De Gids. Almanak voor Suriname 1935
bron
De Gids. Almanak voor Suriname 1935. Marcus, Paramaribo 1934
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_gid003193501_01/colofon.php
© 2011 dbnl
[Advertenties]
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
XIV
XV
XVI
3
L.S.
Bij de verschijning van den 1sten Jaargang van DE GIDS, Almanak voor Suriname 1935, brengt de Uitgever dank aan de H,H. Bestuursambtenaren, Afdeelings-Chefs, Directeurs en Vertegenwoordigers van Maatschappijen, Vereenigingen, als
anderszins, tezamen gevat, allen die met de meeste welwillendheid de noodige gegevens verstrekt hebben, waardoor aan iedereen de verzekering kan gegeven worden, dat deze gids een betrouwbare is.
Dat de eerste jaargang van deze hernieuwde uitgave voor elkeen zal wezen wat hij ervan verlangt, mag evenwel niet verwacht worden Immer is voor oogen gehouden hetgeen direct in een almanak tehuis behoort Welgemeende wenken zullen steeds aanvaard worden tot bereiking van het doel: de Surinaamsche gemeenschap een deugdelijk jaarboek te leveren.
Dat, De Gids 1935" blijken een nuttig handboek moge zijn, is het streven van DEN UITGEVER.
Paramaribo, November 1934.
5
De jaren 17- en 1835.
Het jaar 1735 is voor de geschiedenis der Evangelische Zending in Suriname een onvergetelijke.
Het is juist 200 jaar geleden, dat uit den boezem der in 1722 gestichte gemeente in Herrnhut de ijver ontbrandde, om ook buiten Europa. in afgelegen, onbekende streken, onder de in heidendom levende volksstammen zich te verbreiden. De Graaf van Zinzendorf zag zich met zijne kleine gemeente in het nauw gedreven door de besluiten der Oostenrijksche en Saksische regeeringen. Dus vestigden zij den blik op Amerika, Denemarken en de Vereenigde Nederlanden. Graaf van Zinzendorf en bisschop Spangenberg vernamen in 1734, dat de Geoctroyeerde Societeit kolonisten van elken landaard opriep voor de dun bevolkte streken van Guyana. Spangenberg wendde zich tot de Directie der Surinaamsche Handels Compagnie, daarna tot de Hoogmogende Heeren, en verkreeg, na zijn werkplan te hebben ontvouwd, verlof voor de reis. De overeenkomst was: De slaven zouden aangemoedigd worden tot dubbelen ijver en trouw, en zoodoende tot het evangelie van Christus geleid; de lichamelijke vrijheid zou hen niet voorgehouden worden, maar waardeering van hetzelve, dat zij dankbaar moesten aannemen, als zij geschonken werd. De Directeuren van hun kant ontsloegen de ‘Broeders’ van de eedformule, met dien verstande, dat genoegen zou genomen worden met den z.g. ‘Mennonisten-eed’, d.i. eenvoudig ‘ja’
en ‘neen’. Ook kwamen zij tegemoet aan de gemoedsbezwaren der Broeders, die beslist weigerden wapens te gebruiken om menschen te dooden, met hen vrij te stellen van den krijgsdienst, tenzij algemeene landsverdediging het noodzakelijk maakt. Zij zouden 10 jaren vrij zijn van belastingen en hadden vrijheid van Godsdienstoefening, voorzoover zij de openbare orde niet stoorden en de kerkelijke autoriteit niet schaadden.
6
Zoo reisden op 7 Augustus 1735 drie ongehuwde broeders: Georg Piesch, Georg Bergwig en Christiaan von Larisch, uit Herrnhut over Holland naar Suriname, teneinde het oord te verkennen en te bestudeeren de wijze om in aanraking te komen met de Negers en de Arrowakken-Indianen, op wie hun arbeid gericht was. Op den 3en October vertrokken zij met een soldatentransport en landden op 20 December te Paramaribo.
Heel gunstig was de aanvang der onderneming niet. Broeder Von Larisch overleed hier den 4n Febr. 1736, en de Broeders Piesch en Bergwig keerden in Februari en Mei van hetzelfde jaar terug naar Holland, teneinde verslag uit te brengen van hunne zending.
De onderhandelingen tot eene tweede poging werden in Herrnhut voortgezet, en in 1738 vertrok Br. Bergwig, intusschen gehuwd, met zijne vrouw en nog een broeder herwaarts. Bij hunne aankomst ondervonden zij bij het Bestuur niet de welwillendheid, waarop zij gerekend hadden, weshalve zij eind 1739 weer vertrokken.
In December 1739 vertrokken 3 ongehuwde broeders en een echtpaar, en kwamen na eene reis van 75 dagen behouden aan.
In eene kleine woning, op de meest armoedige manier, en onder verdenking zijdens hunne eigen rasgenooten, in het tropenland, die hen wantrouwend aanzagen moesten de eerstelingen kommer en gebrek doorstaan en van hun handenarbeid leven.
Grooter tegenstand is moeilijk denkbaar. Op advies van den kerkeraad der Hervormden, die toen de Staatsgemeente van Suriname uitmaakte, werd in 1740 door het Hof van Politie besloten, den Broeders te verbieden, openlijke
godsdienstoefeningen te houden en bij den huiselijken godsdienst anderen toe te laten.
De reden van deze vooringenomenheid wordt eerst duidelijk, als men weet, dat toentertijd weinigen hier bewust waren, dat de Broedergemeente een Christ.
Genootschap was, dat reeds vóór de groote kerkhervorming in Moravië en Boheme werd opgericht door leerlingen van den geloofsmartelaar Johannes Huss, die gedurende de duistere tijden der geloofsvervolging, vasthieldemaan de Evangeleer der; kerkhervorming, en naderhand met de Hervormers in Duitschland, Holland
7
en Zwitserland geestelijk en vriendschappelijk verwant waren. Men hield
ditgenootschap, zijnde gesticht door vluchtelingen uit Moravië, door den graaf van Zinzendorf in Herrnhut weder hersteld, voor eene gevaarlijke sekte, en zocht - ook van Holland - hare uitbreiding onder de slaven, te verbieden.
Zij kochten dan eene kleine half vervallen plantage, op een half uur afstand van de stad, waar zij een nieuw woonhuis bouwden, dat wel gelegenheid bood tot onderlinge stichting, doch gansch niet geschikt was voor het doel: zending onder de Arrowakken. Daarom trokken zij dieper landwaarts, de Cotticarivier op.
De geschiedenis gewaagt van veel tegenkanting. ontbering, tegenwerking en ongemakken, die het zendingswerk belemmerden. De arbeid onder de Indianen leverde, onevenredig aan de hoop, teleurstellingen. Doch sterker was de drang, en brandende de liefde tot de arme heidenen. En onder deze ontmoedigende
omstandigheden sterkten zij elkaar:
Op gij helden, hemelboden, Op naar 't onbekende oord!
Brengt het leven aan de dooden, Doet hen hooren 't Evangeliewoord.
Godsgezanten, Heilverwanten,
Boden van 't ondoofbaar licht.
Slaat uw oogen Naar den hoogen,
Daar is troost en heil en hulp in zicht.
Zoudt gij weiflend zijwaarts wijken Op den weg, door u betreên?
Zoudt gij de zwaarbevreesd bezwijken, U bekommrend om de tegenheên?
Elke schrede Met een bede,
Jezus leidt u in het spoor.
Nimmer klagen, Niet versagen,
Voorwaarts broeders, 't zendingswerk moet door!
Ja, in de wildernis liggen de graven van menigen dezer zendingshelden, die ver van hunne verwanten,
8
in het onbekende oerwoud, voor hunne roeping bezweken zijn.
In 1835, juist 100 jaren na de aankomst der eerste zendelingen, werd de
Negergemeente te Paramaribo verrast met een prachtig orgel uit Zeist, welk geplaatst werd in de in 1828 ingewijde zendingskerk. De in 1778 opgerichte was door toename van het ledental te klein geworden, waarom tot het bouwen van een nieuwe was overgegaan.
In 1835 werd door de in 1828 opgerichte Maatschappij tot Bevordering van het Godsdienstig Onderwijs onder de Slaven, van welker afdeeling Paramaribo de Gouverneur het voorzitterschap bekleedde, de plantage Charlottenburg gekocht en den Broeders voor hunnen arbeid afgestaan, alwaar zij een zendingspost stichtten.
De Evangeliebediening vond toenmaals op 46 plantages plaats. De gemeente telde 3585 zielen, waarvan 300 op de plantages.
De toegang tot de plantages was niet vrij, zonder vooraf bijzondere toestemming van den eigenaar of den administrateur. De meeste eigenaars woonden in Europa, sommige plantages behoorden aan verscheiden personen, hadden soms twee of meer administrateurs die van meening verschilden. In den tijd van den rietoogst, wanneer dag en nacht moest gearbeid worden, konden zij ook niet vrij krijgen. Dank zij de tusschenkomst van voornoemd Genootschap, heeft het zendingswerk, vooral in de voorafgegane 5 jaren, onder aanmoediging van het Kol. Gouvernement, grooten vooruitgang gemaakt.
Thans beleeft de Moravische Broedergemeente hare 200-jarige werkzaamheid in Suriname, en mag met voldoening wijzen op een roemrijk verleden en eene eereplaats in onze gemeenschap.
Het jaar 1835 kenmerkt zich in de Surinaamsche geschiedenis aan het feit, dat de eerste en eenige maal dit grondgebied betreden is door een Lid van het regeerend Vorstenhuis.
9
Het was in den namiddag van Woensdag 24 Juni omstreeks 4,30 uur, toen het oorlogsfregat ‘De Maas’ onder bevel van Kolonel Arriens, onder kanongebulder uit het fort Zeelandia, de reede van Paramaribo binnenzeilde. De buitengewone
belangstelling kwam uit het heugelijk feit, dat zich aan boord bevond de derde zoon van den Kroonprins, later Koning W i l l e m I I , aldus de jongere broeder van Koning W i l l e m I I I , W i l l e m F r e d e r i k H e n d r i k , doorgaans Prins Hendrik der Nederlanden geheeten, Eerste Adelborst, later Luitenant Admiraal, 's Konings stedehouder in Luxemburg, geboren in 1820, overleden in 1879. Als reisgenoot kwam aan een zoon van den Gouverneur-Generaal C.L. van Heeckeren.
Het fort Zeelandia, de stad Paramaribo, de plantages, waren in vlaggetooi, een buitengewone drukte heerschte onder alle lagen der bevolking.
Het fregat liet zijn anker vallen voor de Steenen Trap. Per tentboot, voortgeroeid door acht welgekleede negerslaven, werden Z.K.H. en de Gouverneurszoon naar den wal geroeid.
Meer uit aandrang des harten, dan uit plichtspleging en betrachting van louter ceremonieel, spoedden zich de Landvoogd en de hooge Autoriteiten ter verwelkoming van de hooge Gasten.
Het gezelschap begaf zich aan boord van de op de reede liggende oorlogsschepen, daarna naar de woning van den Gouv. Generaal.
Den volgenden dag stak Z.K.H. over en bracht een bezoek aan de plantages Meerzorg en Dijkveld, en ontving de uitnoodiging voor eene soiré, gegeven door de gebroeders Pos op den avond van den 27n, welke hij vereerde.
Op den avond van den 26n begaf zich eene talrijke menigte uit alle standen, naar het Gouvernementspaleis, om aan de hooge Gasten te worden voorgesteld.
Den 27n des morgens, ging de Prins, op uitnoodiging, aan huis bij den heer Dieperink, om eene met moeite verzamelde Naturalia te bezichtigen, waaraan hij veel genoegen toonde.
Zondagmorgen den 28n heeft hij de Godsdienstoefening in de Herrnhutterkerk bijgewoond, bij welke
10
gelegenheid Ds. H. Roelofsz dankgebeden offerde voor de behouden aankomst van Z.K.H., en hield zijne rede naar aanleiding van 2 Cor. 5 vs. 1: ‘Want wij weten dat zoo ons aardsche huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij van God hebben een huis, niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen,’.
Deze was de laatste dienst van de Hervormde gemeente in het kerkgebouw der Herrnhuttergemeente. Nadat in 1821 de Hervormde, en in 1832 ook de Luthersche kerk, een prooi der vlammen was geworden, hadden de Hervormden, op aanbod van de Broeders, van sinds 1833 gebruik gemaakt van hun gebouw.
Na kerktijd was de Prins de gast van den Pres. van het Geregtshof, den heer A.F.
Lammens, Ridder der Orde van de Ned. Leeuw.
Des namiddags deed hij, vergezeld van den Gouv. Gen., en echtgenoote en verder gevolg, een rit naar den grond Vaderszorg. Zoo op de heenreis als op de terugrit werd groote geestdrift door de bevolking aan den dag gelegd. Uit vele vensters werden vlaggen uitgestoken. Vroolijk, maar ordelijk, liepen velen de rijtuigen in de Gravenstraat na, onder luide vreugdekreten en gejubel.
Maandag den 29n bezocht hij 's Lands Magazijnen, het fort Zeelandia en het Militair Hospitaal.
Daarna werd Z.K.H. op te kennen verlangen om het nieuw opgerichte kerkgebouw, dat op dezelfde plaats als het afgebrande was herrezen en op 6 Juli van het jaar tevoren ingewijd, te bezichtigen, door den kerkeraad ontvangen. Het nieuwe orgel dat vóór den brand besteld was, doch niet voor de vlammen bestemd, was juist eene maand tevoren ingewijd.
Ook andere kerkgebouwen werden door den Prins bezichtigd, alwaar de respectieve leeraars op de meest verdienstelijke wijze hem rondgeleidden. Den ganschen dag deed het geschut zich bij tusschenpoozen hooren.
Des avonds werd door den G. Gen. een schitterend bal gegeven boven het Waaggebouw. De decoratie deed eer aan de goede smaak van den stadsarchitect J.A.
Voigt. Keurig was de groote doorloopende guirlande, samengesteld uit vlaggen van de verschillende Mogendheden, de draperieën, de versieringen van de trap, van boven naar beneden, alles even smaakvol.
11
Dinsdag 30n verliet hij met den Gouv. Gen., kol. Arriens en gezelschap de stad om eenige plantages aan de Commewijne te bezichtigen. Het was een ware triomftocht.
Alles beijverde zich om de hooge Gasten te zien en te laten zien, om een groet te wisselen en een vriendelijken blik te wisselen.
Donderdag den 2en Juli werd te zijner eere een ontbijt gegeven in de Loge Concordia, waaraan hij deelnam.
Vrijdag den 3n Juli werd de Synagoge van de Ned. Israëlietische gemeente aan de Keizerstraat opgericht.
't Was juist 100 jaren geleden - 5 Jan. 1735 - dat de splitsing plaats had ten overstaan van Gouv. J.A de Cheusses. De N.I. gemeente verkreeg de in 1719 gebouwde synagoge Newé Sjalom. Er was overeengekomen ‘dat de Portugeese Natie zullen vermoogen in 't Gebed Huys voornoemd, haare gebed te doen gedurende zij noch geen andere gebeede huys hebben’.
De synagoge in 1780 vergroot, bleek in 1800 nauwelijks ruim genoeg, en er werd in 1833 besloten tot een nieuwe te bouwen op dezelfds plek. De Ned. Regeering verleende daartoe een renteloos voorschot van f 10.000. Door collecten en bijdragen werd de som van ruim f 57.000 verkregen. Een marmeren opschrift, aldus
vermeldende:
Op den 6 Tamuz 5595, overeenkomstig met den 3 July 1835, is deze Synagoge opgerigt en de eerste Pin geslagen door Z.K.H. Willem Frederik Hendrik, derde zoon van Z.M. Willem II, Koning der Nederlanden.
Architecto J.F. Halfhide. Donarith C.I. van West.
prijkende links tusschen de zuilen van het gebouw houdt dit feit in herinnering. De inwijding had plaats 5 Mei 1837.
In 1835 werd het Armbestuur opgericht, dat van toen af, onder toezicht van den kerkeraad, als afzonderlijk lichaam werkt.
Zaterdagavond d.a.v. woonde de Prins den dienst bij in de Portugeesch Israëlietische synagoge. De mede-bestuurder S.H. de Granada betuigde in naam
12
der Gemeente hem dank voor de eer, haar toegebracht, en in eene rede hare blijdschap om een Spruit van Oranje in dezen tempel te mogen aanschouwen.
Zondag 5 Juli vond de plechtige inwijding plaats van het kerkgebouw der Hervormde gemeente, van welk de eerste steen was gelegd op 5 Febr. 1833, op dezelfde plaats als het in 1821 afgebrande.
Het kerkplein, de Oude Oranjetuin, waar aan venters en ventsters van groenten enz. was toegestaan, zich neder te zetten, was vanaf 1 Juli als zoodanige marktplaats verboden.
Op Zondagmorgen 5 Juli werd de dienst aangevangen met het zingen van Psalm 122.
Voorgelezen werd 1 Kon. 8, geheel, en behandeld in verband met dit bedehuis, dat niet met kostbaarheden getooid is als de groote tempel van Jeruzalem, doch een eenvoudig bedehuis zal zijn.
De tekst werd genomen uit het 2e deel van het 17e vers van Genisis 28: ‘Dit is niet dan een huis Gods, en dit is de poort des hemels’.
Z. Weeleerw. roemde het bouwwerk onder leiding van den architect C.A. Roman, dankte voor het zoo gunstig verleende voorschot van de Regeering, ter bestrijding der kosten. Hij verzocht Z.K.H. om bij Deszelfs doorl. Grootvader de tolk te zijn der dankbare gevoelens der Gemeente, en besloot de plechtigheid met het zingen van Gezang 96.
Gedurende de dagen van aankomst en verblijf van den jongen Prins der Nederlanden ontbrak het niet aan goedgezinheid uit alle standen om te zien en te geven wat mogelijk was. Zoo werd door den Luit. van Poltitie, Mendes, na verkregen verlof van den Proc. Generaal, in een daartoe welingericht en allersierlijkst verfraaid lokaal, aan een aantal slaven eene zoogen. ‘baljaarpartij’ gegeven, waarbij de Prins
uitgenoodigd was, teneinde de slaven in de gelegenheid te stellen Z.K.H. persoonlijk te aanschouwen en hunne gevoelens aan den dag te leggend. De door hen
voorgedragen en op omstandigheden toepasselijke zangen getuigden van hetgeen in hen omging: ‘juichende dat hunne
13
oogen mogen zien wat hunne voorouders tevergeefs hadden gewenscht’ en boden den Prins op een zilveren blad hunne zinnebeeldige sieraden ter bezichtiging aan.
Maandag 6 Juni 's morgens 9 uur had de afscheidsaudientie ten Gouvernementshuize plaats. Des namiddags trok hij langs de eerewachten en groote menigte volk naar de Steenen Trap, alwaar hij om half 5 in de tentboot stapte, die hem roeide naar het fregat ‘de Maas’. De toespraak van den Gouv. Gen. kon de Prins niet beantwoorden.
De aandoeningen en tranen benamen hem het spraakvermogen. Onder muziek en jubeltonen zette de oorlogsbodem koers naar Curaçao.
Op 11 April 1835 vierde de Maatschappij ‘Tot Nut van het Algemeen’ haar vijftigjarig bestaan. Bij deze gelegenheid werden eereteekens uitgereikt aan 2 slaven.
Moge het jaar 1935, gelijk zijne 1- en 2-eeuwsche voorgangers, stof geven tot het beschrijven van heugelijke gebeurtenissen! is de wensch van
Den schrijver
en allen die het welmeenen met het ondergedoken Suriname.
Schep moed!
Schep moed, mijn zwaarbeproefd vertrouwen, Niet droef gestaard op 't droef verleèn,
Waarop mijn toekomsthulk is stukgestrand.
Schep moed! Al spoedig zult ge aanschouwen Een lustig, blij, verjongde heden,
Zich spreidend over dit verarmde land, Dat - badend in natuur- en weeldegaven - Als in ellende en armoe ligt begraven.
Thans wordt het blijde nieuws vernomen:
Veel goud is in den bodem weer gevonden, En meer nog ligt er in verborgenheid.
Weer duidlijk is aan 't licht gekomen
14
Wat ouden voor een tijd verkondden En af en toe is voor en na gezeid:
‘Dit land kan bette tijden nog beleven, Als werkers moed tot werken wordt gegeven.’
Dan zal het fier tot Neerland spreken:
‘Meer schatten zijn in mij verborgen,
Doch 'k schenk ze alleen aan onverdroten vlijt’.
De argwaan die tracht af te breken, Zal zich met eigen hand verworgen.
De lasterzucht en 't kleingedoe ten spijt.
De radio zal aan ‘t wereldrond, vermelden:
Het armste land bezit de rijkste velden.’
De handen die naar arbeid vragen, Zij zullen naar 't gebergte tijgen,
En brood zal zijn voor allen, groot en klein.
De welvaart zal er weder dagen, De zonen zullen liefde krijgen
Voor 't land, waarin zij eens geboren zijn.
En, niet dan noode, naar den vreemde loopen.
Een wensch ... maar daar is reden om te hopen.
A.W.M.
15
De namen der maanden van het jaar.
De verdeeling van het jaar in 12 maanden dagteekent bij de Romeinen reeds van den tijd van Romulus (omstreeks 750 jaren v.C.) In een sch(r)ik(kel)-jaar, hetwelk na Julius Caesar, om de vier jaren viel, had de maand Februari 29 dagen inplaats van 28. Daartoe werd de 24e Februari dubbel gerekend, zoodat die dag zelf ad diem IV Calendae Martias (d.i. 6 dagen vóór 1 Maart) en de 25e Februari ad diem bissextum Calendae Martias genoemd werd. Een schrikkeljaar heet daarnaar ‘anus bissextillis’.
De maanden van het jaar hadden overigens hetzelfde aantal dagen en bijna dezelfde namen als bij ons, met dit onderscheid echter, dat men het jaar begon met Maart, en alzoo September de zevende maand (mensis Septimus), October de achtste maand (mensis Octavius), November de negende maand (mensis Nonus) en December de tiende maand (mensis decimus) heette.
Juli, de vijfde maand (mensis Quintilius) heeft waarschijnlijk haar naam ontleend aan Julius Caesar, die in deze maand geboren was en die den kalender verbeterde.
Eveneens is Augustus, de zesde maand (mensis Sextilius) genoemd naar keizer Augustus.
Niettegenstaande men later Januari voor de eerste maand nam, heeft men de oude namen, waaraan men gewend was, behouden.
Januari (Januarius) zoo geheeten naar den god ‘Janus’, den bestuurder van het jaar.
Februari (Februarius) naar een der goden van de onderwereld ‘Febrûus, aan wie deze maand waarschijnlijk gewijd was. De jaarlijksche reinigings- en verzoeningsfeesten
‘Februa’, werden in deze maand gevierd.
Maart (Martias) gewijd aan Mars, den dondergod.
April (Aprillis) afgeleid van ‘aperire’ (d.i. openen. (Hier wordt bedoeld de lente.
16
Mei (Majus) zoo genoemd naar de oude Indische god ‘Maia’.
Juni (Junius) vermoedelijk geheeten naar ‘Juno’, gemalin van Jupiter, koningin des hemels.
De namen van de dagen der week.
Zondag, gwijd aan de Zon.
Maandag, gewijd aan de Maan.
Dinsdag, bij de Romeinen ‘dies Martis’, dag van Mars, geheeten, (bij de Franschen Mardi, bij de Germanen de dag, gewijd aan den god Tius (Eng. Tuesday, oud Duitsch Tio) waarvan de Hoogd. ‘dienstag, Ned. Dinsdag.
Woensdag, dag van Wodan of Wuotan (oud Hoogd., Noorsch Odin) de stamvader der goden, de windgod, de god van de vruchtbaarheid en den krijg. Wodansdag, (Eng. Wednesday).
Donderdag (Duitsch Donnerstag, Eng. Thursday, Zweedsch Thorsdag, Deensch Thorsday), ter eere van den god Donar of Thor, die wolken en regen gebood en zich door bliksem en donder aankondigde. De Fr. benaming: ‘jeudi’ is gevormd uit het latijnsch jocis dies, de dag van Jupiter.
Witte Donderdag, de Donderdag voor Paschen, bij de Duitschers groene, bij de Franschen heilige Donderdag. Vette Donderdag (jeudi gras), Donderdag na Aschdag.
Vrijdag, gewijd aan Freia of Freya (oud Hoogd. Frouwá, d.i. heerscheres.
Zaterdag, gewijd aan Saturnus (Gr. Kronos) tijdgod, god en beeld van den allesverslindenden tijd.
17
Overzichtskalender 1935.
Januari
27 20
13 6
Zondag
28 21
14 7
Maandag
29 22
15 8
1 Dinsdag
30 23
16 9
2 Woensdag
31 24
17 10
3 Donderdag
25 18
11 4
Vrijdag
26 19
12 5
Zaterdag Februari
24 17
10 3
Zondag
25 18
11 4
Maandag
26 19
12 5
Dinsdag
27 20
13 6
Woensdag
28 21
14 7
Donderdag
22 15
8 1
Vrijdag
23 16
9 2
Zaterdag Maart
31 24
17 10
3 Zondag
25 18
11 4
Maandag
26 19
12 5
Dinsdag
27 20
13 6
Woensdag
28 21
14 7
Donderdag
29 22
15 8
1 Vrijdag
30 23
16 9
2 Zaterdag April
28 21
14 7
Zondag
29 22
15 8
1 Maandag
30 23
16 9
2 Dinsdag
24 17
10 3
Woensdag
25 18
11 4
Donderdag
26 19
12 5
Vrijdag
27 20
13 6
Zaterdag Mei
26 19
12 5
Zondag
27 20
13 6
Maandag
28 21
14 7
Dinsdag
29 22
15 8
1 Woensdag
30 23
16 9
2 Donderdag
31 24
17 10
3 Vrijdag
25 18
11 4
Zaterdag Juni
30 23
16 9
2 Zondag
24 17
10 3
Maandag
25 18
11 4
Dinsdag
26 19
12 5
Woensdag
27 20
13 6
Donderdag
28 21
14 7
Vrijdag
29 22
15 8
1 Zaterdag Juli
28 21
14 7
Zondag
29 22
15 8
1 Maandag
30 23
16 9
2 Dinsdag
31 24
17 10
3 Woensdag
25 18
11 4
Donderdag
26 19
12 5
Vrijdag
27 20
13 6
Zaterdag Augustus
25 18
11 4
Zondag
26 19
12 5
Maandag
27 20
13 6
Dinsdag
28 21
14 7
Woensdag
29 22
15 8
1 Donderdag
30 23
16 9
2 Vrijdag
31 24
17 10
3 Zaterdag September
29 22
15 8
1 Zondag
30 23
16 9
2 Maandag
24 17
10 3
Dinsdag
25 18
11 4
Woensdag
26 19
12 5
Donderdag
27 20
13 6
Vrijdag
28 21
14 7
Zaterdag October
27 20
13 6
Zondag
23 21
14 7
Maandag
29 22
15 8
1 Dinsdag
30 23
16 9
2 Woensdag
31 24
17 10
3 Donderdag
25 18
11 4
Vrijdag
26 19
12 5
Zaterdag November
24 17
10 3
Zondag
25 18
11 5
Maandag
26 19
12 5
Dinsdag
27 20
13 6
Woensdag
28 21
14 7
Donderdag
29 22
15 8
1 Vrijdag
30 23
16 9
2 Zaterdag December
29 22
15 8
1 Zondag
30 23
16 9
2 Maandag
31 24
17 10
3 Dinsdag
25 18
11 4
Woensdag
26 19
12 5
Donderdag
27 20
13 6
Vrijdag
28 21
14 7
Zaterdag
18
Januari, 31 dagen.
Doodtij 14 en 29.
Springtij 7 en 22.
N.M. 5 E.K. 12 V.M. 19 L.K. 27
Pbo n.m.
Hoogw v.m.
Maanstanden, Feestd.
datum dag
2.15 2.10
Nieuwjaar 1 Dinsdag
3.15 3.05
2 Woensdag
4.05 4.00
3 Donderdag
5.00 4.50
4 Vrijdag
5.50 5.40
N.M.
5 Zaterdag
6.40 6.30
Drie koningen 6 Zondag
7.30 7.15
7 Maandag
8.25 8.05
8 Dinsdag
9.25 8.55
9 Woensdag
10.20 9.50
10 Donderdag
11.25 10.50
11 Vrijdag
- 11.50
E.K.
12 Zaterdag
12.55 12.30
13 Zondag
1.55 1.35
14 Maandag
2.55 2.35
15 Dinsdag
3.50 3.30
16 Woensdag
4.35 4.15
17 Donderdag
5.15 4.55
18 Vrijdag
5.50 5.35
V.M.
19 Zaterdag
6.25 6.10
20 Zondag
7.00 6.40
21 Maandag
7.35 7.10
22 Dinsdag
8.05 7.45
23 Woensdag
8.45 8.15
24 Donderdag
9.25 8.50
25 Vrijdag
10.15 9.30
26 Zaterdag
11.15 10.20
L.K.
27 Zondag
- 11.20
28 Maandag
12.25 12.25
29 Dinsdag
1.40 1.30
30 Woensdag
2.45 2.40
31 Donderdag
19
Geschiedkundige aanteekeningen.
Afschaffingvan hot kaartengeld Alle kaarten 1827
1 J.
moeten worden ingewisseld in
Nederlaudsche gouden en zilveren specie, tegen eene koers, van 310 ten 100.
De Electrische Centrale in werking getreden,
1932 2 J.
voorloopig de particuliere aansluitingen.
De vereeniging ‘Het Groene Kruis’ reikt haar 1927
3 J
eerste eereteeken uit aan dr Lampe, als blijk van waardeering der door hem bewezen diensten.
Avondschool voor
ambachtslieden opgericht 1880
4 J.
door den onderwijzer O'Ferrall
Afkondiging van het besluit tot nadere 1909
5 J.
vaststelling van lijsten van geneesmiddelen en
benoodigdheden voor de apotheken en van
hospitaalfournituren en kleeding op plantages en gronden, waar immigranten zijn.
Het bezit der kolonie aan de W.-I. Compagnie voor 1633
6 J.
260 duizend gulden overgedragen.
Onthulling v.h. standb. van Mr. G.H. Barnet Lyon.
1908 7 J.
Een Nederlandsch eskader neemt de kolonie van de Engelschen over
1816 8 J.
Aankomst van het eerste stoomsch. Clyde uit Eng, 1842
9 J.
Het Hof van Pol. en Crimin. Justitie verbiedt 1686
10 J.
het begraven bij de Hervormde kerk.
Hevige schok van aardbeving.
1839 11 J.
Gouv. Van Heeckeren beveelt de commissie, 1836
12 J.
belast met het inschrijven van schutterplichtigen, een register te vormen, waarin de wettig en onwettig geborenen, de
vrijgeborenen en de gemanumiteerden gesplitst worden.
M.S. Bromet, stichter van de Vr. Evang. geboren.
1839 13 J.
Pastoor Donders, de vader van de leprozen te Bat. † 1887
14 J.
Johannis Heinsius
benoemd tot. Gouverneur.
1678 15 J.
Aankomst van gouverneur W.B. van Panhuys, ter 1816
16 J.
vervanging van den Engelschen gouverneur Bonham.
Invoering eene nieuwe belasting op in- en uitvoer 1971
17 J.
van binnenlandsche producten, welke strekken moet tot bijdrage in de verdedigingskosten tegen de wegloopers
Aanvang met den bouw van de Havelaarssluis.
1987 18 J.
Opening van de
polikliniekschool achter het hosp.
1931 19 J.
Eerste opvoering door het tooneelgezelschap Thalia.
1840 20 J.
Zware brand te Paramaribo, 400 gebouwen.
1821 21 J.
Johan Mahony aanvaardt het bestuur.
1716 22 J.
Wigbold Crommelin erkend als gouverneur ad int,
1757 23 J.
Dr. H.D. Benjamins, oud insp. van het onderwijs † 1933
24 J.
Aardbeving met
onderaardsch gerommel.
1910 25 J.
Codjo, Mentor en Present, brandstichters,
terechtgsteld.
1833 26 J.
Een vloot van 32 koopvaardijschepen, 1805
27 J.
geladen met prod. zeilt onder geleide van een Britsch oorlogsschip uit.
Zeeland komt overeen omtrent de forten.
1672 29 J.
Jhr. Mr. de Savoruin Lobman aavaardt het bestuur.
1896 30 J.
Aan de gedeputeerden der Alg. St. wordt bericht dat 1670
31 J.
Zeeland bereidd ise kolonie af te staan.
20
Februari, 28 dagen
Doodtij 12 en 28.
Springtij 5 en 20.
N.M. 3 E.K. 10 V.M. 18 L.K. 26
Pbo n.m.
Hoogw. v.m.
Maanstanden, Feestd.
datum dag
3.45 3.35
1 Vrijdag
4.45 4.30
2 Zaterdag
5.35 5.20
N.M.
3 Zondag
6.30 6.10
4 Maandag
7.20 7.00
5 Dinsdag
8.10 7.45
6 Woensdag
9.00 8.35
7 Donderdag
9.55 9.25
8 Vrijdag
10.50 10.20
9 Zaterdag
11.55 11.20
E.K.
10 Zondag
12.25 -
11 Maandag
1.30 1.05
12 Dinsdag
2.35 2.10
13 Woensdag
3,30 3,05
14 Donderdag
4.15 3.55
15 Vrijdag
4.55 4.35
16 Zaterdag
5.30 5.15
17 Zondag
6.05 5.45
V.M.
18 Maandag
6.35 6.20
19 Dinsdag
7.10 6.50
20 Woensdag
7.40 7.15
21 Donderdag
8.15 7.50
22 Vrijdag
8.50 8.20
23 Zaterdag
9.40 9.00
24 Zondag
1.035 9.45
nbdp 25 Maandag
11.45 10.45
L.K.
26 Dinsdag
- 11.55
27 Woensdag
1.15 1.00
28 Donderdag
21
Geschiedkundige aanteekenigen.
Vaststelling op de
huurwaarde van gebouwen te Pbo.
1734 1 F.
Gouverneur Van Sommelsdijck knoopt 1685
2 F.
vriendschap aan met de Indianen.
Commandeur Bernhard Texier als gouv.
ingehuldigd.
1780 3 F.
Het Hof besluit een beloouing toe te kennen 1767
4 F.
voor het waarnemen van het predikambt te
Paramaribo, aan den predikant Johanson.
Eerste steenlegging van de tegenwoordige Hervormde kerk te Paramaribo.
1833 5 F.
Afkondiging van het Koninklijk Besluit, waarbij 1832
6 F.
de heffing van invoerrechten wordt gesteld op 5 procent.
Plechtige inwijding van het Roomsch-kath
1836 7 F.
kerkgegebouw op het leprozenetablissement Batavia.
Afkondiging van de verordening, waarbij het 1839
8 F.
Gouv. zich machtigt slaven die zich verdienstelijk hebben gemaakt, vrij te koopen voor den maxim.
prijs van f 1200.
Vrede te Westininster; de kolonie aan de Alg State.
1674 9 F.
Brand op de reede van Paramaribo; de N,- Am, 1872
10 F.
bark May Queen, met een
lading petroleum, afgebrand
Gouv. Crommelin deelt het plan mede, om de
1760 11 F.
troepenmacht met zes honderd man te vermeerderen.
Opheffing van de militaire post te Nw Amsterdam 1907
12 F.
Malversatie van boter in het Militair Hospitaal.
1902 13 F.
Spaansche hulptroepen alhier aangekomen.
1799 14 F.
Op herhaald verzoek van de Joodsche regenten 1785
15 F
wordt de resolutie ingetrokken, waarbij de Joodsche burgers vrijgesteld worden voortaan bij festiviteiten onder de wapens te komen.
Philips Julius Lichtenberg legt den eed van
3638 16 F.
getrouwheid af in handen van Abraham Krijnssen, William Biam, majoor, treedt af.
1667 17 F.
Het Hof besluit om brandbluschmiddelen uit Nederland te ontbieden.
1745 18 F.
Eerste volksfeest op konings verjaardag gevierd.
1860 19 F.
46 Amsterdamsche
kooplieden wenden zich bij 1845
21 F.
rekest tot de Tweede kamer, waarbij zij den gouv. Elias beschuldigen van autooratie en
schending der grondwet Verbod van kruit en schietgeweer zonder vergunning
1780 22 F.
Opening van het Anetta bedehuis.
1902 23 F.
Resolutie, waarbij het Hof belast wordt met correctie 1730
24 F.
en inventaris tot vaststelling van de oorlogsschatting aan Cassard.
Brand in de Keizerstraat naast de synagoge; drie 1827
25 J
huizen afgebrand, het vierde neergehaald.
C.P. Rier sticht de Surin.
aptisten vereeniging 1899
26 F.
Het R.-K. weeshuis aan de Gravenstraat geopend.
1868 27 F.
Oprichting van de Christel.
Onderwijzersvereeniging Broederschap’.
1892 28 F.
22
Maart, 31 dagen
Doodtij 14 en 30.
Springtij 7 en 22.
N.M. 5, E.K. 12, V.M. 20, L.K. 28.
Pbo n.m Hoogw. v.m.
Maanstanden, Feestd.
datum dag
2.25 2.10
1 Vrijdag
3.30 3.15
2 Zaterdag
4.30 4.10
3 Zondag
5.20 5.05
4 Maandag
6.10 5.55
N.M.
5 Dinsdag
7.00 6.40
Aschdag.
6 Woensdag
7.45 7.25
7 Donderdag
8.35 8.10
8 Vrijdag
9.25 9.00
9 Zaterdag
10.20 9.50
10 Zondag
11.15 10.45
11 Maandag
- 11.50
E.K.
12 Dinsdag
12 55 12.20
13 Woensdag
2.05 1.30
14 Donderdag
3.00 2.30
15 Vrijdag
3.45 3.20
16 Zaterdag
4.25 4.00
17 Zondag
5.05 4.40
18 Maandag
5.40 5.15
Poeriemfeest.
19 Dinsdag
6.15 5.50
V.M.
20 Woensdag
6.45 6.20
21 Donderdag
7.15 6.55
22 Vrijdag
7.50 7.25
23 Zaterdag
8.30 8.00
24 Zondag
9.20 8.40
25 Maandag
10.15 9.30
26 Dinsdag
11.20 10.30
27 Woensdag
- 11.40
L.K.
28 Donderdag
12.55 12.30
29 Vrijdag
2.10 1.45
30 Zaterdag
3.10 2.50
31 Zondag
23
Geschiedkundige aanteekeningen.
Eerste uitgifte van het Gouvernementsblad.
1817 1 M.
Cursus in de Maleische taal voor ambtenaren, geopend 1912
2 M.
in de Heudrikschool; duur 6 maanden.
Afkondiging eener nieuwe wet op het Onderwijs.
1886 3 M.
Inwijding van de Roomsch-katholieke kathedraal.
1862 4 M.
Abraham Krijnssen bemachtigt het fort 1667
5 M.
waaraan hij den naam
‘Zeelandia’ geeft.
Gouverneur Mauricius, de Societeit en de Raden van 1748
6 M.
Politie verbinden zich regeling van zaken te treffen teneinde een einde te maken aan de
heersenende
ontevredenheid over den staat van de forten.
Krachtens Gouvernements resolutie wordt het Nederl.
1911 7 M.
wapen als dat van Suriname verklaard.
De eerste munten door gouverneur Heinsius in 1785
8 M.
gebruik gesteld; door de Staten verboden.
De weg tusschen Albina en Moengo: de Weyneweg.
1927 9 M.
Jan van Scharphuisen, gouverneur, aangekomen, 1689
10 M.
Inwijding van de Vrije Evangelisatiekerk.
1888 11 M.
De Oude Oranjetuin, waar thans de Hervormde kerk 1801
12 M.
staat, gesloten: de begraafplaats over de Fiottebrug aangelegd.
Aankomst van het eerste bacovenschip ‘Suriname’.
1908 13 M.
Feestelijke inwijding van het Militaire Tehuis.
1897 14 M.
Koning Willem II overleden.
1849 16 M.
Krachtens nota van de Engelsche Regeering wordt 1918
17 M.
aan de emigratie uit Britsch-Indië stop gezet.
M.L.E. Vlier, schrijfster van de Sur. gesch., geboren.
1828 19 M.
Mr. W. de Gruyter, gouverneur, 1707
20 M.
Inwijding van de
electrische centrale te Nw Nickerie,
1727 21 M.
Pieter Versterre
luitnt-gouv. overleden;
Abel Tisso.
1677 22 M.
Vaststelling van een boete van f 500 voor allen die 1781
23 M.
meten en wegen met ongeijkte maten en gewichten.
Generaal pardon aan alle militaire veroordeelden, ter 1841
24 M.
eere van de
troonsbeklimming van koning Willem II.
Aankomst van den Italiaanschen vlieger de Pinedo.
1927 25 M.
Aankomst van 3 Amerikaansche vliegtuigen.
1927 26 M.
Opr. van het
quarantaine-hospitaal op post Leyden.
1854 27 M.
Eerste verscheping van bacoven naar New-York.
1908 28 M.
De Prins van Oranje legt den eed van getrouwheid 1877
30 M.
aan de grondwet af, als Willem II.
Het magazijn van de koloniale Vaartuigen afgebrand.
1875 31 M.
24
April, 30 dagen,
Doodtij 12 en 28 Springtij 5 en 21
N.M. 3 E.K. 10 V.M. 19 L.K. 26
Pbo n.m.
Hoogw. v.m, Maanstanden,
Feestd.
datum dag
4.10 3.45
1 Maandag
5.00 4.40
2 Dinsdag
5.50 5.30
N.M 3 Woensdag
6.40 6,20
4 Donderdag
7.25 7.05
5 Vrijdag
8.10 7.50
6 Zaterdag
9.00 8.35
7 Zondag
9.50 9.25
8 Maandag
10.40 10.20
9 Dinsdag
11.35 11.15
E.K.
10 Woensdag
12.20 -
11 Donderdag
1.20 12.35
12 Vrijdag
2.15 1.35
13 Zaterdag
3,05 2,25
Palmzondag 14 Zondag
3.50 3.15
15 Maandag
4.30 4.00
16 Dinsdag
5.10 4.40
17 Woensdag
5.45 5.15
Isr. Paschen, Witte Dd.
18 Donderdag
6.20 5.55
V.M. Goede Vrijdag 19 Vrijdag
6.55 6.30
20 Zaterdag
7.55 7.05
1e Paschen 21 Zondag
8.20 7.45
2e Paschen 22 Maandag
9,10 8.30
23 Dinsdag
10.05 9.25
24 Woensdag
11.05 10.25
Laatste Isr.
Paaschdag 25 Donderdag
- 11.35
L.K.
26 Vrijdag
12.40 12.10
27 Zaterdag
1.50 1.15
28 Zondag
2.50 2.20
29 Maandag
3.50 3.20
Verj. Pr. Juliana 30 Dinsdag
25
Geschiedkundige aanteekeningen.
Brand aan de
Gouvernements smederij aan de Saramaccastraat.
1875 1 A.
Koninklijk besluit tot gelijkstelling van de Joden met de andere gezindten.
1824 2 A.
Maurits de Rama aanvaardt het bestuur.
1667 3 A.
Gouverneur Van Asch van Wijck deelt, naar
1895 4 A.
aanleiding van verschil van meening over het
tegenwoordig regeeringsbeleid der kolonie, aan den Minister mede, dat hij tot uiterlijk Mei aan 't bestuur wenscht te blijven.
Een verordening tot het in het leven roepen van een 1890
5 A.
kamer van koophandel, afgekondigd.
Publicatie van het
Koninklijk besluit waarbij 1845
6 A.
de 6 heemraden tot leden van den Kolonialen Raad worden benoemd.
Een rekest van vele ingezetenen, teneinde 1774
7 A.
schorsing der vele
gerechtelijke vervolgingen wegens schulden te
verkrijgen, wordt door het Hof afgewezen.
Gouverneur Van Raders verlaat de kolonie.
1852 8 A.
Eerste rit van de omnibus;
ondernemer J. Farinha.
1897 10 A.
Viering van het 50-jarig bestaan van de Maatsch 1835
11 A.
Tot Nut van 't Algemeen.
Eereteekens geschonken aan twee slaven.
Vanwege het bestuur wordt ter waarde van 500 duizend 1918
12 A.
gulden zilverbons uitgegeven, tertijdelijke voorziening in de schaarschte aan zilveren munt.
Inwijding van het Luthersche kerkgebouw.
1747 13 A.
Aankomst van de Oranje Nassau.
1884 14 A.
Plechtige inwijding van
‘Surinaamsch ‘Mettray’.
1857 15 A.
Eerste steenlegging van de Hoogd. 1sr. synagoge.
1755 17 A.
Het eerste draadloos bericht van Cayenne ontvangen
1921 18 A.
Heinrich Wladimir Albert Ernst, ex-prinsgemaal, geb.
1876 19 A.
Gouverneur Lohman vraagt telegrafisch zijn ontslag.
1891 20 A.
Mr. Elias, op herhaald verzoek, eervol ontslag als gouverneur verleend.
1859 21 A.
Rouwdienst, in de Evang.
Broederkerk, gewijd aan de 1910
22 A.
omgekomenen aan boord van de Prins Wilem II, Vaststelling van een reglement op het brandwezen 1827
23 A.
Oprichting van het Roomsch-katholieke 1910
24 A.
nonnenklooster aan de Keizerstraat.
31 Engelsche
oorlogsschepen vertoonen zich dicht aan de kust.
1804 25 A.
Er wordt een besluit genomen om uit Nederland 1731
27 A.
een dansmeester te ontbieden voor de blanke jeugd.
Het Engelsch eskader stevent de Surinamerivier 1804
28 A.
op tot grooste ontsteltenis van bestuur en ingezetenen.
Prinses Juliana geboren.
1909 30 A.