De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
bron
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925. Van Ommeren, Paramaribo 1925
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_sur001192501_01/colofon.php
© 2010 dbnl
HARRY VAN OMMEREN
1876-1923.
π7
Voorwoord.
Als oud bekende en nuttig werk behoeft De Vraagbaak, bij haar wederverschijnen, geen bijzondere aanbeveling.
Het groote gemis, dat door velen in de laatste vier jaren is gevoeld, toen zij, wegens omstandigheden, onafhankelijk van den wil des uitgevers, niet kon verschijnen, getuigt reeds voldoende voor de behoefte waarin zij voorziet.
De Vraagbaak verschijnt thans in grooteren omvang dan in de vorige jaren. Gestreefd is zooveel mogelijk naar volledigheid, doch de uitgevers vleien zich geenszins met de hoop, dat dit ten volle is bereikt.
Zij doen dan ook een beroep op het publiek, om door opmerkingen en nuttige wenken mede te werken, dat de inhoud van De Vraagbaak haar naam steeds meer eer moge aandoen.
De uitgevers spreken het vertrouwen uit, dat deze uitgave een gunstig onthaal moge te beurt vallen, evenals te voren, toen de vroegere, onvergetelijke uitgever er zelf aan kon arbeiden.
Aan diens nagedachtenis te dezer plaatse een eere-saluut!
Paramaribo, 16 Februari 1925.
De uitgevers,
ERVEN H. VAN OMMEREN.
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
Harry van Ommeren.
1876-1923.
In zijn ijver en onvermurwbaarheid ontziet de dood niemand en niets: personen, begaafdheden, kronen noch volkeren.
Hij moet steeds zijn jaarlijksche oogst hebben. Hij onderscheidt geen ras of kleur, armoede of welgesteldheid, onbeschaafdheid of intellect.
De verliezen welke hij dikwijls toebrengt aan de gemeenschap zijn dan ook droevig niet alleen, maar zelfs noodlottig.
Want waarlijk, zooveel groote mannen, zooveel persoonlijkheden bezitten wij niet, dat het verscheiden van een hunner enkel droefheid teweeg brengt in engeren kring omdat hij daar dierbaar was; er verdwijnt met hem nog iets meer, juist hetgeen in ons land en in onzen tijd meer dan dat noodig blijkt.
Er komt een plaats leeg, men vraagt zich met een zeker gevoel van ongerustheid af: Wie zal haar kunnen innemen?
Zoo is het ook geweest bij het heengaan van Harry Van Ommeren.
Zijn overlijden veroorzaakte een gevoel als van schepelingen te midden van een hooge zee, die niemand minder verloren dan de kundigen, terecht hoog geschatten gezagvoerder. Men ziet elkaar verslagen en bedrukt aan, terwijl onbewust op de lippen komt de vraag: Waar gaan wij nu?
Want boven alles: Harry van Ommeren was een persoonlijkheid, een krachtige persoonlijkheid die zich gelden liet waar of wanneer ook, onder alle omstandigheden.
Wie hierom echter in Van Ommeren zou zoeken een zekere hoovaardigheid, pose of gewichtigdoenerij zou ten zeerste teleurgesteld heengaan: deze begrippen waren Van Ommeren niet alleen vreemd, maar zelfs antipathiek.
Geen breed gebaar, geen rethorische pathos misbruikte hij om een geheel complex
van gedachten in beweging te zetten. Zijn diep gevoels- en denkleven zonder meer,
was hem voldoende om elk probleem helder en scherp te belichten, om aan te toonen
hoe hij stond ten opzichte van iedere kwestie en om te toonen dat zijn houding bepaald
was door zijn vaste overtuiging, welke hem
π10
was geboren geworden na wel overwegen van het voor en het tegen van de zaak.
Zijn meening ontaardde echter nimmer in fanatisme, ofschoon hij niet dan door de overtuiging er toe kon worden gebracht voor een betere meening de zijne prijs te geven.
Wist hij te waardeeren hetgeen waardeering waard was, zijn ontroering of verontwaardiging uitte hij dan ook even openlijk, soms in scherpe bewoordingen of in een koddigen, soms sarcastischen uitval....
*
**
Een biographie schrijven van een man als Harry van Ommeren is geen
gemakkelijke taak en de taak wordt des te moeilijker voor hem, die deze op zich neemt, wanneer hij door bijzondere vriendschapsbanden aan deze, thans tot de Heer der Heeren heengegane, verbonden was.
Immers bij het neerpennen van haast elke letter wellen gedachten op van saâm beleefde en met elkaar gedeeld lief en leed; dan wordt het verleden weer doorleefd, de schrijnende smart van het scheiden weer opgewekt en maakt dit alles een geregelde gedachtengang haast onmogelijk.
Neemt men hierbij in aanmerking de omstandigheid dat hier aan het gevoelde geen uiting kan worden gegeven zooals verlangd wordt, omdat buitenstanders en
niet-begrijpenden van hetgeen thans in het hart wordt gevoeld, ons licht van
overdrijving zullen beschuldigen, dan zal men ook kunnen begrijpen dat wij niet dan aarzelend de taak op ons namen en alleen omdat wij daartoe werden aangezocht door belanghebbenden.
Harry Van Ommeren werd geboren te Paramaribo, den 8n October 1876; hij bezocht in zijn prille jeugd de school van den onderwijzer Th. Juda, het tegenwoordige hoofd van de Van Sypesteynschool en was een der eerste leerlingen van de Gecombineerde School, thans Hendrikschool, die deze laatste inrichting met het diploma in 1892 verliet.
Reeds op de schoolbanken gaf hij blijk van groote wilskracht en een helder verstand; hij was een dankbare leerling; alles was voor hem bereikbaar en waren zijne ouders in staat geweest hem eene Europeesche opleiding te geven, wij zijn ervan overtuigd, Van Ommeren zou niet nalaten te trachten de hoogste sport van de maatschappelijke ladder te bereiken.
Na het verlaten van de school, koos hij het beroep van landmeter. Aan deze beroepskeuze is o.i. niet vreemd zijn buurschap met den heer Julius Muller voor wie Van Ommeren een bijzondere liefde en vereering gevoelde. Zijn
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
opleiding tot landmeter ontving hij dan ook o.a. van den heer Muller wien hij, niettegenstaande in den loop der tijden veel gedachtenwrijving tusschen deze twee Suriname's beste zonen ontstond, steeds bleef liefhebben en waardeeren en waarvan blijk wordt gegeven door de door Van Ommeren geschreven biographie van dezen grooten Surinamer.
Het beroep van landmeter waartoe hij, na afgelegd examen, in 1895 werd
toegelaten, schonk hem echter op den duur geen bevrediging; hij gevoelde zich meer aangetrokken door de journalistiek. Reeds als jongeling waren tal van artikelen van zijn hand verschenen in het periodiek ‘Kennis Adelt’ en in ‘De Nieuwe Surinaamsche Courant.’ Toen reeds gaf Van Ommeren blijk van groote zeggenskracht en fijne taalkennis, welke zich in de latere jaren bizonder ontwikkelde, dank zijn omgang met Dr. Guillaume Vanier, die de beweging van '80 in Nederland had medegemaakt en, zelf niet van litteratorische aanleg ontbloot, vele vrienden had onder die jonge litteratoren en die tijdgeest op dit gebied in Suriname zijn intrede deed maken.
In 1904 werd, toen de heer David Morpurgo, redacteur en eigenaar van het nieuwsblad ‘Suriname’, om gezondheidsredenen de redactie in andere handen wenschte over te dragen, Van Ommeren daartoe aangezocht, van wie de roep uitging dat hij een goed stilist was en de dingen durfde zeggen, zooals ze door hem werden ingezien, zonder aanzien des persoons.
Gedurende de jaren waarin hij de redactie van het blad voerde, had hij de gelegenheid zich te ontplooien, en blijken te geven van levendige stijl, groote woordenrijkdom en woordenkeus, scherp verstand en groote scherpzinnigheid.
Hij kon verpletteren onder de mokerslagen van zijn bijtende spot, diep wonden met al de scherpte van zijn woord en pen, want hij was een trouwe vriend, maar ook een geweldig en hartstochtelijk tegenstander. Hij streed echter met eerlijke wapens en nooit wierp hij met vuil. Gehaat was hij dan ook niet, maar wel gevreesd, omdat zelfs zij die door hem aangevallen werden, wisten dat hij geloofde in de
rechtmatigheid van zijn aanval; nooit werd dan ook aan zijn eerlijkheid getwijfeld.
Hoe Van Ommeren verder zijn plicht als journalist opvatte en uitvoerde, kan blijken uit de courantenboeken van ‘Suriname’ en zal, naar wij hopen, te zijner tijd door de een of andere geschiedschrijver worden geboekstaafd.
Wij willen nog memoreeren wat Harry van Omme-
π12
ren is geweest als volksvertegenwoordiger. Wij zien hem zijn intrede in het College der Koloniale Staten doen in het jaar 1909, daartoe aangezocht o.a. door den heer A.J. baron Schimmelpenninck van der Oye, nu wijlen, die, na als Administrateur van Financiën zijn eervol ontslag met pensioen uit 's Lands dienst verkregen te hebben, zich als ambteloos burger in ons midden metterwoon had gevestigd en een levendige belangstelling voor de publieke zaak toonde.
Hoe Van Ommeren aan de van hem in die dagen gekoesterde verwachting heeft beantwoord; hoe hij zijn taak in dat College heeft vervuld; hoe hij de belangen van zijne medeburgers en van het land zijner geboorte, dat hem zoo na aan het harte ging, heeft voorgestaan en behartigd; daar getuigen niet alleen de Handelingen der Koloniale Staten van, maar vriend en vijand moeten het hem nageven dat hij was de onvermoeide strijder, die door onze nazaten zal worden geëerd als een die zijn land innig heeft lief gehad en zich zelf heeft opgeofferd om de belangen van het land zijner geboorte te behartigen.
Hoe vrienden en tegenstanders denken over Van Ommeren kan blijken uit de vele artikelen verschenen in verschillende couranten, na zijn overlijden in den avond van 31 October 1923, op 47-jarigen leeftijd.
Ons schrijnt nog het hart van scheidenswee bij het bedenken van hetgeen wij met dezen, onzen besten vriend, ten grave brachten en het is alleen omdat wij hebben leeren kennen en beseffen Godes grootste gave aan de menschheid: ‘de kracht der berusting in Zijn wil’, dat wij in staat zijn geweest deze taak te vervullen.
Moge het voorbeeld door Van Ommeren gegeven en de banier door hem geheven ook door de nazaten in zijn geest worden gevolgd. -
P.A.M.
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
Overzichts-kalender 1925.
Januari.
25 18-
11- 4-
ZO.
26 19-
12- 5-
Ma.
27 20-
13- Di. 6-
28 21-
14- 7-
Wo.
29 22-
15- 8-
1- Do.
30 23-
16- 9-
2- Vr.
31 24
17- 10-
Za. 3- Februari.
22 15-
8- 1-
ZO.
23 16-
9- 2-
Ma.
24 17-
10- Di. 3-
25 18-
11- 4-
W.
26 19-
12- 5-
Do.
27 20-
13- 6-
Vr.
28 21-
14- Za. 7-
Maart.
29 22-
15- 8-
1- ZO.
30 23-
16- 9-
2- Ma.
31 24-
17- 10-
Di. 3-
- 25
18- 11-
4- Wo.
- 26
19- 12-
5- Do.
- 27
20- 13-
Vr. 6-
- 28
21- 14-
Za. 7- April.
26 19-
12- 5-
ZO.
27 20-
13- Ma. 6-
28 21-
14- Di. 7-
29 22-
15- 8-
1- Wo.
30 23-
16- 9-
2- Do.
- 24
17- 10-
Vr. 3-
- 25
18- 11-
4- Za.
Mei.
31 24-
17- 10-
3- ZO.
- 25
18- 11-
Ma. 4-
- 26
19- 12-
5- Di.
- 27
20- 18-
6- Wo.
- 28
21- 14-
7- Do.
- 29
22- 15-
8- Vr. 1-
- 30
23- 16-
9- 2-
Za.
Juni.
28 21-
14- 7-
ZO.
29 22-
15- 8-
Ma. 1-
30 23-
15- 9-
2- Di.
- 24
17- 10-
3- Wo.
- 25
18- 11-
4- Do.
- 26
19- 12-
Vr. 5-
- 27
20- 13-
6- Za.
Juli.
26 19-
12- 5-
ZO.
27 20-
13- Ma. 6-
28 21-
14- 7-
Di.
29 22-
15- 8-
1- Wo.
30 23-
16- 9-
2- Do.
31 24-
17- 10-
Vr. 3-
- 25
18- 11-
4- Za.
Augustus.
30 23-
16- 9-
2- ZO.
31 24-
17- 10-
Ma. 3-
- 25
18- 11-
4- Di.
- 26
19- 12-
5- Wo.
- 27
20- 13-
Do. 6-
- 28
21- 14-
Vr. 7-
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
September.
27 20-
13- 6-
ZO.
28 21-
14- Ma. 7-
29 22-
15- 8-
1- Di.
30 23-
16- 9-
2- Wo.
- 24
17- 10-
3- Do.
- 25
18- 11-
Vr. 4-
- 26
19- 12-
5- Za.
October.
25 18-
11- 4-
ZO.
26 19-
12- Ma. 5-
27 20-
13- 6-
Di.
28 21-
14- 7-
Wo.
29 22-
15- 8-
1- Do.
30 23-
16- 9-
Vr. 2-
31 24-
17- 10-
3- Za.
November.
29 22-
15- 8-
1- ZO.
30 23-
16- 9-
Ma. 2-
- 24
17- 10-
3- Di.
- 25
18- 11-
4- Wo.
- 26
19- 12-
5- Do.
- 27
20- 13-
Vr. 6-
- 28
21- 14-
7- Za.
December.
27 20-
13- 6-
ZO.
28 21-
14- Ma. 7-
29 22-
15- 8-
1- Di.
30 23-
16- 9-
2- Wo.
31 24-
17- 10-
Do. 3-
- 25
18- 11-
Vr. 4-
- 26
19- 12-
5-
Za.
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
Overzichts-kalender 1926.
Januari.
31 24-
17- 10-
3- ZO.
- 25
18- 11-
4- Ma.
- 26
19- 12-
Di. 5-
- 27
20- 13-
6- Wo.
- 28
21- 14-
7- Do.
- 29
22- 15-
8- 1-
Vr.
- 30
23- 16-
9- Za. 2-
Februari.
28 21-
14- 7-
ZO.
- 22
15- 8-
1- Ma.
- 23
16- 9-
Di. 2-
- 24
17- 10-
3- Wo.
- 25
18- 11-
4- Do.
- 26
19- 12-
5- Vr.
- 27
20- 13-
Za. 6- Maart.
28 21-
14- 7-
ZO.
29 22-
15- 8-
1- Ma.
30 23-
16- 9-
Di. 2-
31 24-
17- 10-
3- Wo.
- 25
18- 11-
4- Do.
- 26
19- 12-
Vr. 5-
- 27
20- 13-
Za. 6- April.
25 18-
11- 4-
ZO.
26 19-
12- Ma. 5-
27 20-
13- Di. 6-
28 21-
14- 7-
Wo.
29 22-
15- 8-
1- Do.
30 23-
16- 9-
Vr. 2-
- 24
17- 10-
3- Za.
Mei.
30 23-
16- 9-
2- ZO.
31 24-
17- 10-
Ma. 3-
- 25
18- 11-
4- Di.
- 26
19- 12-
5- Wo.
- 27
20- 13-
6- Do.
- 28
21- 14-
Vr. 7-
- 29
22- 15-
8- 1-
Za.
Juni.
27 20-
13- 6-
ZO.
28 21-
14- Ma. 7-
29 22-
15- 8-
1- Di.
30 23-
16- 9-
2- Wo.
- 24
17- 10-
3- Do.
- 25
18- 11-
Vr. 4-
- 26
19- 12-
5- Za.
Juli
25 18-
11- 4-
ZO.
26 19-
12- Ma. 5-
27 20-
13- 6-
Di.
28 21-
14- 7-
Wo.
29 22-
15- 8-
1- Do.
30 23-
16- 9-
Vr. 2-
31 24-
17- 10-
3- Za.
Augustus.
29 22-
15- 8-
1- ZO.
30 23-
16- 9-
Ma. 2-
31 24
17- 10-
3- Di.
- 25
18- 11-
4- Wo.
- 26
19- 12-
Do. 5-
- 27
20- 13-
Vr. 6-
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
September.
26 19-
12- 5-
ZO.
27 20-
13- Ma. 6-
28 21-
14- 7-
Di.
29 22-
15- 8-
1- Wo.
30 23-
16- 9-
2- Do.
- 24
17- 10-
Vr. 3-
- 25
18- 11-
4- Za.
October.
31 24-
17- 10-
3- ZO.
- 25
18- 11-
Ma. 4-
- 26
19- 12-
5- Di.
- 27
20- 13-
6- Wo.
- 28
21- 14-
7- Do.
- 29
22- 15-
8- Vr. 1-
- 30
23- 16-
9- 2-
Za.
November.
28 21-
14- 7-
ZO.
29 22-
15- 8-
Ma. 1-
30 23-
16- 9-
2- Di.
- 24
17- 10-
3- Wo.
- 25
18- 11-
4- Do.
- 26
19- 12-
Vr. 5-
- 27
20- 13-
6- Za.
December.
26 19-
12- 5-
ZO.
27 20-
13- Ma. 6-
28 21-
14- 7-
Di.
29 22-
15- 8-
1- Wo.
30 23-
16- 9-
Do. 2-
31 24-
17- 10-
Vr. 3-
- 25
18- 11-
4-
Za.
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
Verklaringen betreffende den Kalender.
Kalender (naar het Latijnsche Calendae) is de verdeeling van den tijd in jaren, maanden en dagen, ten behoeve van het burgerlijke leven.
In de oudste tijden werd de tijd voornamelijk naar de schijngestalten van de maan verdeeld. Tengevolge van het verschil met het zonnejaar ontstond op den duur verwarring en voerde Julius Caesar in 46 v.C. een nieuwen kalender in, waarvan het jaar naar hem het Juliaansche jaar geheeten werd.
Dit jaar bleef tot 4 Octr. 1582 algemeen in gebruik en wordt daarmee thans nog gerekend in Grieksch-Katholieke landen, als Rusland, Griekenland, enz.
Het telde 365¼ dag. Daar evenwel niet met ¼ dag gerekend kan worden bij de jaarverdeeling, werden drie achtereenvolgende jaren berekend op 365 dagen en het vierde op 366 - het schrikkeljaar.
Het Juliaansche jaar was evenwel 11 min. 14 sec., of ongeveer 1/129 dag langer dan het tropische jaar.
Daardoor was het niet in overeenstemming met de zon en moest elk sterrekundig verschijnsel, dat steeds op denzelfden tijd terugkeert, b.v. de dag- en nachtevening, na 129 jaar één dag te vroeg vallen. In 1582 bedroeg het verschil tusschen het Juliaansche en het tropische jaar al 13 dagen.
De lente-nachtevening, die bij de invoering van den Juliaanschen kalender op 24 Maart viel, stond nu op 11 Maart. Daar evenwel het concilie van Nicea in 325, - in welk jaar de nachtevening al 3 dagen verschilde en op 21 Maart gevallen was, - bepaald had dat voortaan ook op dezen datum de lente-nachtevening zou plaats hebben, behoefde men in 1582 de kalender slechts 10 dagen te verplaatsen om weer gelijk te komen.
Paus Gregorius XIII stelde toen, op grond van berekeningen door deskundigen, het jaar op 365 dagen, 5 uren, 49 minuten, 16 seconden, wat overeenkomt met het tropische jaar.
Bij Bul van 25 Februari 1582 voerde de Paus den nieuwen kalender in, die naar hem de Gregoriaansche genoemd wordt.
Tevens bepaalde hij dat na den 4n October van dat jaar dadelijk de 15e zou volgen, zoodat 5 t/m 14 October uit den Almanak wegvielen.
De berekening was echter niet geheel zuiver. Om de 400 jaren zouden er toch 3
dagen te veel zijn. Daarom
4
werd bepaald dat in het algemeen, evenals tot dusverre, ieder jaar, waarvan de laatste twee cijfers deelbaar door 4 zijn, een schrikkeljaar van 366 dagen zou zijn, maar dat van de eeuwjaren, (1600, 1700, 1800, 1900 enz.) alleen die, welke door 400 deelbaar zijn, als schrikkeljaar, doch de overige als gewone jaren zouden aangemerkt worden.
1600 bleef dus een schrikkeljaar; 1700, 1800 en 1900 waren er geen; 2000 zal er weer een zijn.
Doch ook deze regeling is nog niet geheel nauwkeurig, aangezien ook volgens deze om de 8600 jaar er een dag te veel zou zijn. Gezien echter den langen duur van deze periode, heeft men tot nu een regeling, b.v. door om de 3600 jaar een schrikkeljaar te laten uitvallen, niet noodig geacht.
De Gregoriaansche kalender wordt de Nieuwe Stijl genoemd, in tegenstelling van den Juliaanschen, welke als de Oude Stijl wordt aangeduid.
Het Geestelijk Comput.
Het woord comput (latijnsch computare = berekenen) wordt gebezigd voor berekeningen welke dienen om den geestelijken kalender te regelen. Het comput heeft ten doel den Paaschdatum vast te stellen.
Volgens het eerste concilie van Nicea (325) moet het Paaschfeest, ingesteld ter herdenking van de opstanding van Christus, gevierd worden op den 1en Zondag na de volle maand volgende op den lente-evenacht (de nacht van 20 op 21 Maart).
Het Paaschfeest kan op zijn vroegst op 22 Maart vallen en op zijn laatst op 25 April. Deze bepaling is een overeenkomst, vastgesteld buiten betrekking tot sterrekundige verschijnselen.
De voornaamste elementen van het geestelijk comput zijn: het Gulden Getal, de Epacta, de Zonnecirkel, de Zondagsletter en de Romeinsche indictie.
Al deze elementen zijn tijdkringen waarin dezelfde gegevens terugkeeren. Dit verklaart den naam van altijd durende, gegeven aan de oude kalenders.
Het G u l d e n G e t a l bestaat uit een kring van 19 jaren na verloop van welken het maanjaar (354 dagen lang) op denzelfden dag aanvangt als het zonnejaar. De maanfazen - nieuwe en volle maan, eerste en laatste kwartier - vallen dan weder op dezelfde datums van het jaar als 19 jaar te voren.
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
Eigenlijk was het Gulden Getal het getal dat juist aangaf op welken datum van de zonnemaand het nieuwe maan was.
Deze periode van 19 jaar was al 3000 jaar geleden aan de Chineezen bekend; later werd zij ook ontdekt door den Atheenschen astronoom, Méthon (432 v. Chr.). Volgens de denkbeelden der Ouden moest deze sterrekundige periode overeenstemmen met gelijksoortige moreele tijdkringen, en de medeburgers van Méthon, in geestdrift over deze ontdekking, lieten haar in gouden letters op het marmer hunner tempels griffen - van daar de naam Gulden Getal.
Dit getal dient om de nieuwe maan te berekenen, en vooral die welke het Paaschfeest bepaalt.
De E p a c t a (van het Grieksche Epactos = bijgevoegd) wijst den ouderdom van de maan aan bij den aanvang van het jaar; zij hangt af van de plaats in den maancirkel (19 jaren), na welken volle en nieuwe maan weder op denzelfden tijd vallen.
De Epacta verspringt telkens met elf dagen, doordien het Zonnejaar (365 d.) elf dagen verschilt met het Maanjaar (354 dagen). Doch zoodra zij meer dan 30 zou beloopen, wordt 30 van het getal afgetrokken en is de rest dan de Epacta.
Zoo is zij geweest in 1920 9
in 1921 moest zij dus zijn 9 + 11 = 20 in 1922 20 + 11 - 30 = 1
in 1923 1 + 11 = 12 in 1924 12 + 11 = 23
in 1925 zal zij zijn 23 + 11 - 30 = 5
*)Door middel van de Epacta kan men den dag der Nieuwe Maan en den ouderdom der maan op een bepaalden dag berekenen.
Zoo wijst het getal 4 voor 1925 aan dat de maan op 1 Januari 1925 4 dagen oud zal zijn en zij dus nieuw was op 26 December 1924 en weer nieuw zal zijn op 25 Januari 1925.
De Z o n n e c i r k e l is een tijdkring van 28 jaren, na verloop van welken de dagen van de week weder op denzelfden dag van de maand vallen als 28 jaar te voren.
*) Door telkens 30 af te trekken werd feitelijk teveel in mindering gebracht; de synodale
omloopstijd der maan is niet 30 maar 29.53 dag. Vandaar dat soms dit hulpbruggetje niet
6
Hij werd uitgevonden om den loop van de Zondagsletter te bepalen.
De Z o n d a g s l e t t e r is een der eerste zeven letters van het alphabet, waarmede de dagen van het jaar, van den 1sten Januari af, aangeduid worden. De letter welke de Zondagen van het jaar aanwijst, wordt Zondagsletter geheeten.
A is altijd de letter van den 1n Januari, B van den 2n, C van den 3n Jan. enz. tot G, waarna men weer tot A terugkeert. Als dan 4 Januari Zondag is, dan is de Zondagsletter van het jaar D. Dezelfde letters keeren om de 7 dagen terug, zoodat de Zondagen van hetzelfde jaar steeds dezelfde letter hebben. Zij volgen elkaar jaarlijks in omgekeerde volgorde op, d.w.z. als F de Zondagsletter van een bepaald jaar is, dan is de Zondagsletter van het volgend jaar E, die van het daaropvolgend jaar D, enz. tot weer naar A.
De schrikkeljaren brengen echter wijziging in deze volgorde.
Na 23 Februari wordt een andere Zondagsletter (de voorgaande) gebruikt, om de Zondagen tot aan het eind van het jaar aan te duiden.
Bijgevolg hebben de schrikkeljaren 2 Zondagsletters.
Er bestaat een vernuftige formule om de Zondagsletter van welk gegeven jaar ook te berekenen. Kent men de Zondagsletter van een jaar dan kan men met behulp daarvan vinden op welken dag van de week een gegeven datum in dat jaar gevallen is.
De Zondagsletter van 1900-1925 zijn resp.: G, F, E, D, C en B, A, G, F, E en D, C, B, A, G en F, E, D, C, B en A, G, F, E, D en C, B, A, G, F en E, D.
De R o m e i n s c h e I n d i c t i e is een tijdkring van 15 Juliaansche jaren, begonnen 1 September 312 na C. en toen in verband staande met de inning van belastingen.
Zij is niet meer in gebruik dan om de datums van de Pauselijke bullen te regelen.
De J u l i a a n s c h e p e r i o d e is een tijdkring van 7980 (28 × 19 × 15) jaren, na welken zonne-, maan- en indictiecirkel alle weder met 1 beginnen. Het jaar 1 n.C.
is berekend te zijn 4714.
Voor 1925
7 Gulden Getal
2 Zonnecirkel
5 Epacta
D Zondagsletter
6638.
Juliaansche periode
13.
Romeinsche indictie
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
Berekening van den Paaschdatum met behulp van de bovenstaande gegevens.
Zoek het Gulden Getal, door de laatste twee cijfers van het jaartal, waarvan men den Paaschdatum wil weten, te deelen door 19 en bij de rest 1 op te tellen.
(Voorbeeld voor 1918; deel 18 door 19; 0 maal, rest 18; 18 + 1 = 19 = Gulden Getal voor 1918).
Trek van het Gulden Getal 1 af, vermenigvuldig de rest met 11 en deel door 30;
de rest min 1 is dan de Epacta.
(Voorbeeld 1918: 19 - 1 = 18; 11×18 = 198; 198 : 30 = 6 maal, rest 18; 18 - 1 = 17 = Epacta.
Trek de Epacta af van 24; is zij (de Epacta) minder dan 24, dan is de rest de datum in Maart, waarop de volle maan vóór Paschen valt. Ligt de Epacta tusschen 25 en 30, dan trekt men haar getal van 43 af, de rest is de datum in April van de
Paasch-Volle Maan. Is de Epacta 24, dan valt de Volle Maan op 19 April.
Paschen valt dan op den Zondag na de aldus berekende volle manen. Deze Zondag is te vinden door middel van de Zondagsletter; is bv. de Zondagsletter F, dan zoekt men bij welken datum van het jaar na dien, voor welken men volgens bovenstaande berekening de Volle Maan gevonden heeft, de letter F het eerst voorkomt. Deze datum is dan Paaschzondag.
Verklaring van eenige feestdagen.
Advent (lat. adventus-aangekomen). Vroeger vastte men in den Advent tijd om zich voor te bereiden op de komst van Christus, (den Kerstdag); later alleen des Maandags, Woensdags en Vrijdags van elke week in dien tijd. Heden zijn er slechts 4 adventen waarvan de eerste valt op Zondag tusschen 27 November en 3 December en de overige op de 3 volgende Zondagen.
Septuagesima is de 7e Zondag voor Passie zondag (2 weken voor Paaschzondag) Sexagesima, de 6e Zondag enz.
Aschwoensdag is de eerste vastendag voor Paschen. Wordt aldus geheeten omdat de eerste Christenen op dien dag publieke boetedoening hielden en zich dan met asch bestrooiden.
Hemelvaart (van Christus) 40 dagen na Paschen.
Pinksteren, herdenking van de nederdaling van den Heiligen Geest op de Apostelen, 10 dagen na hemelvaart.
Trinitatis, de Zondag na Pinksteren; herdenking van de Heilige Drievuldigheid.
8
Quatretempers, zijn herdenkingsdagen bij het begin van elk seizoen en vallen op de Woensdagen, Vrijdagen en Zaterdagen, onmiddellijk volgende op: Aschwoensdag, Pinksteren, het feest van de Verheerlijking van het Kruis (14 Sept.) en van St. Lucia (13 Decr)
Tijdkringen.
Het jaar 1925 komt overeen met het jaar van de:
6638 Juliaansche periode
4561-62 Chineesche tijdrekening bij cirkels
1855-56 Javaansche telling
1343-44 Arabische of Mahomedaansche telling
*)5685-86 Hebreeuwsche
**)Zons en Maansverduisteringen in 1925.
Zichtbaar Paramaribo.
Een totale Zonsverduistering op 24 Januari 1925 begint 9 uur 's morgens en eindigt 1 u. 26 m.n.m.
Een gedeeltelijke Maansverduistering op 8 Februari 1925, begint 3 uur 's middags en eindigt 8 u. 50 m. 's avonds.
Een gedeeltelijke Maansverduistering op 4 Augustus 1925, begint 5 u. 45 m. 's morgens en eindigt 10 u. 40 m. 's morgens.
Algemeene Christelijke Feestdagen.
1 Januari Nieuwjaar
10 April Goede Vrijdag
12 en 13 April Paschen
21 Mei Hemelvaartsdag
31 Mei en 1 Juni Pinksteren
25 en 26 Decr Kerstmis
Bizondere Roomsch Katholieke Feestdagen.
6 Januari H. Driekoningen
2 Februari Maria Lichtmis
*) begin 22 Juli.
**) begin 19 Sept.
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
25 Februari Asch Woensdag
25 Maart Maria Boodschap
29 Maart
Passie Zondag
9
5 April Palm Zondag
9 April Witte Donderdag
10 April Goede Vrijdag
19 April Beloken Paschen
8 Juni H. Drievuldigheid
11 Juni Sacramentsdag
24 Juni St. Jansdag
29 Juni H. Petrus & Paulus
15 Augustus Maria Hemelvaart
8 September Maria Geboorte
1 November Allerheiligen
2 November Allerzielen
7 November H. Willebrordus
29 November 1e Advent-Zondag
8 December Maria Onbevlekte Ontvangenis
Israëlitische Feestdagen.
10 Maart Purium- of Lotenfeest
9, 10, 15 en 16 April Paschen
29 en 30 Mei Pinksteren (Wekenfeest)
30 Juli Verwoesting van Jeruzalem
19 en 20 Septr.
Nieuwjaar (5686)
28 September Groot Verzoendag
3 en 4 October Loofhuttenfeest
10 October Slotfeest
11 October Vreugde der wet
12 December Inwijdingsfeest
Verjaardagen Koninklijk Huis.
1901 Huwelijk van H.M. de
Koningin 7 Feb.
De vraagbaak. Almanak voor Suriname 1925
E
RNEST, Prins der Nederl., Hertog van Mecklenburg
1909 H.K.H. J
ULIANAL
OUISEE
MMAM
ARIA30 Apr.
W
ILHELMINA, Prinses van Oranje-Nassau hertogin van Mecklenburg
1858 H.M. A
DELHEIDE
MMAW
ILHELMINAT
HERESIA2 Aug.
VAN