• No results found

CONNECTIES NIEuwS- EN publICaTIEblad vaN dE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CONNECTIES NIEuwS- EN publICaTIEblad vaN dE"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONNECTIES

NIEuwS- EN publICaTIEblad vaN dE ONafhaNkElIjkE pOST EN TElECOmmuNICaTIE auTOrITEIT

julI 2007 Nr 2

COvErSTOrY

“hardcore kartels lenen zich

het best voor boetes”

IN dIalOOg

OpTa doet het nooit goed!

aChTErgrONd

(2)

2

In dit nummer

Colofon

hOOfdrEdaCTIE Stefan Wijers EINdrEdaCTIE Gemma Lago rEdaCTIE Joos Francke Jeroen de Kam Gemma Lago Martijn Meijers Lourens la Roi Judy Senior Shanta Singh Stefan Wijers Esther IJskes fOTOgrafIE Hans Oostrum

ONTwErp & IlluSTraTIES Christine van Dijk

grafISChE prOduCTIE Rooduijn, bureau voor communicatie en design drukwErk Rooduijn Drukkerij rEdaCTIEadrES EN rEaCTIES Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon: (070) 315 91 94 E-mail : Connecties@opta.nl abONNEmENTEN EN adrESwIjzIgINgEN Telefoon: (070) 315 91 94 Fax: (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

Connecties is het kwartaalblad van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom op Connecties@opta.nl.

Connecties wordt met grote zorgvuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadplegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

missie OpTa

OPTA zorgt voor concurrentie en vertrouwen in de communicatiesector in het belang van de consument.

COvErSTOrY

“hardcore kartels lenen

zich het best voor boetes”

EffECT OpTa

u vraagt wij draaien

IN dIalOOg

Stelling:

OpTa doet het

nooit goed!

INTErNaTIONaal

Na praten, nu tijd

voor resultaten

STraaTvraag

(3)

Op 20 april 2007 overleed Ad Geelhoed, sinds 9 oktober 2006 vice-voorzitter van het college van OPTA. Geelhoed heeft in de korte periode dat hij bij ons was een grote en blijvende indruk op de mensen bij OPTA gemaakt. Dat hij er niet meer is, ervaar ik dan ook als een verlies voor de gehele organisatie.

In de eerste plaats waren we trots op het feit dat een man van dit kaliber zich aan ons wilde verbinden. Zijn achtergrond als de spreek-woordelijke ‘topambtenaar’ en vervolgens advocaat-generaal bij het Hof van Justitie in Luxemburg maakten hem tot een vrijwel ideale kandidaat. Een zeer hoog intellectueel niveau op het snijvlak tussen recht en economie, bestuurlijke wijsheid en een Europees perspectief kenmerkten hem.

Maar misschien meer nog dan zijn intellectuele en bestuurlijke kwali-teiten hebben de meer menselijke karaktertrekken indruk gemaakt. Een opvallende bescheidenheid en rolvastheid als niet-executief collegelid. Een enorme nieuwsgierigheid naar de ontwikkelingen in een sector die nieuw voor hem was. Het respect waarmee hij jongere mensen in onze organisatie behandelde wanneer hij ‘suggesties’ of ‘vingerwijzingen’ gaf. Hij voelde zich duidelijk thuis bij ons in een

omge-ving waar inhoud voorop staat. Daarnaast mis ik als voorzitter in hem het collegelid dat door de juiste vragen te stellen mij tot conclusies bracht, liever dan zelf deze conclusies bij voorbaat te presenteren. Mensen met een vergelijkbare veelheid aan talent en ervaring op ons werkterrein zijn er bij mijn weten niet. Dat hij spontaan bereid is geweest die talenten en ervaring ten dienste van OPTA te stellen, stemt ons trots en dankbaar.

Column

 julI 2007 Nr 2

CONSuwIjzEr

(4)

4 4

julI 2007 COvErSTOrY

Nr 2

“hardcore kartels lenen zich het best voor boetes”

verkeerd gedrag

Paul Mulder, general counsel bij de AFM en zijn collega en boetefunctionaris Marc Blotwijk geven aan dat ook de AFM veel gebruik maakt van gesprekken: “Dat zijn zogenaamde normoverdragende gesprekken waarbij we partijen aanspre-ken op verkeerd gedrag. Dat hebben partijen niet graag. We hoeven daardoor minder snel gebruik te maken van formele toezichtmaatregelen zoals boetes, aanwijzingen, lod’s en dergelijke.” Monique van Oers, hoofd Juridische Dienst bij de NMa: “Het invoeren van een compliance-programma zien wij als een goed alternatief instrument. Een bedrijf verplicht zich dan om waarborgen in te bouwen zodat zijn gedrag (voort-aan) aan wet- en regelgeving voldoet.”

Sancties van toezichthouders effectief

Toezichthouders zoals OpTa, de Nma en de afm zien toe op de naleving van wet- en regelgeving. als het nodig is kunnen zij bedrijven bestraffen. voor het grote publiek zijn boetes de meest zichtbare sancties. zijn de sancties van toezichthou-ders zo afschrikwekkend dat bedrijven zich ook daadwerkelijk aan de regels houden? kunnen de toezichthoutoezichthou-ders al over-schakelen op high trust, waarbij meer verantwoordelijkheid bij de bedrijven wordt gelegd?

TEKST: JOOS FRANCKE & JEROEN DE KAM

Remko Bos, OPTA

FO TO : HANS OOSTR u M

Toezichthouders hebben verschillende instrumenten om marktpartijen in het gareel te houden. Zo kunnen zij boetes uitdelen als straf voor gepleegde overtredingen. Lasten onder dwangsom (lod’s) zijn bedoeld om lopende overtredingen stop te zetten. Remko Bos, afdelingshoofd Telefonie & Nummers bij OPTA, wijst daarnaast op het belang van bestuurlijke gesprekken: “In zo’n gesprek zeggen wij ’dat en dat willen we niet meer op die manier zien’. In zulke gesprekken kunnen we meer zaken aan de orde stellen dan via het formele instru-mentarium en daarom soms ook meer bereiken.”

(5)

Toezichthouders geven in hun jaarverslagen en jaarplannen steeds vaker aan waar ze zich op richten in hun toezicht. Bos van OPTA: “Enerzijds gaat het om de prioritering op welke gebieden je toezicht houdt, anderzijds om de keuze van je sanctie-instrumenten. Voor de prioritering baseren we ons onder andere op tips. Dat zie je vooral bij het toezicht op internetveiligheid. Eén tot twee keer per jaar maken we daartoe een rondje in de markt.”

Thematisch toezicht

Paul Mulder van de AFM: “Het toezichtmodel bij de AFM is

risk-based en gebaseerd op de middelen die we hebben. We

bepalen of bepaalde overtredingen ernstig genoeg zijn voor maatregelen. Thematisch toezicht is daarbij effectiever dan iedere instelling afzonderlijk controleren.” Van Oers van de NMa: “Het doel van sanctionering is om fout gedrag te veran-deren. Een bedrijf mag niet failliet gaan door de opgelegde boete. Daarnaast maken wij uiteraard keuzes welke zaken we wel en niet oppakken. Bij de bouwfraudezaak is besloten om de bouwondernemingen sectorbreed aan te pakken omdat het kartelgedrag in heel Nederland voorkwam. Bij andere zaken richten we onze pijlen juist op specifieke bedrijven.”

COvErSTOrY julI 2007 Nr 2

“hardcore kartels lenen zich het best voor boetes”

De keuze voor het instrumentarium hangt van de zaak af. Van Oers licht toe: “Sommige zaken lenen zich beter voor een last onder dwangsom, maar als het gaat om een jarenlange praktijk van overtredingen niet. Hardcore kartels lenen zich het best voor boetes. Als een sector komt met een compliance-programma, kan dat een goed alternatief zijn in plaats van een boete. Een combinatie van instrumen-ten komt verreweg het meest voor.” Mulder: “Aangifte doen

we vooral bij marktmisbruik. Dit kan samenlopen met een aanwijzing aan een instelling om bestuurders te vervangen van wie wij de betrouwbaarheid niet langer buiten twijfel vinden staan. Voor deze aanwijzingen geldt een overleg-plicht met De Nederlandsche Bank.”

belspel

Bos geeft aan dat sanctie-instrumenten ook worden ingezet om grenzen te markeren: “KPN gebruikte het informatie-nummer 1888 voor een belspel. We hebben toen een lod

“partijen kunnen de regels kennen en

dat is effectief. recidive komen we

daarom weinig tegen.“

Paul Mulder en Marc Blotwijk, AFM FO

TO

: HANS

OOSTR

u

(6)

uitgebracht, die snel voor de rechter is gekomen. Door een snelle uitspraak - waarbij OPTA gelijk kreeg - zijn de grenzen nu helder.”

“Je kunt uiteindelijk moeilijk zeggen of we veel of weinig toezicht houden. Dat kun je zo niet stellen. Er moeten allereerst concrete aanleidingen zijn voor toezicht. Op basis daarvan stellen we een toezichtagenda op die ons in staat stelt prioriteiten te stellen. We hanteren daarbij als criteria de efficiëntie en effectiviteit van een onderzoek, het maatschappelijk belang dat ermee gediend is en de te behalen voordelen voor eindgebruikers en aanbieders. Het aantal lod’s en boetes kan een gevolg daarvan zijn. Met die agenda denken we de belangrijke zaken te pakken te hebben,” vertelt Bos.

De sancties zijn vooral vervelend voor de betreffende bedrijven. De ’eerlijke’ concurrenten en de consumenten hebben daar geen direct voordeel van. Bos: ”In het kortin-genonderzoek bij KPN kwam het deels samen, omdat KPN toen ook een schadevergoeding heeft betaald aan concurrenten, waarbij wij onze boete aan KPN verlaag-den. De consument merkt indirect iets doordat we met de sancties de concurrentie hopen te verbeteren en daarmee uiteindelijk de positie van de consument.” Blotwijk bena-drukt het directe effect voor de consument: “Door partijen met slecht gedrag aan te wijzen helpen we de consument ook. Die weet dan namelijk dat die partij niet aan de regels heeft voldaan en dat zijn geld daar mogelijk niet in goede handen is.”

bierzaken

Van Oers: “Afgelopen jaar hebben wij dertien boetes uitge-deeld. Dit lijkt weinig, maar in de bouw waren dit uiteindelijk veertienhonderd boetebesluiten. Die boetes zijn ook effec-tief. Bouwbedrijven weten nu dat er een Mededingingswet is waar ze zich aan moeten houden en dat er zeer goed op ze wordt gelet.” Bos: “De boete van zeventien miljoen euro aan KPN voor illegale kortingen had impact. Er is nu

meer aandacht voor compliance. Zo’n programma stelt een onderneming in staat te toetsen of wat het aanbiedt in lijn is met de regels. Daarnaast moet er ook een cultuur ontstaan waarbij overtredingen actief voorkomen worden.”

Van Oers: “Toch waren er na de parlementaire enquête-commissie Bouw nog partijen die onderlinge afspraken hebben gemaakt. Zulke afspraken zijn kennelijk nog steeds aantrekkelijk en wegen op tegen de mogelijkheid dat je een keer tegen de lamp loopt. Dus als toezichthouder moet je niet naïef zijn. Salesmanagers denken aan targets en zijn gericht op de korte termijn. Daarom is het belangrijk dat de

boardroom zorgdraagt voor een sfeer van compliance op de

werkvloer. Compliance is dus belangrijk en op papier alleen onvoldoende. Soms is het belang van naleving zelfs op het niveau van de boardrooms nog niet doorgedrongen. Denk bijvoorbeeld aan de bierzaken van Eurocommisaris Kroes.” hoor en wederhoor

Blotwijk: “Belangrijk is dat de regels gedragen worden door de bedrijven. Dit doen we door nieuwe regels te consulteren. Verder moedigt de AFM aan dat belangenorganisaties van financiële ondernemingen zelf met best practices komen. Een voorbeeld daarvan vormen de aanbevelingen die de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft opgesteld - mede naar aanleiding van een branchebreed onderzoek van de AFM - voor het aanbieden van structured products aan retail-beleggers. De NVB deed elf aanbevelingen voor de informatie die verschaft moet worden zodat consumenten een verantwoorde beslissing kunnen nemen over de eventu-ele aanschaf. Daarnaast houden we roadshows bij bedrijven om nieuwe regels toe te lichten, bijvoorbeeld toen de Wet marktmisbruik werd ingevoerd. Partijen kunnen de regels dus kennen en dat is op zich al effectief.” Mulder voegt toe: “Recidive komen we daarom weinig tegen.“

Regelmatig komen namen van bedrijven of personen in de krant in geval van een sanctie. Is dit doelbewuste naming

and shaming? Van Oers: “Openbaarmaking van namen

zien wij niet als sanctie op zich. In de Mededingingswet staat immers: het besluit ligt ter inzage bij de NMa. Deze besluiten worden na de bedrijfsvertrouwelijkheidstoets ook op onze website gepubliceerd. Publicatie heeft zeker effect: er gaat zowel speciale (gericht op het specifieke bedrijf) als

6

6

julI 2007 COvErSTOrY

Nr 2

Opgelegde sancties in 2006

OPTA NMa AFM

Boetes 3 14* 10

Lasten onder dwangsom 5 12

Omvang EuR 1,1 miljoen EuR 114,1 miljoen EuR 1,5 miljoen

Andere maatregelen nb nb 81

(BRON: JAARVERSLAGEN 2006)

“publiciteit heeft effect omdat de

reputatie van een onderneming in het

geding is.”

(7)

generieke preventie (gericht op het bedrijfsleven) van uit. Voor persberichten hanteren wij een strak beleid: persbe-richten komen nooit tijdens lopend onderzoek naar buiten, ook communiceren wij niet over bedrijfsbezoeken. Maar als een zaak publiek is geworden, wordt het ook publiek afge-rond, dus met pers- of nieuwsbericht.”

Bos: “Een dilemma voor OPTA daarbij is dat we tijdens een onderzoek niet over de inhoud kunnen communiceren met tipgevers. Die zien dus vaak pas na lange tijd wat het effect is geweest van hun tip. Maar een onderzoek moet

zorgvul-dig verlopen en daarom treden wij pas bij een besluit naar buiten. Hoor en wederhoor is essentieel. Publiciteit heeft effecten, want de reputatie van een onderneming is dan in het geding.” Mulder: “De AFM gebruikt de publiciteit met name om consumenten te waarschuwen.”

goede trouw

Na het verschijnen van het regeerakkoord is veel gespro-ken over high trust. Wat is de visie van de toezichthouders hierop? Bos: “OPTA is met het Ministerie van Economische Zaken in bespreking om dit begrip te concretiseren. Maar je zou kunnen zeggen dat wij al high trust werken. Allereerst krijgen partijen alleen verplichtingen als ze een

machtsposi-tie hebben. Vervolgens doen we gericht onderzoek op basis van de toezichtsagenda of als er duidelijke aanwijzingen of tips binnenkomen. Daarnaast houden wij bij boetevaststel-ling ook rekening met het gedrag van de onder toezicht gestelde partij, of het bijvoorbeeld concurrenten schadeloos heeft gesteld.”

Van Oers: “In onze prioritering maken we duidelijke keuzes om maximaal effect te bereiken. Wij kennen een clementie-regeling die bedrijven prikkelt zichzelf te melden als ze de regels hebben overtreden.”

Blotwijk: “Wij hebben duizenden onder toezicht gestel-den. Daarom hebben wij een tool waarmee bedrijven zelf kunnen toetsen of ze compliant zijn. Ze krijgen een score te zien en als die opvallend laag of juist hoog is, dan nemen we vervolgacties. In sommige gevallen geldt er daarnaast een klikplicht voor instellingen om andere instellingen aan te geven. In principe gaan we uit van de goede trouw bij onder toezicht staande bedrijven.” «

COvErSTOrY julI 2007 Nr 2

“Sanctionering moet fout gedrag

veranderen, niet een bedrijf failliet

laten gaan.”

Monique van Oers, NMa FO

TO

: HANS

OOSTR

u

(8)

8

julI 2007 EffECT OpTa Nr 2

u vraagt

wij draaien

(9)

EffECT OpTa julI 2007 Nr 2

Tot 1 april kon je via 118 een telefoonnummer opvragen. je belde dan automatisch naar het 118-callcenter van je

netwerkaanbieder. door de liberalisering van de markt voor abonnee-informatiediensten is dit veranderd. met de nieuwe 18xy-nummers kun je zelf kiezen naar welke aanbieder je belt.

Inmiddels heeft OPTA 34 nummers uitgegeven, waarvan een groot aantal ook in gebruik is genomen. Dit kan bellend Nederland bijna niet ontgaan zijn. Er is veel geadverteerd op tv en radio en bijna iedereen heeft wel een sms’je op z’n mobieltje gehad. Eén partij die flink aan de weg timmert is 1850 BV. Is het hen gelukt om een positie te verwerven? Clody Derksen, woordvoerder bij 1850 BV, vindt van wel: “Wij waren ons ervan bewust dat promotie voor het nummer 1850 nodig was, omdat we ons kenbaar moesten maken. Het is namelijk belangrijk om in het hoofd en in de telefoon van de mensen te komen. Ons nadeel was dat we geen eigen klantendatabase hebben, wat netwerkaanbieders wel hebben. We hebben een pittige weg bewandeld, maar we zijn zeer tevreden over onze positie.”

voordeel

Ook het Ministerie van Economische Zaken (EZ) is tevreden met de ontwikkelingen. Edwin van Scherrenburg, woordvoer-der: “Pas over een paar jaar kunnen we meer over het effect zeggen. De marktwerking en de dienstontwikkeling hebben immers enige tijd nodig. Vooralsnog zijn de tekenen goed. De diversiteit van aanbieders is toegenomen en er is flink geadverteerd. Er worden ook nieuwe diensten ontwikkeld waar de consument zijn voordeel mee kan doen.”

Dat er nu al variatie in het aanbod is ontstaan, blijkt onder meer uit onderzoek van Kassa. Zo kunnen bij een aantal aanbieders meerdere nummers opgevraagd worden, kan doorverbonden worden, of kun je ervoor kiezen een mede-werker te spreken. En er zit zeker nog meer aan te komen als het aan 1850 BV ligt: “Er komen hele leuke vernieuwin-gen. Wij gaan in ieder geval met nieuwe producten en servi-ces komen, zoals 1850 Personal.”

Ook in prijsstelling zijn er verschillen. Voorheen kostte een gesprek meestal 1,30 euro. Maar nu zijn er ook gratis nummers, zoals het nummer 1820 dat gefinancierd wordt met reclame-inkomsten.

aankiesbaarheid

Om de invoering van 18xy soepel te laten verlopen orga-niseerden OPTA en EZ vorig jaar een bijeenkomst. Hierin lichtten zij aan marktpartijen toe wat zij van het toezicht door OPTA kunnen verwachten en wat zij zelf moeten regelen. Eén van de thema’s was aankiesbaarheid. Aankiesbaarheid bete-kent dat een nummer vanaf elk netwerk gebeld kan worden. Edwin van Scherrenburg zegt hierover: “Voor aankiesbaarheid van 18xy-nummers geldt het Europese kader voor intercon-nectie, dat in de Telecommunicatiewet is geïmplementeerd. Het Europese kader kent geen algemene verplichting dat alle nummers aankiesbaar moeten zijn. De betrokken partijen moeten over aankiesbaarheid onderhandelen. Worden zij het niet eens, dan kunnen zij een geschil aan OPTA voorleggen.” TEKST: ESTHER IJSKES

9 Om te zorgen dat de 18xy-nummers vanaf 1 april ook echt aankiesbaar zouden zijn, heeft OPTA in maart bemidde-lingsactiviteiten ondernomen. Voor een groot deel hebben die geholpen, want er zijn geen geschillen over aankies-baarheid ingediend. Ook 1850 BV ondervond problemen bij het regelen van de aankiesbaarheid: “We hebben de reclamecampagne nog even stil moeten zetten omdat we nog niet volledig aankiesbaar waren. Wij hebben dit opgelost door veel overleg te voeren met de netwerkaanbieders en hebben ook advies aan OPTA gevraagd.”

belspel

Maar er waren nog andere problemen. 1850 BV: “OPTA heeft zeer alert gereageerd, bijvoorbeeld rond de sms-actie van één van onze concurrenten.” Stef de Vries, senior economisch toezichtsmedewerker van OPTA: “Deze partij had haar klanten die naar 118 hadden gebeld via een sms’je hun nieuwe 18xy-nummer doorgegeven. Dit is echter niet toegestaan.” Ook een aantal andere acties kon niet door de beugel. Zo trad OPTA ook op tegen een belspel op de radio, waarbij luisteraars werden opgeroepen naar een bepaald 18xy-nummer bellen. De Vries: “18xy-nummers zijn niet voor belspelletjes bedoeld, daarvoor moeten 0909-nummers gebruikt worden.” Een ander probleem was dat een netwerkaanbieder zijn klanten die een 18xy-nummer van een andere aanbieder belden, doorleidde naar zijn eigen 18xy-nummer. Dat mag natuurlijk niet.”

Hoe ziet de toekomst eruit, zal er sprake zijn van een concurrerende markt? Clody Derksen verwacht dat zeker: “Met een innovatieve partij als 1850 BV kunnen andere partijen niet achterblijven.” Wel zijn volgens haar aanvul-lende maatregelen nodig. “Netwerkaanbieders hebben vanuit hun netwerkpositie exclusieve toegang tot hun klanten en hebben ook een informatievoorsprong in het gebruik van de verschillende 18xy-aanbieders. Wij hebben de sterke indruk dat zij in het recente verleden veelvuldig gebruik hebben gemaakt van deze machtspositie. Om eerlijke marktwerking te krijgen, moet hier verandering in komen.”

Economische Zaken vindt deze conclusie echter te vroeg getrokken. Edwin van Scherrenburg licht toe: “De ervaring in andere landen is dat het niet nodig was om aanvullende maatregelen te treffen. Of dat in Nederland ook zo zal zijn, kan pas over één of meer jaar bekeken worden.” «

(10)

julI 2007 IN dIalOOg

Nr 2

10

maartje verberne

regulatory affairs bij Scarlet Telecom

“De wens om te behagen zit in de aard van het beestje. Je moet juist níet een beslissing willen nemen waar ieder-een blij mee is. Mijn indruk is dat de CBb-uitspraak over de marktanalyse MTA voor OPTA een gevoelig verlies is geweest. Beetje een trauma, bijna. OPTA lijkt voorzichtig en kopschuw geworden. Ik zeg: gewoon opstaan en weer verder! Je moet laten zien dat je ergens voor staat en op het scherpst van de snede opereren. Desnoods met het mes op tafel. Waar het nog altijd om gaat is dat je een oud-monopolist goed in de gaten moet houden. Letten op schadelijke voorsprong en scheefgroei. Waar faalt de markt en hoe kun je daartegen optreden? Je moet niet bang zijn, maar daadkracht tonen. Geen zaken op z’n beloop laten en vooral dingen dúrven.

Het gaat ook om creatief snuffelen in je tool box, kijk welk gereedschap je hebt en timmer daarmee aan de weg. Het is de kunst om de boel niet al bij de eerste juridische hobbel te laten sneuvelen. Niet eerst kijken wat mág ik, maar beginnen met de vraag: wat móet ik? Wat mij betreft wordt het hoog tijd dat KPN’s All IP-plannen worden gere-guleerd, anders blijft er van infrastructuurconcurrentie niks meer over. De toezichthouder moet hier zo ex ante mogelijk optreden. Out of the box-denken en daar handen en voeten aan geven. KPN niet met alle egards benaderen.

Het kan zijn dat OPTA dat al doet, maar dan is dat in ieder geval niet zichtbaar voor de buitenwereld. Hoe dan ook, als iedereen blij is weet je in ieder geval zeker als toezichthou-der dat je iets verkeerd doet.”

Stelling: OpTa doet het nooit goed!

In de rubriek In dialoog laat Connecties steeds twee mensen reageren op een prikkelende stelling over OpTa’s toezicht of over ontwikkelingen in de markt. Ook een stelling inbrengen of reageren? mail naar Connecties@opta.nl.

(11)

11

IN dIalOOg julI 2007 Nr 2

Stelling: OpTa doet het nooit goed!

Iris van der hart

sectorleider Nummers en

Registraties bij OPTA

“Ik vind afgaan bij de rechter het meest vervelende wat er is. Dan blijft er onwillekeurig toch een gevoel hangen dat je je werk niet goed hebt gedaan. Natuurlijk was de MTA-uitspraak niet leuk, maar we staan nog steeds ons mannetje en blijven behoorlijk onorthodox als het moet. Wel kwam de CBb-uitspraak in die zin vervelend uit, dat die helemaal aan het begin stond van de reeks beroeps-procedures naar aanleiding van onze marktanalyse-besluiten. Je houdt je adem in voor wat er nog komen gaat. Maar trauma? Misschien spreekt hieruit met name Verbernes vrees dat OPTA te voorzichtig wordt.

In de omgang met marktfalen is timing erg belangrijk. We moeten vooral niet gaan ingrijpen als er nog kansen zijn voor de markt om zélf tot een oplossing te komen. Het mag niet zo zijn dat de markt achterover leunt en gaat zitten toekijken met een houding van: OPTA regelt het wel! OPTA is er om voor alle marktpartijen dezelfde uitgangspositie te creëren. Asymmetrie ís er nou eenmaal en we moeten steeds opnieuw bekijken hoe we daar het beste mee om gaan. Het delen van informatie vormt een belangrijke sleutel daarin. Als we informatie bij KPN vandaan krijgen over nieuwe diensten of infra-structuurplannen, dan delen we die met álle spelers. Op die manier bouwen we checks and balances in, zodat de hele markt kan volgen wat er gebeurt. Waar dat kan proberen we in onze regulering KPN’s informatievoor-sprong zo klein mogelijk te houden.

Wanneer doe je het goed? In ieder geval niet per definitie als een paar marktpartijen blij zijn gemaakt. Voor mij is belangrijk dat een besluit een marktdefect repareert en dat het vervolgens overeind blijft voor de rechter.” «

(12)

julI 2007 aChTErgrONd

Nr 2

bemiddeling of oordeel?

het College van beroep voor het bedrijfsleven (Cbb) is een andere weg ingeslagen. Sinds najaar 2006 kan de rechter

procespartijen erop wijzen dat zij de mogelijkheid hebben hun geschil via mediation op te lossen. Ook voor bestuursorganen is mediation een optie. Inmiddels is een hoger beroep dat OpTa instelde geselecteerd voor mediation.

TEKST: MARTIJN MEIJERS & SHANTA SINGH

“Mediation houdt in dat partijen samen tot overeenstem-ming komen over het geschil dat zij aan het CBb hebben voorgelegd. De mediator, een onafhankelijke derde, bemid-delt hierbij. Hij doet geen uitspraak, maar begeleidt de onderhandelingen tussen de partijen. De mediator helpt hen zélf een goede oplossing te vinden voor hun conflict,” vertelt Péronne Beishuizen, mediationfunctionaris bij het CBb. Echt luisteren

Op basis van verschillende indicatoren komt het CBb tot de keuze om een zaak al of niet voor mediation te selecteren. Beishuizen: “Van belang is bijvoorbeeld de regelgeving die voor de betreffende zaak relevant is, maar ook welke partijen betrokken zijn. Partijen moeten bereid zijn daadwerkelijk naar elkaar te luisteren en op zoek te gaan naar passende oplossingen. Belangrijk zijn verder de bewegingsruimte van partijen en de escalatiegraad. De beoordeling is ook altijd sterk afhankelijk van de inhoud van de zaak, wat maakt dat de selectie geen exacte wetenschap is. Bottom line voor ons is dat we voldoende vertrouwen hebben dat mediation écht nog zin kan hebben.”

Een verwijzing voor mediation kan op verschillende momen-ten plaatsvinden. Beishuizen: “Als het beroep compleet is, is dat een eerste mogelijk moment, maar ook ter zitting kan het

College procespartijen de vraag voorleggen of zij

medi-ation willen overwegen. Overigens kunnen partijen zich ook zelf melden met het voorstel om een mediationtraject in te gaan. In de brochure die partijen ontvangen staat een zelftest waarmee aan de hand van enkele vragen duidelijk wordt of mediation voor iemand een wenselijke route kan zijn.” Naast rechtspraak

Als alle betrokken partijen met mediation instemmen en het eens zijn over de in te zetten mediator, tekenen zij in een eerste bijeenkomst een mediationovereenkomst. De medi-ator inventariseert in die bijeenkomst welke vraagstukken op tafel liggen en wat de knelpunten zijn. Vervolgens werken zij in een aantal bijeenkomsten naar overeenstemming toe. “In dit proces speelt het CBb geen rol,” licht Beishuizen toe. “De procedure bij het CBb wordt aangehouden. Pas als partijen eruit zijn en de rechterlijke procedure formeel kan worden gestopt, komt het CBb weer in beeld. Als partijen er niet of slechts gedeeltelijk samen uitkomen, wordt de zaak terug-gewezen naar de behandelend rechter.”

12

Mediation naast rechtspraak:

(13)

aChTErgrONd julI 2007 Nr 2

1 ‘Mediation naast rechtspraak’ kan

betekenen dat het CBb in minder zaken uitspraak hoeft te doen. Op de vraag of mediation naast rechtspraak is ingegeven door capaciteitsoverwegingen, is het antwoord van Beishuizen echter stellig: “Het CBb is opgericht en ingericht om uitspraken te doen in complexe zaken met een sociaal-economische achtergrond. Dit doet het CBb al sinds 1955 goed en graag. Het is één van de voordelen van een gespecialiseerde rechter in ons bestuursrecht. Maar als het CBb in een geschil tot de conclusie komt dat partíjen een oplossing kunnen vinden, dan willen we hen daarop wijzen en in faciliteren. Die oplossing kan immers voordelen bieden boven een uitspraak: niet

alleen is het maar de vraag of je gelijk krijgt van de rechter, ook is het voor de relatie tussen partijen vaak beter om er zelf uit te komen, zeker als zij elkaar in de toekomst blijven tegenkomen.”

mandaat

OPTA is een bestuursorgaan. Wat betekent dat voor een mediationtraject? “Op zich niet zoveel bijzonders,” stelt Beishuizen. “OPTA zal in een mediation rekening moeten houden met haar wettelijke taken. Maar dit hoeft een posi-tieve uitkomst niet in de weg te staan. Bijzonder voor een

mediation waarin een bestuursor-gaan is betrokken, is dat er aan het einde van het traject meestal geen vaststellingsovereenkomst kan worden gesloten. Vaak moet een beroep worden ingetrok-ken of een nieuw besluit worden genomen. Lastig is nog wel eens het mandaat: voor een bestuurs-orgaan kan niet altijd iemand met voldoende mandaat aan de medi-ation-tafel zitten, wat in de praktijk betekent dat er ruggespraak moet worden gehouden.”

Omdat mediation naast recht-spraak nog maar sinds september 2006 bij het CBb gestart is, is het moeilijk om iets te zeggen over de slagingskans van een mediation-traject. Beishuizen: “Op dit moment lopen in vijf zaken mediationtrajecten, waarvan het traject met OPTA er één is. Wij verwachten dat er nog vijf tot zeven bij gaan komen. Op basis van de resultaten bij andere gerechten, gaan we ervan uit dat een flink aantal hiervan tot een oplossing komt. Wat ons betreft is mediation naast rechtspraak daarmee een goede en wenselijke toevoeging aan wat we als CBb aan partijen kunnen bieden.” «

(14)

julI 2007 INTErNaTIONaal

Nr 2

Na praten, nu tijd voor resultaten

Spam is sinds mei 2004 in Nederland verboden. In alle landen in de Eu is het versturen van spam niet toegestaan, net zoals in landen buiten Europa. Toch neemt de hoeveelheid spam alleen maar toe. hoe succesvol is eigenlijk de internationale samenwerking bij de bestrijding van spam?

TEKST: LOURENS LA ROI & SHANTA SINGH

Te zeggen dat spam een internationaal probleem is, lijkt een dooddoener. Spam komt overal op de wereld voor en wordt vanuit allerlei verschillende landen verstuurd, zo blijkt uit diverse rapportages. Spam komt voorname-lijk uit landen als de Verenigde Staten, China en Polen. OPTA heeft in haar jaarverslag over 2006 geschreven dat de hoeveelheid spam vanuit Nederland nog steeds een dalende trend vertoont, nadat in 2005 al fors minder spam vanuit Nederland werd verstuurd. Maar voortdurende aanpak van spamverspreiding blijft noodzakelijk. Wat moet er gebeuren om de hoeveelheid spam die vanuit andere landen naar Nederland komt, af te laten nemen?

bereidheid

Wout de Natris is toezichtmedewerker bij het team Internetveiligheid bij OPTA en tevens coördinator van de contacten tussen OPTA en buitenlandse toezichthou-ders. Hij licht toe: “Allereerst moeten verantwoordelijke instanties daadwerkelijk actie ondernemen en optreden tegen de verzending van spam. Gelukkig zijn er in de Eu toezichthouders die al resultaten hebben bereikt, zoals de Deense Consumer Ombudsman.” Ook in andere landen, zoals in de Verenigde Staten en in Australië treden toezichthouders actief op tegen het versturen van spam. De Natris: “De bereidheid tot internationale samenwerking is groot en wordt ook steeds groter.” Het belangrijkste probleem blijkt te zijn, dat de spambestrijding in ieder land verschillend is ingericht. “Het valt niet mee om erach-ter te komen wie bijvoorbeeld in een land als Hongarije verantwoordelijk is voor het bestrijden van spam,” zegt de Natris. “Bovendien is de betreffende toezichthouder in lang niet alle gevallen bereid of in staat om daadwerkelijk op te treden.”

SpotSpam

Verschillende internationale instanties zijn initiatieven gestart om tot een grensoverschijdende aanpak van spam te komen. Zo heeft de Organisation of Economic Co-Operation and Development (OECD) richtlijnen opge-steld voor wetgeving om spam te bestrijden. Een andere ontwikkeling is het zogenaamde London Action Plan, een samenwerkingsverband waarin toezichtautoriteiten en

bedrijven samenwerken. Ook de Europese Commissie is een samenwerkingsverband gestart, het Contact Network of Spam Authorities (CNSA). Doel van deze samen-werking is om toezichthouders met elkaar in contact te brengen en elkaar te ondersteunen bij het doen van onderzoek naar spam.

Maar niet alleen regeringen en toezichthouders zoeken internationaal naar samenwerking. De Messaging Anti-Abuse Working Group (MAAWG) is een internationale organisatie waarin bedrijven, universiteiten en toezicht-houders met elkaar zoeken naar oplossingen om misbruik van elektronische berichten tegen te gaan. In Duitsland heeft de organisatie van internetproviders het initiatief genomen om klachten over spam vanuit verschillende landen te bundelen. Deze SpotSpam wil door het interna-tionaal uitwisselen van klachtinformatie onder strikte voor-waarden de bestrijding van spam door toezichthouders vereenvoudigen. Overigens is in Frankrijk een soortgelijk initiatief gestart onder de naam Signal Spam.

Contacten

Er zijn dus veel internationale ontwikkelingen. Maar wat leveren deze ontwikkelingen op? En zitten deze ontwik-kelingen elkaar niet in de weg? De Natris is daarover optimistisch. Hij vindt internationale samenwerking van groot belang: “Alleen door echt samen te werken op internationaal gebied, komen we verder in de strijd tegen spam.” Tussen OPTA en bijvoorbeeld de Federal

Trade Commission (de Amerikaanse

toezicht-14

Spambestrijding vereist internationale samenwerking

(15)

INTErNaTIONaal julI 2007 Nr 2

15 houder voor consumentenbescherming) bestaat een

goed samenwerkingsverband. “We hebben elkaar kunnen helpen bij concrete zaken, maar ook hebben we gebruik kunnen maken van elkaars contacten,” legt de Natris uit. Wel blijft het een probleem dat het verbod op spam in diverse landen op een verschillende plaats in de wetge-ving is opgenomen. “In Nederland is het verbod op spam in de Telecommunicatiewet opgenomen en is OPTA de verantwoordelijke toezichthouder. Er zijn ook landen, zoals Duitsland, waar het spamverbod in het strafrecht is opgenomen. In die landen is spambestrijding een zaak van politie en Justitie.”

prima resultaat

“Internationale samenwerking is absoluut noodzakelijk, maar het moet niet bij praten blijven,” vindt Merijn Schik. Hij werkt voor de Europese Commissie bij het directoraat-generaal Informatiemaatschappij en Media. “In november vorig jaar heeft de Europese Commissie een mededeling gedaan over de aanpak van spam en andere bedreigin-gen van internetveiligheid. De Commissie roept lidstaten op om ervoor te zorgen dat toezicht op het spamverbod daadwerkelijk wordt uitgevoerd.” Volgens Schik moeten

lidstaten hun toezichthouders echt de middelen geven om onderzoek te doen naar spam en om op te treden tegen overtreding van het spamverbod. “Ook met bescheiden middelen kun je een prima resultaat halen, zo heeft de aanpak van OPTA ons geleerd,” zegt Schik.

De Natris denkt dat de verschillende samenwerkingsver-banden een goede basis vormen bij verdere bestrijding van spam: “En deze wereldwijde samenwerking brengt ons ook verder bij de bestrijding van andere vormen van internetcriminaliteit.” «

Na praten, nu tijd voor resultaten

“SpotSpam wil de spambestrijding

(16)

belt u wel eens mobiel in het buitenland?

Ja, als ik met vakantie ben in het buitenland. Even het thuisfront laten weten dat we goed zijn aangekomen. wat vindt u van de prijzen?

Wat denk je? De tarieven zijn hoog. Ik bel daarom nauwelijks!

wat doet u daaraan?

Ik zet mijn mobieltje uit als ik in het buitenland ben. Eén keer per dag kijk ik of er sms-jes zijn en luister ik mijn voicemail af. En als ik moet bellen, dan hou ik het heel kort.

belt u wel eens mobiel in het buitenland?

Nee, ik ben nog ouderwets. Maar mijn man belt wel mobiel vanuit het buiten-land.

wat vindt u van de prijzen?

De tarieven zijn echt niet normaal, ze zijn veel te hoog. Ik vind dat niet meer van deze tijd! Wat ik ook raar vind is dat je ook moet betalen als je alleen gebeld wórdt als je in het buitenland zit! Dat hoort gewoon gratis te zijn. wat doet u daaraan?

Ik bel gewoon niet mobiel! Ik hoef ook eigenlijk niet bereikbaar te zijn op vakantie. Anders belt m’n man wel. «

belt u wel eens mobiel in het buitenland?

Voor mij is Nederland ‘buitenland’. Ik ben namelijk Duitser en werk hier als journalist. Zowel zakelijk als privé bel ik veel mobiel. Trouwens óók als ik op vakantie ben.

wat vindt u van de prijzen? De tarieven zijn te hoog. Hier in Nederland gebruik ik KPN. Dat kost € 1,10 per minuut overdag en € 0,80 ’s avonds.

wat doet u daaraan?

Tsja, niets eigenlijk. Ik wacht tot de Europese Commissie de prijzen verlaagt. Het wordt hoog tijd!

belt u wel eens mobiel in het buitenland?

Ja, maar alleen heel af en toe. wat vindt u van de prijzen?

Nou ja, het is nog erg duur, maar ik merk wel dat het goedkoper begint te worden.

wat doet u daaraan?

Misschien wel op een andere manier bellen? Ik heb bijvoorbeeld een vriend en die belt heel goedkoop vanuit Turkije via internet. Of dat ook mobiel kan weet ik niet, mogelijk inmiddels wel?

via Consuwijzer komen diverse vragen en klachten bij OpTa binnen van consumenten. In de rubriek Straatvraag stapt Connecties ‘live’ af op de eindgebruiker. wat zegt de consument op straat over specifieke consumententhema’s? deze keer: mobiel bellen in het buitenland.

TEKST: JUDY SENIOR & ESTHER IJSKES

16

julI 2007 STraaTvraag

Nr 2

belt u wel eens mobiel in het buitenland?

Ja, ik bel wel mobiel in het buitenland. wat vindt u van de prijzen?

Omdat ik een sim-kaart in het buiten-land koop, heb ik de kosten meer zelf in de hand. Op die manier bel ik als het ware ‘lokaal’, ook als ik niet in Nederland ben en dat scheelt geld. wat doet u daaraan?

Heel simpel. Ik stap in het buitenland een belwinkel binnen en koop daar een sim-kaart van het land zelf. Sommige sim-kaarten kun je trouwens hier in Nederland al kopen. Die stop ik vervol-gens in m’n mobieltje en bellen maar!

“als het moet, dan heel kort”

Sacha vandemunde (39) Journalist

joke verheij (46) Voedingsassistente

martin van haeften (55) Rijksambtenaar

antoinette Tellis (50) Ziekenverzorgende

Toni Trostato (20) Student handel en tevens fotomodel

(17)

17

CONSuwIjzEr julI 2007 Nr 2

liever niet met kluitje

in het riet

Nayca Emperador, senior medewerker backoffice bij OPTA: “Met individuele consumenten heeft OPTA buiten de backoffice zelden rechtstreeks contact. Tóch legt OPTA meer accent op consumentenbelang. Sinds het nieuwe informatieloket ConsuWijzer van OPTA, de NMa en de Consumentenautoriteit open is, worden alle contacten met particulieren in eerste instantie daar afgehandeld. Dat gebeurt door onze collega’s van de frontoffice van ConsuWijzer in Rotterdam. Daar zitten vijftien mensen die vijf dagen in de week tijdens kantooruren bezig zijn om de rela-tief eenvoudige consumentenvragen te beantwoorden. Dat doen zij aan de hand van standaard vragen en antwoorden die voor allerlei onderwerpen zijn gemaakt. De vragen waar het callcenter zelf niet uitkomt, worden doorgestuurd naar één van de backoffices van de toezichthouders aangesloten bij ConsuWijzer. Zo is er ook een OPTA-backoffice. Daar zitten we met vijf collega’s klaar om de specifieke vragen op OPTA-gebied te beantwoorden. Ook als er iets actueels in de media speelt, zoals de publiciteit rond abonnee-informatie-nummers 1850, 1888 en verder, dan weten ze bij de frontof-fice er nog niet het fijne van en komen wij aan bod om tekst en uitleg te geven. In zulke gevallen krijgt de consument ons dus wél rechtstreeks aan de lijn. Gemiddeld verbindt het call-center per dag enkele tientallen telefoontjes naar ons door.”

“Een belangrijke andere taak van de backoffice is het bedenken, maken en bijstellen van de standaard vragen en antwoorden die in Rotterdam worden gebruikt. De telecommunicatie- en postsector is voortdurend in bewe-ging en wij proberen met onze informatie op de laatste ontwikkeling of actualiteit in te spelen. We willen onze antwoorden en adviezen zo formuleren dat de consument er echt mee geholpen is. Iemand met een kluitje in het riet sturen vinden we vervelend. Voor het maken van vragen en antwoorden staan we in nauw contact met andere OPTA-collega’s en stemmen we ook af met bijvoorbeeld de Consumentenautoriteit of de NMa als een onderwerp

op ons beider terrein ligt. We doen ons best om zo breed mogelijk het gebied van telecom en post af te dekken. Regelmatig maken we ook antwoorden klaar voor kwesties waar OPTA formeel juridisch niet over gaat. Neem als voor-beeld de klachten die opdoken over prepaid-beltegoed dat ‘zomaar’ verdween. Dan gaan we toch in op de aard van het probleem en wijzen we consumenten de weg. Helaas blijft er altijd een lastige restcategorie over waar we weinig voor kunnen doen, waar wet- en regelgeving (nog) niet in voorziet. Neem bijvoorbeeld de betaalde lange wachttijden bij helpdesks waar steen en been over wordt geklaagd. Bij conflicten tussen consumenten en aanbieders ligt geluk-kig vaak de weg open naar een van de laagdrempelige geschilinstanties van de Stichting Geschillencommissie voor Consumentenzaken.” «

Met vragen en klachten over consumentenzaken kijk op www.consuwijzer.nl.

TEKST: STEFAN WIJERS

duizenden vragen, telefoontjes, mails en klachten zijn inmiddels behandeld door het gezamenlijk

consumenteninformatieloket Consuwijzer. achter het loket gaat een wereld schuil die zich inspant om de consument door de bomen het bos te laten zien. hoe wordt de vragenstroom bij OpTa in goede banen geleid?

“antwoorden en adviezen zó

(18)

hardere aanpak

misbruik betaalnummers

met vernieuwde wetgeving in de hand kan OpTa straks strenger optreden tegen misbruik van betaalnummers.

Om consumenten beter te beschermen tegen ellende rond 0900-informatienummers en klachten over onverwacht hoge telefoonrekeningen, wordt binnenkort een wijziging in de Telecommunicatiewet van kracht. hoe lost dit klachten over 090x-nummers op? wat leveren OpTa’s nieuwe bevoegdheden op voor marktpartijen en consumenten?

TEKST: JUDY SENIOR

Begin 2007 hebben de Eerste en Tweede Kamer een wijzi-ging van de Telecommunicatiewet aangenomen zoals dat formeel heet ‘in verband met het vaststellen van nadere bepalingen over het gebruik van nummers ter bescherming van de consument’. Een hele mond vol die neerkomt op aanscherping van de wet om consumenten al in een zo vroeg mogelijk stadium te behoeden voor problemen en ellende rond betaalde 090x-informatienummers. Hopelijk nemen hierdoor eindelijk de vele klachten af over de tienduizenden in gebruik zijnde 0900-, 0909- en 0906-nummers.

actievere rol

Lange tijd stroomden er klachten van consumenten binnen over onverwacht hoge telefoonrekeningen. Vaak waren deze te wijten aan de zogeheten (auto)dialers: program-maatjes die ongemerkt via internet software downloaden en installeren om dure buitenlandse nummers te bellen. Hoewel die specifieke klachten inmiddels zijn vermin-derd door eerdere maatregelen, regent het bij OPTA en ConsuWijzer nog wel klachten over te hoge telefoonreke-ningen, onduidelijke tarieven van betaalde informatienum-mers en informatienuminformatienum-mers die niet gebeld zijn of korter dan in rekening wordt gebracht. Het huidige regime van zelfregulering en een gedragscode voor nummereigena-ren op grond waarvan consumenten voor klachten terecht kunnen bij de Stichting Onafhankelijke Commissie voor Informatienummers (OCI) kan de klachten niet het hoofd bieden. Om deze falende consumentenbescherming aan te pakken, wordt de wet- en regelgeving aangescherpt en krijgt OPTA een actievere rol.

meer bevoegdheden, minder klachten

Voor OPTA betekent de wetswijziging dat zij nieuwe bevoegdheden krijgt om gebruik van betaalnummers stren-ger te controleren en in te grijpen bij misbruik. Bij twijfel over een nummeraanvrager kan OPTA straks diens integriteit laten toetsen door het Bureau bevordering integriteitsbeoor-delingen door het openbaar bestuur (BIBOB), dat ook derge-lijke screenings doet voor gemeenten bij het verstrekken van vergunningen. Bij een verdacht verleden, bijvoorbeeld op gebied van consumentenmisleiding of fraude, wordt het nummer niet uitgegeven. Bij kennelijk misbruik van nummers kan OPTA de aankiesbaarheid stop laten zetten door tele-combedrijven, zodat het nummer niet meer kan worden gebeld. Ook kan OPTA de betalingen aan de nummergebrui-ker stop laten zetten om verdere klachten te voorkomen. geschillencommissie

Als de nieuwe wetgeving van kracht is, wordt een nieuwe geschillencommissie bij de Stichting Geschillencommissies voor consumentenzaken opgericht waar consumenten direct terecht kunnen met klachten over informatienummers. Nummergebruikers worden ook verplicht zich aan te sluiten bij deze geschillencommissie, zodat alle partijen achter een 090x-informatienummer ter verantwoording te roepen zijn. De intentie van deze wetswijziging is dus om consumenten beter te beschermen tegen misbruik van betaalde infor-matienummers en om consumenten te faciliteren om met resterende klachten direct bij een geschillencommissie aan te kloppen. De nieuwe wetgeving wordt overigens pas echt van kracht als de bijbehorende lagere regelgeving ook af is, naar verwachting wordt dat na de zomer. «

18

julI 2007 wETgEvINg

Nr 2

(19)

19

NIEuwSvarIa julI 2007 Nr 2

blijf op de hoogte

Meer informatie over de onderwerpen in deze rubriek is te vinden op OPTA’s website: www.opta.nl. Om dagelijks, wekelijks of maandelijks op de hoogte te blijven van actuele nieuwsfeiten kunt u zich via de website abonneren op de digitale nieuwsbrief Conn@cties.

marktanalysebesluit vaste gespreksafgifte

Op 11 mei heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) zich uitgesproken in het beroep dat partijen aantekenden tegen het marktanalysebesluit gespreksaf-gifte van 21 december 2005. Het besluit stelde vast dat de meeste vaste aanbieders beschikken over aanmerkelijke marktmacht (AMM) bij het afgeven van gesprekken op hun netwerk voor andere aanbieders. Om de mededingingsproblemen tegen te gaan die voortkomen uit deze AMM-positie legde OPTA deze aanbieders een aantal verplichtingen op. Omdat OPTA onder meer vaststelde dat er een reëel risico was dat partijen te hoge tarieven in rekening zouden brengen aan andere partijen voor het afgeven van gesprekken op hun netwerk, werden de tarieven gere-guleerd. Daarnaast stelde OPTA ook andere verplichtingen vast om het afnemen van gespreksafgifte tegen redelijke voorwaarden te garanderen (verplichting tot toegang, transparan-tie en non-discriminatransparan-tie).

Op basis van de uitspraak blijven de verplichtingen die OPTA oplegde aan KPN in stand. Dit geldt ook voor de verplichtingen die andere partijen hebben jegens KPN, behalve voor uPC en Tele2. Het CBb oordeelde dat nog onvoldoende is aangetoond dat deze laatste partijen beschik-ken over AMM. Het CBb was verder van oordeel dat de noodzaak van de

uitspraak spamboetes

Recent deed de Rechtbank Rotterdam uitspraak in een aantal zaken waarbij OPTA boetes oplegde wegens het overtreden van het spamverbod. De recht-bank oordeelt dat OPTA in haar onderzoek naar de overtredingen niet zorgvuldig genoeg is geweest. Zo had OPTA meer eigen onderzoek moeten uitvoeren naar binnengekomen klachten en zou OPTA, voordat ze een boete op ging leggen, de gelegenheid moeten geven om de klagers te laten ondervragen. OPTA gaat in hoger beroep tegen deze uitspraken.

Daarnaast had OPTA een boete opgelegd aan een persoon omdat deze geen medewerking had verleend in het onderzoek naar overtreding van het spamverbod. In deze laatste zaak stelde de Rechtbank OPTA volledig in het gelijk.

tariefverplichtingen die golden tussen andere partijen dan KPN onderling onvoldoende was vast komen te staan. Daarom werd het besluit op dit punt vernietigd. Het CBb draagt OPTA op om rond de vernietigde onderde-len een nieuw besluit te nemen.

marktanalyses breedband

In het positionpaper All IP van oktober 2006 kondigde OPTA aan nieuwe marktanalyses uit te voeren voor de breedbandmarkten. Het was de bedoeling om uiterlijk in het tweede kwartaal van 2007 de ontwerpbe-sluiten te publiceren ter consultatie. In maart heeft OPTA marktpartijen echter opgeroepen om te komen tot een oplossing voor de voorgenomen uitfasering van MDF-access in KPN’s All IP-plan. OPTA gaf partijen hier-voor tot 15 juni de tijd. Vervolgens verzochten partijen om een maand

extra tijd en heeft OPTA tot 15 juli uitstel gegeven. Bij het uitblijven van resultaat publiceert OPTA uiterlijk 15 oktober 2007 haar ontwerpbeslui-ten marktanalyses breedband. Als partijen binnen de termijn tot over-eenstemming komen, bekijkt OPTA in hoeverre het resultaat de bevindingen in de marktanalyses beïnvloedt en of er aanleiding is om eventueel voor KPN voorziene verplichtingen achter-wege te laten of te verlichten. In dat geval verwacht OPTA publicatie van de ontwerpbesluiten uiterlijk voor het einde van het jaar.

Meer informatie rond de marktanaly-ses en All IP is te vinden op OPTA's website www.opta.nl.

hoogleraarschap collegeleden

Geassocieerd collegelid Annetje Ottow (1965) is per 1 augustus a. s. benoemd tot hoogleraar aan het Europa Instituut van de universiteit van utrecht. Zij zal daar de leerstoel Economisch publiekrecht bekleden. Recent is ook collegelid Mark de Jong (1955) herbenoemd als bijzonder hoogleraar Economie van de Dienstensector aan de universiteit van Amsterdam. Hij gaat zich aan de uvA onder meer inzetten voor de oprichting van een Academisch Centrum voor Diensteninnovatie, waarin ook het bedrijfsleven kan participeren. « In memoriam ad geelhoed

(20)

hoe communiceert...

frank heemskerk

staatssecretaris Economische Zaken

welk communicatiemiddel spreekt u het meeste aan en waarom?

Ik vind sms ontzettend handig. Ook de mobiele telefoon is een uitkomst. Ik maak daar veel gebruik van, soms tot ergernis van het thuisfront. Voor internet heb ik weinig tijd. Ondanks al die nieuwe mogelijkheden waardeer ik een face-to-face-gesprek het meest. Nieuwe technologie heeft als nadeel dat je niet iemands ogen kan zien en zijn reactie. Nieuwe ontwikkelingen zoals beeldtoepassingen en videoconferenties komen hieraan tegemoet.

wat vindt u belangrijk in uw communicatie als staatssecretaris van Ez?

Duidelijkheid. In debatten en in gesprekken met mijn ambtenaren probeer ik consequent en duidelijk te zijn. Dat werkt voor iedereen het prettigst. Wat ik verder erg belang-rijk vind is om beleid altijd te onderbouwen met voorbeel-den. Wat merkt mijn moeder hier nou van?

“Convergentie heeft grote

gevolgen voor consumenten,

bedrijven én de overheid.”

FO TO : H ANS O OSTR u M

Communicatie is meer dan alleen de middelen. u speelt trompet. wat betekent communiceren in en door de muziek voor u?

Muziek is voor mij heel belangrijk. Het is iets om bij te ontspannen, muziek maken vind ik heerlijk. Helaas kom ik daar de laatste tijd te weinig aan toe. Dat is de reden dat ik niet langer kon meeblazen in de funky carnavalsband waarin ik speelde. Met dit werk is regelmatig repeteren heel lastig.

brieven schrijven doen we nauwelijks meer. Is brieven schrijven achterhaald? Schrijft u nog wel eens een brief? Te weinig, moet ik bekennen. Heel soms een kaartje. Iedereen vindt het ook erg leuk om briefpost te krijgen. Een kaart of een handgeschreven brief hebben iets heel positiefs. Iemand heeft echt de tijd genomen voor je. Dat spreekt er voor mij heel erg uit.

Is er de laatste tijd iets veranderd in de manier waarop mensen met elkaar communiceren?

Ja. Als ik kijk naar hoe kinderen sms’en, bellen en chatten op het web. Kinderen kunnen veel dingen tegelijk en communiceren in een eigen taaltje, een opvallende veran-dering. En de mobiele telefoon. Weinig innovaties hebben zo’n maatschappelijke impact gehad. Iedereen belt van overal op de wereld: wat een impact heeft dat op de balans tussen privé en werk. Daar zoeken veel mensen naar nieuw evenwicht.

welke toekomst voorspelt u voor de ontwikkeling van communicatie?

De internetrevolutie met chatten en alles wat daarbij hoort zal doorzetten. Convergentie en veiligheid zijn volgens mij de twee belangrijkste ontwikkelingen die we in de gaten moeten houden. De audiovisuele industrie, de omroepen, de creatieve industrie en telecommunicatie en ICT groeien naar elkaar toe. Deze convergentie heeft grote gevolgen voor consumenten, bedrijven én de overheid. Spyware en virussen bedreigen ICT-systemen doorlopend. We moeten veel tijd steken in veiligheid.

hoe communiceert frank heemskerk? Duidelijk, toegankelijk en praktisch. «

julI 2007 hOE COmmuNICEErT...

Nr 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de eindgebruiker betekenen de beleidsregels onder andere dat marktpartijen transparanter moeten zijn: ze zijn nu bijvoorbeeld verplicht hun tarieven duidelijk aan de

Eerder al hebben de mobiele aanbieders, onder druk van de Nederlandse Mededingingsautoriteit en OPTA, de tarieven voor het bellen van vast naar mobiel stapsgewijs omlaag

In de meeste gevallen is dit het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten (Stct. Het gebruik van het nummer of de nummers moet met deze bestemming overeenkomen. Deze voorwaarde is

Het is belangrijk dat we goed uitleg- gen waar we voor staan, wat de burger aan ons heeft en natuurlijk wat burgers, bedrijven en overheden zélf kunnen doen. “kinderen geven

Daarnaast zijn de reeksen niet compleet, omdat één of meer nummers bij andere partijen in gebruik zijn.. Als we geen goede nummers

De nummers beginnend met 06 zijn bestemd voor mobiele diensten en toegang tot datadiensten en hebben veelal een nummerlengte van 10 cijfers.. De nummerreeks 066 is bestemd

Hierbij kan onder andere gedacht worden aan diensten waarbij na het leveren van de eigen dienst, wordt doorgeschakeld naar een ander nummer waar normaliter een lager tarief of

Via een 0900-nummer mag geen betaaldienst, waarvoor een tarief per gesprek in rekening wordt gebracht, aangeboden worden voor:.. - diensten van erotische, seksuele of