• No results found

OPTA kan verhoging tarieven niet tegenhouden 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "OPTA kan verhoging tarieven niet tegenhouden 1"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

1

Februari 2003 nr.

OPTA verleent KPN toestemming om het bellen naar de mobiele aanbieder Dutchtone met gemiddeld 9% te verhogen. KPN Tele-com gaat hiertoe over omdat deze twee mobiele aanbieders hun aflevertarieven, die zij aan KPN Telecom in rekening bren-gen voor de afwikkeling van het gesprek, verhogen.

De tarieven voor het bellen van het vaste net naar mobiele toestellen zijn volgens OPTA veel te hoog. Dit komt door de hoge aflevertarieven van mobiele partijen. Deze tarieven liggen door het ontbreken van voldoende concurrentie al aanzienlijk hoger dan in andere landen in Europa. In de herfst van 2002 heeft OPTA daarom al besloten dat de mobiele aanbieders hun aflevertarieven stapsgewijs per 1 december 2002 en 1 juli 2003 moeten verlagen.

OPTA kan verhoging tarieven niet tegenhouden

De tarieven voor het bellen van het vaste net naar Dutchtone en Tele2Mobiel zijn onlangs verhoogd. Deze aanbieders hebben op 1 februari hun aflevertarieven verhoogd. OPTA staat door een eerdere uitspraak van de rechter machteloos tegenover deze prijsverhoging. Het gevolg is dat de consument nu per jaar ruim €4 miljoen extra gaat betalen voor het bellen van het vaste net naar Dutchtone en Tele2Mobiel. OPTA voorziet een domino-effect bij andere aanbieders. In 2002 berekende OPTA al dat er €185 miljoen per jaar teveel betaald wordt voor het bellen van vast naar mobiel.

D

EBITEL

, O2

EN

B

EN MOETEN BLIJVEN RAPPORTEREN OVER NUMMERPORTABILITEIT

2

OPTA

ORGANISEERT BIJEENKOMST OM PROBLEMATIEK RONDOM

SMS-

ABONNEMENTEN AAN TE PAKKEN

4

E

UROPEAN

R

EGULATORS

G

ROUP STELT WERKPROGRAMMA VAST

4

KPN

MAG TRANSITTARIEVEN IN REKENING BRENGEN

6

V

OORLOPIGE ZIENSWIJZE

OPTA

ZEKERHEIDS

-STELLINGEN

6

K

ABELBEDRIJVEN EN OVERHEID NU AAN ZET

7

D

WANGSOMMEN VOOR AFDWINGEN LIDMAATSCHAP

STIC

7

(2)

De bestuursrechter in Rotterdam heeft in november 2002 bepaald dat deze besluiten van OPTA geen werking hebben voordat hij ze inhoudelijk heeft beoordeeld. De handen van OPTA zijn daarom gebonden zolang deze zaak bij de rechter voorligt.

Twee mobiele partijen, Dutchtone en Tele2Mobiel grijpen het besluit van de rechter aan om hun eigen aflevertarie-ven nog verder te verhogen. Dit gaat in tegen het

OPTA-beleid en de Europese ontwikkeling op dit gebied. De OPTA-besluiten zijn conform een in Europa bestaande trend om het niveau van de aflevertarieven te verlagen. Zo heeft bijvoorbeeld de Engelse toezichthouder onlangs bekend gemaakt dat de mobiele aanbieders hun tarieven sterk moeten verlagen en dat deze binnen vier jaar gehal-veerd moeten zijn.

De kwaliteitseisen houden onder meer in dat de bestaande aanbieder en de nieuwe aanbieder porteringsverzoeken van klanten binnen een bepaald aantal dagen moeten afhandelen. Debitel, O2 en Ben hebben om uiteenlopende redenen te lang gedaan over het afhandelen van porteringsverzoeken. Nummerportabiliteit houdt in dat een klant van een mobiele aanbieder zijn nummer kan meenemen naar een andere aanbieder.

Probleemloos kunnen overstappen is belangrijk voor het bevorderen van concur-rentie op de telecommunicatiemarkt. Nummerportabiliteit is sinds 1 januari wettelijk verplicht en sinds juni 2001 gelden er beleidsregels voor. De Consumen-tenbond heeft onlangs gepubliceerd over de kwaliteit van mobiele telefoniediensten, waaronder de afhandeling van nummerpor-tabiliteit. Zij publiceerde de resultaten van een andere meetperiode. 

Uit de rapportages over nummerportabiliteit van Debitel over de maand oktober en O2 en Ben over december blijkt dat deze drie mobiele aanbieders niet hebben voldaan aan de kwaliteitseisen die gelden voor portering. OPTA heeft besloten dat deze aanbieders voorlopig moeten blijven rapporteren.

Debitel, O2 en Ben moeten blijven rapporteren

over nummerportabiliteit

OPTA heeft de aanbieders van deze diensten enige tijd geleden informatie gevraagd over de manier waarop zij vorm geven aan deze verplichting. Aanleiding

voor deze informatieronde zijn klachten van consumenten over het ontbreken van mogelijkheden om nummers te blokke-ren, zoals mobiele nummers of

persoon-lijke-assistent nummers. Na de informa-tieronde zijn nog niet alle vragen op dit gebied beantwoord. Om die reden is aan-vullend onderzoek in gang gezet. Daarin komen vragen op technisch en kosten-technisch gebied aan de orde.

Nadat de vragen zoveel mogelijk zijn beantwoord zal OPTA een oordeel geven over hoe de verplichting voor SNB door marktpartijen minimaal moet worden ingevuld.

Nader onderzoek selectieve nummerblokkering

(3)

TOEZICHT

Vorig jaar heb ik omstreeks deze tijd een artikel geschreven over fraude en oneigenlijk gebruik van nummers. Strekking van dat verhaal was dat frau-de en misbruik met behulp van telefonie absoluut ongewenste fenomenen zijn en dat bestrijding ervan via verschillende sporen dient te geschieden. Alle partijen in de telecombranche vervullen hierin een rol; zowel de overheid als de markt.

De rol van OPTA, met name die van de afdeling Nummers en Registraties (N&R), bij het tegengaan van misbruik begint bij het zorgdragen voor een juist en actueel bestand van geregistreerde markt-partijen en uitgegeven nummers. Daarnaast heeft OPTA een rol in de zelfregulering die door markt-partijen onderling en de wetgever is afgesproken. Deze afspraken hebben tot de vorming van de STIC (Stichting Informatiedienstencode) geleid heeft. In gevallen waar sprake is van misbruik kan N&R uit haar bestanden sneller gegevens leveren ten behoeve van de Stic en/of justitieel onder-zoek. Ook de wetgever hecht een groot belang aan de juistheid en volledigheid van dit bestand. Gedurende 2002 heeft N&R een aantal toezicht-acties uitgevoerd. Ik noem in dit verband: 1. Toezicht op platformaanbieders.

2. Toezicht op de registratieverplichting bij OPTA. 3. Toezicht op het gebruik van informatienummers. De resultaten uit deze acties zijn veelzeggend. Een aantal telecombedrijven staat niet of onvolledig bij OPTA geregistreerd. Ook is de registratieplicht bij een aantal bedrijven onbekend. OPTA heeft met betrekking tot deze partijen een zorgvuldig traject opgestart waarin partijen o.a. in de gele-genheid gesteld zijn afwijkende visies te overleg-gen. OPTA heeft dergelijke tegenargumenten beoordeeld en in een aantal gevallen constaterin-gen bijgesteld. Uiteindelijk heeft het uitgevoerde toezicht toch moeten leiden tot het uitgaan van ‘lasten onder dwangsom’ (LOD) aan partijen die zich niet aan de registratieplicht willen conforme-ren.

Het toezicht op informatienummers heeft zich toegespitst op de vraag of de aangeboden dienst-verlening achter een 0800- of 090x-nummer

con-form de regels geschiedt. Daar waar dit niet het geval is, heeft OPTA in samenwerking met STIC marktpartijen aangepakt.

WAAROM HANDHAVING EN EVENTUELE SANCTIE?

Vooropgesteld moet worden dat het overgrote deel van de marktpartijen zich goed aan de in de Telecomwet gestelde eisen houdt. Echter, er is ook een aantal partijen actief dat zich niet aan deze wettelijke bepalingen houdt. Dit leidt tot twee ongewenste effecten.

1. De registratiebestanden zijn onvolledig. Hier-door kan toezicht en bestrijding van misbruik niet adequaat worden aangepakt.

2. De goede partijen leiden onder de slechten. De tarieven die ter dekking van de kosten van N&R op dit gebied dienen, worden alleen door de partijen betaald die zich keurig aan de wet houden.

Vanuit het oogpunt van compleetheid en juistheid van de registers en vanuit het besef dat de toe-zichtkosten van OPTA door alle in de markt actief zijnde partijen moet worden betaald, zal OPTA haar inspanningen op dit gebied voortzetten. HOE VERDER?

OPTA/N&R zal haar toezicht dus continueren, de redenen hiervan heb ik hierboven genoemd. Daarnaast zal de noodzaak om over juiste actuele informatie over geregistreerde marktpartijen te kunnen beschikken, door de invoering van nieuwe Europese wetgeving (het zogenaamde ONP-kader) groter worden. Dit zou zelfs tot aanpassing van de wet op het gebied van registraties kunnen gaan leiden.

Koos van Brecht Hoofd afdeling Nummers en Registraties

Toezicht en sanctie

Colofon

Eindredactie:

Toine Asselbergs

Redactie, onder andere:

Jasper van Delft Rob van Eijl Gertrude Langedijk Stefan Wijers

Fotografie:

Kelle Schouten

Illustraties:

Arend van Dam

Grafische productie:

Herbschleb & Slebos

Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres, abonnementen en adreswijzigingen: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 64 Telefax (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

OPTA Connecties is het nieuwsblad van de Onafhankelijke Post en Tele-communicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer berei-ken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ontwikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereen-voudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uit-treksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raad-plegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

(4)

De ERG vormt de schakel tussen de Europese toe-zichthouders op de markten voor elektronische communicatie en de Europese Commissie. De ERG levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de interne markt en een eenduidige toepassing van de regelgeving voor de elektronische communica-tiemarkten in alle lidstaten.

Tijdens de bijeenkomst donderdag is het werkpro-gramma voor de ERG voor 2003 vastgesteld. In dit werkprogramma, dat mede is gebaseerd op de con-structieve bijdragen van marktpartijen, is neerge-legd op welke punten de ERG zich zal concentreren in 2003. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan onderwerpen die samenhangen met de nieuwe EU-richtlijnen, die op 25 juli 2003 in de nationale wetgeving van de EU-lidstaten moeten zijn geïm-plementeerd. De ERG streeft daarbij naar een geza-menlijke benadering van de centrale onderdelen uit die nieuwe richtlijnen. Het werkprogramma zal beschikbaar worden gemaakt op http://irgis.icp.pt. De directeur-generaal van de Britse toezichthouder

Oftel, David Edmonds, heeft tijdens de vergadering de beslissing toegelicht van de Britse mededin-gingsautoriteit om de mobiele aanbieders te ver-plichten om hun terminating tarieven te verlagen. Terminating tarieven zijn de tarieven die een mobiele aanbieder rekent voor het afleveren van een telefoongesprek bij zijn abonnee.

De ERG heeft zich voorts gebogen over een trans-parante werkwijze voor de ERG. Zo zullen consulta-tie- procedures duidelijk worden aangegeven op de ERG-website.

De ERG heeft een vergaderschema voor de rest van het jaar vastgesteld.

De volgende bijeenkomst is gepland op 28 maart 2003.

Vanaf 1 februari a.s. heeft de ERG een website: http://erg.eu.int. Het werkprogramma, het verga-derschema en de agenda’s voor toekomstige ver-gaderingen zullen op die site beschikbaar worden gemaakt. 

Donderdag 23 Januari hield de European Regulators Group (ERG), onder voorzitterschap van OPTA-voorzitter Jens Arnbak, in Amsterdam zijn tweede bijeenkomst. Voor de eerste keer waren daarbij ook aanwezig vertegenwoordigers van de toezichthouders uit de landen die in 2004 zul-len toetreden tot de Europese Unie.

European Regulators Group stelt

werkprogramma vast

De aanbieders van mobiele telefoondiensten en - netwerken moeten de voorwaarden voor het gebruik van die diensten en net-werken bekend maken. OPTA ziet er als toezichthouder op de

telecommunicatie-markt op toe dat dit op genoegzame wijze gebeurt. De aanbieders van mobiele telefo-nie moeten er voor zorgen dat consumenten worden geïnformeerd over de eigen SMS-diensten, maar ook die van derde partijen

(‘telefoonmakelaars’) aan wie toegang tot het netwerk is verleend. Aanvankelijk leek de problematiek zich te beperken tot de gebrekkige kenbaarheid rondom het karak-ter van SMS-abonnementen. Consumenten

OPTA organiseert bijeenkomst om problematiek rondom

(5)

TTP’s zijn organisaties die gekwali-ficeerde certificaten aanbieden aan mensen die zaken willen doen via internet. Door een dergelijk certifi-caat is duidelijk dat een elektroni-sche handtekening echt is en dat het elektronisch document waar een dergelijke handtekening onder staat niet is veranderd tijdens het transport over de digitale snelweg. OPTA heeft in december en januari potentiële TTP’s en andere markt-partijen geraadpleegd over de registratie. Daarbij werd als uitgangspunt gehanteerd dat een goede balans moet worden gevon-den tussen een lage administratie-ve lastendruk enerzijds en tegen-gaan dat een onbetrouwbare orga-nisatie de kans krijgt om diensten

in deze markt aan te bieden ander-zijds.

Aan de hand van de reacties op deze consultatie zal OPTA definitie-ve aanvraagformulieren voor TTP’s vaststellen.

Het consultatiedocument en de bij-lage daarbij zijn te raadplegen op de website van OPTA: www.opta.nl, ingang bibliotheek, documenten, consultatiedocumenten. Het kan vandaaruit ook worden gedownload. De consultatie is overigens al afge-rond.

Als de Wet elektronische handtekeningen van kracht wordt – naar verwachting in februari of maart van dit jaar – staat OPTA in de startblokken om zogeheten Trusted Third Parties (TTP’s) te registre-ren. Hiermee levert OPTA een bijdrage aan het vergroten van het vertrouwen in zaken doen via internet.

Elektronische handtekening

stapje dichterbij

SMS-abonnementen aan te pakken

blijken zich veelal niet bewust dat ze zich hadden aangemeld voor een abonnements-vorm, waarbij voor ieder ontvangen bericht kosten in rekening worden gebracht. OPTA, en ook Stichting de Ombudsman en de Consumentenbond, constateerden dat de klachten zich uitstrekken tot ongewens-te aanmeldingen, falende afmeldprocedures en een lastige bewijsvoering voor de eind-gebruiker. Opdat de rechtmatige belangen van consumenten in voldoende mate worden meegenomen zullen, naast de aanbieders van mobiele telefonie en de

consumentenorganisaties, ook enkele organisaties van zakelijke eindgebruikers aan de bijeenkomst deelnemen.

De aanbieders van mobiele telefonie vormen een essentiële schakel tussen de eindge-bruiker en de bedrijven die SMS-abonne-menten op de markt zetten. Enerzijds omdat zij deze bedrijven toegang tot het netwerk verlenen, en anderzijds omdat ze namens deze bedrijven de kosten bij de eindgebruiker in rekening brengen. De negatieve berichtgeving in de media dreigt

(6)

Dit is de algemene strekking van een besluit dat OPTA heeft genomen in een geschil tussen UPC (telefonie) ener-zijds en KPN Telecom en KPN Mobile anderener-zijds. Volgens UPC berekent KPN Telecom ten onrechte transittarieven voor UPC-verkeer dat bij KPN Telecom binnenkomt, maar bestemd is voor KPN Mobile. UPC vindt dat het mobiele netwerk van KPN, toen het nog niet verzelfstandigd was, een onderdeel was van het vaste netwerk van dit bedrijf en er dus geen sprake kan zijn van transit van telefoon-verkeer. Daarnaast maakt KPN Mobile volgens UPC directe interconnectie onmogelijk door daarvoor onredelijke voor-waarden te hanteren.

UPC wilde met dit geschil bereiken dat de in haar ogen ten onrechte betaalde transittarieven terugbetaald zouden worden. Deze tarieven zijn volgens het kabelbedrijf sowieso te hoog en niet op kosten georiënteerd. Tot slot

vraagt UPC een redelijk aanbod van KPN Mobile voor directe interconnectie.

In dit geschil speelt ook de juridische verzelfstandiging van KPN Mobile een rol. OPTA is van mening dat zowel voor als na de verzelfstandiging dit mobiele netwerk evident als een afzonderlijk netwerk kenbaar was. Een zelfstandig netwerk wordt onder meer gekenmerkt door de mogelijkheid van directe interconnectie. Het huidige aanbod van KPN Mobile daarvoor is volgens de uitspraak niet redelijk. KPN Mobile moet UPC nu een redelijk aanbod doen.

Verder blijkt uit de beslechting van dit geschil dat KPN’s transittarieven niet op kosten georiënteerd hoeven te zijn. Wel zal er onderzoek worden gedaan naar de transitmarkt. De uitkomst hiervan zou mogelijk aanleiding zijn om deze te markt te gaan reguleren.

Deze geschilbeslechting is een nadere uitwerking van een eerder oordeel van OPTA waarin werd gesteld dat transit-tarieven alleen in rekening mogen worden gebracht bij het afwikkelen van telefoonverkeer tussen meer dan twee juridisch zelfstandige aanbieders. Vorig jaar is een aantal aanbieders gestopt met het betalen van transitvergoedin-gen aan KPN voor het afhandelen van dit verkeer naar KPN-netwerken die juridisch gezien niet zelfstandig zijn.



Een telecomaanbieder die meerdere netwerken beheert mag andere aanbieders transittarieven in rekening brengen voor het afwikkelen tussen de eigen netwerken van verkeer afkomstig van andere aanbieders. Hierbij geldt wel als voorwaarde dat voor andere aanbieders de afzonderlijke netwerken ook evident als zodanig herkenbaar moeten zijn.

Geschil UPC:

KPN mag transittarieven in rekening brengen

Aanbieders zoals KPN vragen hun afnemers in bepaalde gevallen zekerheid voor het afdekken van financiële risico’s die deze aan-bieders lopen. In principe wordt het afdek-ken van financiële risico’s door OPTA redelijk geacht. Niettemin kan het op voorhand weg-nemen van financiële risico’s van de

aanbie-der in de overeenkomst met de afnemer con-currentiebelemmerend werken en in strijd zijn met de Telecommunicatiewet.

Met de voorlopige zienswijze wil OPTA aan-bieders op de hoogte brengen van hetgeen OPTA in beginsel redelijk acht op het

gebied van zekerheidsstellingen. Het blijkt dan ook dat er vanuit de markt behoefte is aan een aantal handvatten voor de prakti-sche invulling van de gewenste zekerheden en aan een transparant beleid van KPN op dit gebied.

In de voorlopige zienswijze is een aantal uitgangspunten geformuleerd die gehan-teerd dienen te worden indien financiële risico’s moeten worden afgedekt. Nadat de reacties van de marktpartijen op de voorlo-pige zienswijze zijn verwerkt is OPTA voor-nemens om deze voorlopige zienswijze om te zetten in beleidsregels voor zekerheids-stellingen. 

OPTA heeft eind vorig jaar haar voorlopige zienswijze over zekerheidsstellingen bekend gemaakt. Aanbieders hebben inmiddels de mogelijkheid gehad om te reageren op de zienswijze. Deze voorlopige zienswijze is te raadplegen op de website van OPTA via het thema Interconnectie en vervolgens achtergrond-informatie. De meeste aanbieders hebben de zienswijze in het kader van de schriftelijke consultatie toegezonden gekregen.

(7)

Dit blijkt uit de Nota van bevindingen die OPTA heeft uitgebracht naar aanleiding van de consultatie ‘Herbalancering van de kabeltarieven’ die OPTA in het voorjaar van 2002 heeft gehouden.

In het consultatiedocument van destijds komen OPTA en NMa tot de conclusie dat de kabelsector zich in een impasse bevindt. Om allerlei redenen gaan kabel-maatschappijen niet over tot (volledige) digitalisering van hun netwerken.

Deze impasse leidt er toe dat de door velen gewenste concurrentie op infrastruc-tuur (bijvoorbeeld internet) slechts in beperkte mate van de grond komt. In het consultatiedocument is een mogelijke oplossing voor de impasse geformuleerd: de tarieven herbalanceren door de intro-ductie van een vastrechtbenadering. Hier-bij wordt het tarief voor de aansluiting gescheiden van het tarief voor de diensten die worden afgenomen.

De organisaties en bedrijven die betrokken zijn bij de kabelbranche hebben, zo blijkt uit de nota van bevindingen, over het algemeen positief gereageerd op de vast-rechtbenadering. Zij geven aan dat hiermee de digitaliseringhobbel naar alle waar-schijnlijkheid wel genomen kan worden. De Consumentenbond daarentegen stelt een belangrijke voorwaarde: het invoeren van vastrecht mag volgens de bond niet zonder meer gepaard gaan met een verho-ging van de abonnementsprijs. 

OPTA vindt dat de kabelbedrijven met concrete plannen en garanties moeten komen met het oog op de toekomst van de branche. De overheid moet op haar beurt duidelijkheid bieden over haar wensen voor de kabel en over de vele, vaak verspreide bevoegdheden die verschillende instanties nog altijd hebben.

Kabelbedrijven en overheid nu aan zet

De STIC ziet toe op de naleving van de gedragscode die geldt voor aanbieders van diensten via 0800, 0900, 0906 en 0909-nummers. In die code is onder meer opge-nomen dat het tarief moet worden gemeld voordat de dienst wordt afgenomen en dat erotische diensten niet op minderjarigen mogen worden gericht.

Platformaanbieders stellen aanbieders van 0800, 0900, 0906 en 0909-diensten in staat hun klanten te bereiken en hen de

betreffende dienst aan te bieden. Platform-aanbieders moeten bij de STIC zijn aange-sloten en meebetalen aan het werk van de stichting.

Mensen die zich gedupeerd voelen door de aanbieder van een 0800/090X-dienst kun-nen een klacht indiekun-nen bij de STIC die wettelijk bevoegd is sancties op te leggen. Die sancties kunnen uiteenlopen van een berisping tot drie maanden omzetderving, met andere woorden: drie maanden geen

verkeer naar het gewraakte nummer. Voor het effectief kunnen uitvoeren van deze en andere sancties heeft de STIC de platfor-maanbieders nodig. Die kunnen immers de knop om zetten als dat moet. STIC heeft overigens geen bevoegdheid op het gebied van 084/087-nummers.

OPTA ziet toe op de aansluitplicht bij het STIC, maar niet op het betalen van de bij-drage aan het werk van de stichting. Daar-voor is het ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk.

Van de elf platformaanbieders die een last onder dwangsom opgelegd hebben gekregen hebben zich inmiddels vier alsnog aangemeld gemeten naar de stand van 29 januari. 

OPTA heeft in december van het afgelopen jaar elf zogeheten platformaanbieders een last onder dwangsom opgelegd om te bereiken dat zij zich alsnog aanmelden bij de Stichting Informatiedienstencode (STIC). De dwangsom kan oplopen tot maximaal €20.000,-.

(8)

Naast de gangbare klachten en vragen over de algemene voorwaarden van aanbieders van vaste en mobiele telefonie, kwamen eind vorig jaar ook vragen en klachten binnen over het gebrek aan keuze op de breedbandmarkt, onder meer de ADSL-lijnen.

Ook het fenomeen slamming bleef spelen. Slamming betekent het ongevraagd over-zetten van een abonnee van de ene aan-bieder naar de andere. Van daadwerkelijk overzetten bleek vaak geen sprake te zijn, maar mensen voelden zich in hun privacy aangetast door ongewenste telefoontjes daarover van aanbieders.

Wat zegt de Telecommunicatiewet over dit aspect? De wet zegt dat in dergelijke gevallen geen sprake is van aantasting van de privacy mits de gesprekken worden gevoerd door mensen live. Deze bepalingen gelden overigens alleen voor particulieren en niet voor bedrijven.

De persoonlijke levenssfeer wordt wel aangetast als iemand met commerciële

bedoelingen wordt benaderd en de andere kant van de lijn blijkt een sprekende computer te zijn die automatisch wordt bestuurd. Voor klachten en vragen over privacy kunt u terecht bij het College Bescherming Persoonsgegevens, postbus 93374, 2509 AJ Den Haag.

Telefoonabonnees die verschoond willen blijven van gesprekken voor marketingdoel-einden kunnen zich op de website van de Nederlandse Associatie voor Direct Marke-ting (www.dmsa.nl) afmelden voor dergelij-ke gesprekdergelij-ken. Dit werkt alleen als een bedrijf lid is van de DMSA die onlangs is overgegaan in de DDMS. 

Klachten over breedband en privacy rond slamming

In genoemde brieven is kort gezegd het volgende aangegeven. Een brief is volgens de wet een geïndividualiseerde schriftelijke mededeling, terwijl drukwerken in vele met elkaar overeenstemmende exemplaren wor-den verspreid. Een oproep voor de verkie-zingen is zeer sterk persoonsgebonden. Stemgerechtigden kunnen alleen stemmen met hun eigen biljet. De oproepingskaart dient te worden gezien als een individuele tot de kiezer gerichte oproep om te gaan stemmen. Van een aangiftebiljet bestaan daarentegen vele identieke exemplaren. De in het aangiftebiljet aangebrachte toevoe-gingen, zoals bijvoorbeeld het sofinummer, dienen als een nadere wijze van adresse-ring te worden gezien. De toevoegingen zijn namelijk berichten die dienen ter nadere identificatie van de geadresseerde.

De toevoegingen zijn weliswaar op het individu toegesneden, maar dienen er vooral toe om de belastingplichtige in administratieve zin nader aan te duiden. De toevoegingen tasten het karakter van het drukwerk niet aan.

TPG heeft OPTA verzocht haar zienswijze over de brieven naar voren te mogen bren-gen. OPTA heeft hiermee ingestemd en heeft ook anderen in de gelegenheid

gesteld hun zienswijze over de inhoud van de brieven kenbaar te maken, teneinde ruimte te creëren voor nadere nuancering van OPTA’s standpunt. Eerst nadat belang-hebbenden hebben gereageerd, althans in de gelegenheid zijn gesteld te reageren, zal OPTA zijn standpunten finaliseren. Belanghebbenden hebben tot en met 11 februari 2002 de gelegenheid gekregen hun visie op onderhavige kwestie aan OPTA kenbaar maken.

Na afloop van deze termijn zullen alle reacties gelijktijdig met de definitieve standpunten openbaar worden gemaakt door middel van publicatie op de OPTA-website (voor zover in electronische vorm aangeleverd) en/of een schriftelijke bunde-ling. Partijen die menen dat delen van hun commentaar als bedrijfsvertrouwelijk moe-ten worden behandeld, worden verzocht dit uitdrukkelijk aan te geven met een motive-ring waarom vertrouwelijkheid geboden is. Bedrijfsvertrouwelijke gegevens worden niet gepubliceerd, mits aangegeven is welke gegevens als bedrijfsvertrouwelijk moeten worden beschouwd. 

Meer informatie is beschikbaar via de website van OPTA: www.opta.nl. In november en december van het afgelopen jaar zond OPTA aan respectievelijk

de Belastingdienst en een marktpartij op de postmarkt een brief waarin gemoti-veerd wordt dat belastingaangiftebiljetten als drukwerk en dat oproepingskaarten ten behoeve van verkiezingen als brief in de zin van de Postwet moeten worden gezien. De vraag of een document als brief dan wel als drukwerk moet worden gekwalificeerd is belangrijk, omdat brieven tot en met 100 gram alleen door TPG mogen worden vervoerd en drukwerken door eenieder.

Consultatie over brieven en drukwerk

Top vijf klachten:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Page 2 Opta moet regels tarieven mobiele telefonie herzien Het Financieele Dagblad October

In de totaalafweging van alle uitzonderingscriteria tezamen, zal het college de stand van zaken ten aanzien van dit criterium positief meewegen ten aanzien van de mate van

Gelet op de verscheidene vruchteloze onderhandelingspogingen van KPN Mobile, heeft het college het niet opportuun geacht van haar bevoegdheid ex artikel 6.1, zesde lid, Tw, om

Casema Zakelijke Markt is van mening dat een aanbieder met aanmerkelijke macht op een markt waar andere aanbieders van afhankelijk zijn, moet kunnen worden aangezet tot het leveren

Niet alleen telefonische klachten bereiken OPTA, ook per brief of per e-mail weten klagers hun weg naar de toezichthouder te vinden. Vanaf 2002 worden in het klachtenoverzicht zowel

Alleen als er veel of bijzonder ernstige klach- ten over een bepaalde aanbieder door consumenten bij de Frontoffice gemeld worden, waarbij het vermoeden ont- staat dat aanbieders

3. de opvatting van de OPTA zoals opgenomen in het ontwerpbesluit: wederverkoop is de doorgifte van het identieke analoge standaardpakket van de kabelexploitant waarvoor

OPTA houdt toezicht op de juiste uitvoering van de UD door de aanbieders die voor deze diensten door EL&I zijn aangewezen..