaging-aanbieders handelen in strijd met de Telecommunicatie-wet. Voor deze dienst moeten 084-nummers worden gebruikt. OPTA heeft deze nummers intussen al aan diverse unified messaging-aanbieders toegekend.

(8)

Op dit moment wordt nagenoeg al het internet- en spraakverkeer dat begint in het netwerk van KPN en eindigt op het netwerk van een andere aanbieder (ook wel off net-verkeer genoemd) afgehandeld via geografische nummers op basis van het terminatingmodel (zie het kader bij dit artikel). KPN brengt de hiervoor aan haar abonnees het zogeheten binnenbasistarief

in rekening en betaalt voor het afwikkelen van het verkeer op het netwerk van andere aanbieders het regionale terminatingtarief. KPN heeft onlangs een nieuw tariefvoorstel voor eindgebruikerstarieven voor internet-inbelverkeer gebaseerd op het zogenoemde collectingmodel (zie kader) bij OPTA in-gediend. In dit voorstel is KPN van plan om tijdens de periode 1 oktober 2000 –

1 januari 2001 alleen het binnenbasis-tarief, bestaande uit een retentie van KPN en een afdracht aan de andere aanbieder, te hanteren. Na 1 januari 2001 kunnen andere aanbieders aan de hand van hun eigen terminatingvergoeding plus de reten-tie van KPN bepalen welke eindgebruikers-tarieven zij willen hanteren. KPN heeft echter ook aangegeven dat als haar con-currenten het collectingmodel willen afne-men, zij in beginsel ook vóór 1 januari 2001 kunnen aangeven welke eindgebrui-kerstarieven, anders dan het binnenbasis-tarief van KPN, zij willen hanteren. Hoewel OPTA op dit moment beoordeelt of de retentie van KPN voldoet aan het ver-eiste van kostenoriëntatie, heeft zij naar aanleiding van KPN’s voorstel aangegeven welke eisen op grond van de Telecommuni-catiewet aan de invoering van dit voorstel zullen worden gesteld. Eén van de belang-rijkste eisen luidt dat het voor OPTA en telecomaanbieders volstrekt duidelijk moet zijn tegen welke voorwaarden en eindge-bruikerstarieven KPN het collectingmodel gaat aanbieden. Pas daarna zal OPTA over-gaan tot de beoordeling van het tarief-voorstel. Verder moet duidelijk zijn welke procedure wordt gevolgd om eindgebrui-kerstarieven van andere aanbieders op basis van het collectingmodel in te voeren. Voorts zal OPTA bij de beoordeling van KPN’s retentie in het collectingmodel tevens de relatie met het originatingmodel (zie kader) in ogenschouw nemen. Daarbij zal OPTA met name kijken naar mogelijke prijssqueeze-effecten. OPTA vindt het niet aanvaardbaar als de marge tussen KPN’s retentie in het collectingmodel en de interconnectievergoeding, die andere aanbieders aan KPN betalen in het

origina-OPTA onderzoekt prijssqueeze-effecten bij KPN

OPTA zal de voorstellen van KPN-Vaste Telefonie voor het uitkoppelen van internetinbelverkeer onder-zoeken op aspecten van prijssqueeze. Dit heeft OPTA aan KPN laten weten. Prijssqueeze doet zich voor als de marge tussen de vergoeding van KPN voor het gebruik van haar netwerk in het zogeheten collec-tingmodel en de interconnectietarieven van KPN in het originacollec-tingmodel zo klein is dat aanbieders die kiezen voor laatstgenoemd model redelijkerwijs niet kunnen concurreren met het collectingmodel.

Terminating, collecting en originating

TERMINATING EN RETENTIE

In het terminatingmodel levert KPN het telefoonverkeer af bij de aanbieder van internettoegang of van openbare vaste telefoonnetwerken en -diensten. De ont-vangende aanbieder brengt KPN voor de verdere afwikkeling van het verkeer een terminatingtarief in rekening. KPN zelf brengt deze terminatingkosten inclusief een vergoeding voor het gebruik van haar eigen net (ook wel retentie genoemd) in rekening aan de eindgebruiker (particulie-re of zakelijke consument). De tarieven voor de KPN-abonnee dienen te voldoen aan het vereiste van kostenoriëntatie. Met andere woorden: de KPN-tarieven moeten gebaseerd zijn op de onderliggen-de kosten plus een reonderliggen-delijke winstopslag. Als de terminating-vergoeding van de andere aanbieder hoger is dan KPN’s regionale terminatingtarief, dan mag KPN haar eindgebruikerstarieven differentiëren en het verschil doorberekenen aan haar abonnees.

COLLECTING

Het collectingmodel is een variant van

het terminatingmodel, waarbij internet-verkeer via 06760-nummers wordt uitge-koppeld en vervolgens afgewikkeld. In dit model kan de aanbieder van internettoe-gang (internet serviceprovider) kiezen uit een aantal eindgebruikerstarieven plus een bepaalde afdracht. In feite is deze afdracht de terminatingvergoeding die KPN aan de andere operator betaalt. In dit model zijn de mogelijkheden voor de andere aanbieders wat betreft de te kiezen eindgebruikerstarieven inclusief de afdrachten in beginsel beperkt.

ORIGINATING

(9)

tingmodel, te smal zou zijn. Deze marge is noodzakelijk met het oog op de specifieke kosten die KPN maakt en die niet in de interconnectietarieven tot uiting komen. Een voorbeeld van deze kosten is het ver-sturen van de telefoonrekeningen (ook wel billing genoemd), die KPN voor haar reke-ning neemt in het collectingmodel, maar niet in het originatingmodel. Als er on-voldoende marge is tussen het collecting-model en het originatingcollecting-model is er vol-gens OPTA sprake van prijssqueeze.

GEDIFFERENTIEERDE TARIEVEN

KPN heeft enige tijd geleden een voorstel bij OPTA ingediend om bij het bepalen van gedifferentieerde tarieven voor off net-verkeer naar geografische nummers, dat eindigt op het netwerk van andere aanbie-ders, onderscheid te maken tussen

spraak-en internetverkeer. KPN stelt voor om voor internetverkeer bij het bepalen van tarief-differentiatie als norm haar lokale termi-natingtarief te hanteren.

Voor de beoordeling van dit voorstel vindt OPTA het onder meer van belang dat voor afwikkeling van internetverkeer via geografische nummers een volledig alter-natief bestaat in de vorm van internetuit-koppeling via 06760-nummers op basis van het collecting- en originatingmodel. OPTA is dan ook van oordeel dat het origi-nating- en collectingmodel zo spoedig mogelijk landelijk moeten worden inge-voerd. Daarnaast lijkt het erop dat niet alleen andere aanbieders last hebben van prijssqueeze bij binnenbasisgesprekken vanwege hoge inkoopkosten en de lage eindgebruikerstarieven van KPN. Ook KPN zelf lijkt bij off net-binnenbasisverkeer,

vanwege de hoge uitbetalingen aan andere aanbieders, met prijssqueeze te maken te hebben.

Zoals bekend wordt in OPTA’s consultatie-document ‘Prijssqueeze’ de kostenoriënta-tie van KPN’s binnenbasis-tarieven aan de orde gesteld. Daarbij spelen zowel de kos-ten van het gebruik van het eigen KPN-net als de kosten van het gebruik van het net van derden (in het geval van off net-ver-keer) een rol. OPTA vindt het, gelet op de belangen van andere marktpartijen en met het oog op consequente besluitvorming, belangrijk om de in het kader van mogelij-ke prijssqueeze-effecten de kostenoriënta-tie van de binnenbasistarieven in zijn geheel te bezien. Zodra over de uitkom-sten van de squeeze-consultatie meer dui-delijkheid bestaat zal OPTA het voorstel van KPN mede in dit licht beoordelen. 

-voorstellen internetuitkoppeling

OPTA had eerder dit jaar al een onderzoek gedaan naar die vorm van dienstverlening waarbij met weglating van het netnummer tegen lokaal tarief een bestemming buiten het eigen netnummergebied wordt bereikt. Een persoon uit Groningen belt bijvoor-beeld een abonneenummer uit Groningen met weglating van het netnummer en bereikt daarmee iemand of een bedrijf of callcenter in Amsterdam. Volgens OPTA is een dergelijk gebruik van geografische nummers in strijd met de Telecommunica-tiewet. Voor deze diensten zijn andere

nummers in het Nummerplan (het plan waarin staat welke nummers waarvoor zijn bedoeld) beschikbaar.

In de telecommarkt is echter een duidelij-ke behoefte aan deze vorm van dienstver-lening. Daarom heeft OPTA het ministerie van Verkeer en Waterstaat, dat de nummer-plannen opstelt, om een oordeel gevraagd over de noodzaak het Nummerplan eventu-eel aan te passen om in deze behoefte te voorzien. Het ministerie is net als OPTA van mening dat een dergelijk gebruik van geografische nummers in strijd is met het

huidige Nummerplan en de Telecommunica-tiewet. Daarnaast beaamt het ministerie dat als hij dit gebruik zou willen toestaan een wijziging van het Nummerplan is ver-eist. In een dergelijke wijziging ziet het ministerie echter niets.

STOPPEN

Concreet betekent dit voor telecombe-drijven dat zij het hiervoor beschreven gebruik van geografische nummers zullen moeten stoppen. Vanzelfsprekend zal OPTA rekening houden met de belangen van de klanten van die bedrijven. Om deze klan-ten de gelegenheid te bieden hun diensklan-ten via andere nummers te gaan aanbieden èn om consumenten de gelegenheid te geven te wennen aan de nieuwe nummers, zal OPTA een overgangsperiode hanteren. OPTA zal de betrokken partijen hierover nader informeren. 

Bellen zonder netnummer naar bestemming

buiten netnummergebied niet toegestaan

Telecombedrijven mogen niet langer gewone (geografische) telefoonnummers

(10)

Dat liet OPTA weten tijdens een toelich-ting die zij vorige maand gaf aan tele-combedrijven over het voorgenomen beleid voor de regulering van KPN’s interconnectietarieven. De toelichting is gegeven aan de hand van het zogenoem-de reguleringsconcept, waarin het beleids-voornemen door OPTA in grote lijnen is verwoord. Hans Bakker, secretaris van het OPTA-college, ging in zijn inleiding in op de achtergrond van het reguleringscon-cept. Hierbij wees hij op de eind vorig jaar door OPTA uitgevoerde heroverwe-ging van de tot dan toe voor de beoorde-ling van KPN’s interconnectietarieven gehanteerde EDC-systematiek en op de voorgenomen overgang op een ander systeem. Dit nieuwe systeem gaat uit van de ‘bottom up forward looking long run average incremental costs’ (‘BU-LRIC’). In deze context vormt het regulerings-concept de door OPTA voorgenomen ‘blauwdruk’ voor de nadere invulling van deze overgang.

Remko Bos, plaatsvervangend hoofd van de afdeling Interconnectie en Bijzondere Toegang, lichtte het reguleringsconcept toe. Hierbij ging hij allereerst in op het voor het lopende jaar (1 juli 2000 tot 1 juli 2001) geldende overgangsregime dat noodzakelijk is omdat gedurende die periode tijdelijk geen sprake is van een

door OPTA goedgekeurd kostentoereke-ningssysteem. Uitgangspunt bij de vast-stelling van de overgangstarieven is dat die moeten voldoen aan de jaarlijks door de Europese Commissie vastgestelde ‘best current practice’, de bandbreedte waar-binnen de interconnectietarieven zouden moeten blijven. OPTA is van plan op korte termijn een besluit te nemen over deze overgangstarieven.

In de tweede plaats is aangegeven dat OPTA in het reguleringsconcept belang hecht aan de introductie van een onder-scheid in de tariefregulering tussen origi-nating access-tarieven (bijvoorbeeld voor carrier select-diensten) en terminating access-tarieven. Een dergelijk onder-scheid stelt ook de Europese Commissie voor in het kader van de herziening van de ONP-regels en is verder in lijn met marktontwikkelingen. Voor originating-diensten ontstaan immers langzamerhand alternatieven – en daarmee mogelijkhe-den voor concurrentie – waardoor op dit vlak een minder stringente tariefregule-ring noodzakelijk zou kunnen zijn. Eén en ander zou concreet betekenen dat OPTA voor de terminating access-tarieven na 1 juli 2001 over wil gaan op toepas-sing van een onder regie van OPTA te ontwikkelen BU-LRIC-model. Voor de originating access-tarieven zou dan het

EDC-model gehandhaafd blijven. Over de reden van dit onderscheid zal in het nog te verschijnen consultatiedocument (zie verderop in dit artikel) dieper worden ingegaan.

UITKOPPELING INTERNET

Tevens is aangegeven dat OPTA binnen de originating access-tarieven wat betreft de tariefregulering een zeker verschil tus-sen spraakverkeer en internetinbelvekeer wenselijk acht. Dit omdat OPTA de tarief-stelling voor de 06760-dienst van wezen-lijk belang acht voor de mate waarin de uitkoppeling van internetverkeer via 06760-nummers een succes zal worden en zal kunnen bijdragen aan de opheffing van schaarste op KPN’s netwerk.

Tijdens de presentatie is verder aangege-ven dat belanghebbenden over het regu-leringsconcept, voor zover dat de regule-ringssystematiek voor de periode na 1 juli 2001 betreft, nog uitgebreid zullen worden geconsulteerd aan de hand van een consultatiedocument. De aanvang van deze marktbrede consultatie is voor-zien voor eind november. Tevens is bena-drukt dat OPTA de uitvoering van een squeeze-toets als een bestuurlijke rand-voorwaarde beschouwt bij elke door OPTA uit te voeren tariefregulering. In dat verband is de aanwezigen tijdens de bij-eenkomst gewezen op de consultatie over prijssqueeze.

Na de bijeenkomst op 18 oktober heeft OPTA marktpartijen onder andere via de Staatscourant uitgenodigd deel te nemen aan de klankbordgroep. OPTA zal deze klankbordgroep betrekken bij het ontwik-kelingstraject van het voor terminating access-tarieven te hanteren bottom up-model. Het reguleringsconcept, zoals dat tijdens de bijeenkomst op 18 oktober is toegelicht, is te vinden op de website van OPTA (www.opta.nl), onder ‘Intercon-nectie’, ‘Achtergrondinformatie’. 

Voorstel OPTA:

Maak bij beoordeling interconnectietarieven

onderscheid tussen soorten telefoonverkeer

OPTA stelt voor bij de beoordeling van de interconnectietarieven van KPN in de

(11)

Internationale ontwikkelingen

UMTS-veilingen

in Europa

Zoals bekend verloopt de frequentieverde-ling voor UMTS in Europa niet geheel op rolletjes. Zowel in Nederland als Italië hebben de mededingingsautoriteiten invallen gedaan bij meedingers van de veilingen. In Spanje heeft de ‘beauty contest’ naar de mening van de politiek te weinig opgebracht, waardoor nu de regering de tarieven voor het toezicht drastisch wil gaan verhogen. De telecom-bedrijven zijn hiertegen in beroep gegaan bij de rechter. In Zwitserland zijn er te weinig aanbieders die willen deelnemen aan de veiling, waardoor het ministerie van Telecommunicatie besloten heeft de veiling maar uit te stellen.

Duitsland: flatrate

internettoegang

De Duitse voormalige monopolist Deutsche Telekom moet vanaf 1 februari a.s. ‘flate rate’ internettoegang aanbieden voor inter-connectie aan Internetserviceproviders. Hierdoor krijgt de consument toegang tot internet voor een vast bedrag per maand. Daarnaast dient Deutsche Telekom te stop-pen met het geven van verboden kortingen en het discrimineren van het huidige aan-bod voor internettoegang op basis van telefoontikken. De Duitse toezichthouder RegTP heeft hierbij opgetreden tegen mis-bruik van de machtspositie van Deutsche Telekom. De toegestane kortingen voor internettoegang per 15 december zijn:

Miljoen Minuten/Maand % korting

>1 1 10 2 100 3 500 5 1000 7 2000 8

Aantal CPS-aanvragen verwerkt

binnen de tijdstermijn Periode Jan.-sept. September

Acceptatie 2 werkdagen 80,2% 99,4%

Activatie 3 werkdagen 73,4% 84%

Verenigd Koninkrijk: flat rate internettoegang

België: carrierpreselectie functioneert niet goed

De Belgische toezichthouder BIPT heeft een mededeling gepubliceerd over het niet goed functioneren van de aanvraag-procedure voor carrierpreselectie (CPS). BIPT heeft aan Belgacom opgelegd zo snel mogelijk een actieplan te overleggen om de ontstane achterstand aan CPS-aan-vragen in zo kort mogelijke tijd weg te werken. Na onderzoek bleek dat er een verbetering op het vlak van het respecte-ren van de periode voor acceptatie en activatie van CPS-aanvragen werd

gereali-seerd (zie het schema hieronder). Uit de analyse van de oorzaken van het hoge percentage aan afwijzingen van aanvragen blijkt onjuiste of onvolledige informatie die de aanvrager verstrekt de hoofdoorzaak te zijn. De carrier selectie-aanbieders is verzocht de voorziene regels in de procedure zonder meer te respec-teren.

Het BIPT heeft eveneens beslist om de CPS-procedure administratief te vereen-voudigen.

 Ook de Britse toezichthouder Oftel heeft maatregelen gepubliceerd voor het aan-bieden van flate rate internettoegang. In het Verenigd Koninkrijk moet British Telecom (BT) vanaf 1 februari een nieuw aanbod doen voor deze vorm van inter-connectie. Dit nieuwe aanbod dient ver-der te gaan dan de huidige vorm van flat rate internettoegang. Het nieuwe aanbod heeft betrekking op het afleve-ren van internetverkeer van de consu-ment tot aan het netwerk van de concur-rent van BT. Hiervoor wordt ook in het Verenigd Koninkrijk het internetverkeer uitgekoppeld zodat het geen belasting meer vormt voor het ‘gewone’ telefonie-netwerk van BT. Het voorstel van Oftel is na te lezen op de website van Oftel: www.oftel.gov.uk.

 De kosten voor het gebruik van mobiele telefonie zijn in Groot-Brittannië de laatste twaalf maanden gedaald met zo’n 30 procent voor pre paid-abonnementen en met 16 procent voor overige abonne-menten. Dit blijkt uit een onderzoek van

Oftel dat begin november werd gepubli-ceerd. Het onderzoek laat verder zien dat het aantal mobiele bellers in Groot-Brit-tannië het afgelopen jaar met 54 pro-cent is gegroeid. Twintig propro-cent van de bellers stapte over naar een andere aanbieder.

 BT heeft een tariefvoorstel gedaan voor ontbundelde toegang tot de aansluitlijn. Het tarief is 118 pond per jaar aan huur plus eenmalig 95 pond voor de verbin-ding zelf. Volgens Oftel kan British Telecom op basis van deze tarieven een redelijke marge behalen. Oftel zal voor het einde van het jaar de definitieve tarieven vaststellen voor de ontbundelde aansluitlijnen. Deze definitieve tarieven zullen gelden tot april 2002. Na die datum zal een tariefplafond worden ingevoerd voor deze aansluitlijnen.  Oftel heeft BT ook verplicht om op

(12)

Eind vorig jaar had de mobiele servicepro-vider Talkline bij OPTA en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een klacht ingediend over KPN Mobile. KPN Mobile zou aan Talkline onredelijke tarieven in rekening brengen en haar eigen service provider bevoordelen boven Talkline. Hoe-wel OPTA en de NMa in eerste instantie van mening waren dat de NMa de meest aangewezen instantie was om de klacht af te handelen, heeft OPTA onlangs toch besloten een gedeelte van de klacht in behandeling te nemen. De aanleiding hiervoor was een bezwaarschrift van Talk-line.

Talkline, dat zelf niet beschikt over een mobiel netwerk, maakt voor de levering van telefoondiensten aan haar klanten gebruik van het mobiele netwerk van KPN Mobile. Hiervoor koopt Talkline, kortge-zegd, belminuten in bij KPN Mobile. De

korting die Talkline hierop krijgt van KPN Mobile was naar de mening van Talkline te laag om een rendabele onderneming te drijven. Talkline stelt dat KPN Mobile door deze (te) lage kortingen artikel 13c van de Wet op de telecommunicatievoorzienin-gen (Wtv), de voorloper van de Telecom-municatiewet, heeft overtreden. Hoewel de Wtv inmiddels is vervangen door de Telecommunicatiewet geldt artikel 13c van de Wtv nog steeds. Deze bepaling ver-plicht KPN Mobile redelijke tarieven te hanteren, stelt Talkline.

ONDERHANDELINGSPLICHT

Artikel 13c van de Wtv luidt dat elke hou-der van een mobiele-telefoonvergunning, waaronder KPN Mobile, de plicht heeft om de bij de vergunning opgelegde diensten te verzorgen en aan eenieder tegen ver-goeding de mogelijkheid te geven gebruik

te maken van die diensten. Volgens OPTA staat het KPN Mobile echter vrij om zelf de tarieven te bepalen waartegen zij haar diensten aanbiedt. De wetgever heeft niet beoogd deze tarieven te reguleren. Dit betekent volgens OPTA dat KPN Mobile niet verplicht is om kortingen te geven aan service providers zoals Talkline. Wel heeft KPN Mobile de plicht te onder-handelen met service providers over de voorwaarden en de tarieven waartegen de diensten worden aangeboden. KPN Mobile handelt echter niet in strijd met haar ver-plichtingen als deze commerciële onder-handelingen niet leiden tot overeenstem-ming. OPTA heeft dus geen wettelijke mogelijkheden om te beoordelen of KPN Mobile jegens Talkline redelijke tarieven en kortingen in rekening brengt. OPTA heeft daarom de klacht van Talkline afge-wezen. 

OPTA wijst klacht van Talkline over

redelijkheid tarieven en kortingen af

OPTA is niet bevoegd te oordelen over de redelijkheid van tarieven en kortingen die houders van

een mobiele-telefoonvergunning in rekening brengen aan mobiele service providers. Tot die conclusie komt OPTA naar aanleiding van een klacht van de mobiele service provider Talkline over KPN Mobile. OPTA heeft de klacht van Talkline afgewezen.

Een computer-servicebureau had bij OPTA een klacht ingediend over TPG. Het bureau had namens een internet serviceprovider een mailing rondgestuurd met een CD-ROM. In plaats van het drukwerktarief had TPG hiervoor het hogere brieftarief in rekening

gebracht. Naar aanleiding van de klacht van het computer-servicebureau had OPTA bepaald dat TPG niet zonder meer een brieftarief in rekening mag brengen voor drukwerk waaraan een CD-ROM is toege-voegd.

Tegen dit besluit van OPTA had TPG bezwaar gemaakt. Tijdens de bezwaar-schriftprocedure echter is, op 1 juni jl., de nieuwe Postwet in werking getreden. Als gevolg daarvan moet OPTA nu het bezwaar van TPG aan deze nieuwe wet toetsen.

Onder de oude Postwet viel partijenpost onder de ‘opdracht’ (de diensten die TPG verplicht is te leveren). Op grond van deze opdracht was TPG verplicht postzendingen als brieven, drukwerken en pakketten te vervoeren. Dergelijke diensten worden, met

OPTA trekt aanwijzing aan TNT Post Groep

OPTA heeft een eerder dit jaar aan de TNT Post Groep (TPG) gegeven aanwijzing

(13)

OPTA onderstreept het belang van deze uitspraak in Europees perspectief. Jens Arnbak, voorzitter van het college van OPTA daarover: ‘De regeringsleiders en de Europese Unie willen dat per 1 januari 2001 in alle landen afspraken zijn gemaakt over ontbundelde toegang tot de aansluit-lijn. Dit om ervoor te zorgen dat breed-bandige diensten als ADSL kunnen worden aangeboden. Hiermee kunnen bijvoorbeeld kwalitatief hoogwaardige internetdiensten worden geleverd. De door OPTA gedane uitspraken passen precies in dit Europese beleid’.

KPN moet Cistron binnen twee weken zowel een aanbod doen voor collocatie (het plaatsen van apparatuur in de tele-fooncentrales van KPN), als voor ontbun-delde toegang tot de aansluitlijn. De loca-tie Delft Centrum is een van de eerste

waar Cistron apparatuur wil plaatsen. De voor deze locatie door KPN genoemde leverdatum van het tweede kwartaal 2002 is door OPTA verworpen. KPN dient binnen twee weken duidelijkheid te geven over het tijdstip waarop in Delft Centrum collo-catie-faciliteiten voor Cistron kunnen wor-den geleverd. Ook voor wat betreft de ont-bundelde toegang tot de aansluitlijn moet KPN binnen deze termijn aangeven wan-neer zij de gevraagde voorzieningen met inachtneming van redelijke levertermijnen kan opleveren.

EAGERTELECOMBV

Volgens de tweede uitspraak van OPTA hoort ook Eager Telecom BV binnen twee weken van KPN een voorstel te krijgen voor zowel collocatie als ontbundelde toe-gang tot de aansluitlijn. Belangrijk aspect

in deze uitspraak betreft de verplichting dat KPN voor de periode totdat ontbundel-de toegang tot ontbundel-de aansluitlijn kan worontbundel-den geleverd een alternatief moet bieden voor bestaande klanten van Eager.

Komen partijen in beide gevallen na zes weken niet tot overeenstemming, dan die-nen zij dit te melden bij OPTA. OPTA zal vervolgens een definitieve beslissing in beide geschillen nemen.

Eerder al werd door OPTA een door KPN voorgesteld huurtarief van ƒ27,50 per aan-sluitlijn per maand goedgekeurd. Dit tarief dient in geval van ontbundelde toegang van de aansluitlijn door andere telecom-bedrijven aan KPN te worden betaald. De aansluitlijn betreft de verbinding van de wijkcentrale naar de telefoonaansluiting bij de abonnee thuis. Toegang tot deze aansluitlijn wordt ook wel MDF-access genoemd. Wat betreft collocatie werkt OPTA aan richtsnoeren waaraan de markt-partijen zich moeten houden. Eerder heeft OPTA een consultatiedocument uitgegeven, waarna een consultatie van de markt heeft plaatsgevonden. Volgens OPTA moet KPN bij verzoeken van collocatie de principes van non-discriminatie, transparantie en kostenoriëntatie hanteren. 

KPN moet Cistron en Eager aanbod

doen voor toegang tot aansluitlijn

KPN moet Cistron Telecom BV en Eager Telecom BV binnen twee weken een

aan-bod doen voor collocatie en ontbundelde toegang tot de aansluitlijn. Dat is de voorlopige beslissing die OPTA heeft genomen in de twee geschillen die beide bedrijven tegen KPN hebben ingediend. Met deze uitspraak van OPTA komt de wijdverspreide levering van breedbandige diensten als ADSL weer een belangrijke stap dichterbij.

uitzondering van de diensten die exclusief zijn voorbehouden aan TPG (het bezorgen van brieven tot 100 gram), in concurrentie met andere postexploitanten verricht. Uit de nieuwe Postwet en het nieuwe Post-besluit volgt echter dat een partijenpost-zending anders dan brieven tot 100 gram, zoals de genoemde postzending van het computer-servicebureau, niet meer onder de opdracht valt. Deze partijenpostzending valt nu in het zogenoemde vrije marktdeel. OPTA heeft dan ook moeten constateren dat zij op grond van de nieuwe Postwet

niet langer bevoegd is de gegeven aanwij-zing in stand te houden. Daarom heeft OPTA de aan TPG gegeven aanwijzing ingetrokken.

Overigens zou, als de oude Postwet nog van kracht was geweest, OPTA de aan TPG gegeven aanwijzing eveneens hebben inge-trokken. OPTA is namelijk tot de conclusie gekomen dat TPG destijds conform haar Algemene Voorwaarden heeft gehandeld en daarmee terecht voor de postzending van de klager het brieftarief in rekening heeft gebracht. 

(14)

UPC mag The Box,

Nummers die in een nummerplan (plan waarin staat welke nummers waarvoor zijn bedoeld) voorkomen, kan OPTA op aanvraag toekennen of reserveren. Eén van de belang-rijkste criteria om een nummer te reserveren is de termijn waarbinnen de aanvrager de nummers in gebruik wil of kan nemen. Kan en wil hij dat binnen één jaar, dan volgt een toekenning van nummers. Kan en/of wil hij dat op een later tijdstip, maar nog wel binnen een periode van drie jaar, dan volgt een reservering van nummers. In dat geval heeft een aanbieder dus drie jaar lang num-mers voor zichzelf gereserveerd. In die periode kan OPTA in beginsel de voor hem gereserveerde nummers niet aan anderen toekennen. De gedachte is dat de aanbieder zich in die periode voorbereidt op de com-merciële introductie van de dienstverlening waarvoor hij de nummers heeft aangevraagd. De plannen die hij bij zijn aanvraag heeft gepresenteerd, gaat hij gedurende die perio-de van drie jaar uitvoeren. Daarvoor heeft hij een redelijke zekerheid nodig dat de des-betreffende nummers tot dat moment voor hem beschikbaar blijven.

De vraag is wat er gebeurt met de gereser-veerde nummers als de periode van drie jaar (bijna) is verstreken. Hierbij kunnen zich verschillende situaties voordoen. Als de aan-bieder voor wie nummers zijn gereserveerd binnen drie jaar geen aanvraag indient voor toekenning van die nummers, vervalt de reservering na de periode van drie jaar. De desbetreffende nummers komen dan weer

beschikbaar voor anderen. Deze nummers kunnen dan in beginsel op aanvraag worden toegekend aan of gereserveerd voor elke wil-lekeurige aanbieder. Dat kan overigens ook degene zijn voor wie in de afgelopen drie jaar de nummers waren gereserveerd. Als de aanbieder voor wie nummers zijn gereserveerd, binnen drie jaar wel een aanvraag indient voor toekenning van die nummers, toetst OPTA eerst of de aanvraag voldoet aan de algemene eisen om de aan-vraag in behandeling te nemen dan wel te honoreren. Zo mag de aanvrager bijvoor-beeld niet failliet verklaard zijn en hij moet de nummers na toekenning gebruiken voor dezelfde dienst als waarvoor ze waren gere-serveerd.

TOETS

Als de aanvrager en zijn aanvraag voldoen aan de eisen, zal OPTA de toets uitvoeren die beschreven is in de Telecommunicatie-wet. Daarin staat dat een aanvraag voor omzetting van gereserveerde naar toege-kende nummers kan worden geweigerd ‘indien naar het oordeel van het college niet aannemelijk is dat de ontwikkeling van de activiteit die ten grondslag ligt aan de reservering, de gevraagde toekenning nood-zakelijk maakt’. Dit betekent dat OPTA kijkt naar de plannen die de aanbieder had ten tijde van de reserveringsbeschikking. Die plannen waren toen zodanig dat aanneme-lijk was dat de aanbieder weliswaar nog niet binnen een jaar, maar wel binnen drie

jaar het voorgenomen gebruik van de num-mers gerealiseerd zou hebben en ook in de aantallen zoals die zijn gereserveerd. Sindsdien zijn tot het moment van de toets echter vele maanden of zelfs bijna drie jaar verstreken. Opnieuw bekijkt OPTA dan hoe het op dat moment staat met de plannen om de aangevraagde nummers in gebruik te nemen. Hierbij kunnen zich opnieuw ver-schillende situaties voordoen. Als de aan-bieder de oorspronkelijke plannen (vrijwel geheel) heeft gerealiseerd, is het in gebruik nemen van de nummers (nog steeds) aan-nemelijk, zodat dan OPTA in beginsel de gereserveerde nummers toekent.

VERTRAGING

Als de aanbieder (grote) vertraging heeft opgelopen in het realiseren van zijn toen-malige plannen, is in beginsel te betwij-felen of de gereserveerde nummers nog wel alle in gebruik zullen komen. In princi-pe zal OPTA dan minder nummers toeken-nen dan waren gereserveerd of slechts toe-kenning onder bepaalde voorwaarden. De overige nummers die gereserveerd waren, vervallen na het verstrijken van de drie jaar en komen beschikbaar voor anderen. Als de aanbieder de gereserveerde nummers niet in gebruik kan nemen, zal zijn aan-vraag voor toekenning van de voor hem gereserveerde nummers worden afgewezen. De reservering vervalt na het verstrijken van de drie jaar en de desbetreffende num-mers komen beschikbaar voor de markt. 

Het omzetten van

gereserveerde in

toegekende nummers

(15)

Eerder dit jaar besloot UPC de doorgifte van genoemde programma’s te stoppen, naar aanleiding van een nieuw advies van de APR waarin werd geadviseerd deze pro-gramma’s niet meer aan te bieden. The Box

en NieuwsNet 9/NieuwsTV dienden daar-over een geschil bij OPTA in. In afwachting van de uitspraak van OPTA is UPC doorge-gaan met de doorgifte van deze programma’s. OPTA komt nu tot de conclusie dat het

advies van de APR zich ten onrechte heeft beperkt tot 26 kanalen, terwijl het stan-daardpakket in Amsterdam 32 kanalen bevat. Zolang de APR niet in de gelegen-heid is gesteld een oordeel te geven over de invulling van alle 32 kanalen, mag UPC van OPTA de doorgifte van The Box en NieuwsNet 9/NieuwsTV niet staken. Geeft de APR in een nieuw en deugdelijk advies aan UPC aan dat betrokken programma’s ook niet tot het pakket van 32 kanalen horen, dan heeft UPC alle recht het advies van de APR te volgen en de programma’s niet meer door te geven. 

NieuwsNet9 en NieuwsTV niet van de kabel weren

Kabelbedrijf UPC mag de televisieprogramma’s The Box, NieuwsNet 9 en NieuwsTV niet uit haar programma-aanbod halen. Dat is de uitspraak van OPTA in de geschil-len tussen UPC en de aanbieders van deze programma’s. UPC moet deze programma’s over zijn kabelnet in Amsterdam blijven doorgeven, totdat de Algemene Programma Raad (APR) in Amsterdam een nieuw advies heeft uitgebracht over de inhoud van het standaardpakket.

Artikel 5.1, tweede lid, van de Telecommu-nicatiewet regelt de gedoogplicht voor eigenaren van andere dan openbare grond, met uitzondering van afgesloten erven en tuinen die één geheel vormen met een bewoond perceel. Hier wordt gesteld dat interlokale en internationale kabels voor een openbaar telecommunicatie- en een omroepnetwerk moeten worden gedoogd. Lokale kabels worden uitgesloten van de gedoogplicht. In de wet staat echter ner-gens wat het onderscheid is tussen een lokale en een interlokale kabel. OPTA’s onderzoek heeft uitgewezen dat hiervoor moet worden teruggegaan naar de wetgeving van 1904. OPTA stelt twee zaken vast: ten eerste dat lokaal en inter-lokaal geen geografische begrippen zijn in de wet, maar functionele. Ten tweede dat de wetgever toentertijd bij de aanleg van kabels een afweging maakte waar het par-ticulier belang diende te wijken voor het algemene belang. Voor kabels die

‘rijksbu-reelen’ van de telefonie met elkaar verbon-den, moest het particulier belang wijken. Voor lokale aansluitnetten niet. OPTA zocht aansluiting bij deze overwegingen van de wetgever en vulde het begrip lokale kabel vervolgens in.

OPTA ziet alle kabels van een openbaar telecommunicatienetwerk vanaf de net-werkaansluitpunten (het punt waar een telefoontoestel is aangesloten op een net-werk, zeg maar het telefoonstopcontact in een woning) tot de lokale centrale of een vergelijkbare voorziening als lokale kabels. In de praktijk is dit vrijwel altijd de zoge-heten aansluitlijn, oftewel de ‘laatste kilo-meter’ van woonhuis naar wijkcentrale. Gaat het om een openbaar telecommunica-tienetwerk dat niet op traditionele wijze is opgebouwd, bijvoorbeeld de kabels van een omroepnetwerk of het netwerk van een nieuwe aanbieder, dan geldt dat de kabels vanaf de netwerkaansluitpunten tot aan de dichtstbijzijnde plaats in het netwerk waar

routering van signalen plaatsvindt, als lokaal te beschouwen zijn.

PRAKTIJK

De kabels van een omroepnetwerk die lopen vanaf woningen tot en met het dichtstbijzijnde wijkcentrum in het netwerk waar overdracht, conversie of manipulatie plaatsvindt van de signalen die over dit netwerk worden verzonden, ziet OPTA als lokale kabels. Concreet houdt dit in dat de veelal stervormige distributienetten als lokaal worden aangemerkt en de ringvormi-ge ‘trunk’-kabels als interlokaal. Omdat een belangrijke overweging van de wetgever geweest is dat het particulier belang moet wijken voor het algemeen belang, vindt OPTA dat cityringen moeten worden gezien als een interlokale kabel. Vanaf deze ringen immers worden eindgebruikers (particuliere en zakelijke consumenten) aangesloten.

De interpretatie van OPTA verandert niets aan de huidige praktijk. Grondeigenaren en aanbieders kunnen langs de hierboven geschetste lijnen inschatten welke kabel er in andere dan openbare grond moet worden gedoogd en welke niet. OPTA zal desgevraagd eventuele geschillen inzake de gedoogplicht in andere dan openbare gronden langs deze weg kunnen beslech-ten. 

OPTA interpreteert begrip lokale kabel

Lokale kabels zijn die kabels die de verbinding vormen tussen het

(16)

Carrier(pre)selectie is nog steeds de belangrijkste bron van klachten die bij OPTA binnenkomen. Het percentage klachten over dit onderwerp is zelfs gestegen. Mobiele telefonie en tele-foonrekeningen staan ook nog steeds hoog in de klachten-top 10.

Consumenten blijven problemen houden met het overstappen naar de carrierselec-tie-aanbieder van hun keuze. Daaruit kan worden afgeleid dat het aanmeldingssys-teem van KPN nog niet altijd goed werkt. Als tweede in de klachten-top 10 over oktober staan diverse klachten over mobie-le temobie-lefonie (dekking, simlock, beltegoed).

Ook kwamen er relatief veel klachten binnen over de hoogte van de telefoonrekening, dit veelal als gevolg van de genoemde klach-ten over carrier(pre)selectie. Voor klachklach-ten over onjuiste rekeningen worden particulie-ren doorverwezen naar de

Geschillencom-missie telecommunicatie te Den Haag, telefoon (070) 310 53 10.

De meeste vragen die OPTA vorige maand kreeg gingen over (starttik)tarieven, internet en overeenkomsten respectievelijk algemene voorwaarden van telecomaanbieders. 

Carrier(pre)selectie blijft bron van klachten

Top 10 klachten oktober 2000

Positie Positie in sep. Onderwerp klacht Percentage

1 1 Carrier(pre)selectie 23,1 2 3 Mobiele telefonie 16,5 3 2 Onjuiste telefoonrekening 11,0 4 5 Nummerportabiliteit 9,9 5 4 Kabel 8,8 6 - Tarieven 6,6 7 - Klantenservice 5,5 8 7 Overeenkomst/algemene voorwaarden 4,4 9 - ISDN 3,3 10 8 Internet 2,2

OPTA is op zoek naar kandidaten voor de functies van:

Adviseur Eindgebruikersmarkt vacaturenummer c00-04 (BBRA-schaal 11, max. ƒ105.000,– bruto per jaar)

(Bedrijfs)econoom, bedrijfs- of bestuurskundige met affiniteit met juridische aangelegenheden.

Bedrijfsanalist vacaturenummer c00-16

(BBRA-schaal 10, max. ƒ92.000,– bruto per jaar) Managementrapporteur op HBO-niveau.

Managementassistent(e) 20 uur per week, vacaturenummer c00-10 (BBRA-schaal 8/9, max. ƒ81.000,– bruto per jaar op basis voltijd dienstverband) Veelzijdige, doortastende, flexibele en pragmatische MBO+/HBO-er.

Senior adviseur Nummers en Registratiesvacaturenummer c00-11 (BBRA-schaal 12, max. ƒ118.000,– bruto per jaar)

Academicus met bedrijfskundige of (elektro)technische opleiding en een aantal jaren ervaring.

Ondersteunend medewerker P&O20 uur per week, vacature-nummer c00-12 (BBRA-schaal 6/7, max. ƒ66.000,– bruto per jaar op basis voltijd dienstverband) Zelfstandige, accurate en tact-volle MBO-er.

Medewerker werving en selectie(voor de duur van 1 jaar) vacaturenummer c00-13 (BBRA-schaal 8/9, max, ƒ81.000,– bruto per jaar) HBO-er met enige ervaring die in een team van 5 mensen zelfstandig zorg draagt voor werving, selectie en introductie van nieuwe medewerkers.

Adviseur P&Ovacaturenummer c00-14

(BBRA-schaal 10, max. ƒ92.000,– bruto per jaar) All-round P&O-er met ervaring.

Secretaresse Juridische Zaken20 tot 30 uur per week, vacature-nummer c00-15 (BBRA-schaal 5, max. ƒ56.000,– bruto per jaar op basis voltijd dienstverband) Met MBO-werk- en denkniveau.

Informatie en sollicitaties

Vacatures zijn voor voltijd functies, tenzij anders aangegeven. Een vierdaagse werkweek is bespreekbaar. Vervulling in deeltijd kan in sommige gevallen in overweging worden genomen. Documentatie en informatie over de vacatures zijn verkrijgbaar bij P&O, Marijke Gerritsen of Sandra de Wringer, telefoon (070) 315 92 75. Voor nadere informatie over OPTA kunt u ook de web-site raadplegen: www.opta.nl. Reacties kunt u, onder vermelding van het vacaturenummer, binnen acht dagen richten aan: OPTA, mevrouw S. de Wringer, Postbus 90420, 2509 LK Den Haag. Solliciteren kan ook per e-mail: P&O@opta.nl.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Page 2 Opta moet regels tarieven mobiele telefonie herzien Het Financieele Dagblad October

De hoeveelheid en de aard van de klachten rondom SMS-abonnementen zijn voor OPTA aanleiding geweest reeds medio 2002 de aanbieders van mobiele telefonie te wijzen op

Niet alleen telefonische klachten bereiken OPTA, ook per brief of per e-mail weten klagers hun weg naar de toezichthouder te vinden. Vanaf 2002 worden in het klachtenoverzicht zowel

Het onderhavige voorstel van KPN is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN op grond van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT)

Dit voorstel is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN een aanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 35 en 36 van het Besluit ONP huurlijnen

Het onderhavige voorstel van KPN is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN op grond van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT)

OPTA heeft daarom besloten dat de tarieven voor MDF- collocatie worden opgelegd en dat voor de overige diensten is aangegeven wat deze zouden moeten kosten Nieuw bij de beoordeling

Een flink aantal marktpartijen geeft aan verbaasd te zijn over het voorstel van KPN en de resultaten van de herberekening in relatie tot de bandbreedtes voor de tariefontwikkeling