• No results found

CONNECTIES NIEuwS- EN publICaTIEblad vaN dE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CONNECTIES NIEuwS- EN publICaTIEblad vaN dE"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONNECTIES

NIEuwS- EN publICaTIEblad vaN dE ONafhaNkElIjkE pOST EN TElECOmmuNICaTIE auTOrITEIT

aprIl 2007 Nr 1

COvErSTOrY

“pássende regulering, niet per se

symmetrische”

IN dIalOOg

Informatie is de motor van het toezicht

CONSuwIjzEr

(2)

2

In dit nummer

Colofon

hOOfdrEdaCTIE Stefan Wijers EINdrEdaCTIE Gemma Lago rEdaCTIE Joos Francke Gemma Lago Martijn Meijers Lourens la Roi Judy Senior Shanta Singh Stefan Wijers Esther IJskes fOTOgrafIE Hans Oostrum

ONTwErp & IlluSTraTIES Christine van Dijk grafISChE prOduCTIE Rooduijn, bureau voor communicatie en design drukwErk Rooduijn Drukkerij rEdaCTIEadrES EN rEaCTIES Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon: (070) 315 91 94 E-mail : Connecties@opta.nl abONNEmENTEN EN adrESwIjzIgINgEN Telefoon: (070) 315 91 94 Fax: (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

Connecties is het kwartaalblad van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom op Connecties@opta.nl. Connecties wordt met grote zorgvuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadplegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

missie OpTa

OPTA zorgt voor concurrentie en vertrouwen in de communicatiesector in het belang van de consument.

COvErSTOrY

“pássende regulering,

niet per se symmetrische”

EffECT OpTa

Extra regels met

beetje goede wil te

voorkomen

IN dIalOOg

Stelling:

Informatie is de motor

van het toezicht

INTErNaTIONaal

postmarkt gaat niet

‘vanzelf’ open

STraaTvraag

“Infofilter, wat is dat?”

(3)

De datum 17 maart stond in mijn agenda rood gemarkeerd. Die datum, zoals afgesproken met de Europese Commissie, liepen de eenjarige besluiten af van OPTA over de retailmarkten voor omroep. OPTA bekijkt opnieuw of deze markten al dan niet gereguleerd moeten worden. Ik heb het hier over de tariefregulering van de retailmarkt, ofwel de prijzen voor het kabel-abonnement.

Om zo’n beslissing goed te kunnen nemen, zijn bouwstenen nodig. Op enkele daarvan zitten wij met smart te wachten. In de eerste plaats heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven nog geen uitspraak gedaan in het beroep tegen het oorspronkelijke marktanalysebesluit van 17 maart 2006. Zonder deze te kennen is het mijns inziens onver-antwoord al een nieuw besluit te nemen.

Bovendien is het Europees kader momenteel aan een evaluatie onder-hevig. De Europese Commissie heeft aangegeven dat het merendeel van de retailmarkten waarschijnlijk geschrapt wordt uit de lijst van te reguleren markten. Dit kan het extra lastig maken om de retailmarkt voor omroep wel te reguleren, aangezien deze markt nu al niet op deze lijst prijkt.

Ook is een nieuw artikel aan de Telecommunicatiewet toegevoegd, dat het mogelijk maakt per Algemene Maatregel van Bestuur nieuwe verplichtingen op te leggen aan dominante kabelexploitanten. Daardoor wordt bijvoorbeeld de daadwerkelijke wederverkoop van het kabelpak-ket mogelijk. Het Ministerie van Economische Zaken werkt nog aan deze AMvB.

Tot slot betekent de eenjarige looptijd van het oorspronkelijke besluit dat OPTA tot nu toe slechts beschikt over een beperkte hoeveelheid nieuwe marktcijfers, namelijk die van het laatste halfjaar van 2006. Ik hoef u niet te vertellen dat het voor de houdbaarheid van onze analy-ses essentieel is om over voldoende informatie te beschikken over marktontwikkelingen.

Ik heb altijd geroepen een assertieve, deskundige toezichthouder te willen zijn. Onder bovengenoemde omstandigheden heeft mijns inziens niemand er belang bij als er op 17 maart een nieuw besluit genomen zou zijn. Wij verwachten immers nieuwe bevoegdheden, meer markt-cijfers en nieuwe jurisprudentie. Voor de effectiviteit van het toezicht én de rechtszekerheid voor marktpartijen is het beter om deze ontwikke-lingen aan te kijken. Een nieuwe datum voor in uw en mijn agenda heb ik nog niet, maar meer duidelijkheid volgt in het derde kwartaal van dit jaar. Tot die tijd houden wij, net als u, de prijzen van het kabelabonne-ment nauwlettend in de gaten.

Column

 aprIl 2007 Nr 1

CONSuwIjzEr

blij met klagende

consument

hOE COmmuNICEErT...

marije hulshof

NIEuwSvarIa

blijf op de hoogte

17

19

20

wETgEvINg

graven en gedogen

met heldere blik

18

17 maart

(4)

4 4

Johan Keetelaar, OPTA

aprIl 2007 COvErSTOrY

Nr 1

“pássende regulering, niet per se symmetrische”

FO TO : HA n S OOSTR u M

Zowel KPn, DSL-aanbieders als de kabelexploitanten zijn actief in alle markten. De DSL-aanbieders maken hiervoor gebruik van KPn’s aansluitnet. Is er juist meer toegang nodig tot bestaande netwerken? Zijn twee netwerken wel voldoende voor echte concurrentie? Moet OPTA nog kijken naar aparte markten of is er al sprake van één grote tele-commarkt?

passende regulering

KPn legde in het kort geding tegen de Staat de hoge stapel besluiten die betrekking hadden op KPn naast de besluiten voor de kabelbedrijven. Een publicitair sterk beeld. Johan Keetelaar, sectorleider bij OPTA: ”Er is inderdaad verschil in regulering tussen KPn en de kabelbedrijven. KPn heeft regulering voor retailmarkten vaste telefonie en verplichtingen om andere aanbieders toegang te bieden tot

zijn netwerk, zodat die ook telefonie en breedbanddiensten kunnen leveren. De grootste kabelaars hebben de verplich-ting om programma-aanbieders toegang te bieden tot hun netwerk en alle kabelbedrijven hebben daarnaast enkele retailverplichtingen. Deze verschillen zijn direct terug te voeren op de machtsposities. KPn heeft een machtspositie op telefonie en breedband en is landelijk actief, de kabel-bedrijven op het gebied van RTV en zij zijn regionaal actief. Het resultaat is dan asymmetrisch, maar elke verplichting is opgelegd om de mededingingsproblemen op te lossen.” Hans van der Giessen, directiesecretaris van kabelmaat-schappij CAIW, stelt dat KPn’s punt onvolledig is: “Speciaal voor kabel gelden nog regels uit de Mediawet. Zo zijn

Koper vs. kabel

zomer 2006. kpN klaagt de Staat, OpTa en de Nma aan vanwege bevoordeling van de kabel. kpN zegt ingesnoerd te zijn door regels, terwijl de kabelbedrijven licht

gereguleerd zijn. Nederland heeft twee vaste netwerken met brede dekking, waarover dezelfde diensten worden geleverd. waarom is er verschil in regulering tussen koper en kabel?

TEKST: Joos Francke & Judy senior

(5)

kabelaars verplicht om een aantal tv- en radiokanalen door te geven (‘must carry’), wat beslag legt op hun capaciteit. Daarnaast zijn er programmaraden die een deel van het basispakket vaststellen. Dat beperkt onze ondernemings-vrijheid. Andere tv-aanbieders zijn daarvan gevrijwaard of worden vooralsnog niet eens als omroepdistributie gezien. Sommige regels zijn trouwens, gezien de grote aantallen digitale kanalen, voor kabel niet meer nodig. In ieder geval gaat de symmetriediscussie die KPn heeft aangesneden verder dan de Telecomwet.”

Bart Heinink, regulatory counsel van DSL-aanbieder Orange, vindt het punt dat KPn in het kort geding maakt op het eerste gezicht sympathiek, maar vindt dat de discus-sie door KPn te simplistisch gevoerd wordt: “KPn wil met de asymmetriediscussie vooral minder regels voor zichzelf. Waar het om gaat is of de markten al concurrerend zijn. Dat is beslist nog niet het geval. Dat kabelaars te maken

COvErSTOrY aprIl 2007 Nr 1

“pássende regulering, niet per se symmetrische”

Hans van der Giessen, CAIW

FO TO : HA n S OOSTR u M 

hebben met de Mediawet klopt, maar kabelaars verlie-zen nog nauwelijks tv-klanten. Dus ook daar is van echte concurrentie nog geen sprake. Ik vind dat het gaat om pássende regulering, niet per se om symmetrische.” Nieuwe marktanalyses

OPTA is bezig met nieuwe marktanalyses en heeft aange-kondigd in 2007 meerdere markten onder de loep te nemen. Hoe moet OPTA die analyses insteken? Heinink: “Wat Orange betreft moet het uitgangspunt voor regu-lering zijn dat twee infrastructuren niet genoeg zijn voor concurrentie.” In de mobiele markt zijn er volgens Heinink meer aanbieders met een eigen infrastructuur. “Daar zie je ook dat vrijwillig toegang aan dienstenaanbieders wordt

“de symmetriediscussie die kpN

(6)

geboden. Totdat dit ook op vaste markten is bereikt, is toegangsregulering nodig.” Heinink wijst daarbij ook op de uitrol van glasvezelnetwerken die in veel gemeenten is gepland. Dat is echter nog geen duurzaam alternatief, omdat er onduidelijkheid bestaat over de voorwaarden waaronder gemeenten mogen investeren en omdat de dekking van glasvezel zich zeer langzaam ontwikkelt. KPn betoogt dat de concurrentie van kabelaars sterk is en dat het hier door de regulering niet vrij op kan reageren. Van der Giessen ziet vanuit het gezichtspunt van de kabel ook meer concurrentie: “Bij radio en tv gaat het nu vooral tussen de kabel, KPn en ‘de satelliet’. Eerder was er al concurrentie tussen xDSL en kabelinternet, nu neemt KPn de ene ISP na de andere over. De laatste tijd is er ook bij vaste telefonie veel concurrentie. Dat zie je bijvoorbeeld aan de nieuwe abonnementsvormen en diensten. Er zijn ook verschillen: kabelaars zijn veel minder dan andere aanbieders uitgerold naar zakelijke eindgebruikers.”

juiste visie

De vraag is hoe lang KPn’s machtspositie nog toegangs-verplichtingen rechtvaardigt. Keetelaar: “Het uitgangspunt blijft bij OPTA’s marktanalyses: ‘Hoe dominant is een partij op een bepaalde markt?’ De afbakening van die markt is dus bepalend. Het Europese kader dat OPTA gebruikt is op het mededingingsrecht gebaseerd, wat mijns inziens ook de juiste visie is om tot concurrerende markten en diensten te komen. Overigens betekent dit geenszins dat we niet naar ontwikkelingen buiten deze markt kijken. Ook dit wegen we mee, onder meer bij het bepalen van de passendheid van een verplichting.”

Volgens Heinink leidt ook een analyse van de gehele telecomsector, in plaats van per aparte markt, ertoe dat KPn asymmetrische regulering krijgt opgelegd. “De gehele positie van KPn, qua omzet en aanwezigheid in alle markten, is veel sterker dan die van andere partijen. Kijk alleen al naar de omzet.”

Keetelaar verwacht niet dat de nieuwe marktanalyses een symmetrische behandeling van KPn en de kabelaars op zal leveren. “Symmetrie is niet een woord dat in de Telecommunicatiewet of de Europese Richtlijnen voorkomt. Sterker nog, het hele Europese kader is in feite gebouwd vanwege asymmetrische posities op bepaalde markten. Pas in het geval van één gebundelde markt met gelijke machtsposities van partijen zou er sprake kunnen zijn van

symmetrische regulering. Dat wil niet zeggen dat regulering die is opgelegd in beton gegoten is. Bij kabel buigen we ons nu over de vraag of retailregulering nog nodig is en ook andere marktontwikkelingen kunnen leiden tot aangepaste regels.”

Toegang tot kabel

Alternatieve aanbieders hebben eerder toegang gevraagd tot de kabelnetwerken. CAIW heeft indertijd wel een aanbod gedaan, maar daar zijn ze niet op ingegaan. Eén vorm van toegang, die momenteel onderwerp van discussie is, is het opleggen van een wederverkoopverplichting (resale) van kabel-tv, naast de huidige toegang van programma-aanbie-ders tot (pakketten op) een kabelnetwerk.

“Op zich is het al lang tijd voor toegang tot de kabel. Resale is echter geen echte toegang. Dat helpt dus niet voor de lange termijn,” aldus Heinink van Orange. ”Ondanks dat kabelbedrijven zeggen dat ze toegang bieden, hebben wij heel andere ervaringen. Er is nooit een accountmanager van een kabelbedrijf spontaan bij ons langsgekomen om toegang aan te bieden. Discussies die we in het verleden hadden, werden op het laatste moment afgebroken. Dit bevestigt mijn punt dat twee infrastructuren tot onvoldoende concurrentie leiden. Bij voldoende concurrentie zouden partijen veel meer vrijwillige toegang bieden. KPn doet dit wel, maar dat is nog niet tegen voorwaarden die gunstig zijn voor ons.”

Van der Giessen bekijkt het toegangsvraagstuk anders: ”Er zijn rond 1995 wel partijen geweest die ons toegang hebben gevraagd. Op ons kabelnet kunnen onder voor-waarden meerdere aanbieders opereren. Wij hebben toen ook wel een aanbod gedaan, maar alle partijen zijn één voor één weer afgehaakt, omdat ze dit te ingewikkeld of te duur vonden. Ook wilde één partij exclusiviteit, maar dat was voor ons niet aanvaardbaar.”

Onzekerheid

Heinink: “Als er overigens toegangsregulering komt voor de kabel is dat veel te laat. Wij hebben al tientallen miljoe-nen geïnvesteerd in toegang tot KPn’s net. Bij toegang tot de kabel zouden we opnieuw veel moeten investeren en blijven we ook dan afhankelijk van die partij. Maar KPn’s All IP-plan dwingt ons nu wel over andere vormen van toegang na te denken. Voor de hoge netwerkinvesteringen is duide-lijkheid voor de lange termijn nodig. ALL IP heeft juist tot onzekerheid geleid.”

Daarnaast verschillen het koper- en kabelnetwerk. Keetelaar: “Het telefonienet is geschakeld van gebruiker tot gebruiker, waardoor makkelijker toegang te realiseren was via de wijkcentrales (MDF’s). Bij een omroepdistribu-tienet is schaarste in het analoge net een belangrijke factor. 6

6

aprIl 2007 COvErSTOrY

Nr 1

“regulering is asymmetrisch, maar

elke verplichting is opgelegd om

(7)

Bart Heinink, Orange

7

Gelukkig wordt het verschil door verdere verglazing en digi-talisering steeds kleiner.” Van der Giessen: “De indeling van het kabelnet met honderdduizenden eindversterkers maakt dat echte toegang minder aantrekkelijk is. Het leveren van diensten over andere kabelnetwerken zoals CAIW dat doet, blijkt in de praktijk niet altijd eenvoudig te realiseren.” gelijk speelveld

In oktober 2006 nam de Tweede Kamer twee moties aan. Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) is verzocht een voorstel te toen voor verplichte toegang tot netwer-ken voor dienstaanbieders en om koppelverkoop tussen netwerk en diensten te verbieden. Heinink: “De politieke aandacht voor het thema is goed. Ik sta in principe achter de uitgangspunten van open netwerken. De politieke invulling is echter een tweede. Het zal lastig zijn voor EZ om zonder marktanalyses zoals het Europese kader voorschrijft, te komen tot open netwerktoegang.” Van der Giessen: ”De gewenste ontkoppeling tussen netwerk en dienst is voor de kabel in strijd met de Mediawet: over elke kabelaansluiting moeten tv en radio worden geleverd.”

Keetelaar ziet dat de politiek concurrentie wil realiseren, maar wijst op het kader waarmee OPTA in haar markt-analyses moet werken. “De Tweede Kamer heeft niet aangegeven hoe deze moties passen binnen het Europese wettelijke kader. Dat kader gaat uit van begrippen als ‘rele-vante markt’ en ‘dominantie’.”

Heinink tot slot: ”Zorg dat er voldoende concurrentie tussen netwerken komt, tot die tijd is goede toegangsregulering onontbeerlijk.” Van der Giessen: “Bij marktanalyses moet je enerzijds specifiek naar posities op bepaalde markten kijken, anderzijds ook naar de positie van partijen die op meerdere markten een rol spelen. Beide perspectieven zijn van belang.” Keetelaar vat de insteek van OPTA samen: “Het doel is een gelijk speelveld te creëren, niet het opleg-gen van gelijke regels.” «

COvErSTOrY aprIl 2007 Nr 1 FO TO : HA n S OOSTR u M

(8)

8

aprIl 2007 EffECT OpTa

Nr 1

Eind mei 2006 constateerde de Consumentenbond dat één op de drie mensen die zijn overgestapt naar een andere internetaanbieder daarbij problemen ondervond. Onduidelijkheid over opzegtermijnen, ‘gegijzelde’ lijnen en weken zonder internetverbinding. wat is er sindsdien gebeurd, wat staat er te gebeuren en is er al zicht op verbetering?

Extra regels met

beetje goede wil te

voorkomen

Overstappen in breedbandland

TEKST: MartiJn MeiJers

Concurrentie werkt het beste als consumenten zonder problemen kunnen overstappen van het aanbod van de ene aanbieder op het aanbod van een andere. De dreiging van een soepele overstap houdt aanbieders scherp en de consument zit niet te wachten op een lange periode waarin hij zijn internetverbinding niet kan gebrui-ken. Maar ook de aanbieders zelf zijn de problemen liever kwijt dan rijk: een slecht imago is iets waar je maar moeizaam vanaf komt.

Overstapproblemen zijn dus niet zozeer het gevolg van onwil, maar eerder van het feit dat een overstap betekent dat verschillende partijen een groot aantal processtappen onderling moet regelen. De consument die wil overstap-pen neemt hiervoor contact op met zijn nieuwe internet-provider. Deze provider maakt gebruik van het netwerk van een DSL-aanbieder (partijen als KPn, Orange en Versatel/Tele2) of dat van een kabelexploitant. De DSL-aanbieders maken weer gebruik van het netwerk van KPn. Bij een overstap zijn er dus afspraken nodig op verschillende niveaus: tussen internetproviders onderling, tussen de provider en de aanbieder, tussen de DSL-aanbieders onderling en tussen de DSL-aanbieder en KPn als netwerkaanbieder. Vooral deze complexiteit leidt in de praktijk vaak tot problemen.

Oplossingen

De overstapproblematiek kreeg in 2006 veel aandacht van zowel OPTA als het Ministerie van Economische Zaken (EZ). Marianne Kracht, voor OPTA betrokken bij de overstapproblemen: “OPTA is sinds september 2005 actief bezig om de problemen in kaart te brengen en oplossingen te zoeken. Wij trekken daarbij samen met EZ op.” Een concrete stap was de brief die staatssecretaris Van Gennip in april naar marktpartijen stuurde waarin

zij aandacht vroeg voor een verbeterde overstap. naar aanleiding van deze brief voerden EZ en OPTA gesprek-ken met onder andere KPn, het samenwerkingsverband van telecomaanbieders ACT en de brancheorganisa-tie van nederlandse kabelbedrijven VECAI. De notibrancheorganisa-tie “Overstapproblematiek breedband internettoegang” die daaruit volgde, bracht mogelijke oplossingen in kaart. Marianne Kracht: “Resultaat van dit traject is dat partijen binnen het Forum voor Interconnectie en Speciale Toegang (het FIST) de handschoen hebben opgepakt en aan de slag zijn gegaan om met elkaar tot oplossingen te komen. Wij hebben de verwachting uitgesproken dat

zij eind januari 2007 over hun resultaten zouden rappor-teren zodat de oplossingen in het eerste kwartaal ook uitgevoerd zijn. Als de partijen niet zelf tot een voor de consument bevredigend akkoord komen, dan gaat EZ of OPTA zelf actie ondernemen.”

doorbraak

Half februari meldde de Consumentenbond een door-braak: de start van een geschillencommissie voor inter-netaanbieders. Vanaf mei 2007, na ongeveer twee jaar van discussie en onderhandeling, kunnen consumenten bij deze commissie terecht met hun klachten over hun internetaanbieder. Onder andere KPn, Orange, Tiscali, XS4All, Speedlinq en de kabelbedrijven @home, uPC en Casema hebben zich bij de geschillencommissie

“Eén op de drie mensen ervaart

(9)

EffECT OpTa aprIl 2007 Nr 1

aangesloten. Kracht: “OPTA ziet de oprichting van de geschillencommissie als een belangrijke stap. Vanaf mei kunnen consumenten met hun overstapproblemen bij deze instantie terecht.”

Voor OPTA is hiermee de kous echter nog niet af: “Wij vinden dat partijen concrete, wederzijdse en transparante afspraken moeten maken over de overstapproblemen,” zegt Marianne Kracht. “Als blijkt dat het FIST hier niet zelf uitkomt, stelt OPTA zich pro-actief op om zo samen met de markt tot oplossingen te komen. Overigens richten wij ons al een tijdje op verbetering van onze voor-lichting aan consumenten via ConsuWijzer.”

goede wil

Het is niet zo dat partijen van mening verschillen over de wenselijke oplossingsrichting, maar zij weten die ‘conceptuele overeenstemming’ maar moeilijk te verta-len in concrete en definitieve onderlinge afspraken. nu de partijen in een impasse lijken te zitten, heeft EZ hen er onlangs aan herinnerd dat, zonder concrete stappen en uitzicht op een oplossing, EZ gedwongen wordt zijn heil te zoeken in regelgeving. Kracht: “Dan kun je

“partijen moeten concrete, wederzijdse

en transparante afspraken maken over

de overstapproblemen.”

9 bijvoorbeeld denken aan een verplichting om

kwaliteits-rapporta-ges te publiceren waarin internetaanbieders onderling vergeleken worden. Consumenten kunnen dan zien bij welke aanbieder zij de minste problemen kunnen verwachten.”

(10)

aprIl 2007 IN dIalOOg

Nr 1

10

josé buis

Informationdesk OPTA bij KPN

"Het is duidelijk dat een toezichthouder niet kan functione-ren zonder informatie uit de markt. Marktpartijen moeten hieraan meewerken. Maar informatie moet ook effectief zijn. Het moet niet zo zijn dat marktpartijen om informatie wordt gevraagd zonder dat deze informatie wordt gebruikt. Als wij iets aanleveren, willen we graag zien wat er met onze infor-matie wordt gedaan, dat moet geen black box zijn. Meer duidelijkheid voor de markt over wat er met haar informatie gebeurt, kan voor meer draagvlak zorgen om de informatie aan te leveren die OPTA nodig heeft.

Het is niet altijd duidelijk waar OPTA naar zoekt en waarom zij bepaalde informatie nodig heeft. Dit beter aanpakken kan een win-win-situatie opleveren: als we weten waar OPTA naar op zoek is, kunnen we de juiste informatie aanleveren. OPTA moet er rekening mee houden dat wij een informatieverzoek ook intern uit moeten zetten. De informatie is wel aanwezig, maar vaak decentraal opge-slagen. Onze administratieve processen zijn niet ingericht op het aanleveren van informatie aan OPTA. Daarbij raken medewerkers op den duur gedemotiveerd als zij bijvoor-beeld drie ordners aanleveren en er maar één A4tje wordt gebruikt. Samen hierover in gesprek gaan kan daar wellicht bij helpen. Dat leidt misschien ook tot een passender tijds-limiet. nu zijn de limieten vaak te kort of onhandig, bijvoor-beeld in de zomervakantie.

OPTA doet er beter aan pas informatie te vragen als zij zelf duidelijk weet om welke informatie het gaat. Hoe duidelijker het verzoek, hoe effectiever. KPn gaat er natuurlijk van uit dat de aangeleverde informatie bij OPTA in goede handen is. De motor kan alleen net wat beter geolied worden."

Stelling: Informatie is de motor van het toezicht

(11)

11

IN dIalOOg aprIl 2007 Nr 1

Stelling: Informatie is de motor van het toezicht

Esther kroese

Juridisch adviseur bij OPTA

“Ik ben het hartgrondig eens met de stelling. Het gaat om relevante informatie en daarin spelen marktpartijen een belangrijke rol. We moeten bij OPTA over voldoende infor-matie beschikken om bijvoorbeeld geschillen te beslechten en onze wettelijke taken uit te voeren. Informatie is de rode draad door al ons toezicht heen.

Je kunt niet echt spreken van een win-win-situatie, want toezicht houden is gewoon onze wettelijke taak en daar heeft een afzonderlijke marktpartij niet per se baat bij. Wij kijken vanuit onze positie als onafhankelijke toezichthouder en moeten in staat zijn om effectief toezicht uit te oefenen. Dat kan alleen met gedegen informatieverstrekking en daar is de markt als geheel natuurlijk wel bij gebaat.

Wij weten dat marktpartijen het gevoel hebben dat ze soms overvraagd worden en daarom besteden we veel aandacht aan hoe we informatie opvragen. De structurele monitoring bijvoorbeeld moet overvraging beperken. Maar ook moeten OPTA-medewerkers goed weten wat zij onafhankelijk van elkaar voor verschillende dossiers vragen van marktpar-tijen. Dat is een voortdurend aandachtspunt.

De informatievordering wordt draagbaarder als je redelijke termijnen stelt en duidelijk maakt waarom je bepaalde infor-matie nodig hebt. Daarin zie ik een wisselwerking tussen ons en marktpartijen. Als een termijn niet haalbaar is, is ons verzoek wellicht niet redelijk. Het is aan ons om dat goed af te wegen. Soms echter zijn de wettelijke termijnen voor bijvoorbeeld de afhandeling van geschillen heel nauw om de voortgang en snelheid te waarborgen.

Het blijft een wettelijke verplichting voor marktpartijen om informatie te leveren, maar wij vragen nooit ‘zomaar’ informatie op, dat heeft altijd een formele status. Zonder relevante informatie worden afwegingen lastig en kunnen wij geen goed toezicht houden. Informatie is dus beslist de motor van ons toezicht!” «

(12)

aprIl 2007 TEChNIEk

Nr 1

Televisie anders

Tv-kijken verandert, alleen zie je dat niet zozeer op het scherm zelf. de techniek áchter het kijken is in beweging. Naast het aloude analoge tv-signaal via de kabel, steken meer en meer andere distributiekanalen de kop op: IpTv, dvb-T, digitale tv via kabel en satelliet. Ook worden rondom het tv-kijken nieuwe diensten aangeboden. de techniek staat voor niets.

TEKST: steFan WiJers

Het gaat minder om de content die we zien, maar meer om de manier waarop het tv-aanbod onze huiskamers binnenstroomt en de technische mogelijkheden erom-heen. Sinds de 70’er en 80’er jaren was de nederlander voor het binnenhalen van televisiesignaal meestal aange-wezen op de kabel. De traditioneel hoge kabelpenetra-tie ontstond toen het woud aan antennes op daken en schoorstenen moest verdwijnen. Om een eind te maken aan de ontsierende dakantennes werden per huizenblok, wijk of gemeente op centraal gelegen punten anten-nes opgesteld van waaruit de radio- en televisiesigna-len werden gedistribueerd. Zo ontstonden de centrale antenne-inrichtingen of CAI’s. Later raakte de term ‘kabel-televisie’ in zwang.

kijkervaring

Judy Senior, technisch toezichtmedewerker bij de sector Omroep van OPTA: ”Ik verwacht dat het tv-kijken an sich voorlopig grotendeels blijft zoals het is, dus zappen en kijken naar verschillende kanalen. Televisie blijft een sociaal medium: je wilt er de volgende dag over mee kunnen praten op het werk of op school. Die gedeelde kijk-ervaring blijft een belangrijke pijler. negentig procent van alle kijktijd wordt besteed aan tien nederlandse zenders. 12

(13)

TEChNIEk aprIl 2007 Nr 1

1 Er voltrekt zich echter een technische ontwikkeling waarbij

je nieuwe infrastructuren ziet groeien. Ook worden rondom het tv-kijken nieuwe diensten aangeboden. Digitalisering is hierin cruciaal, omdat het ruimte schept voor meer content en het interactie mogelijk maakt.”

“Bedrijven bieden elektronische televisiegidsen aan die ook in staat zijn de dvd-recorder in te stellen om een programma op te nemen,” licht Senior toe. Collega Jonas Rosenstok, economisch toezichtmedewerker bij dezelfde sector, vult aan: ”Digitalisering maakt meer content, meer kanalen en betere beeldkwaliteit mogelijk. Ook het belang van zelf kunnen bepalen wanneer je een programma kijkt, neemt toe. Met de verzamelterm on demand kom je los van vaste uitzendtijdstippen en kun je je eigen televisieavond uitstippelen. Daardoor convergeert tv-kijken langzaamaan met internet. nu gaat het vooral nog om diensten in het kielzog van de standaardcontent: het verkopen van bijpro-ducten (upsellen) om toegevoegde waarde te creëren.” vier routes

De belangrijkste ontwikkeling vinden Senior en Rosenstok de komst van nieuwe infrastructuren om televisie in huis te halen. Grofweg zijn er vier routes om tv-aanbod te ontvangen: via de kabel (analoog of digitaal), via de ether (DVB-T), via breedband (IPTV) of via satelliet. Rosenstok: “Kabel is nog steeds veruit het belangrijkste distributiekanaal voor omroepsignaal. Dankzij de landelijke dekking van kabel zijn nederlanders gewend aan tv van hoge kwaliteit voor een internatio-naal gezien relatief lage prijs. Volgens recente cijfers van Telecompaper (zie figuur) heeft 85 tot 90 procent van de

nederlanders momenteel een kabelaansluiting. Voor ruim 80 procent van de kabelaansluitingen is dat nog altijd een ‘ouderwetse’ analoge aansluiting. Maar digitale tv via kabel lijkt daarnaast sterk te groeien: eind 2006 meldden de kabelmaatschappijen samen al meer dan een miljoen digitale aansluitingen.”

Senior: “Vervolgens heb je digitale aardse televisie. Die techniek verspreidt omroepsignalen via de ether. Voor de ontvangst thuis hebben mensen een decoder en een ontvanger nodig. Door het afschakelen vorig jaar van de analoge ethersignalen – het definitieve einde van de dakantennes! nederland loopt daarin voorop in de wereld – is er nieuwe ruimte vrijgekomen voor deze techniek. Behalve voor thuis is DVB-T ook geschikt voor op het strand of in een rijdende auto. Wel moet je steeds per tv een ontvanger plaatsen. DVB-T is pas sinds kort in heel nederland beschikbaar en het aantal gebruikers stijgt.”

Satelliet en IpTv

“Bekender is de ontvangst via satelliet. Het vereist wel een schotel op het dak en een decoder, maar het is een relatief goedkope techniek met een oneindig aanbod aan content. Zonder abonnement kun je via satelliet al een paar honderd zenders ontvangen. Alles is bovendien van hoge beeldkwaliteit. Het aantal klanten dat een satelliet-aansluiting heeft is redelijk groot en stijgt al een paar jaar gestaag,” zegt Jonas Rosenstok.

De nieuwste ontwikkeling is Internet Protocol Television (IPTV). Senior legt uit: “net als bij internetten wordt het internetprotocol gebruikt om het signaal te versturen, maar dan naar de tv. Met IPTV kun je zenders bekijken en kun je via een televisie-interface programma’s en films bestellen, betalen en ze onmiddellijk zien met de mogelijkheden van pauzeren, voor- en achteruit spoelen. IPTV-diensten kunnen in principe over elke breedband-verbinding worden aangeboden; technische randvoor-waarden zijn beschikbare bandbreedte en de afstand tot een wijkcentrale. In de praktijk is dit vooral over ADSL2+. Tele2 biedt IPTV al aan en KPn is bezig met een testpro-duct.”

Rosenstok concludeert: “De toekomst van de verschillende tv-platforms is moeilijk te voorspellen, maar veel zal afhan-gen van de toegevoegde waarde die mensen ervaren bij nieuwe diensten en van het gemak waarmee je kunt over-stappen van de ene naar de andere techniek.” «

“kabel is nog steeds veruit het

belangrijkste distributiekanaal

voor omroepsignaal.”

“Tv-kijken convergeert langzaam

met internet.”

7,0% 7,4% 14,2% 2,6% 1,% 1,2% analoge kabel satelliet digitaal (DVB-S) kabel digitaal (DVB-C)

digitale aardse televisie (DVB-T) IPTV

overig analoog (aards, satelliet)

Nederlandse televisiehuishoudens, Q 2006

(14)

aprIl 2007 INTErNaTIONaal

Nr 1

postmarkt gaat niet ‘vanzelf’ open

Een geheel vrije postmarkt in 2008. dat is de bedoeling als de gewijzigde postwet wordt aangenomen. Tot nog toe had TNT het monopolie op de bezorging van brievenpost tot 0 gram. liberalisering van de markt stimuleert hopelijk de verdere ontwikkeling, innovatie in producten en diensten, meer keuze en meer aanbieders. maar over één ding zijn markt, politiek en OpTa het eens: groei en bloei is geen vanzelfsprekendheid.

TEKST: shanta singh & steFan WiJers

Ellen Hazeleger, juridisch toezichtmedewerker bij OPTA: “Liberalisering is essentieel voor de verdere ontwikke-ling van de postmarkt. Toch verwachten we niet dat de volledige liberalisering meteen gaat leiden tot effectieve concurrentie in het marktsegment van de 24-uurspost. Veel hangt af van hoe marktpartijen en zakelijke afnemers gaan reageren op de nieuwe mogelijkheden en van de gevolgen van steeds verdergaande digitalisering van poststromen.” loonstroken

Sinds 2002 is Selekt Mail, een joint venture van onder andere Deutsche Post en Wegener, actief in nederland. Directeur John Kuiper: “Met de gewijzigde Postwet valt voor ons veel te winnen. Straks kunnen we ook brieven gaan versturen zoals bankafschriften en loonstroken. Vooral bij het midden- en kleinbedrijf is terrein te winnen. Sinds kort werken we samen met MultiCopy, waarmee we een slim product bedacht hebben dat drukken en verzenden combi-neert met een minimum aan sorteerwerk en rompslomp voor de klant. Ook hebben we de yellow box ontwikkeld, een softwareapplicatie waarmee bedrijven zonder allerlei systeemaanpassingen tegen lage kosten post kunnen sorteren al vóórdat die gedrukt wordt. Om zowel ons

post-product aantrekkelijker te maken als piekmomenten in de toestroom te beheersen, zijn we verder een postveiling gestart. Daarmee kunnen klanten bieden op bepaalde prijzen variërend naar verzenddatum. Ten slotte willen we verzending van non-priopost tussen verschillende landen oppakken.”

CDA Tweede Kamerlid Jan ten Hoopen: “Wat ons betreft komt de liberalisering er zo snel mogelijk. Op 1 januari 2008 en niet later moet de liberalisering echt een feit zijn. nog verder uitstel gaat ten koste van de consument. Wel vinden we het belangrijk dat er een gelijk speelveld is ten opzichte van landen als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In de Duitse wet staat dat de liberalisering van de postmarkt per januari 2008 moet zijn gerealiseerd en daar kan nederland zich het beste bij aansluiten. Een zorg van het CDA is dat TnT toch monopolist blijft in de 14

Europese postharmonisatie

(15)

INTErNaTIONaal aprIl 2007 Nr 1

1 postmarkt van consument tot consument. Er bestaat in

de nieuwe Postwet namelijk geen toegangsverplichting voor TnT tot haar netwerk. Andere partijen kunnen nog lang niet wat TnT allemaal kan. Op dit aspect overweegt het CDA aanpassing van de wet.” De punten die het CDA noemt, worden volgens Ten Hoopen kamerbreed gedeeld. Consumentenpost

Ook OPTA ziet nog aandachtspunten. Hazeleger: “Concurrentie binnen consumentenpost komt er niet zomaar gezien de moeilijke dupliceerbaarheid van de netwerken die je daarvoor nodig hebt. Een goede rege-ling van toegang tot het dagelijks bezorgnetwerk van TnT is nodig om ook in de consumentenpost concurrentie te bevorderen en innovatie te stimuleren. Wij denken dat TnT daar uiteindelijk zelf ook belang bij heeft, omdat dit leidt tot een betere vulling van haar netwerk.”

Ten Hoopen maakt zijn verhaal af: “Verder is het volgens het CDA belangrijk dat we definiëren wat wel en niet onder de universele dienst valt. De liberalisering mag niet leiden tot minder service en ook moet de privacy goed worden gewaarborgd. De wet schiet op deze punten tekort. Ook vinden wij transparantie en kostenoriëntatie van de prijsop-bouw van consumentenpost bij TnT noodzakelijk. Het idee is dat de prijzen nu aan de hoge kant zijn. Hiervoor zou OPTA meer bevoegdheden moeten krijgen.”

John Kuiper van Selekt Mail: ”Het is belangrijk dat de politiek de juiste voorwaarden schept voor daadwerke-lijke concurrentie. Daarbij gaat het om meer dan alleen de toegang tot het distributienetwerk van TnT. Wat je ziet is dat TnT op dit moment de markt soms afschermt, bijvoorbeeld door nu een nieuw postbedrijf op te zetten dat gebruik maakt van TnT’s netwerk en dat met ons concur-reert in precies die segmenten waar wij actief zijn. Dat zou niet moeten mogen, want dat belemmert daadwerkelijke concurrentie.”

Slagvaardig

“Liberalisering vergt effectieve bevoegdheden van de toezichthouder,” vertelt Hazeleger. “Met het nieuwe wets-voorstel komt de nederlandse postmarkt in de begin-fase van volledige liberalisering. Wij verwachten dat op bepaalde marktsegmenten dominanties vooralsnog blijven bestaan. Denk bijvoorbeeld aan de 24-uurspost. Daarnaast blijft TnT belast met de universele dienstverlening.

Duidelijke en adequate bevoegdheden voor de toezichthou-der zijn in zo’n stadium van marktontwikkeling essentieel om tot slagvaardig, effectief en voor marktpartijen transpa-rant toezicht te kunnen komen.” «

postmarkt gaat niet ‘vanzelf’ open

“TNT schermt op dit moment de markt

soms af, dat belemmert daadwerkelijke

concurrentie.”

(16)

heeft u last van telemarketing? Vreselijk! Ik heb zelfs ruzie met die mensen gehad, ze vragen te veel en het gaat ze niet aan waarom men bepaalde beslissingen neemt! Soms wordt er wel vier of vijf keer op één avond gebeld! Ze zeuren zo door en ik ben zelfs ook al op mijn mobiel gebeld!

wat doet u ertegen?

niets, wat kan je ertegen doen?! Ik ben heel kortaf en zeg: 'nee' en leg neer zonder te luisteren.

maakt u gebruik van Infofilter? nooit van gehoord! Infofilter, nee, wat is dat? Kost het geld? Hoe kom je eraan? Want dan wil ik dat wel doen!

heeft u last van telemarketing? Ja, behoorlijk wel, ja! Erg hinderlijk! wat doet u ertegen?

nou, ik neem op. Ze bellen meestal rond etenstijd en dan hangt het een beetje van de vraag af, dus waarover ze bellen. Is het niet interessant dan leg ik vrij snel neer!

maakt u gebruik van Infofilter? nee, ik ken - Infofilter zeg je? - niet. En hoe moet je dat gebruiken?

(Na uitleg) Ik zou dat gebruiken als er

erg veel gebeld wordt. «

16

aprIl 2007 STraaTvraag

Nr 1

heeft u last van telemarketing? nee, want ik word niet veel gebeld op mijn vaste telefoon. Vrijwel alle telefoon-gesprekken gaan via mijn mobieltje. wat doet u ertegen?

Omdat ik nauwelijks gebeld word op mijn vaste telefoon, ervaar ik telemar-keting dus niet als lastig. En… boven-dien heb ik dat werk zelf ook gedaan tijdens mijn studie…

maakt u gebruik van Infofilter? nee, daar maak ik geen gebruik van. Ik weet wat Infofilter is maar tot nog toe heb ik het niet nodig gehad.

heeft u last van telemarketing? Oh ja, regelmatig... Een paar keer in de maand, dat ik dan de telefoon opneem. En dat vind ik al te veel. wat doet u ertegen?

Ik zeg: ‘Geen interesse’ dwars door hun verhaal heen, ik luister niet eens en leg dan weer neer.

maakt u gebruik van Infofilter? Infofilter. Ja, van gehoord; maak ik geen gebruik van. Ze prikken toch steeds gewoon een paar telefoon-nummers en vallen je lastig. Gelukkig bellen we hier allemaal mobiel. Wordt er via je mobiel ook al getele-marketeerd? Oh ja, dat meen je niet! nog niet meegemaakt. Tja, dan is zo’n filter misschien wel weer handig.

heeft u last van telemarketing? Ja, heel veel. Ik vind het erg irritant. Er zit altijd na het opnemen een soort stilte en dan ratelen ze een ondui-delijk verhaaltje op. Volgens mij een vaste tekst en vaak nog onverstaan-baar ook. En op onhandige tijden bellen ze ook, zo rond het eten of de koffie.

wat doet u ertegen?

We hebben nummervermelding en die staat zodanig ingesteld dat wanneer er ‘anoniem’ staat we niet opnemen! Dat zijn dus die telemarketingperso-nen weten we dan.

maakt u gebruik van Infofilter? Ja, ik ken Infofilter, maar maak er geen gebruik van. Het schijnt zo’n fijnmazig filter te zijn dat er ook soms bedrijven die je juist wel moeten spreken niet doorheen komen, zoals verzekeringen bijvoorbeeld.

“Infofilter, wat is dat?”

via Consuwijzer komen diverse vragen en klachten bij OpTa binnen van consumenten. In de nieuwe rubriek Straatvraag stapt Connecties ‘live’ af op de eindgebruiker. wat zegt de consument op straat over specifieke consumententhema's? deze keer: telemarketing. lea van der vinde (26)

Assistent conservator

Cees zwijnenburg (63) VUT-ter

Y.h. de leur- klepper (50) Office Manager

hans lanza (55) Inkoper

(17)

17

CONSuwIjzEr aprIl 2007 Nr 1

blij met klagende

consument

Voor telemarketing lanceerde OPTA in het najaar van 2006 op ConsuWijzer een klachtenformulier. Deze actie had effect volgens Bernd de nijs, projectleider telemarke-ting: “Consumenten hebben het klachtenformulier weten te vinden. Veel klachten gaan over het niet respecteren van de wens van de consument om niet meer door het bedrijf gebeld te worden. Bedrijven zijn verplicht zich te houden aan zo’n wens.“

waarschuwing

“Mede op basis van de klachten hebben wij een twintigtal bedrijven aangesproken op hun wijze van telemarketing. Een aantal bedrijven heeft vervolgens aangegeven de aanpak te wijzigen. Bedrijven die niet hebben gereageerd en waar we klachten over blijven ontvangen, geven we een waarschuwing. In het uiterste geval kunnen we een boete geven. Zo hopen we stapje voor stapje te bereiken dat consumenten op de juiste manier worden benaderd door telemarketeers. Daarom ben ik blij met klagende consumenten die de tijd nemen om het klachtenformulier in te vullen,” legt De nijs uit.

In de klachten top vijf van september 2006 stond het overstappen naar een andere breedbandaanbieder op één. Laura van den Berg, medewerker van OPTA’s backoffice, geeft aan dat daar nog steeds veel klachten over binnenkomen: “We krijgen nu ook vaak klachten dat helpdesks moeilijk bereikbaar zijn of dat er lange wacht-tijden zijn. Dat is niet prettig als je ook moet betalen voor het wachten. Ook geven consumenten aan dat informa-tie over overstappen niet duidelijk is, bijvoorbeeld over hoe ze kunnen opzeggen.” Ook voor dit onderwerp heeft OPTA via de ConsuWijzer een klachtenformulier geïntro-duceerd (zie ook het artikel over overstapproblemen op pagina 8 en 9).

geen nee

Internetaanbieders hebben afgelopen jaar een groot aantal diensten geïntroduceerd op het gebied van inter-nettelefonie. In de pers is regelmatig te lezen geweest dat die diensten nog niet altijd goed werken of dat consu-menten lang moeten wachten. OPTA krijgt daar dan ook

regelmatig vragen en klachten over. Klachten van consu-menten over zaken waarin OPTA geen bevoegdheid heeft om iets te doen, worden zonodig doorverwezen naar de geschillencommissie Telecommunicatie. “Enkele aanbieders waren van mening dat klachten over inter-nettelefonie niet aan die geschillencommissie konden worden voorgelegd. Die partijen zijn daar door OPTA op aangesproken. nu kunnen we gelukkig ook klachten over internettelefonie doorverwijzen naar deze geschillencom-missie en hoeven we consumenten geen ‘nee’ te verko-pen,” aldus Van den Berg.

ConsuWijzer is een initiatief van OPTA, de nMa en de Consumentenautoriteit. Door de samenwerking van deze partijen is op meer gebieden kennis beschikbaar en kunnen zij een bredere dienstverlening bieden aan consumenten. Van den Berg: “De kunst, en daar werken we nu hard aan, is om al deze kennis zo goed mogelijk te bundelen richting de consument.” «

De klachtenformulieren voor telemarketing en overstap-pen en meer informatie over deze onderweroverstap-pen zijn te vinden op de website van ConsuWijzer:

www.consuwijzer.nl.

TEKST: Joos Francke

Consumenten weten Consuwijzer inmiddels goed te vinden met hun klachten – en met resultaat. In de eerste drie maanden beantwoordde het loket 16.000 vragen. Een deel daarvan komt via Consuwijzer terecht bij OpTa’s backoffice. Naast de beantwoording van vragen werkt OpTa ook aan het oplossen van veelvoorkomende problemen. zo lopen er specifieke acties rond telemarketing, internet-overstapproblemen en internettelefonie.

(18)

graven en gedogen

met heldere blik

al sinds de eerste wet over telecommunicatie zijn grondeigenaren verplicht toe te staan dat op, over en in hun grond kabels voor (tele)communicatienetwerken worden aangelegd of verplaatst. deze gedoogplicht bestaat nog steeds, maar de oude wet was op een aantal punten onduidelijk. Sinds februari zijn er nieuwe regels voor het aanleggen en verplaatsen van kabels. wat zijn belangrijke veranderingen en wat betekenen deze voor OpTa?

TEKST: Lourens La roi

Sinds de telecommunicatiewetgeving uit 1998 mogen naast KPn ook nieuwe aanbieders een beroep doen op de gedoog-plicht voor grondeigenaren. Dat leidde vaker tot conflicten met gemeenten, die meestal eigenaar zijn van de openbare grond en bovendien als lokale overheidsinstantie moeten instemmen met de uitvoering van werkzaamheden. OPTA had de bevoegdheid om toezicht te houden op de gedoog-plicht en om geschillen tussen gemeenten en aanbieders te beoordelen. “Sinds 1998 vragen gemeenten en aanbieders OPTA om hun geschillen te beslechten,” zegt Wout de natris, toezichtmedewerker bij OPTA en expert op het gebied van graven en gedogen. “We vonden de wet op een aantal punten onduidelijk.”

Niet eenvoudig

Antoon Groot is senior beleidsadviseur bij Bureau Stadsregie van de gemeente Amsterdam en secretaris van het

Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen (GPKL). Hij heeft veel te maken met vragen over het aanleggen en verplaatsen van kabels. Ook hij vindt dat er onduidelijkheden zaten in de oude wet: “De oude wet bood weinig duidelijkheid over wie de kosten moest dragen voor het verplaatsen van kabels, zoals bij het zogenaamd bouwrijp maken van gronden.” De natris

en Groot zijn allebei tevreden over de nieuwe bepalingen van hoofdstuk 5, het deel van

de wet over kabels, graven en gedogen. De natris: “Er is veel meer

duidelijkheid gekomen, zoals

bijvoor-beeld over hoe partijen moeten onderhandelen over het verplaatsen van kabels. Verder is er een regeling gekomen voor het verplaatsen van kabels om gronden bouwrijp te maken.”

In de nieuwe wet is de rol van gemeenten als coördinator van werkzaamheden duidelijker vastgelegd. Groot: “De gemeente Amsterdam coördineert grondwerkzaamheden actief sinds 1924. Geen eenvoudige taak: in Amsterdam liggen kabels van zeker twintig bedrijven die een communicatienetwerk aanbie-den.” Groot noemt andere punten uit de nieuwe wet waarmee de rol van gemeenten duidelijker wordt. “De oude wet diende duidelijk het belang van nieuwe toetreders voor telecommu-nicatiediensten. In de nieuwe wet bestaat een evenwichtiger verdeling van belangen van aanbieders en het openbaar belang. Zo staat in de nieuwe wet veel duidelijker voor welke publieke belangen gemeenten voorwaarden mogen verbinden aan hun instemming voor kabelwerkzaamheden.”

Tevreden

Groot is positief over OPTA’s rol de afgelopen jaren: “OPTA heeft door haar uitspraken veel duidelijkheid gegeven. De komende tijd zullen we OPTA nodig hebben voor de uitleg van nieuwe bepalingen, bijvoorbeeld de bepalingen over het bouwrijp maken van gronden.” De natris is tevreden over de

duidelijkheid over de bevoegd-heid van OPTA. “Als het gaat om de gedoogplicht is OPTA

zonder meer bevoegd,” zegt hij. “Behalve als het gaat om de hoogte van de kosten van een verplaatsing of aanpassing: daarvoor moeten partijen naar de civiele rechter.” «

18

(19)

19

NIEuwSvarIa aprIl 2007 Nr 1

blijf op de hoogte

Meer informatie over de onderwerpen in deze rubriek is te vinden op oPta’s website: www.opta.nl. om dagelijks, wekelijks of maandelijks op de hoogte te blijven van actuele nieuwsfeiten kunt u zich via de website abonneren op de digitale nieuwsbrief conn@cties.

geschil nummerportabiliteit

Bij het meenemen van een telefoon-nummer (telefoon-nummerportabiliteit) betaalt de nieuwe telefoonaanbieder een vergoeding aan de oude aanbieder als een abonnee wisselt met behoud van zijn nummer. De vergoeding is voor de eenmalige administratieve kosten van nummerportering. Onder het EDC-regime was voor KPn al een tarief vastgesteld en door OPTA goedgekeurd. Door de inwerking-treding van de marktanalysebeslui-ten geldt dat tarief met ingang van 1 januari 2006 echter niet meer. Casema en KPn waren het eens over de hoogte van een nieuw, verlaagd tarief voor enkelvoudige porteringen, maar verschilden van mening over de ingangsdatum. In een uitspraak van 13 juli 2006 bepaalde het Europese hof dat operators verplicht zijn voor deze kosten een kostengeoriënteerd tarief vast te stellen. KPn diende met ingang van 1 januari 2006 dus opnieuw een kostengeoriënteerd tarief vast te stellen en OPTA heeft in haar geschilbesluit van 16 februari 2007 deze datum dan ook genomen als ingangsdatum. De tekst van het geschilbesluit is te vinden op de OPTA-website.

wijzigingen Telecommunicatiewet

De Telecommunicatiewet (Tw) is onlangs op een aantal punten gewij-zigd.

Vermeldenswaard is de wijziging rond nummerportabiliteit (artikel 4.10). De tekst is aangepast aan de rechterlijke uitspraak dat een eind-gebruiker eerst zijn contract moet uitdienen voordat hij recht heeft op

verschijningsdata jaarpublicaties in 2007

• Publicatie Jaarverslag en marktmonitor 2006: mei 2007 • Consultatie Visie en jaarplan 2008: juli 2007

• Publicatie Visie en jaarplan 2008: november 2007 • Publicatie Begroting 2008: december 2007

Alle publicaties zijn kosteloos aan te vragen bij OPTA (info@opta.nl) en na verschijning te vinden op de website www.opta.nl.

nummerportering. Grote wijzigingen betreffen het leggen van kabels voor elektronische communicatienetwer-ken, het graafrecht en de gedoog-plicht (hoofdstuk 5). Het hoofdstuk is geheel vernieuwd, zie ook het artikel hierover elders in dit blad. Daarnaast is er een bepaling gekomen over programmadiensten. Andere wijzigin-gen zijn onder andere aangebracht in het medegebruik van antenne-opstelpunten (artikel 3.11). Ook in de overige bepalingen en het over-gangsrecht is het nodige gewijzigd en geschrapt.

Een overzicht van de gewijzigde, nu geldende tekst van de

Telecommunicatiewet is te vinden op www.overheid.nl.

marktanalyse omroep

De huidige marktanalysebesluiten omroep liepen, voor wat betreft de retailmarkt, af per 17 maart 2007. OPTA verwacht begin derde kwartaal van 2007 een beslissing te kunnen nemen over het al dan niet opnieuw reguleren van de retailmarkten voor omroep. Dan heeft OPTA meer duidelijkheid over een aantal voor haar besluitvorming relevante facto-ren: relevante marktontwikkelingen, aanpassingen in zijn bevoegdheden en uitspraak van het CBb inzake de beroepen gericht tegen de huidige marktanalysebesluiten omroep. In de eerste plaats heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven nog geen uitspraak gedaan in het beroep tegen het oorspronkelijke marktanalysebesluit van 17 maart 2006. Zonder deze te kennen vindt

OPTA het onverantwoord al een nieuw besluit te nemen. Bovendien heeft de Europese Commissie aangegeven dat het merendeel van de retailmarkten waarschijnlijk geschrapt wordt uit de lijst van te reguleren markten. Dit kan het extra lastig maken om de retailmarkt voor omroep wel te reguleren, aange-zien deze markt nu al niet op deze lijst prijkt. Ook is een nieuw artikel aan de Telecommunicatiewet toege-voegd, dat het mogelijk maakt per Algemene Maatregel van Bestuur nieuwe verplichtingen op te leggen aan dominante kabelexploitanten. Daardoor wordt bijvoorbeeld de daadwerkelijke wederverkoop van het kabelpakket mogelijk. Het Ministerie van Economische Zaken werkt nog aan deze AMvB. Tot slot betekent de eenjarige looptijd van het oorspron-kelijke besluit dat OPTA slechts beschikt over de marktcijfers van het laatste halfjaar van 2006.

Zie voor de actuele stand van zaken OPTA’s website.

Nieuwe perswoordvoerder

Sinds begin april is Ewa Walters (39) de nieuwe perswoordvoerder van OPTA. Walters trad op 5 maart in dienst bij OPTA en gaat zich naast de woordvoering ook bezig houden met strategische externe contacten. Hiervoor was Walters drie jaar hoofd Communicatie en Informatiemanagement bij de gemeente Vlaardingen. Eerder was ze acht jaar werkzaam bij de Productschappen VVE waar zij voornamelijk actief was als manager Public Affairs, perswoordvoerder en hoofd Communicatie. Cynthia Heijne, plaatsvervangend perswoordvoerder, gaat zich hiernaast bezighouden met strategische communicatie.

(20)

hoe communiceert...

marije hulshof

directeur Consumentenautoriteit

welk communicatiemiddel spreekt u het meeste aan en waarom?

De mobiele telefoon vind ik een geweldige uitvinding: handig en praktisch leed besparend. Als ik echt iets te bespreken heb, ga ik gewoon even langs. Het helpt als je elkaar in de ogen kunt kijken.

wat vindt u belangrijk in uw communicatie als Consumentenautoriteit?

Voor een nieuwe club als de Consumentenautoriteit is helder en effectief communiceren van levensbelang. nu we in de startfase zitten, moeten we duidelijk zijn over wat we kunnen doen, niet alleen naar consumenten maar ook naar ondernemers. In een later stadium zullen we meer moeten communiceren over onze resultaten.

wat vindt u van de communicatie tussen overheid en burgers?

Overheidscommunicatie bestaat in zoveel vormen. Door mijn vorige functie kwam ik bij veel verschillende heidsorganisaties over de vloer. Ik heb gezien dat de

over-“door het internet worden

consumenten mondiger maar

ook ongrijpbaarder.”

FO TO : H A n S O OSTR u M

heid serieus en intensief nadenkt over communicatie. Het gezamenlijk loket ConsuWijzer van OPTA, de nMa en de Consumentenautoriteit is bijvoorbeeld een goede manier van communiceren tussen overheid en burgers.

brieven schrijven doen we nauwelijks meer. Is brieven schrijven achterhaald? Schrijft u nog wel eens een brief? Geen beter tegengif tegen de zakentaal die we dag in dag uit gebruiken dan een mooie lange brief. Ik mag graag het hoofd breken over een rake formulering. Ik correspondeer met een oud-collega die prachtig kan schrijven. Elke brief is een cadeautje.

de technologie ontwikkelt zich razendsnel en de keuzemo-gelijkheden worden steeds groter. welke keuzes maakt u zelf als het gaat om communicatie?

Voor mijn werk moet ik een breed palet aan websites, kranten, bladen, en televisie-programma’s goed bijhouden. Internet gebruik ik intensief om te weten wat er speelt in de markt en waar consumenten over klagen. Kiezen is voor mij ook: af en toe het loket dichttrekken en met een boek in een hoek verdwijnen.

Is er de laatste tijd iets veranderd in de manier waarop mensen met elkaar communiceren?

We communiceren vooral erg veel. De kunst is te zorgen dat je wat wezenlijks te vertellen hebt. Daarnaast valt op dat consumenten steeds intensiever met elkaar commu-niceren over de kwaliteit van diensten en producten. Consumenten hebben hier blijkbaar behoefte aan: zie hoe vergelijkingssites en websites van programma’s als Kassa en Radar floreren.

welke toekomst voorspel je voor de ontwikkeling van communicatie?

Door het internet worden consumenten mondiger maar ook ongrijpbaarder. De gevolgen daarvan voor de marke-ting- en reclamestrategieën van bedrijven zijn heel span-nend. Zie wat er gebeurt als boze consumenten zich via YouTube of anderszins roeren en zo bedrijven dwingen hun producten of handelspraktijken aan te passen. Ik verwacht dat de machtspositie van de consument zich onder invloed van internet zal versterken en volg met interesse hoe het bedrijfsleven hierop reageert.

hoe communiceert marije hulshof? Open en nieuwsgierig! «

aprIl 2007 hOE COmmuNICEErT...

Nr 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn veel verder uitgewerkt, waar in het burgerlijk wetboek alleen genoemd wordt dat deze opgenomen moeten

Veel marktpartijen hebben bij de rechter beroep aangete- kend tegen deze besluiten, omdat zij bijvoorbeeld vinden dat OPTA de markten niet goed heeft afgebakend of onvol-

De Vries: “18xy-nummers zijn niet voor belspelletjes bedoeld, daarvoor moeten 0909- nummers gebruikt worden.” Een ander probleem was dat een netwerkaanbieder zijn klanten die

Het voordeel is dat niet alleen een momentopname ontstaat, maar ook een ontwik- keling in de tijd zichtbaar wordt.” Marcel Eswilder, senior Legal Consultant bij Casema, gaat nog

Het is belangrijk dat we goed uitleg- gen waar we voor staan, wat de burger aan ons heeft en natuurlijk wat burgers, bedrijven en overheden zélf kunnen doen. “kinderen geven

Daarnaast zijn de reeksen niet compleet, omdat één of meer nummers bij andere partijen in gebruik zijn.. Als we geen goede nummers

Voor de eindgebruiker betekenen de beleidsregels onder andere dat marktpartijen transparanter moeten zijn: ze zijn nu bijvoorbeeld verplicht hun tarieven duidelijk aan de

Eerder al hebben de mobiele aanbieders, onder druk van de Nederlandse Mededingingsautoriteit en OPTA, de tarieven voor het bellen van vast naar mobiel stapsgewijs omlaag