li
OLITIEK
ULTUUR
waterstolbom en zijn werking
~lisbrnik
wan de psychologie
Ower
artistieke worm.:ewing
Juni
1954
voor nationale zelfstandig- Bedrijfspsychologie - wapen om
voortzetten en eenheid te ondermijnen, C.N. 325
P. de Groot. 289 Over artistieke vormgeving,
B. Jaroestowski 329
307 Persoonlijk eigendom onder het
socialisme, P. Oretsjowitsj 337
313 Boekbespreking, 341
grondslag en gevaren Oproepen van het
waterstofbom, L. Vigneron 317 Dagelijks Bestuur der C.P.N., . 349
I I I I
neemt kennis van nieuwe
opvattingen op het gebied
van de geschiedenis
wij
leveren thans uit voorraad:
W. I. A WDIJEW Geschiohte des alten Orients
544 blz. geïll. met kaart, .geh.
f
10.50 Dit werk, dat uit het Russisch is vertaald geldt als een standaardwerk op zijn gebied.N. A. MASCHKIN - Römische Gesohichte
788 blz., geïll. en voorzien van losse kaarten als ,bijlage, geh. .
f
17.25 Het boek van Maschkin wordt op de Russische universiteiten als leerboek gebruikt.W. F. SEMJONOW - Geschichte des Mittelalters
442 blz. geïll. met kaart als bijlage, geh. . .
f
8.75boekhandel pegasus, leidsestraat 25, amsterda!"
POLITIEK
en
CULTUUR,
verschijnt maandelijks bij uitgeverij Pegasus, LeidsestFaat 25, Amsterdam.C., tel. 85957.
De abonnementsprijs is f 8,50 per jaar, f 1,75 per haJf jaar, lósse nummers 80 cent.
Ons gironummer is 178127.
Correspondentie over betalingen en verkoop zenden naar de administratie pja Pegasus.
U. lAARGANG (Nieuwe reek8) No. 6 JUNI l954
Poli ti@
I.
@D
Cultuur
Maandblad gewijd aan dl' theorie en practijk van het marxi1me-leniniame onder leiding van het Partijbe&tuur der C.P.N.
Politiek voor nationale zelfstandigheid
consequent voortzetten en versterken
Onderstaande redevoering werd door partijgenoot De Groot uit-gesproken tijdens de zitting van het Partijbestuur op 22 en 23 Mei.
Deze redevoering is van grote betekenis voor het werk van de partij en de strijd voor de nationale onafhankelijkheid van Neder-land. Wij bevelen de lezing en studie aan voor alle besturen, instan-ties en belangstellenden, als een onmisbare voorwaarde om een juist inzicht te verkrijgen in de politiek van de C.P.N. en als een nood-zakelijkheid voor een succesvolle uitvoering van de taken waarvoor de partij staat - Red. P. en C.
H
ET Partijbestuur staat in deze zitting voor de taak de uitslag
van de verkiezingen voor de Provinciale Staten te
beoor-delen.
En daarvan uitgaande zullen wij onze partij de grondslag
moe-ten geven voor onze activiteit in de komende periode.
Hoe moeten wij die uitslag beoordelen?
Allereerst moeten wij er ons voor hoeden om de verkiezingen
door een provinciale bril te bekijken.
De reactie poogt het voor te stellen alsof het thans in ons land
heersende regime "normaal" en "stabiel" zou zijn.
Zij stelt de onder de huidige omstandigheden gehouden
verkie-zingen voor als een "democratische uitspraak van het volk", als
een "vrije keuze uit de diverse partijen" waarbij het volk zelf
kiest door wie en hoe het geregeerd
wil
worden.
Maar deze1 idylle bestaat niet.
De werkelijkheid is dat ons land militair, economisch en
poli-tiek door Amerika overheerst wordt. De werkelijkheid is, dat ons
land volgens Amerikaanse instructies door de
vertrouwensman-nen van Amerika geregeerd wordt, die zich steuvertrouwensman-nen, niet op de
volkswil, maar op het Amerikaanse kapitaal dat in Nederland is
belegd en op een propaganda-apparaat dat door Amerika
gefinancierd.
Verkiezingen, zoals die na de oorlog in ons land gehouden
den, zijn daarom geen vrije verkiezingen.
Bij zulke verkiezingen hebben de reactionnaire krachten
volle gelegenheid om door èenzijdige en bedriegelijke
da, door corruptie, door geestelijke en materiële dwang,
te misleiden.
De oppositie tegen de Amerikaanse overheersing, en de
voerder daarvan, de C.P.N., wordt op allerlei manier
en vervolgd, zodat zij niet als gelijkgerechtigde aan de
deelneemt en het volk geen vrije keuze kan maken.
De provinciale Statenverkiezingen vonden dus plaats onder
omstandigheden van de koude oorlog.
Zij waren een episode in deze wereldwijde strijd
zijds Amerika zijn heerschappij over de afhankelijke
poogt te handhaven en te vergroten. Terwijl daartegenover
het nationale verzet in elk van die landen, als deel
wereld-front van de krachten die voor de collectieve
de nationale souvereiniteit van de volkeren en een
vrede vechten, onder aanvoering van de Sowjet-Unie. In
moeten wij de beoordeling van dé verkiezingsuitslag
Het wordt dan ook volkomen begrijpelijk waarom
als enige maatstaf daarvoor opstelde of de teruggang van de
munistische partij zich verder zou voortzetten.
In de koude oorlog is het immers voor Amerika van ..,._,.,,.,,., ... .
belang dat in ons land, het sterkste bolwerk van de
invloed in West-Europa na West-Duitsland, de motor
nationale z.elfstandigheid verlamd wordt.
Welnu, dit is niet gebeurd.
Onze partij heeft haar posities behouden.
In de middelgrote steden zijn wij, met enkele vooruitgang
en enkele achteruitgang daar, ongeveer op hetzelfde peil blijven
staan als een jaar geleden, bij de gemeenteraadsverkiezingen in
1953. Dit is van veel belang, want in deze steden woont de meer·
derbeid van het industrieproletariaat.
In enkele nieuwe, zich uitbreidende industriecentra zijn
wij
vooruitgegaan, zoals Utrecht, Dordrecht, Arnhem, Ede, Hengelo,
Emmen en in de omgeving van de hoogovens van Velsen. Niet
alleen in aantal kiezers maar ook in percentage, hetgeen zeer
belangrijk is
inons land met zijn groeiende bevolking en stem·
plicht.
Dit succes had groter kunnen zijn, als daar niet de teruggang
in Amsterdam, Zaanstreek, Groningen en een aantal plaatsen op
het platteland, vooral in het Zuiden, tegenover had gestaan.
Wij zullen in deze zitting de politieke en organisatorische oor·
zaken van deze teruggang moeten blootleggen en maatregelen
tot verbetering besluiten.
· Niettemin is, in het raam van de omstandigheden, nationaal en
internationaal, de verkiezingsuitslag
als geheel niet ongunstig en
biedt zij een goed uitgangspunt voor verdere vooruitgang.
Wij zijn daarom niet van plan om ons, door wie dan ook, een
"nederlaag" te laten aanpraten. Noch door de reactionnaire
pro-paganda, die niet weet hoe zij voor haar Amerikaanse
opdracht-gevers de harde weerstand van de C.P.N. tegen de ongehoorde
druk van de vijand moet verklaren.
Evenmin mogen wij ons laten beïnvloeden door enkele
be-kJ:ompen en kortzichtige tinnegieters in onze partij die zich tot
klankbord van de reactie laten maken.
Niet alleen is de opzet van de reactie om de C.P.N. verder de
keel dicht te snoeren mislukt. Maar de partijen van het grote
kapitaal, zowel de K.V.P. als de
A.R.
en C.H. zagen hun posities
verzwakt uit de stembus komen.
Het is niet alleen geoorloofd, maar beslist onontbeerlijk om de
verkiezingsuitslag van de C.P.N. te vergelijken met de
gemeente-raadsverkiezingen 1953. Natuurlijk niet in details, doch wat het
algemeen peil betreft.
Voor onze partij, als enige oppositie-partij tegen het Ameri..:
kaanse regime van alle kanten besprongen en belaagd, uit alle
openbare bestuursfuncties uitgesloten, maakt het immers slechts
zeer weinig uit of het verkiezingen voor gemeenteraden of
pro-vincies of Tweede Kamer betreft.
Onze partij, wier positie zo zeer samenhangt met de
internatio-nale toestand, heeft niet alleen het recht maar ook de plicht te
rekenen met een jaar, en zelfs met een maand of een week.
Maar voor de regeringspartijen, die de macht uitoefenen, staan
er wel degelijk geheel andere belangen op het spel bij provincies
of bij kamerverkiezingen, ook voor hun kiezers. Daarom is het
nodig terwille van een objectieve beoordeling, hun uitslagen met
die van de vorige sta tenverkiezingen te vergelijken. En wat zien _
wij
dan?
De K.V.P. blaast op de bazuindat zij dit jaar "gewonnen" heeft
en weer de grootste partij is geworden.
In werkelijkheid verkreeg zij in 1950 voor de staten 31.6% van
destemmen en in 1954 maar 31.5 %.
Het is bekend dat de K.V.P. haar invloed steunt op de kerk, en
dat het zgn. katholieke bevolkingsdeel sneller groeit dan de
overige bevolking.
Er is berekend dat, om die groei bij te benen de K.V.P. ln vier
jaar haar percentage met één zou moeten verhogen. In plaats
daarvan is haar percentage met een tiende procent gedaald.
De K.V.P. had de zgn. katholieke eenheid tot inzet van de
ver-kiezingen gemaakt, vooral met het oog op Welter.
Nu is ook de positie van de Welter-partij alleen van
staten-verkiezing tot statenstaten-verkiezing te vergelijken. Want de
persoon-lijkheid van W elter, als tegenstander van Romme, speelt bij
kamerverkiezingen een grote rol. Waarbij komt dat zij bij
Staten-verkiezingen niet in het gehele land uitkomt.
ver-groting van de tegenstelling tussen de K.N.P. en de K.V.P.
Behalve de K.V.P. hebben de partijen van Romme's gedroomde
christelijke coalitie nog meer verloren.
De Christelijk Historische Unie ging van
10.5
procent in 1950
tot
9.7
procent in
1954
terug.
De Anti-Revolutio:tmaire partij verloor van
12.2
%
in
1950
tot
10.7 %
in
1954.
Het is dus volkomen onjuist om, zoals Evert Vermeer beweerd
heeft, te zeggen dat Romme gewonnen heeft. Een vergelijking
met de kamerverkiezingen is hiervoor politiek volkomeDl
onge-rechtvaardigd.
Ofwel Evert Vermeer bezit geen politiek onderscheidingsver·
mogen, ofwel hij heeft als onderwijzer het tellen verleerd.
In elk geval is het een feit dat de K.V.P.en haar directe bond·
genoten, de A.R. en C.H.
verzwakt uit de stembus te voorschijn
zijn gekomen, dat hun greep op de bevolking zwakker is gewor·
den.
Een slag voor de reactie is ook de nederlaag van de
"Socialis-tische Unie". Zij werd door de kiezers tot een minimaal beetje
teruggebracht en verloor in Friesland met Roorda de enige sta·
tenzetels die zij bezat.
Als wij de andere partijen verder bekijken, dan zien wij dat de
V.V.D. stagneert.
De P.v.d.A. is van
25.7%
in
1950
tot
29.4%
in
1954
gestegen.
Zij heeft haar zogenaamde "doorbraak-winst" van
1952
nog
iets uitgebreid, doch niet ten koste van de communisten,
maar
waarschijnlijk het meest op kosten van de protestantse reaction·
naire partijen. Ook bij de P.v.d.A. is een stagnatie vast te stellen.
Zo is het beeld van de verkiezingsuitslag.
Het geeft de werkende massa van ons volk geen enkele aanlei·
ding om zich door de reactie op de kop te laten zitten; integen·
deel, het geeft nieuwe moed om de reactie verder terug te slaan.
Van nog meer belang zijn de vooruitzichten voor deze strijd.
Wat is "het doel waar wij naar streven"?
Dat is een socialistisch Nederland.
Maar ons beginselprogram zegt dat op de weg naar het socia·
lisme het Nederlandse volk een etappe moet afleggen, die niet
kan worden overgeslagen of omgaan.
·
Die eerste etappe is de
herovering van de nationale zelfstandig·
heid, de bevrijding van de Amerikaanse overheersing.
Wanneer wij onze vooruitzichten bekijken, dan is het met het
oog op dit doel gericht!
Ons beginselprogram is op ons congres met veel enthousiasme
aangenomen. Het is in vergaderingen door de gehele partij goed·
gekeurd, het is in cursussen bestudeerd. Maar toch ondervinden
wij dagelijks dat het nog weinig begrepen wordt, dat het nog
geen vlees en bloed van onze partij is geworden.
Bij de discussies van de verkiezingsuitslag in de districten leek
het soms alsof verscheidene partijgenoten bij hun oordeel niet
uitgaan van ons beginselprogram, gesteund op de revolutionnaire
leer van Marx en Engels, Lenin en Stalin.
Maar dat zij uitgaan van de oude, beschimmelde, bankroete
opvattingen van de sociaal-.democratie volgens welke het
socia-lisme tot voorwaarde zou hebben dat eerst de helft plus een van
de bevolking "socialistisch, zelfs communistisch moet denken".
Geen wonder dat zulke partijgenoten dan door de bomen het bos
niet meer kunnen zien en in het grondeloze moeras van het
bur-gerlijke pessimisme wegzinken.
Zij
komen dan tot nihilistische frases als "ze moeten eerst gras
vreten, voor ze het geloven". Of dorps-praat als: wat hebben we
eraan of Dien Bien Foe gevallen is, of Romme een nederlaag
lijdt? In Ammerstol woont geen enkele katholiek en ook wonen
er geen Indo-Chinezen!
De vooruitzichten tot het verwezenlijken van ons
onmiddel-lijke doel, het heroveren van de nationale zelfstandigheid, staan
voornamelijk in verband met de uitkomst van de grote strijd van
het Amerikaanse imperialisme, als scherpslijper van het gehele
imperialistische kamp, tegen de Sowjet-Unie en het kamp van
het socialisme.
Hoe meer nederlagen de Amerikaanse imperialisten hierin
lijden, hoe meer het imperialistische kamp door tegenstellingen
ondermijnd wordt, des te zwakker wordt de Amerikaanse macht
ook in Nederland, des te groter de kansen om Nederland daarvan
te
bevrijden.
Hoe meer het prestige van Amerika daalt, door de slagen die de
Aziatische volkeren het toebrengen en de diplomatieke
overwin-ningen van de Sowjet-Unie, des te sneller zullen brede lagen
van onze bevolking zich van Amerika afwenden, des te sneller
zullen zij door ons gewonnen kunnen worden.
Hoe dieper de economische crisis Amerika en het gehele
kapi-talistische stelsel aanvreet, des te meer zullen de massa's voor
onze oplossingen te vinden zijn tot het behoud van hun
levens-bestaan, op voorwaarde, natuurlijk, dat wij van de internationale
omstandigheden ten volle gebruik weten te maken en zelf een
krachtige bijdrage ten goede, door onze strijd in eigen land,
leveren.
·
Het Partijbestuur kent zonder twijfel de stand van zaken
in
de verhoudingen tussen het imperialistische en het sociàlistische
wereldkamp.
Amerika, en het imperialisme in het algemeen, wordt
voort-durend zwakker, op economisch, politiek en militair terrein. Het
socialistische kamp, voor alles de Sowjet-Unie, wordt
voortdu-rend
sterker op al deze gebieden.
Om de voornaamste dingen te noemen:
Het levenspeil van de massa in de Sowjet-Unie nadert met
snelle schreden het levenspeil van de meest ontwikkelde
impe-rialistische landen, terwijl het in die landen achteruit gaat. De
techniek is in de Sowjet-Unie die van de meest ontwikkelde
kapi-talistische landen voorbijgestreefd.
Dit had tot gevolg dat op militair gebied, en dat is in de huidige
fase van de strijd nog altijd doorslaggevend, de Sowjet-Unie het
verst is in de ontwikkeling van atoom-wapenen en straalvlieg·
tuigen.
Deze verandering van de krachtsverhoudingen heeft een ver·
dere voortgang van de internationale ontspanning
teweegge-bracht.
Zij bracht ons de conferenties van Berlijn en Genève.
Zij dwong de imperialisten tot onderhandelen.
Dat wil niet zeggen dat alle gevaar voor een nieuwe wereld·
oorlog voorbij is.
Wij weten nu dat op 4 April Foster Dulles op wanhopige wijze
gepoogd heeft Engeland en andere landen in een uitbreiding van
de koloniale interventie-oorlog in Indo-China mee te slepen.
Wij weten dat op dit ogenblik weer, de Amerikaanse oorlogs·
stokers koortsachtig werken aan nieuwe plannen om olie op
het
oorlogsvuur in Indo-China en Korea te gieten.
De Amerikaanse imperialisten zitten blijkbaar zo in het nauw,
de crisis is blijkbaar, ondanks alle ontkenningen, zo ver voort·
geschreden, dat zij tot elk avontuur bereid zijn.
.
Door· de crisis gedreven, keren de Amerikanen zich tegen hun
eigen bondgenoten, tegen Engeland en ook tegen Nederland.
De crisis dwingt de imperialisten tot verscherpte onderlinge
strijd om de grondstoffengebieden en afzetmarkten, waarbij
zij
voor hun eigen lijfsbehoud moeten vechten.
Dat is de achtergrond van het uitelkaar vallen van het Atlan·
tische blok, van de tegenstelling tussen Amerika en Engeland
die zich te Genève als een reeds zeer diepe kloof heeft geopen·
baard, welke hoe langer hoe moeilijker te overbruggen is.
Het feit dat Engeland zich tot vliegtuigmoederschip van de
Amerikaanse atoombommenwerpers heeft geleend, maakt
da~bij het ontketenen van een atoom-oorlog zoals Amerika dat
wi~Engeland aan vernietigende slagen zou worden blootgesteld.
En ook Nederland, indien wordt toegestaan dat hier Ameri·
kaanse bases worden gevestigd.
Dat alles dwingt de Engelse bourgeoisie tot het zoeken van een
compromis met de Sowjet-Unie en China.
Deze feiten hebben Churchill, de oude paladijn van het anti·
communisme, tot woorden van sympathie en vriendschap voor
de Sowjet-Unie gebracht.
Op 30 April heeft hij voor de "Primrose" Liga, een vrouwen·
vereniging, een rede gehouden waarin hij verklaarde: "Wij
moe-ten met Rusland een zodanige verhouding scheppen waardoor
ongeacht alle geschillen, gevaren en meningsverschillen, het Rus·
sische volk en de Sowjet-regering ervan overtuigd worden dat
wij hun vrede toewensen, geluk en alle voorspoed, het mooiste
leven in hun machtige land, en dat wij wensen dat zij een belang·
rijke en eervolle rol spelen bij de leiding van de mensheid;"
Het commentaar hierop in de Engelse pers is nog belangrijker
dan de rede. De leidende organen van de bourgeoisie schreven
ongeveer in deze geest: "Churchill formuleerde de enig
moge-lijke politiek van Engeland tegenover Rusland".
Men zou hierbij kunnen vragen: kunnen wij Churchill vertrou·
wen? En dan zeg ik neen! Maar als
wij
de vraag stellen: zullen
belangrijke delen van de Britse bourgeoisie, en vooral de Britse
arbeidersklasse, in de vakverenigingen en de Labour-Partij, zich
indeze richting verder bewegen? Dan zeg ik: ja!
Misschien komt er nog een terugval, misschien pleegt
Chur-chill
opnieuw verraad aan het eigen Britse belang. Maar tegen
te
houden is het niet meer!
Het groeiende overwicht van het socialistische kamp en het
uit-eenvallen van de "Atlantische" eenheid heeft reeds, en zal
in
toenemende mate, zijn invloed doen gelden op de binnenlandse
politieke verhoudingen in ons land.
Wij moeten vooral letten op de uitwerking daarvan in de
P.v.d.A.
In de Eerste Kamer heeft professor Schermerhom bij de
bui-tenlandse begroting een opmerkelijke rede uitgesproken.
Hij ondersteunde daarbij het voorstel van Attlee tot
onmid-dellijke bijeenroeping van een conferentie van Malenkow,
Eisen-howeren Churchill tot behandeling van een verbod van
atoom-wapens.
Hij noemde het politieke regime in Amerika "ruw en
simplis-tisch". Hij wees op het gevaar van het fascisme aldaar. Hij pleitte
voor normale betrekkingen met China. Hij waarschuwde voor
verscherping van de Nederlandse houding ten aanzien van
Indo-nesië.
Vragen wij weer: is Schermerhom te vertrouwen? Natuurlijk
niet. Maar spreekt hij, hoewel zeer vaag en aarzelend uit, wat
zeervelen in de P.v.d.A. denken? Danzeg ik ja!
Na de oppositie van Jonkman tegen de E.D.G., is het optreden
Vpn Schermerhom een verder symptoom van een stroming in de
P.v.d.A. die verandering van buitenlandse politiek wenst, in
tegenstelling tot Amerika.
En die stroming is dieper dan wij nog vermoeden. Een van de
voornaamste taken van onze agitatie is het bevorderen en
voort-stuwen van die stroming.
Nemen wij de V.V.D.
Haar woordvoerder Wendelaar keerde zich tegen de
anti-Sow-jet hetzrede van De Kadt in de U.N.O. Hij zeide dat het de taak
van
de Nederlandse regering is om Oost en West nader tot elkaar
te brengen en niet verder van elkaar te verwijderen, zoals De
Kadt gepoogd heeft.
Dat is het eerste geluid van dien aard dat wij uit de V.V.D.
horen.
·
Wij kennen natuurlijk allen het optreden van de C.H.
profes-sor Gerritse tegen de E.D.G. Het C.H. kamerlid Krol sprak zich
nu in zijn pártij-tijdschrift "Koningin en Vaderland" principieel
tegen de Romme-politiek uit.
Maar ook op andere wijze openbaart zich een tegenstand tegen
de Amerikaanse politiek in protestants christelijke kringen,
ril.
ih
een uiterst scherp optreden van de Hervormde Kerk tegen
de plannen van Romme tot een begin van invoering van de
katholieke kerkelijke staat bij een nieuwe grondwetsherziening.
Daar Romme zijn reactionnair streven in een godsdienstig
kleed heeft gestoken, is het onvermijdelijk dat het verweer daar·
tegen van protestantse zijde eveneens in godsdienstiSF gedaante
te voorschijn komt.
Tot zover wat zich aan de oppervlakte van de politieke par·
tijen afspeelt.
Dat zijn maar rimpeltjes van de beweging die vanuit de diepte
van de volksmassa opstijgt.
Het belangrijkste feit in de politieke ontwikkeling in ons land
is de
nationale massabeweging zoals die zich op 5 Mei heeft
ge-manifesteerd.
·
Dat is een groot succes voor onze politiek, dat nog ver
de verkiezingsuitslag gaat!
.
Een partij immers, zei Stalin, kan men alleen beoordelen naar
de massa-actie die zij weet te organiseren! En het is buiten kijf
dat onze partij, jaren lang met toenemende kracht, de viering
van de bevrijdingsdag heeft gepropageerd en georganiseerd.
De viering van de Vijfde Mei 1954 is tot dusver een der krach·
tigste uitingen geweest van het streven naar herovering van de
nationale zelfstandigheid en tegen nieuwe Duitse overheersing
door de E.D.G.
Hier hebben wij onze nationale zelfstandigheidspolitiek levend
zien worden en door de massa zien overnemen.
Hier is de nationale eenheid van actie, die in ons
beginselpro-gram als strijdvorm wordt aangewezen, in grote mate tot stand
gekomen.
Hier trad het intellect op naast de arbeidersklasse, met zijn
tijdschrift "Snipperdag", waarin ook de communistische intel·
lectuelen vertegenwoordigd waren.
Hier traden socialisten en commmunisten gemeenschappelijk
op als de voornaamste drijfkracht voor de 5 Mei in de bedrijven.
Hier stonden de onderwijzers, in hun N.O.V. aan onze zijde.
De jeugd ging voorop in de betogingen en feestelijkheden.
De grote ondernemers, collaborateurs met de Duitse nazi's en
nu met Amerika, moesten hun onvaderlandse gezindheid
bloot-geven.
De rechtse P.v.d.A.-leiders, vooral Drees, werden ontmaskerd
en voor een groot deel reeds door de massa der socialistische ar·
beiders en gewone P.v.d.A.-bestuurders, voorbij gelopen.
De actie tegen de, door de Nederlandse en West-Duitse E.D.G.·
klanten georganiseerde toeristen-invasie, ,welke actie op Initia·
tief van progressieve kunstenaars is ontstaan, was een
voortzet-ting van de 5 Mei.
De weerklank die zij
in
het volk gevonden heeft wordt bewe·
zen door de zenuwachtige reacties van de E.D.G.-klanten, die
al
hun, als zgn. verzetslieden vermomde, agenten ter hulp moeten
roepen om de uitwerking ervan te pogen op te heffen en de
be-volking in verwarring te brengen.
Engeland. Zij staat ook in verband, en komt rechtstreeks voort
uit
de ontwikkeling van de economische toestand in ons land.
Ik wil hier niet in herhaling treden van de beschouwingen
over de economische toestand, die in voorgaande bij eenkomsten
van het Partijbestuur zijn gehouden. Ik wil enkele nieuwe ver•
schijnselen bespreken die de laatste tijd openbaar zijn geworden.
Daar is de! rede van de voorzitter mr. Ooievaar in de
jaarver-gadering van de Nederlandse. Redersvereniging dezer dagen
ge-houden.
Uit de mededelingen van het C.B.S. en Ceptraai Plan Bureau
hoort men steeds beweren, dat 1953 een bijzonder goed jaar is
ge-weest. Dit verslag onthult ons plotseling, dat in een van de
voor-naamste takken van het bedrijfsleven de achteruitgang sedert
midden 1952 is begonnen, dat 1953 slechter was dan jaren
daar-voor en dat de koopvaardij een zeer moeilijke tijd tegemoet gaat.
In
deze Redersvereniging werd de oorzaak daarvan aan de
Ame-rikaanse belemmerende maatregelen en aan de West-Duitse en
Japanse concurrentie geweten.
Er gaat bijna geen week voorbij of minister Mansholt houdt
een rede en in elk van zijn redevoeringen slaat hij alarm over de
crisis in de landbouw.
De president van de Nederlandse Bank heeft ook een verslag
uitgebracht, waarin naast de gebruikelijke welvaartspropaganda
wordt toegegeven, dat de uitvoerprijzen in 1953 belangrijk
ge-daald zijn en hij zegt dat dit als een zelfstandig verschijnsel moet
worden opgevat, dat verband hpudt met de moeilijkheden voor
de export.
Zo komen bij stukjes en beetjes enkele feiten aan het licht die
roet in het eten van het officiële optimisme gooien.
Schijnbaar hiermee in tegenstelling staat de daling der
werk-loosheid.
Waardoor wordt deze daling veroorzaakt, voorzover men op
·officiële gegevens kan afgaan?
Ten eerste door drukte in het bouwbedrijf, als gevolg van de
internationale ontspanning, die meer vertrouwen in het bezit van
eigen huizen heeft gebracht en waardoor een ware speculatie
in herenhuizen en villa's is ontstaan. Het bouwbedrijf brengt
weer werk mee voor de houtverwerkende industrie en
metaal-industrie, steenindustrie enz.
Ten tweede werden in Maart jl. op de gebruikelijke wijze in
de maand voor verkiezingen meer openbare en
cultuur-tech-nische werken opengesteld.
En dan zijn er de zogenaamde defensie-opdrachten in de
metaal- en textielindustrie.
Van hoe weinig betekenis deze echter over het
gehe~lzijn
be-wijst, dat in Maart jl. het werklozencijfer in de metaalnijverheid
slechts met 1357 is gedaald.
Van grote invloed op de werkloosheid is· de emigratie,
waar-door onder anderen in 1953 15.000 vakbekwame arbeiders het
land uitgingen.
Daarnaast worden er elk jaar gemiddeld 20.000 personen in
overheidsdienst opgenomen, in het komende jaar zelfs 29.000.
Dat zijn dan beroepsmilitairen, ambtenaren, B.V.D.-agenten enz.
Van invloed op de werkgelegenheid is in tamelijk grote mate
de uitbreiding van het aantal Amerikaanse bedrijven in Neder·
land. Daarvan bestaan er reeds bijna 50, en er komen dit jaar een
aantal bij, voornamelijk in de oorlogsindustrie.
Door dit alles wordt de werkloosheid beperkt.
Maar dit wijst allerminst op een gezonde toestand van de
eco-nomie. Integendeel, hierdoor wordt bij een verdere teruggang
van de wereldconjunctuur de Nederlandse economie aan grote
schokken blootgesteld.
Bijvoorbeeld: de Amerikaanse bedrijven werken bijna
uitslui-tend voor' de export. Hun winsten worden in hun geheel naar
Amerika overgemaakt.
Deze Amerikaanse bedrijven worden voor een groot deel ook
met Nederlandse eredieten opgericht.
Zij doen dus niets anders dan Nederlandse mankracht en rijks·
financiën uitbuiten en de Nederlandse export-industrie op de
buitenlandse markt beconcurreren.
De emigratie van vakarbeiders is een groot gevaar. Hiermee
offert de regering de toekomst van het land op.
Natuurlijk heeft de daling van de werkloosheid de P.v.d.A. en
de K.V.P. bij de verkiezingen in de gelegenheid gesteld de illusie
van welvaart en toenemende werkgelegenheid te wekken.
Intussen beginnen de ondernemers steeds meer aan te dringen
op de zogenaamde vrije loonvorming waardoor zij hopen ten
koste van de arbeiders het kostenpeil van de industrie te ver·
lagen.
Wij staan in de naaste toekomst voor de noodzakelijkheid
de arbeiders te verenigen voor de verdediging van hun levens·
peil, ondanks het feit dat dit door de voortdurende prijsstijgingen
. reeds beneden het peil van het vorige jaar is gedaald.
In verband met de internationale en binnenlandse ontwikke·
ling moeten wij dus onze conclusies trekken.
Deze zijn: ten eerste, dat wij onze politiek voor nationale
zelf-standigheid met grotere consequentie moeten voortzetten en ver·
sterken.
Wij moeten een grote en volhardende politieke agitatie
voe-ren voor verandering in de· buitenlandse politiek van Nederland,
voor het plan tot collectieve veiligheid en vrede in Europa tegen
de herbewapening van de Duitse Wehrmacht en de E.D.G., tegen
Amerikaanse luchtbases in ons land, voor verbod van de atoom·
wapenen en voor vermindering van bewapening in het
alge-meen, voor vermindering van de diensttijd tot 18 maanden.
Wij moeten hiervoor agiteren en de massa-beweging organi·
seren op de manier, waarop we dat voor de 5e Mei hebben
ge-daan, voornamelijk in de organisaties
waar
de massa zich
be-vindt, in het N.V.V., in de bedrijven, in de organisaties van de
meest verschillende lagen van de bevolking.
Ame-rikaanse ondernemingen boven de Nederlandse, vooral tegen het
recht tot uitvoer van hun winsten in dollars,
tegen de West-Duitse concurrentie op het gebied van de handel
en.van transport, voor verlaging van de kolenprijzen in de strijd
tegen het Duitse kolen-kartel,
tegen het werpen van de Amerikaanse landbouwoverschotten
op de Nederlandse markt of op markten, waarop Nederlandse
landbouwproducten worden uitgevoerd,
voor bescherming van de Nederlandse koopvaardij, tegen de
Amerikaanse belemmeringspogingen,
.
voor een vriendschappelijke regeling van de verhouding met
Indonesië, tegen de verscherping van het Nederlandse optreden
tegen Indonesië onder Amerikaanse druk en voor de snelle
over-dracht van Nieuw-Guinea aan de Republiek Indonesië.
Door zulke nieuwe gebieden voor onze nationare
zelfstandig-heidsstrijd zullen wij het front daarvan verbreden tot alle
krin-gen van de Nederlandse bevolking welke onder de Amerikaanse
overheersing te lijden.hebben en deze in actie kunnen brengen.
Wij
zijn bereid. allen te ondersteunen die in deze richting iets
willen doen, ongeacht hun motieven of hun politiek op
binnen-lands gebied.
Daarbij is en blijft de voornaamste vool,'waarde de eenheid van
actie van de arbeidersklasse tegeq de reactie, van socialisten en
communisten tegen Romme.
De strijd voor loonsverhoging en prijsstop en voor eenheid
tegen Romme vormde de voornaamste inzet van onze
verkie-zingscampagne.
Na de verkiezingen hebben in de districten gecombineerde
be-stuursvergaderingen het werk van de Partij en de uitvoering van
haar politiek bediscussieerd.
Daarbij is tot in de details aangewezen,
~atwij overal vooruit
zijn gegaan waar onze Partij voor de belangen van de werkers
is opgekomen en de politiek van de Partij, vooral door middel.)
van de Waarheid op de juiste wijze onder de massa heeft
uit-gedragen.
·
Daar,' waar dit niet gebeurd is, waar geen actie werd gevoerd
en slecht met de Waarheid wordt gewerkt, is er overal
achteruit-gang geweest.
Uit de discussies in deze bijeenkomsten is gebleken, dat er in de
Partij een stroming bestaat, die gekant is tegen de politiek van
eenheid van communisten en socialisten, welke zich tegen de
K.V.P.
onder leiding van Romme richt als voornaamste vijand
van het werkende volk en van de vooruitgang.
Deze stroming uit zich hierin, dat bijvoorbeeld gezegd wordt
dat de katholieke arbeiders door onze verkiezingsactie tegen
Romme zouden worden afgestoten. Weer anderen zeggen, dat wij
wel strijd moesten voeren tegen de K.V.P., maar dat wij te weinig
tegen de rechtse leiders van de P.v.d.A. zijn opgetreden.
lijn met de katholieke en andere partijen van
he~grote
kapi-taal.
Dit is onder de huidige omstandigheden; een dodelijk gevaar
voor onze Partij en het is de beste dienst die men de reactie
bewijzen kan.
Onze politiek van eenheid van socialisten en communisten
tegen Romme is reeds vóór 1952 door onze Partij vastgesteld.
Onze v·erkiezingsactie voor de Tweede Kamer in 1952 stond in
dit teken.
Bij de gemeenteraadsvèrkiezingen in 1953 is in de practijk die
lijn verbogen en werd in feite alleen tegen de P.v.d.A. gestreden.
Daarna heeft onze partijleiding hierop zelfcritiek geoefend en
haar politiek hersteld.
Dit is in gehele pagina's van de Waarheid en in
ledenvergade-ringen van de hele Partij uit en ter na behandeld. En opnieuw
zien wij, dat het niet uitvoeren van deze politiek onze Partij van
de massa isoleert.
Het sprekend voorbeeld daarvan is de Zaanstreek.
Daar stond de verkiezingsactie niet in het teken van de strijd
tegen de reactie maar van de strijd tegen de P.v.d.A.-leider
Tho-masse, met als voornaamste inhoud de kwestie van de stille
week.
Ook in andere plaatsen is dit het geval geweest. En overal,
waar dit gebeurd is, zijn we achteruit gegaan.
De koers van onze partij om het voornaamste vuur tegen de
K.V.P.-reactie onder leiding van Romme te richten is een poli·
tieke noodzakelijkheid.
Zij is geboden omdat
in
Nederland geen verandering ten goede
kan komen zo lang niet deze voornaamste burcht van de Ameri·
kaanse invloed en de anti-democratische binnenlandse politiek
verslagen is.
~Meer nog, indien Romme in de toekomst aan invloed zou win·
nen, zou dit ons land dicht bij het fascisme brengen.
Daarom is onze politiek er op gericht, de P.v.d.A. in deze strijd
tegen Romme mee te slepen, haar als het ware te dwing,en tegen
Romme te strijden.
·
Wij kunnen ons daarbij steunen op de grote massa van de aan·
hang van de P.v.d.A. onder de arbeiders en ook onder de progres·
sieve intellectuelen.
Onze critiekop de rechtse P.v.d.A.-leiders moet aan dit doel
be-antwoorden, e;ij moet een critiek zijn op hun capitulatie voor
Romme, waardoor wordt aangetoond dat deze schadelijk is voor
geheel het land, ook voor de P.v.d.A. zelve.
De tijd begint te rijpen dat onze partij een actieV'ere rol dan
tot dusver in het politieke leven gaat vervullen. De mogelijk·
heden groeien om ons gewicht in de schaal te werpen ten
gunste
van een verandering in de politieke machtsverhoudingen. Dat
kunnen wij nie,t als wij alle andere partijen op dezelfde wijze
bevechten. Daardoor maken wij het hun gemakkelijk om tegen
ons een gesloten front te blijven vormen.
· ·Het is nog te vroeg om over de verkiezingen van 1956 te
spre-ken, waarbij het om de regering zal gaan.
Maar zou het niet goed zijn om over het vooruitzicht van een
regering te denken die hoofdzakelijk zou steunen op de P.v.d.A.
en de V.V.D., zonder en tegen Romme? Ligt het niet voor de
hand
dat diegenen in P.v.d.A. en V.V.D., die naar een andere,
op internationale ontspanning afgestemde buitenlandse politiek
streven, zulk een regering zouden wensen?
Zou zulk een regering gunstig of ongunstig voor Nederland
zijn? Ik meen dat zij, op grondslag van een op ontspanning
ge-richte buitenlandse politiek gunstig zou zijn. Ik meen ook dat
onze partij bereid zou moeten zijn in deze richting mede te
wer-ken om zulk een nieuwe regering tot stand te brengen.
Ik ben ervan overtuigd dat deze gedachte niet alleen in de
P.v.d.A., maar in de massa van ons volk grote weerklank en
sympathie zou ondervinden, ofschoon natuurlijk de K.V.P.
hier-tegen als een razende te keer zou gaan.
Maar is in België niet bewezen dat de katholieke reactie niet
almachtig is, dat zij verslagen kan worden?
Niet alleen
inBelgië, ook in Ierland is de katholieke regering
gevallen, in West-Duitsland staat zij reeds zeer wankel en in
Frankrijk ligt Bidault op apegapen.
De huidige toestand vereist van ons dat wij niet alleen onze
actie tot verdediging van de dagelijkse belangen van de massa
versterken en onze agitatie vergroten, maar ook dat onze partij
léert te manoeuvreren, een soepele tactiek toe te passen en deze
in
gesloten rijen door te voeren.
Onze oriëntering op eenheid van actie tussen socialisten en
communisten betekent allerminst dat wij ons zouden afkeren
van de gelovige werkers, hetzij katholieke of protestante.
Integendeel. Wij zullen al ons best moeten doen om nader tot
hen te komen en vooral om de absoluut verkeerde voorstelling
uit de weg te ruimen alsof onze partij zich de bestrijding van het
geloof ten doel zou stellen.
Wij staan consequent op het standpunt dat niet-gelovigen en
gelovigen op maatschappelijk en politiek terrein naast elkaar
behoren te staan, en stricte verdraagzaamheid op het gebied van
gewetensyragen in acht moet worden genomen.
Het is de taak voor onze propaganda om dit te gaan uitdragen,
veel meer dan tot dusver. En in onze acties moeten wij het in
practijk brengen.
Ons werk aan de politieke oriëntering en opvoeding van de
massa behoeft nodig versterking.
Er is in de krant reeds op gewezen dat onze verkiezingsagitatie
lijdt aan oppervlakkigheid, dat er teveel het vermaak-element in
overheerste.
Dit element is noodzakelijk; feesten, filmvertoningen,
dans-avonden, dit alles behoort tot het leven van de massa en vooral
van de jeugd.
Maar de ernstige politieke overtuigingsarbeid en discussie met
de massa moeten overheersend zijn.
Dit is vooral een onderwerp met betrekking tot ons werk in
de
bedrijven.
,
Het is niet voor de eerste maal dat wij verkondigen dat het
bedrijfswerk het voornaamste is, dat de bedrijfsafdelingen de
voornaamste organisaties van de partij zijn. Maar in de practijk
is dat nog steeds onze zwakste stee.
Hierin vooruitgang te brengen is thans de hoogste tijd.
Waarin bestaat het werk van de partij in de bedrijven?
Niet om een copie te zijn van een vakvereniging.
Niet om uitsluitend zich bezig te houden met dagelijkse
be-drijfs-grieven.
Het voornaamste is dat onze partijgenoten, door hun persoon·
lijk contact van man tot man, door hun bedrijfskrant en verkoop
van lectuur, naast hun persoonlijk voorbeeld bij de behartiging
van de arbeidersbelangen, politieke agitatie voeren onder de
arbeidersklasse.
En niet alleen onder de arbeidersklasse, maar ook onder de
bedrijfskaders, ja, daar waar het mogelijk is ook onder de onder·
nemers.
De hoofdzaak van ons bedrijfswerk als
partij moet zijn poli·
tieke beïnvloeding onder de werkers in de bedrijven te brengen.
. En dat op grondslag van onze nationale zelfstandigheidspoli·
tiek in de eerste plaats, op grondslag van ons streven naar ver·
anclering van de buitenlandse politiek van Nederland, naar
be-strijding van de crisis.
Om dit te kunnen doen is het bestaan en functionneren van de
bedrijfsafdelingen onontbeerlijk.
Want wij kunnen onze politiek alleen in de bedrijven brengen
door middel van onze partijgenoten en sympathiserenden, en
deze kunnen die politiek zich alleen eigen maken in hun bijeen·
komsten van de partij, als bedrijfsafdeling.
De voornaamste oorzaak van de zwakte in het bedrijfswerk
moet gezocht worden in de
politieke oriëntering ervan, in het
oppositie voeren zçmder meer, het zich beperken tot klachten
en grieven.
Als wij consequent de partijkoers, de politiek van nationale
eenheid van actie voor herovering van de Nederlandse zelfstan·
digheid in onze bedrijfs-propaganda toepassen, concreet ingesteld
op de aard van het bedrijf, de instelling van de arbeiders, kaders,
directie enz. dan zullen wij geheel andere resultaten krijgen. Ook
zullen wij dan meer armslag krijgen in de bedrijven en de ver·
volgingen waaraan onze mensen blootstaan doorbreken.
Om op al deze gebieden vooruit te komen is dus allereerst nood·
zakelijk om de doorvoering van onze partijlijn te verzekeren, in
de bedrijven, in de buurten, in de openbare lichamen, overal.
Wij moeten de doorvoering van onze partijlijn verzekeren door
die partijgenoten, die blijk hebben gegeven dat deze partijlijn bij
hen vlees en bloed is geworden aaneenl te sluiten en hun de lei·
ding van de partij-afdelingen en districten alsook de openbare
functies toe vertrouwen. Terzelfdertijd een krachtige werving
doorvoeren en nieuw bloed uit de massa in de Partij brerigeri.
Diegenen die onze partijpolitiek nog steeds niet kunnen
begrij-pen, die altijd weifelen en twijfelen en telkens in oude fouten
terugvallen, moeten wij uit de besturen en uit openbare functies
terugtrekken.
En zij, die ongeneeslijk blijken, de onverbeterlijke sectariërs
en bewuste saboteurs van de partijpolitiek, moeten uit de Partij
worden verwijderd.
In
de discussies en in de practijk van de laatste jaren blijkt
de sectarische stroming ook de oorzaak te zijn van onze geringe
invloed in het N.V.V.
Het is duidelijk dat eenheid van actie van socialisten en
com-munisten het best verwezenlijkt kan worden door
gemeenschap-pelijke actie op het vakverenigingsterrein.
Daarom moet de vergroting van de invloed der Partij onder
N.V.V.-ers niet gezien worden in de eerste plaats als een
organi-satorische kwestie, maar vooral als een kwestie van politieke
oriëntering, van de oriëntering op de eenheid van actie vari
socialisten en communisten.
Sommige partijgenoten menen stemmenverlies in hun
ge-meente te moeten wijten aan misnoegen en gebrek aan begrip
voor onze leuze: "Eenheid tegen Romme" bij katholieke
arbei-ders.
Vooral in de districten Brabant en Limburg worden deze
stem-men gehoord.
Maar zoeken deze partijgenoten de oorzaak van hun slechte
resultaten niet in de verkeerde· richting? In vorige jaren was er,
vooral in enkele centra van Brabant een actieve
werklozen-beweging. In het afgelopen jaar is de werkloosheid juist in de
Zuidelijke provincies het meest gedaald. Er blijven echter nog
vele duizenden arbeiders werkloos. Maar waar is de
werklozen-beweging gebleven? Zij is verdwenen. En daarmee een deel van
de kiezers, die bij vorige gelegenheden op onze candidaten
stem-den.
Hier is nog een ander vraagstuk mee verbonden, nl. dat
econo-mische actie alleen geen vooruitgang brengt.
Onze Tilburgse en andere kameraden hebben onder de
werk-lozen strijd georganiseerd voor hun directe belangen. Maar zij
hebben deze strijd niet of onvoldoende met de politieke strijd
verbonden.
Waar de actie voor onmiddellijke dagelijkse belangen als doel
op zich zelf wordt beschouwd en waar deze niet politiek
ver-ankerd wordt, leidt dit tot verzanding.
Daarom is een ander verschijnsel, dat wij in de Partij
vaststel-len, zo buitengewoon gevaarlijk.
Wij stellen vast, dat talrijke partijgenoten, die
vakbondsfunc-tionarissen in de E.V.C. geworden zijn, hun partijplichten niet
nakomen en van de Partij vervreemden.
Zij doen dit
onde:~;het motief dat hun vakverenigingswerk ook
in het belang is van de Partij.
.
Maar het werk van de communisten in de vakverenigingen
ver-eist hlist, dat zij terzelfdertijd in de Partij en voor de Partij actief
zijn, zodat zij niet verzanden en hun werk zonder resulaten blijft.
Vakverenigingsbestuurers zijn bovendien· aan verleidingen
blootgesteld, wanneer zij los staan van de controle en de critiek
van hun kameraden in de Partij.
Er ontstaat dan gevaar van corruptie, bureaucratisering,
af.
zakken tot een bekrompen routine.
De partijgenoten die vakverenigingsfuncties uitvoeren in de
E.V.C. of elders moeten op dezelfde voet als parlementsleden of
andere openbare functionarissen behandeld worden .
. Zij moeten meer dan anderen met de partij verbonden zijn en
gedisciplineerder zijn dan de gemiddelde partijgenoot.
De E.V.C. is een partijloze vakorganisatie, maar zij is een arbei·
dersorganisatie.
Niemand heeft het recht communisten, die in de E.V.C. zijn,
hun werkzaamheid voor de partij van de arbeidersklasse kwalijk
te nemen, zoals ook niemand een partijloze E.V.C.-er kwalijk kan
nemen dat hij partijloos is.
Wij moeten van onze partijgenoten, hetzij gewone leden of
bestuurders van de E.V.C. eisen, dat zij hun volle plicht
als
partijlid doen en overal voor de partijpolitiek strijden en het
anti-communisme overal aanvallen waar het zich in onze weg
stelt.
Dit is natuurlijk een kwestie van overtuiging en opklaring van
de betrokken partijgenoten, maar dan toch van zeer
nadrukke-lijke en dringende overtuiging.
Partijgenoten, vakbondsbestuurders, die zich hardnekkig van
door de partij ,genoemde besluiten niets zouden aantrekken, zul·
len door de Partij ten scherpste veroordeeld en tot de orde
moe-ten worden geroepen.
In de werkzaamheid van de organisaties van onze Partij in de
afgelopen tijd hebben wij ondervonden, dat onze ondergrondse
vijand, de B.V.D. en andere volksvijandige, geheime organisaties
steeds brutaler worden.
In de loop van de tijd zijn een aantal B.V.D.-agenten in de
Partij ontmaskerd.
Uit de hierbij opgedane ondervinding blijkt, dat de onwettige,
ondergrondse spionnage en provocateursarbeid in onze Partij
stelselmatig georganiseerd wordt door de officiële ovèrheidsin·
stanties.
Op elk ministerieel departement bestaan speciale afdelingen
van deB.V.D.Wij hebben feiten en gegevens waaruit blijkt dat
deze zich bezighouden met poging tot omkoping van communiii·
ten met het doel volgens hun orders in de Partij op te treden.
Wij hebben tot dusver het zwijgen hierover bewaard om onze
tegenactie beter te kunnen voorbereiden.
Wij zullen thans echter overgaan tot het openbaar aan de kaak
stellen van deze praetijken van de geheime politie en de vijfde
. colonnevan Amerika en onze "democratische rechtsstaat".
Samenvattend zal het dus onze taak zijn de ingeslagen politieke
koers van onze Partij consequenter en nog doortastender voort
te zetten.
Wij moeten daarbij orde op de zaken in onze partijorganisatie
stellen, de sectarische vervalsing van onze partijpolitiek, waar
die zich voordoet, bestrijden en overwinnen.
Daarnaast zal het nodig zijn maatregelen te treffen op enkele
gebieden van het partijwerk, die tot dusver feitelijk geheel
ver-waarloosd zijn en die door de algemene ontwikkeling in ons land
steeds groter betekenis· krijgen.
Het is dan allereerst nodig dat wij een nauwkeurig
urgentie-program van de Partij uitwerken in het belang van de boeren en
tuinders. Dit program heeft in de verkiezingscampagne
ontbro-ken. Wij stellen voor maatregelen te nemen tot vernieuwing van
het kader, dat op het agrarische gebied voor onze Partij werkt,
met de opdracht zulk een program uit te werken. Verder hebben
wij een concreet program van eisen nodig in het belang· van de
middenstand: betreffende belastingvraagstukken, cadeau-stelsel
en mededinging, saneringsproblemen, credietverlening.
Ook hiervoor zullen wij het nodige kader moeten vinden.
Het werk van onze Partij onder de vrouwen behoeft grondige
herziening en reorganisatie.
Wij stellen voor, het Dagelijks Bestuur op te dragen, hiervoor
nieuwe richtlijnen uit te werken en aan het Partijbestuur voor
te leggen.
Tenslotte vinden wij het nodig het standpunt van de Partij
uit te werken inzake de sport en de sportbeoefening in
Neder-land. In zulke vraagstukken als de verheffing van het peil van
de sportbeoefening en lichaamscultuur in het algemeen, het
af-schaffen van omzetbelasting bij wedstrijden, samenstelling van
de Olympische ploegen en de financiering daarvan door de
over-heid, alsook van nationále ploegen voor interland-wedstrijden
in verschillende takken van sport.
Wij vinden het nodig een rapport samen te stellen en een
pro-gram
uit te werken ten behoeve van de sport en ons optreden
daarvoor in de openbare lichamen.
Voor de versterking van de lei,ding van de Partij en in het
bij-zonder van het organisatiewerk stellen wij voor dat het
Dage-lijks Bestuur! overgaat tot het vervangen van een aantal
func-tionarissen die gebleken zijn ongeschikt te zijn voor hun werk,
door nieuwe krachten, waarbij we vooral het oog hebben op het
inzetten van jonge partijgenoten, die op het ogenblik leidend
werk verrichten in het A.N.J.V. in uitvoerende functies ter
assis-tentie van het partij secretariaat.
wer-vingscampagne voor de Waarheid en een geldinzameling ook
voor de Waarheid en ter voorbereiding van de uiterst
belang-rijke Kamerverkiezingen in 1956.
Hierover zal een afzonderlijke inleiding worden gehouden.
Ik wil nu eindigen met het volgende:
De verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn voor onze
Partij niet onbevredigend geweest.
Het nagenoeg behoud van onze posities is onder de huidige
omstandigheden een belangrijk resultaat van ons werk, ondanks
alle tekortkomingen.
Ons Partijbestuur zal de gehele Partij hiervan bewust moeten
maken, bewust moeten maken van zijn kracht en vertrouwen
geven in de mogelijkheid op het hoogtepunt van de wereldwijde
strijd tussen reactie en vooruitgang stand te houden in het
hol
van de leeuw. Wij moeten vechten voor het consequent en
moe-dig doorzetten, verbreden en concretiseren van onze politiek van
eenheid van de arbeidersklasse voor de nationale
zelfstandig-heid.
Terzelfdertijd moeten wij het werk van de Partij in bedrijven
en in vakorganisatie en onder de werklozen voortzetten en ver·
breden voor de dagelijkse belangen van de arbeiders, met
als
centrale leuze: loonsverhoging en prijsstop.
Om op deze weg vooruit te komen moeten wij in de Partij orde
op zaken stellen. Een bewuste eenheid smeden op de grondslag
van onze partijpolitiek en ons beginselprogram en onze Partij
bevrijden van ongeneeslijke tegenstanders van de partijpolitiek
en bedorven elementen.
Door deB.V.D.gestuurde of gekochte sujetten moeten wij
-op-sporen en openlijk aan de kaak stellen, waarbij wij ons echter
hoeden moeten voor spionnenvrees en lichtvaardige peschuldi·
gingen en verdachtmakingen.
Wij hebben nu waarschijnlijk een geruime tijd voor ons, waar·
in wij stelselmatig kunnen werken aan de opbouw eh scholing
van onze Partij.
Ons Dagelijks Bestuur heeft besloten opnieuw een maand·
school voor leidende partijfunctionarissen' te organiseren, welke
nog in deze zomer moet plaats hebben.
Er ligt dus werk op ons te wachten van velerlei aard, moeilijk,
maar van uiterst groot belang.
Wij zullen ons best moeten doen in deze zitting de voorwaarde
te scheppen om dit werk met succes te volbrengen.
P. DE GROOT.
CeJiclat uit Aet vrüe Vietnam
DE SOLDAAT EN ZIJN MOEDER
D
E jonge en groene rijst verdwijnt in de avondIk denk aan jou, moeder,
zo
vèr achter heuvels en bergen. Moeder, je zoon leeft nog altijd!Hij .Wierd een man met de hulp van de Partij en onze Oom. Een donker leven was het, zonder uitweg,
nauwelijks geboren kende het kind al honger en kou. Waarom?
In
de hoogte vonden wij slechts donkere bossen, inde
diepte alleen het blauwe Water.Wij zochten de weg naar de stad,
overal verarmde dorpen, vernielde akkers.
Weet je nog hoe de overstroming over de velden golfde? Als een geraamte lag grootvader, zonder te bewegen. Mijn drie broertjes op onze matras, stervend van honger. Jij schreeuwde klagend:
.. Ach vader! Ach jongen!
Zie je hoe grootvader sterft zonder doodskleed!'' Je kuste mijn broertjes en blies je adem
in hun mond om de dood te verjagen,
toen viel je neer op de grond, zonder steun van je leden. Roetzwart was die nacht, onophoudelirk regen.
De volgende ochtend, moeizaam, met losse haren, stond je buiten te graven.
Eén
graf voor grootvader, naast een voor mijn broertjes. Het duurde lang voordat je weer staan kon.En
je nam zwijgend mijn hand voor de lange terugW!eg. Overal waren de dorpen verlaten,alleen op de wegen enkele schimmen, even zwijgend als wij. Op een winteravond,. de regen stak als duizend naalden,
kwam vader plotseling, zijn hemd aan f.larden. Hij bracht een kom rijst en klemde mij. aan zijn borst. Jij zat erbij als een lichaam ontzield,
wanhopig schreeuwde
hiJ
zijn protest: .,De hand zwoegt, de mond ontbeert,zweet en tranen in overvloed, de hand blijft leeg. Waarom zoveel onrecht?
De
rijken hebben alles; het volk heeft niets.Het
leven is een slop, ver weg gaan de enige uitkomst. Voor rijst en klerenDe
nacht verjoeg de bleke avond. Jij kookte de rijst en gaf mij te eten.Midden in de nacht voelde ~k de natte wang van mijn vader. "De weg naar het huis van de eigenaar is lang,
mijn zoon, ik moet nu gaan."
Overal klonken in het dorp jammerklachten.
Het flakkerend licht van zijn toorts verdween achter het bamboe. Een paar dagen later droegen mannen mijn vader naar binnen, zijn haren vol bloed.
Hij antwoordde niet, zijn ogen waren gesloten. Jij klemde je aan hem vast,
vol meegevoel huilden de kameraden .
.. Ons leven is niet beter dan dat 'Van paarden en buffels' Als een wurm, als een vlieg is ons leven.
Bandieten! bloeddorstigen!
Zij stalen zijn 101?n en betaalden met slagen." Op het lijk van mijn vader stroomden jouw tranen.
,.Vader en zoon, man en vrouw zijn voor altijd gescheiden!" In de schemering groef jij het graf en plukte bloemen om hem te bedekken. Wij weenden beiden.
Wij gingen weg uit ons dorp, over bergen, door dalen trokken wij, tot onze voeten bloedden.
In het bos raapten wij hout en brandden houtskool. Boswachters dreven ons tot de voet van de bergen. Wij lazen elke korrel rijst, raapten elke gevallen vrucht. Hongerig, mager, in lompen zwierven wij 'Voort.
Op het gezicht van Franse wachtposten vluchtten wij V·erder, elke nacht rillend van angst in het bos.
Soms kwamen herten dichtbij ons slapen, In het donker klonk luid het brullen van tijgers. De weg van het leven liep dood in de groene bossen. Met mij op je rug zocht je de terugweg,
ver achter de horizon lag ons dorp.
Om elke handvol rijst, elke slok water moest je smeken. Wij sliepen onder marktkramen, kropen weg in schuren. Bij elke poort van een landheer rilden wij van angst. Wij raapten uit het stof de dekbladen van koekjes *).
wij bedekten ons lichaam met stukken jute. Na duizend noden, duizend vernederingen, kwamen wij eindelijk terug in ons dorp. Wij huilden van blijdschap .
.. Mijn kind, ik was bang dat mijn kracht zou falen."
De plaats waar wij hadden gewoond was O'Verwoekerd met planten.
'
Jij vroeg bamboe aan de buren en bouwde een huisje, een dak van bladeren, zon en regen kwamen naar binnen, elke dag hing de hut méér voorover.
'Wij zochten werk in de omtrek,
wieden en planten, om overdag wat te eten, elke avond bezorgd voor de maaltijd van morgen. Na de oogst g[ngen wij aren lezen op de akkers,
als de hand langs de are gleed zwol het hart van verdriet ,.Door onze handen is de rijst ,gegroeid
-Waarom moeten wij hem rapen als dieven in de nacht?" 's Zomers, de wachtposten ontlopend,
zochten wij maïs op de modderige oevers. Eens ontdekte de eigenaar onze sporen, hij haalde mij in en wierp mij in de rivier. Jij wilde mij griJpen, hij sloeg je,
zijn stok zwiepte razend van woede, je lichaam bloedde. Je viel bewusteloos, hij sloeg maar door,
schopte je in je zij, braakte vloeken.
Toen liep hij weg. Ik vocht met de zuigende modder. Eindelijk aan land nam ik je hoofd op mijn knieën, jij keek naar mij met je ogen vol tranen.
,.Lieveling, wat heb je te lijden en je bent nog zo klein!" De zoete avondwind streek neer.
Op de oever hielp ik je opstaan, wij liepen voorzichtig.
Z
ONDER
einde leken de jaren van noodlot, jouw zoon groeide op en jij werd ouder. 's Nachts woei de wind door de open kieren, de hut schommelde als een tent op de kale grond.Elke winter leenden wij van de landheer het loon voor de komende zomer, als die voorbij was leefden wij weer in het volgend ~eizoen.
Jij zag me groter worden, jouw haren werden steeds witter, vreugde en verdriet woonden bijeen in je hart.
je leed om mijn jonge leven, dat nooit onbezorgd was,
je verheugde je ook, moederlijke blijdschap, steeds werschaduwd. Lieve jongen, zul je iets van geluk in de toekomst kennen? Zullen wij het ooit beter krijgen?
Een dunne soep van rijst of groente was onze maaltijd. Op een dag kwam de landheer voorbij.
Hij zag mij en vroeg: .. Van wie is die jongen?"
Jij kwam naar buiten en groette met gevouwen handen. Hij grinnikte ... Is dat jouw kind?
Bij jou zal hij altijd een deugniet blijven.
Stuur hem naar mij. Als bediende zal hij jouw schulden betalen." Arme moeder, je tran,en vielen,
zwaaiend met zijn stok ging hij weg. ,.Mijn jongen, het is wreed om te scheiden. Wie bij de landheer is komt niet meer vrij. Bloedhond, beul!
Je vermoordde de vader, sloeg de moeder en nu roof je het kind! Als mijn vlees is vergaan zal ik nog om wraak schreeuwen, mijn zoon, bewaar mijn verwensing in je nieren en lever!" Je snikte wianhopig, in dodelijke smart,
de hele nacht hield je mij in je armen.
Nauwelijks lichtte de hemel boven de top van de heuvel of iemand trapte de deur van onze hut Open.
Daar stonden de eigenaar en zijn helpers, lachend om alle smeekbeden.
Zij grepen mij, schopte jou tot je vid,
braken onze kookpot, vernielden onze hut.
Ik trok me los en r·ende weg om me te verstoppen,
zij zochten me in alle hutten alsof ik een varken of een kalf was. V er schrikt kwamen onze buren naar buiten.
De landheer ba1de zijn vuist, k,laar om zich op hen te werpen. Toen keek hij om zich heen en vond het beter om weg te gaan. Thuis wre.ekte hij zich op mij,
zijn bamboe was rood van het bloed, maar hij bleef slaan, ik rolde heen en Wleer op de grond
als een vogeltje, een brij van vlees en beenderen. Mijn leven als knecht was haast niet te dragen.
In het donker stond ik op en ging halfslapend naar het werk. Ik was klein, mager, tenger gebouwd,
achter de kolossale buHel waadde ik door ijskoude modder Vallend en telkens weer vallend,
in mijn gescheurde hemd mijn lichaam paars van de kou. 's Middags kwam ik terug om rijst te dorsen, d~ vloeren te vegen, ik viel bijna om, maar ik moest de molen ronddraaien.
's Avonds liet ik de buffels grazen op de heuvels,
· s nachts kwam ik terug met een grote last gras op mijn schouders, en toch kreeg ik nog slaag van mijn meesters.
,.Mijn buffels verrekken van de honger met dat beetje gras!" Laat in de nacht stapelden mijn armen de garven.
Alleen met mijn tranen, huilde ik, eenzaam. Geen eind aan mijn taken, altijd
bedachten zij iets om te kwellen.
Afwassen, vloeren schrobben, midden in de nacht emmers water halen, voer voor de varkens koken. Mijn rug deed pijn van de harde grond,
hij en zijn vrouw sliepen op dikke matrassen. 's Middags scholden zij op alles en iedereen, met een dikke keel kon ik niets eten.
Mijn rijst was groen en stonk, zij aten zich dik en rond uit andere vaten.
's Winters droeg·en zij gewlatteerde kleren, 's zomers rose geparfumeerde zijde.
Wij droegen jute, vodden en afged_ankte kleren,
aan onze voeten zolen van stro.
Hoge muren, zwijgende poorten van ijzer. Was het een gevangenis voor het hele leven? Drie jaren bitterheid en ellende.
Ik dacht na: dit is een langzame dood, de eigenaars hebben honderd zuignappen om zich te voeden met ons bloed en zweet.
E
R gingen geruchten: ver weg in de bergen hieven revoluti.onnaire soldaten de rode vlag, de gouden ster wees de weg naar de vrijheid.Het volk volgde hen als een rivier die zwelt buiten zijn oevers. Elk gevaar wilde ik doorstaan om hen te ontmoete~
In een stormachtige nacht klom ik over de omheining.
Ik liep haastig, zonder angst, mijn dorp verdween in de verte. Moeder, mijn hart bloedt als ik aan je denk!
Nu leef je nog. Zul je er bij mijn terugkomst nog zijn? Mijn ogen nemen afscheid van de akkers en velden, mijn weg voert naar een onbekende streek.
Deze nacht huilt de wind,
ik werp van mijn schouders ~et leven van ellende, als een nevel verdwijnt mijn fV:erleden.
Moeder, eens komt er een stralende morgen.
Een afdeling van het Vietnamese Volksleger op mars