• No results found

CONNECTIES NIEUWS- EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CONNECTIES NIEUWS- EN PUBLICATIEBLAD VAN DE"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONNECTIES

NIEUWS- EN PUBLICATIEBLAD VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT

SEPTEMBER 2005 NR 4

MARKTANALYSE

Belangen consument

en kabelaars op gouden weegschaaltje

WETGEVING

(2)

2

In dit nummer

Colofon

EINDREDACTIE Gemma Lago Stefan Wijers REDACTIE Jasper van Delft Rob van Eijl Esther Kroese Gemma Lago Wino Penris Lourens la Roi Cas van de Velde Stefan Wijers FOTOGRAFIE Hans Oostrum

ONTWERP & ILLUSTRATIES Gilbert Sanders

GRAFISCHE PRODUCTIE Rooduijn, bureau voor communicatie en design DRUKWERK Rooduijn Drukkerij REDACTIEADRES EN REACTIES Postbus 90420 2509 LK Den Haag Telefoon: (070) 315 35 64 E-mail: Connecties@opta.nl ABONNEMENTEN EN ADRESWIJZIGINGEN Telefoon: (070) 315 35 64 Fax: (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

Connecties is het kwartaalblad van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom op

Connecties@opta.nl.

Connecties wordt met grote zorgvuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadplegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

OPTA stimuleert bestendige concurrentie in de telecommunicatie en postmarkten. Dat wil zeggen: een duurzame situatie waarin particuliere en zakelijke eindgebruikers een keuze kunnen maken tussen aanbieders en tussen diensten, zodanig dat het prijs- en kwaliteitsaanbod op de diverse deelmarkten tot stand komt door effectieve marktprikkels. Bij onvoldoende keuze beschermt OPTA eindgebruikers.

MARKTANALYSE

Belangen consumenten

en kabelaars op gouden

weegschaaltje

College Telefonie & Nummers Breedband & Omroep Integriteitstoezicht, Post &

Bestuurs-ondersteuning Algemene Zaken

Telefonie Breedband & Huurlijnen

Integriteits-toezicht & Post Personeelszaken Nummers & Registraties Omroep Bestuursonder-steuning Informatievoorziening & Automatisering Financiën & Control Secretariaat Secretariaat Organisatie & Secretariaat

ACHTER DE SCHERMEN

Organisatie OPTA

ingrijpend op de schop

NIEUWSVARIA

Blijf op de hoogte

ACHTERGROND

Nummertje trekken

INTERNATIONAAL

Europees overleg

voor binnenlandse

consumptie

TECHNIEK

Zuivere

(3)

Chris Fonteijn voorzitter van het college

Bij het uitkomen van deze Connecties ben ik sinds enkele dagen actief in mijn rol als voorzitter van het OPTA-college. Per 1 september jl. heb ik de verantwoordelijkheden van Jens Arnbak overgenomen. Ik had hier eerst opgeschreven: dat ik Jens Arnbak had vervangen. Maar dat is wat aanmatigend, gezien de statuur van Jens als voor-zitter van de OPTA. Bescheiden, vasthoudend en met een enorme kennis van zaken heeft hij het gezicht van de OPTA sinds de oprich-ting in belangrijke mate bepaald.

Is het een angstaanjagend vooruitzicht om een man van dit kaliber op te volgen? Nee, toch niet, en wel om twee redenen. In de eerste plaats heeft Jens mede zo kunnen functioneren vanwege de kwaliteit en loyaliteit van de medewerkers van OPTA. Gelukkig blijven zij hier werken. Ten tweede ben ik met mijn achtergrond als advocaat een geheel ander persoon dan Jens. Iedere poging tot navolging zou bij voorbaat mislukt zijn, dus ik doe het op mijn eigen wijze. Uiteraard met de steun van de gehele organisatie en met het grootste respect voor mijn voorganger. Mijn mede-collegeleden, mevrouw Gonçalves en de heer Van Karnebeek, blijven voorlopig in functie en staan borg voor de continuïteit in het bestuur. Zij worden op den duur vervangen door twee collegeleden zonder uitvoerende taken.

Ik ben als jurist werkzaam geweest bij het kantoor NautaDutilh en heb geen achtergrond in de telecommunicatie, of de postsector. Mijn ervaring ligt in een andere netwerkgebonden en gereguleerde sector, de energiewereld. Overigens ook een wereld waar zelden sprake is van een dull moment. Een advocatenkantoor wijkt denk ik minder fundamenteel af van een organisatie als OPTA, dan misschien op het eerste gezicht zou lijken. Het gaat namelijk in beide gevallen om organisaties met goed gemotiveerde en hoogopgeleide professionals. Daarbij is OPTA vlak voor mijn aantreden organisatorisch aangepast, waardoor het uitstekend toegerust is om te voldoen aan de (wette-lijke) eisen die aan ons gesteld worden. In mijn vorige baan heb ik de waarde geleerd van persoonlijke relaties en samenwerking. Ook met mensen die verantwoordelijk zijn voor andere belangen dan die waar ik voor sta. Ik verheug me erop dat ook hier bij OPTA te kunnen doen.

Op eigen wijze

Column

3 SEPTEMBER 2005 NR 4

EFFECT OPTA-WERK

Proefbrieven

binnen de tijd

17

WETGEVING

OPTA moet

voorspelbaar en

transparant

handelen

18

FACTS & FIGURES

(4)

SEPTEMBER 2005 MARKTANALYSE

NR 4

4

Kiezen of delen bij regulering omroep

Belangen consument en kabelaars op gouden weegschaaltje

TEKST: LOURENS LA ROI & STEFAN WIJERS

In mei maakte OPTA bekend dat zij de prijzen van het kabelstandaardpakket gaat onderzoeken. Dit is een belangrijke uitkomst van het onderzoek dat OPTA deed naar de concurrentie in de markt voor het doorgeven van omroepsignalen. Consumentenorganisaties en gemeenten reageerden met opluchting en blijdschap, terwijl marktpartijen OPTA verwijten te weinig rekening te houden met cruciale marktontwikkelingen.

FOT

O:

HANS

OOSTRUM

“Waar het werkelijk om gaat, is de dominantie van de ex-PTT’s in Europa. Vergeleken met Deutsche Telekom, France Télécom en KPN is UPC maar een dwerg. Het is bespottelijk om de microdominantie in Vlaardingen West als uitgangspunt te nemen. Dan reguleer je de kabel kapot,” zegt Diederik Karsten, algemeen directeur van UPC Nederland. VVD-wethouder Bas Wienbelt uit Alphen

“Regulering moet kruissubsidie voorkomen,

maar innovatie niet belemmeren.”

aan den Rijn ziet het anders: “Je kunt rustig zeggen dat de kabeltarieven in Nederland veel te hoog zijn. Als de kabelsector investeringsruimte nodig heeft voor nieuwe diensten, dan moet zij dat op de gewone manier doen en niet domweg over de rug van de consument die geen keus heeft. Het kabelstandaardpakket is feitelijk nog steeds een nutsvoorziening.” Johan Keetelaar, projectleider Marktanalyse Omroep bij OPTA, nuanceert: ”De omvang van een bedrijf in vergelijking met andere bedrijven is niet relevant wanneer deze bedrijven niet op dezelfde markt actief zijn. Het gaat om de invloed die een bedrijf heeft op een specifieke markt.”

Achterhoedegevecht

UPC-baas Karsten: “Ik heb er begrip voor dat er een toetsing komt van de redelijkheid van de tarieven in de markt voor omroepdoorgifte. Geen regionale tarieven per kabelgebied, maar één redelijke prijs voor heel Nederland. Op die manier hoop ik dat we eindelijk af komen van de gefragmenteerde en sterk gepolitiseerde situatie van nu. Het wordt tijd dat we de kabeltarieven nuchter, door een marktoog gaan bekijken. Wat mij betreft kunnen de kabel-tarieven in Nederland de toets der kritiek prima doorstaan. Die zijn niet te hoog. Zeker vergeleken met het buitenland heeft de Nederlandse televisiekijker niets te klagen. De enkele gemeenten die dat nog niet inzien, voeren wat dat betreft een achterhoedegevecht.”

Wethouder Wienbelt is het daar beslist niet mee eens en wil de consument beschermen: “De prijs voor het stan-daardpakket verschilt aanzienlijk van regio tot regio. Ik denk dat het goed is dat OPTA straks de prijs van het pakket reguleert voor heel Nederland. Wel heb ik het idee dat wij in Alphen met de kabeltarieven nog helemaal niet zo

(5)

5

MARKTANALYSE SEPTEMBER 2005 NR 4

gek zitten. In de gebieden om ons heen betalen consumen-ten zeker drie á vier euro meer voor het standaardpakket. Anders dan andere regio’s hebben wij het in Alphen voor elkaar gekregen dat de prijs van omroepdoorgifte op een redelijk niveau bleef. Alleen in Gouda zitten ze nóg lager dan bij ons!”

Consumententarief

Volgens OPTA-projectleider Keetelaar is in de concept-besluiten juist aandacht geschonken aan beide belangen. “Het toezicht op de kabelmarkt is voor een deel hetzelfde gebleven. Op een aantal punten is het zelfs lichter gewor-den. Nieuw is wel de regulering van het consumententarief. Ik vind dat we de marktpartijen voldoende ruimte geven om te investeren, en mogelijkheden bieden om een redelijk rendement te halen.” Of consumenten te veel betalen, moet blijken uit het onderzoek naar de manier waarop kabel-maatschappijen hun kosten doorberekenen in de

consu-mentenprijs. Keetelaar: “Pas op basis van die resultaten kunnen we een definitief oordeel geven over de redelijkheid van de prijzen.”

De kabelsector heeft negatief op het OPTA-besluit gere-ageerd en vindt dat de kabelaars de handen op de rug gebonden krijgen aan de vooravond dat zij links en rechts ingehaald dreigen te worden door nieuwe marktontwikkelin-gen. Karsten: “We moeten naar voren kijken en ons reali-seren welk concurrentiegeweld in het verschiet ligt. OPTA heeft dat wat mij betreft in haar conceptbesluit niet gedaan en te veel naar het verleden gekeken. De kabel moet toegerust zijn om het gevecht met IP-televisie via ADSL2+

Kiezen of delen bij regulering omroep

Belangen consument en kabelaars op gouden weegschaaltje

FOT

O:

HANS

OOSTRUM

5

“Wat mij betreft kunnen de kabeltarieven

in Nederland de toets der kritiek prima

doorstaan.”

(6)

FOT O: HANS OOSTRUM SEPTEMBER 2005 MARKTANALYSE NR 4 6

mee te strijden. Daarin staat UPC straks oog in oog met KPN. Wat mij betreft huilt KPN krokodillentranen als het betreurt dat het geen televisie over het kabelnetwerk van UPC mag leveren. Als de consument straks niet tevreden is met UPC, kan hij gewoon naar een ander overstappen. Heel simpel.”

Extraatje

Johan Keetelaar luistert aandachtig als deze kritiek ter sprake komt: “Volgens mij is de centrale vraag: wanneer is televisie via internet een volwaardig substituut voor televisie via de kabel? Niet alleen technische ontwik-kelingen bepalen of een nieuw product een volwaardig alternatief is. Onlangs ben ik bij mijn Franse collega’s

langsgeweest omdat ze daar verder zijn met het aanbieden van televisie via het internet. Nederlandse kabelbedrijven verwijzen graag naar die situatie. In Frankrijk heeft het een tijdje geduurd voordat het afnemen van televisie via internet is gaan lopen en dan nog moet je je afvragen of je écht kunt spreken van een alternatief. Televisie via de kabel wordt vaak als extraatje geboden bovenop een breedbandproduct, zoals bijvoorbeeld nu in Nederland gebeurt met eredivisievoetbal. Daarbij moet je niet vergeten dat Nederland een unieke positie inneemt in Europa in het aanbieden van televisie via de kabel. Geen ander land in Europa kent zo’n hoge kabeldichtheid. Het is prima om naar andere landen te kijken, maar je moet de zaken wel in hun juiste perspectief zien.”

Ook volgens wethouder Wienbelt is het kabeltarief loslaten pas acceptabel als er echt een reëel alternatief is. Dus bij voldoende concurrentie. De Alphense bestuurder redeneert

“Als het prijsverschil niet aantrekkelijk is,

kun je concurrentie wel vergeten.”

(7)

7

MARKTANALYSE SEPTEMBER 2005 NR 4

daarbij sterk vanuit het belang van gemak voor de consu-ment en hanteert een strenge norm: “Pas als je ziet dat de burger echt gaat overstappen – zoals bij telefonie, als duizenden naar andere aanbieders gaan – dan is er sprake van voldoende werking van de markt. Dat moeten we zeker niet te vroeg veronderstellen. Als de drempels te hoog zijn, bijvoorbeeld door technische hobbels, of het verschil in prijs onvoldoende aantrekkelijk is, dan kun je concurrentie wel vergeten. Wat mij betreft eerst zien, dan geloven.” Grootschalige digitalisering

In de markt voor elektronische communicatie lijken spelers zich meer en meer toe te leggen op het als één bundel aanbieden van telefonie, internet en televisiesignaal. Wat dat betreft is de strategie van UPC pragmatisch. “Triple

play is wel een ontwikkeling van belang, maar UPC gaat

zich er niet afhankelijk van maken.

Wij willen vooral zorgvuldig polsen wat de klant precies wil.

Wat ons betreft ligt de toekomst voor UPC zeker ook in digitale televisie en alle nieuwe mogelijkheden die dat met zich meebrengt. In landen als Engeland zijn ze daar veel verder mee, met name in allerlei vormen van interactiviteit. Ook in Nederland verwacht ik er heel veel van,” zo voor-spelt Karsten.

UPC wil nog vanaf dit najaar aan al haar twee miljoen abonnees een decoder geven. “Daarmee is een investe-ring van driehonderd miljoen euro gemoeid. Het standaard kabeltarief gaat niet meer dan minimaal omhoog, zodat die verhoging de eventuele toets van OPTA en de NMa kan doorstaan. Hierbij krijgt de consument de decoder gratis en ontvangt hij bovendien meer kanalen en diensten,” aldus Karsten. “Rond deze plannen is nog veel onzekerheid in de marktanalyse van OPTA en de sector heeft behoefte aan investeringszekerheid. Wij willen nu zo snel mogelijk beginnen met een grootschalige digitalisering waardoor een vliegwiel van activiteiten in gang gezet wordt. Zodra er een kritische massa van digitale klanten bereikt wordt, kunnen NOS, RTL en anderen fors investeren in digitale program-ma’s. We hebben in Nederland nu te lang tegen elkaar aangekeken zonder dat er wat gebeurde. Dat proberen wij nu in ieder geval te doorbreken,” stelt Diederik Karsten. Goede balans

Projectleider Johan Keetelaar begrijpt de zorg van UPC: “Voorop staat dat het risico op kruissubsidie bij een zeer dominante marktpositie aanwezig is. Dat is één kant van de zaak. Tegelijkertijd willen we niet dat onze regulering de innovatie in een sector belemmert. De conceptbesluiten laten denk ik al voldoende ruimte voor nieuwe producten en diensten, maar de consultaties lopen nog. Ik denk dat we in onze conceptbesluiten een goede balans hebben gevonden tussen de belangen van kabelbedrijven en die van consu-menten. De nationale en internationale consultatie gebrui-ken we om de conceptbesluiten die we hebben genomen, nog scherper te maken. Kritiek van buitenaf helpt ons dus juist bij het formuleren van onze definitieve besluiten.”

«

De stad in het Groene Hart heeft het nodige te stellen

gehad rond de overgang van haar kabelnetwerk in particuliere handen. In 2000 is het kabelnetwerk van Alphen aan den Rijn verkocht aan Casema voor ruim 1750 gulden per aansluiting. Toen is ook een strategisch pakket met Casema afgesproken aan toekomstvoorzieningen op ICT-vlak. De Alphense kabel is verglaasd en ieder huishouden zou een gratis decoder ontvangen. De prijs voor doorgifte van het standaardpakket bleef aan een afgesproken plafond gebonden om kruissubsidie te voorkomen. Wethouder Bas Wienbelt: “We hebben Casema wat dat betreft echt niet uitgeknepen; het mocht allerlei kosten en de stijging van het prijspeil gewoon doorberekenen. Het is anderhalf jaar goed gegaan. Toen wilde Casema de prijzen verder omhoog schroeven en begonnen aller-hande uitvoeringsperikelen. Uiteindelijk hebben wij als gemeente ons gelijk moeten halen bij de rechter. Ik ben blij dat we toendertijd duidelijke afspraken hebben gemaakt. Voor de burger heeft dit goed uitgepakt.”

Casus Alphen aan den Rijn

(8)

8

Geschil EduTel-KPN

Op 1 juni 2005 maakte EduTel een geschil aanhangig bij OPTA over een dienst inzake 088-nummers (nummers voor bedrijven). EduTel bereikte geen overeenstemming met KPN over het leveren van de genoemde dienst. EduTel wil de dienst via het originating-model leveren, terwijl KPN deze via het

terminating-model wil afhandelen.

OPTA heeft het geschil in behande-ling genomen en aangegeven dat het de standaardprocedure uit de Procedureregeling Geschillen en Handhaving OPTA (PGHO) volgt. Uitspraak uiterlijk eind oktober van dit jaar.

Kabinetsstandpunt OPTA-evaluatie

Eind juni bood de minister van Economische Zaken het kabinets-standpunt Evaluatie OPTA 2005 aan aan de Tweede Kamer. Volgens de Wet OPTA is de minister verplicht om het functioneren van OPTA vierjaar-lijks te evalueren en de Kamer daar-over te informeren. De evaluatie 2005, die beperkter van opzet was dan de vorige uit 2001, werd uitgevoerd door bureau Berenschot. Kort samenge-vat scoort OPTA een ‘voldoende tot goed’ en heeft het bureau een reeks verbeterpunten aangereikt. Minister Brinkhorst signaleert dat OPTA de pioniersfase voorbij is en zich als een deskundige en gezaghebbende toezichthouder heeft gepositioneerd. Niettemin moet OPTA nog een aantal maatregelen nemen om haar optre-den verder te verbeteren. Brinkhorst ziet, gezien de sterke nadruk op sectorspecifiek toezicht in de vernieuwde telecommunicatiewetge-ving, momenteel geen aanleiding om het OPTA-toezicht onder te brengen bij de NMa.

Geschillen Broadcast Newco Two

Op 10 april 2005 maakte Broadcast Newco Two twee geschillen aanhan-gig over het medegebruik van anten-nesystemen. Het bedrijf houdt zich onder meer bezig met de doorgifte van radiosignalen van programma-aanbieders. De geschillen hadden betrekking op het medegebruik van infrastructuur van Nozema Services. Broadcast wilde duidelijkheid over de verplichting van Nozema rond het toestaan van medegebruik zodat Broadcast een bod uit kan brengen in een aanbestedingsprocedure van de Publieke Omroep. Daarbij gaat het om de uitzendingen van Radio 1, Radio 2, 3FM en Radio 4. OPTA stelde vast dat het verzoek van Broadcast redelijk was.

Aanvullend besluit CPS-overig

Op 23 december 2004 nam OPTA een besluit in het geschil tussen Tele2 en KPN over CPS naar bepaalde niet-geografische nummers, zoals 0800- en 0900-nummers. In het geschilbesluit gaf OPTA aan dat zij over een aantal punten nader zou oordelen in een aanvullend geschil-besluit. Dat aanvullende besluit volgde op 30 juni 2005 en geeft een oordeel over het beschakelingstarief voor de CPS-beschakelingscategorie ‘overig’ en over de redelijkheid van

het verzoek van Tele2 inzake mass

calling. Het aanvullende besluit van

OPTA is te vinden op de website.

Samenstelling OPTA-college

De minister van Economische Zaken heeft de zittende leden van het college van OPTA met ingang van 1 augustus 2005 herbenoemd. Conform de Wet OPTA zijn de leden benoemd voor een nieuwe periode van vier jaar tot en met 31 juli 2009. De

collegele-Blijf op de hoogte

Meer informatie over de onderwerpen in deze rubriek is te vinden op OPTA’s website: www.opta.nl. Om dagelijks, wekelijks of maandelijks op de hoogte te blijven van actuele nieuwsfeiten kunt u zich via de website abonneren op de digitale nieuwsbrief Conn@cties.

Mr. Chris A. Fonteijn (50) is per 1 september benoemd als voorzit-ter van het college van OPTA en volgt aldus prof. dr. Jens C. Arnbak op die de functie bekleedde sinds 1997. Fonteijn was sinds 1980

werkzaam bij advocatenkantoor NautaDutilh, waar hij in 1988 partner werd en in zijn laatste functie hoofd was van de afdeling Energy & Utilities. Als advocaat was hij intensief betrokken bij de herstructurering van de energie-sector en vertegenwoordigde hij uiteenlopende belangen in deze sector, waaronder die van de Staat der Nederlanden. Tot vorig jaar was Fonteijn tevens operationeel verantwoordelijk voor de afdeling Ondernemingsrecht van zijn kantoor.

Chris Fonteijn benoemd tot collegevoorzitter

SEPTEMBER 2005 WETGEVING

NR 4

8

Erratum - In het artikel ‘Goedkoper bellen van vast naar mobiel’ in de

(9)

van onder meer de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). OPTA is belast met het toezicht op de Telecommunicatiewet (Tw). Beide colleges zijn bevoegd als het gaat om de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de verwerking van persoonsgegevens binnen de sector elektronische communicatie. Om die reden hebben de twee toezichthou-ders besloten afspraken te maken over hoe zij hun bevoegdheden op dit terrein gaan inzetten. Het samen-werkingsprotocol heeft betrekking op

alle privacygerelateerde onderwerpen uit de Telecommunicatiewet en omvat onder andere eerder gemaakte werk-afspraken rond spam. Beide toezicht-houders zullen overeenkomstige wettelijke begrippen uit de Wbp en de Tw op dezelfde manier uitleggen. Ook zullen ze elkaar informeren over relevante onderwerpen en elkaar met raad en daad bijstaan. Wanneer dat nodig is zullen zij gezamenlijk optre-den tegen mogelijke overtredingen van privacybepalingen uit de Tw. De tekst van het samenwerkings-protocol is te vinden op de website van het CBP (www.cbpweb.nl) en op OPTA’s site. 9 NR 4 WETGEVING SEPTEMBER 2005 9 FOT O: OPT A

de notificatie van de marktanalyse Mobiele toegang en gespreksopbouw opgeschort totdat meer duidelijkheid bestaat over de beoordeling door de NMa van de voorgenomen overname van Telfort door KPN.

Eind oktober hoopt OPTA de ontwerp-marktanalysebesluiten voor Vaste Telefonie, Breedband en Huurlijnen

ter notificatie bij de Commissie aan te bieden. De betrokken partijen hebben inmiddels de gelegenheid gehad mondelinge en schriftelijke bedenkin-gen in te dienen en vrabedenkin-gen te stellen

naar aanleiding van de ontwerpbe-sluiten. De finale besluiten worden verwacht rond het einde van dit jaar. Een uitgebreidere beschouwing rond de marktanalyses Vaste Telefonie, Breedband en Huurlijnen volgt in het decembernummer van Connecties.

CBP en OPTA ondertekenen samenwerkingsprotocol

Op 12 juli jl. ondertekenden de voor-zitter van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), dhr. J. Kohnstamm en de collegevoorzit-ter van OPTA, dhr. J. Arnbak, een samenwerkingsprotocol. Het CBP is belast met het toezicht op de verwer-king van persoonsgegevens, op grond den hebben echter aangegeven hun

ontslag te wensen op het moment dat het ministerie voor hen een geschikte opvolger kan benoemen. Met ingang van 1 september 2005 maakt de heer prof. dr. J.C. Arnbak plaats voor de nieuwe voorzitter, de heer mr. Chris A. Fonteijn (zie elders in deze rubriek). De benoemingstermijn van de heer Fonteijn loopt tot en met 31 juli 2009. De andere twee leden, mw. mr. L.Y. Gonçalves-Ho Kang You en jhr. mr. H.A. van Karnebeek, blijven aan tot het moment dat nieuwe leden benoemd kunnen worden.

Advies NMa en OPTA over Nozema

Op 24 juni 2005 bracht OPTA posi-tief advies uit aan de NMa naar aanleiding van een voorgenomen advies van de NMa aan de minister van Financiën over de verkoop van Nozema Services. Het advies betrof mogelijke mededingingsrechtelijke bezwaren tegen de aankoop van een deel van de aandelen Nozema door KPN en/of Broadcast Partners. De NMa adviseerde het ministerie van Financiën geen aandelen Nozema te verkopen aan KPN of Broadcast Partners, omdat door de verkoop aan een van deze partijen een economi-sche machtspositie kan ontstaan of worden versterkt op de markt voor omroepzendernetwerkdiensten (het uitzenden van radiosignalen voor radio-omroepen). Hierdoor kan de concurrentie worden belemmerd.

Notificatie marktanalysebesluiten

Op grond van het Europese wetge-vingskader voor regulering van de markten voor elektronische communicatie moet OPTA haar ontwerp-marktanalysebesluiten voor commentaar voorleggen (notificeren) aan de Europese Commissie voor zij een definitief besluit neemt. De Europese Commissie heeft onlangs aangegeven geen opmerkingen te hebben bij het ontwerpbesluit Mobiele Gespreksafgifte, het eerste ontwerp-marktanalysebesluit dat OPTA genotificeerd heeft. OPTA heeft

(10)

Het huidige Nummerplan dateert uit 1996 en is opgesteld door de minister van Economische Zaken. Het bepaalt voor welke bestemming of soort dienst nummers kunnen worden ingezet. Het plan legt daarbij restricties op om het nummergebruik zo eenduidig en efficiënt mogelijk te maken. Bovendien moet het nummer-gebruik stroken met allerlei internatio-nale afspraken. Zo kan bijvoorbeeld een netnummer niet beginnen met een 1 om te voorkomen dat iemand het nummer 112-3456789 draait en wordt verbonden met 112.

Elf cijfers

De sector Nummers van OPTA beheert alle nummers en geeft ze uit aan telecommunicatiebedrijven, dienstenaanbieders of eindgebrui-kers. OPTA ziet erop toe dat de nummers in overeenstemming met het Nummerplan worden gebruikt en onderhoudt de openbare nummer-registers. De grootste uitdaging bij het nummerbeheer is de schaarse nummerruimte die door het nummer-plan ontstaat, zo efficiënt en eerlijk mogelijk te verdelen. Dat garandeert dat nadelige gevolgen van deze schaarste voor iedere afnemer van nummers gelijk zijn.

“De schaarste is relatief,” vertelt Sander Woutersen, medewerker bij de sector Nummers. “Het zijn inderdaad de grenzen van het Nummerplan die leiden tot een tekort. De belangrijkste huidige restrictie in het plan is bijvoorbeeld dat de meeste nummersoorten langer zijn dan tien cijfers. Eenvoudigweg nummers

verlengen tot elf cijfers zou meer ruimte in het nummerplan creëren, maar dit soort processen is onge-wenst vanwege de maatschappelijke gevolgen en mogelijke problemen rond de internationale aankies-baarheid. Omdat er altijd vraag zal zijn naar nieuwe nummers, leiden restricties op sommige terreinen van nummerbeheer tot een schaarste. Voorbeelden hiervan zijn:

• Mobiele nummers: operators gaan niet altijd efficiënt met nummers om, omdat er voor de voicemail aparte nummers worden gebruikt, prepaid-nummers slecht worden hergebruikt en er prepaid-nummers ongebruikt bij tankstations en winkelcentra op voor-raad liggen.

• Dichtbevolkte viercijferige

geogra-fische netnummergebieden: de

vraag naar nummers in deze gebieden is groot terwijl er slechts 700.000 nummers beschikbaar zijn. •Viercijferige carriernummers: omdat deze nummers zijn opgebouwd als 16xx, zijn er maar honderd nummers

beschikbaar. SEPTEMBER 2005 ACHTERGROND

NR 4

10

Het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten legt beperkingen op aan de beschikbaarheid en het gebruik van nummers in Nederland. De eindige hoeveelheid nummers zorgt voor een schaarste die OPTA ertoe noopt effi-ciënt met de beschikbare nummers om te gaan. Het verruimen van het aantal beschikbare nummers kost vaak veel geld.

TEKST: CAS VAN DE VELDE

Nummertje trekken

Sluizen opengooien heeft een prijs

(11)

ACHTERGROND SEPTEMBER 2005

11 NR 4

Miljoenenreeks

Hoe gaat OPTA om met deze schaarste? Woutersen: “Je probeert de nummers zo efficiënt mogelijk te verdelen. Een consument wil bijvoorbeeld een nummer omdat het een bepaalde kwaliteit heeft (06-12345678) en vraagt dit nummer aan

zijn aanbieder. Deze wil dit nummer leveren, maar heeft het op dat moment niet in bezit. Omdat mobiele nummers in reeksen van één miljoen worden uitgegeven, zou de aanbie-der zo’n reeks bij OPTA op moeten vragen om dat ene nummer te bemachtigen. Iedereen begrijpt dat als we ieder verzoek zouden inwilligen,

dit snel leidt tot een nummertekort.” Toch zijn er ook verzoeken, waar

OPTA eerder mee akkoord gaat. “Op het nummerverzoek van een

nieuwe telefonieaanbieder zul je sneller ingaan. Maar zo’n

verzoek leidt ook tot een directe uitgifte van één miljoen

nummers. Telecommunicatie-bedrijven schakelen mobiele

nummers onderling door op basis van blokken van

één miljoen nummers.

Nummertje trekken

11

“ De grootste uitdaging is de schaarse nummerruimte

zo efficiënt en eerlijk mogelijk verdelen.”

Dit systeem betekent dat je moei-lijk kleinere blokken nummers kunt uitgeven aan meerdere partijen. Nummerschaarste ligt in zo’n markt dus altijd op de loer.”

Toets

Om doelmatig nummergebruik te garanderen, toetst de sector Nummers alle nummeraanvragen. De belangrijkste kenmerken van zo’n toets zijn dat:

• nummers die het telecommunica-tiebedrijf al in bezit heeft, gebruikt worden zoals bedoeld in het Nummerplan. Zo moeten zij mobiele nummers gebruiken voor mobiele diensten en dus niet voor bijvoorbeeld vaste telefoondiensten.

• nummers die een bedrijf al heeft, ook daadwerkelijk in gebruik zijn.

• bedrijven efficiënt omgaan met nummers die nog niet in gebruik zijn of uit gebruik zijn genomen (herge-bruik).

Reserve

Mocht er een dag komen dat efficiënt gebruik van de nummers niet langer voldoende is, dan zijn een aantal stappen mogelijk. Zo kan een fijnere toewijzing van nummers (10.000 in plaats van één miljoen) ertoe leiden dat er minder nummers op voorraad blijven liggen. Daarnaast kunnen we voor de vaste telefoonnummers de strategische ruimte aanspreken die in het Nummerplan is ‘gereserveerd’. In dit geval zegt het Nummerplan dat abonneenummers bij vaste telefoon-nummers ook met een 9 kunnen beginnen. Daarnaast zijn structurele aanpassingen met grotere gevolgen ook mogelijk. Zo kun je besluiten dat lokaal aankiezen van vaste nummers niet meer kan en dat je altijd het netnummer moet draaien. Daardoor kun je abonneenummers met 0 of 1 laten beginnen. In het uiterste geval kunnen we maatregelen treffen die een nog verdergaande impact hebben, zoals die van de Decibel Operatie. Denk aan het verlengen van nummers, zoals mobiele nummers van elf cijfers. “Maar zover zijn we gelukkig nog lang

(12)

SEPTEMBER 2005 INTERNATIONAAL

NR 4

12

Telkens wordt in Connecties verslag gedaan van overleg dat OPTA voert met haar evenknieën en de Europese Commissie in de European Regulators Group (ERG) en de Independent Regulators Group (IRG). Voor de buitenstaan-der is echter minbuitenstaan-der duidelijk waar deze clubs nu precies voor zijn en hoe zij te werk gaan. Polmans: “Hoewel we regelmatig vanuit Europa zaken uitzetten voor consultatie, valt me op dat er in Nederland maar weinig op wordt gere-ageerd. Eigenlijk een gemiste kans. Misschien toch ‘te ver van mijn bed’ allemaal?”

Europees overleg voor

binnenlandse consumptie

“Het zijn vaak hele lange vergaderingen waar veel zitvlees voor nodig is. Toch zijn afstemming en overleg in Europa broodnodig. Anders komt van harmonisatie weinig terecht en ontstaat een lappendeken aan regulering in Europa,” zegt Roel Polmans, senior adviseur bij OPTA. Marktpartijen en belanghebbenden geven bij OPTA aan een grote behoefte te hebben aan informatie over de Europese kant van de regulering van de elektronische communicatie. Hoe gaat de Europese harmonisatie echt in zijn werk?

TEKST: STEFAN WIJERS

Vetorecht

(13)

Nadruk op concurrentie

OPTA probeert naar eer en geweten het beste te doen voor een aantrekkelijke en competitieve Europese markt voor elektronische communicatie. Dat staat voorop. Maar hoe bepaalt zij daarbij meer specifiek de standpunten die zij inneemt? Roel Polmans: “OPTA is altijd heel actief geweest in het IRG- en ERG-werk. Nederland behoort tot de groep landen die binnen de ERG pleit voor nadruk op concurren-tie om zo het beste voor de consument eruit te halen. Als er concurrentie is, wordt de consument ‘vanzelf’ bediend. Een andere stroming binnen de Europese toezichthouders legt de focus veel rechtstreekser op het belang van de consument. Over dit verschil in benadering wordt menige discussie gevoerd in de ERG.”

OPTA ijvert voor steun en het bouwen van coalities die stroken met de marktopvattingen die gelden voor de Nederlandse markt. Polmans: “Neem een onderwerp als internationale roaming: hoge prijzen voor mobiel bellen in het buitenland. Ik merk dat we moeilijk de handen op elkaar krijgen, omdat nationale belangen overheersen. Om het probleem op te lossen moet je namelijk als natio-nale toezichthouder eraan meewerken dat een consument uit een ánder land een lagere prijs betaalt. De neiging is om de nationale operators hiermee liever niet lastig te vallen.”

«

Die liggen vast in het openbare werk-programma. De Commissie gebruikt de voeding van de Europese OPTA’s om beleid en regelgeving te maken. Tegelijk is het voor de toezichthou-ders cruciaal om te horen waar de Commissie mee bezig is en hoe zij tegen zaken aankijkt. Tenslotte heeft de Commissie een vetorecht bij de beoordeling van marktanalyses en verplichtingen die individuele OPTA’s willen gaan opleggen,” aldus Roel Polmans. Op topniveau (collegevoorzit-ters) komt de ERG zo’n vier keer per jaar bijeen. De voorbereiding van deze ERG-bijeenkomsten wordt gedaan door het Contact Network (CN). Tijdens de bijeenkomsten van het CN wordt op werkniveau alvast afgestemd, afspra-ken gemaakt en soms harde noten gekraakt.

Eigen kring

De IRG is een al langer bestaande groep van telecommunicatietoezicht-houders die breder is van opzet dan de ERG. Ook een aantal toezichthouders uit niet EU-landen zijn er lid van. Het belangrijkste verschil met de ERG is dat de Europese Commissie er niet bij zit. Gezien de verticale positie van

de Commissie ten opzichte van de individuele toezichthouders

is het soms nuttig als de OPTA’s apart en voor-afgaand aan overleg met de Commissie in

eigen kring afstemmen. Het belang van de IRG als apart orgaan neemt af.

Inmiddels zijn de werkprogramma’s van ERG en IRG bijna hetzelfde. “Heel veel overleg op Europees niveau is bedoeld voor binnenlandse consumptie.

Hoewel het Europese systeem van regulering van elektronische communicatie is geba-seerd op marktafbakening en

verplichtin-genoplegging per land, is het van cruciaal belang dat de situatie per land niet

al te zeer uit de pas loopt,” zegt Polmans. Een

indivi-duele toezichthouder moet Europees kunnen verdedi-gen waarom zij handelt zoals zij doet. Steun in de ERG voor de manier waarop zij natio-naal reguleert is dus belangrijk. “Naarmate je Europese collega’s in aanpak verder van je afstaan, wordt het moeilij-ker om naar belanghebbende marktspelers, de Commissie én uiteindelijk de nationale rechter te verdedigen waarom je zo te werk gaat.” 13 INTERNATIONAAL SEPTEMBER 2005 NR 4 FOT O: HANS OOSTRUM 13

(14)

Zuivere telefoongespr ekken via internet

Bellen via internet wordt veelal aange-duid met de verzamelnaam Voice over IP (VoIP). Het internet zelf staat vol met informatie over VoIP, de zoek-term ’VoIP’ levert met de zoekma-chine Google maar liefst 48.300.000 hits op. Voldoende informatie dus,

maar de meeste sites bevatten informatie van bedrijven die internet-telefonie aanbieden. Welke link legt iets uit over de werking van VoIP? De handige website www.howstuff-works.com doet een voorzet. Volgens deze bron is VoIP “een methode om analoge signalen, zoals de signalen die over het huidige telefoonnetwerk worden verzonden, om te zetten in digitale data die over internet kunnen worden gestuurd.”

Switches

Hiermee is alleen nog niet gezegd hoe de techniek achter VoIP precies werkt. Een vergelijking met traditionele telefonie werpt licht op de zaak. De huidige telefoonnetwerken zijn circuit-geschakelde netten. Dat betekent het volgende. Degene die een telefoonge-sprek begint neemt de hoorn van een telefoontoestel op en hoort een kies-toon. Die geeft aan dat er een verbin-ding is met een nummercentrale. Aan de hand van het gekozen nummer komt het gesprek via switches terecht bij de bestemming. Als degene die gebeld wordt de telefoon opneemt, komt er een verbinding (ook wel: circuit of lus) tot stand. Kenmerkend voor deze verbinding is dat de toege-wezen capaciteit exclusief ter beschik-king staat voor die verbinding. Dit SEPTEMBER 2005 TECHNIEK

NR 4

14

betekent ook dat tijdens de opbouw van de verbinding alle nodige midde-len volledig beschikbaar moeten zijn. Zijn er bijvoorbeeld geen vrije circuits voorhanden, dan kan het netwerk de oproep niet afhandelen en krijgt de oproeper een bezettoon.

Metronet

De dienst VoIP maakt gebruik van het zogenaamde pakketschakelen. Datanetwerken, waarvan internet gebruik maakt, zijn pakketgescha-kelde netten. Internet bestaat feitelijk

uit een groot aantal onderling verbon-den knooppunten, zoals een metro-net. Als een gebruiker informatie zoals tekst, muziek, maar ook spraak, via internet verzendt, dan wordt deze in stukken opgedeeld. Die stukken infor-matie worden pakketten of packets genoemd. Elk pakket draagt een label. Dit label bevat gegevens, zoals de adressen van zowel de afzender als de bestemming, en overige infor-matie die nodig is om het pakket af te leveren op de juiste plek. Op elk knooppunt van het pakketgescha-kelde netwerk wordt het pakket tijde-lijk opgeslagen, waarna aan de hand van de informatie in het label het volgende knooppunt wordt bepaald. TEKST: ESTHER KROESE

De media staan er de laatste tijd bol van: internetbellen. In een recent verleden leek bellen via internet nog het meest op praten door een walkie-talkie. De techniek heeft in de tussentijd niet stilgestaan en trekt inmiddels veel meer gebruikers. Hoe gaat internetbellen technisch gezien in z’n werk?

(15)

Zuivere telefoongespr ekken via internet

15

TECHNIEK SEPTEMBER 2005 NR 4

Geen vertraging

Elk pakket vindt aan de hand van het label in principe een eigen route over internet, net als de bagageaf-handeling op een luchthaven. Het kan gebeuren dat pakketten uit hetzelfde bestand verschillende routes volgen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat niet alle verzonden informatie in de juiste volgorde op de bestemming aankomt. Daarom wordt tot slot alle informatie weer op de juiste volgorde geplaatst zodat het verzonden bestand bij ontvangst compleet is. Dit veroorzaakt echter wel vertraging in de verzending van het bestand en bij spraak is dat vervelend. Gateways bieden hiervoor een oplossing. Met deze apparaten is het mogelijk om internet en telefoon-verbindingen te koppelen, zonder dat vertraging optreedt in de verzending van de datapakketten. Ook maken veel aanbieders van internettelefonie gebruik van ’eigen’ IP-netwerken en niet van het publieke internet, wat

de kwaliteit van de spraak ten goede komt. Hieraan hangt wel een prijs-kaartje voor de gebruiker. Het is dus mogelijk om met een gewone telefoon te bellen met een persoon die gebruik maakt van internettelefonie of andersom. Ook twee gebruikers van internettelefonie kunnen met elkaar in contact treden. In dat geval wordt het gesprek zonder tussenkomst van een gateway afge-wikkeld. Degene die belt en degene die het gesprek ontvangt moeten dan allebei beschikken over een geschikte PC met luidsprekers, een microfoon en een goede headset. Een voorbeeld van deze ’zuivere’ internettelefonie is de dienst Skype.

Rooskleurig

De toekomst ziet er rooskleurig uit voor internetbellen, gebruikers lopen warm voor VoIP. Zij lijken het kostenaspect een belangrijk

voor-deel te vinden, in bepaalde gevallen kan het zelfs gratis. Verder vergroot het gebruikersgemak doordat het mogelijk is om internet en telefonie van één aanbieder af te nemen.

Desalniettemin vinden gebruikers goede kwaliteit van de dienst een belangrijk aspect en willen zij niet geconfronteerd worden met admi-nistratieve rompslomp. Bovendien willen gebruikers doorgaans hun huidige telefoonnummer behouden als zij overstappen van klassieke telefo-nie naar internettelefotelefo-nie. Voor OPTA is dit een belangrijk gegeven voor de toekomst.

«

(16)

SEPTEMBER 2005 ACHTER DE SCHERMEN

NR 4

16

plaatsvindt. De afdelingshoofden en sectorleiders zijn integraal managers en kunnen zelfstandig beslissingen nemen over personele en financiële aspecten van het werk. Verantwoordelijkheden liggen zo laag mogelijk in de organisatie. De afdelingen Telefonie & Nummers en Breedband & Omroep zijn de zogenaamde marktafde-lingen. Hierin vindt per deelmarkt de integrale keten van concurrentietoezicht plaats, van marktanalyse tot en met handhaving. Economisch, technisch én juridisch specia-listen werken dus samen binnen dezelfde eenheid. In de afdeling Integriteitstoezicht, Post en Bestuursondersteuning vindt het concurrentie- en integriteitstoezicht (waaron-der consumentenzaken) plaats voor de elektronische communicatiediensten en de postmarkt. De sector Bestuursondersteuning is het beleidsloket van OPTA. De vierde afdeling is Algemene Zaken. Deze afdeling levert ondersteunende diensten, voert de regie over bepaalde processen en staat borg voor een goede bedrijfsvoering. Arnbak: “Mijn indruk is dat de gekantelde OPTA een toekomstvaste toezichthouder oplevert die beter op zijn omgeving in kan spelen in termen van verantwoordelijkheid en noodzaak voor maatwerk. Het gaat eveneens om werk-wijze en cultuur. Berenschot, dat ons dit jaar heeft geëva-lueerd, heeft niet voor niets een reeks aanbevelingen voor verbetering van het OPTA-proces gedaan. We hebben ons die zeer ter harte genomen.”

Meer en actuele informatie rond de nieuwe structuur en aanspreekpunten voor lopende zaken en dossierafhande-ling is te vinden op de website van OPTA: www.opta.nl onder ‘Over OPTA’.

«

De nieuwe Telecommunicatiewet speelt in op het volwas-sener worden van de markten. Dit stelt nieuwe eisen aan het werken van de toezichthouder. Met ingang van eind augustus is OPTA geheel gereorganiseerd. De verandering heeft het aantal banen bij OPTA gelijk gelaten en leidt niet tot gedwongen ontslagen.

Professionalisering

Na advies door een consultantsbureau en na raadpleging van ondernemingsraad en personeel besloot OPTA tot het invoeren van een nieuwe organisatiestructuur (zie organogram). Meest in het oog springend is de invoering van een marktenmodel. De nieuwe structuur weerspiegelt in grote lijnen de markten waarop OPTA toezicht houdt. Medewerkers gaan zich meer toeleggen op bepaalde (deel-)markten. Dat is nodig door de komst van de nieuwe Telecommunicatiewet. De oude wet was gebaseerd op met name genoemde markten en vaste verplichtingen voor partijen met aanmerkelijke marktmacht. De nieuwe wet verplicht OPTA zélf markten af te bakenen, machtsposi-ties vast te stellen en passende remedies te bepalen. Dit vereist een nog grotere kennis van markten en specifieke omstandigheden.

Scheidend collegevoorzitter Jens Arnbak: “Ik denk dat de reorganisatie bijdraagt aan een verdere professionalisering van OPTA. We moeten niet alleen overtuigen met behulp van inhoudelijke argumenten, maar ook door versterking van ons proces draagvlak creëren voor genomen beslui-ten en gemaakte keuzes. Ik verwacht ook dat het door de nieuwe structuur voor marktpartijen gemakkelijker wordt het juiste aanspreekpunt binnen OPTA te vinden.”

Integraal management

Centraal in de nieuwe organisatiestructuur staat het management team (MT), dat bestaat uit de college-voorzitter en de hoofden van de vier afdelingen. Dit MT vormt de spil tussen het college, die het beleid vaststelt, en de lijn waar het beleid wordt bedacht en het toezicht

“ Ik denk dat de reorganisatie bijdraagt

aan een verdere professionalisering

van OPTA.”

Beter inspelen op wet en marktomstandigheden

Organisatie OPTA ingrijpend

op de schop

De oude organisatiestructuur van OPTA bestond al sinds de oprichting in 1997. Sinds die tijd is de buitenwereld ingrijpend gewijzigd: meer aanbieders, meer concurrentie en een snelle productinnovatie hebben de markten waarop OPTA toezicht houdt een heel ander aanzien gegeven. Kortom, voor OPTA hoog tijd om de organisatie eens grondig tegen het licht te houden.

TEKST: WINO PENRIS College

Telefonie & Nummers

Breedband & Omroep

Integriteitstoezicht, Post &

Bestuurs-ondersteuning

Algemene Zaken

Telefonie Breedband & Huurlijnen

(17)

EFFECT OPTA-WERK SEPTEMBER 2005 NR 4

Proefbrieven binnen de tijd

Het toezicht van OPTA op de postmarkt gaat vooral om toezicht op de nale-ving van de verplichtingen van TNT (voorheen TPG) in de Postwet en de daarop gebaseerde regels. TNT heeft volgens die wet een zogenaamde concessie en is gehouden bepaalde opgedragen diensten te leveren: de wettelijke taak alle basisdiensten in de post te verzorgen. Voor de consument zijn er in de Postwet drie belangrijke onderwerpen geregeld: het netwerk van post-vestigingen, de bezorgtijd van brieven en tariefregulering. Postvestigingen

In 2000 heeft TNT een Postvestigingenplan opgesteld en afspraken gemaakt met het ministerie van Verkeer en Waterstaat, inmiddels ligt het voortouw bij het ministerie van Economische Zaken. Deze afspraken rond de post-dienstverlening zijn nu wettelijk vastgelegd. Ook vertelt de wet nu wanneer en hoe TNT een postvestigingenplan moet opstellen en daarover moet rapporteren. Sinds dit jaar is de regelgeving aangepast en houdt OPTA toezicht op de nale-ving van specifieke verplichtingen van TNT. Dit is gunstig voor de consument, omdat de verplichtingen nu juridisch afdwingbaar zijn, mocht TNT zich er niet aan houden. En dat geeft de consument meer zekerheid rond de aanwezig-heid van een postvestiging en het assortiment. OPTA velde onlangs haar oordeel over de uitvoering van het postves-tigingenbeleid in 2004. TNT heeft haar prestaties op de meeste punten verder verbeterd ten opzichte van 2003. Ook voldoet TNT in belangrijke mate aan de eisen rond aantallen vestigingen, beschikbaarheid van assortimenten en de spreiding over het land.

Overkomstduur

Begin dit jaar zijn de verplichtingen voor TNT rond de bezorgtijd van brieven versoepeld. Decemberpost uit de rode brievenbussen telt niet meer mee. De basisverplich-ting bij overkomstduur houdt in dat gemiddeld minimaal 95 procent van de losse brieven en partijenpostbrieven tot en met 100 gram de eerstvolgende werkdag moeten

zijn bezorgd. Om hierover aan

OPTA te rapporteren laat TNT door

onaf-hankelijke onderzoeksbureaus metingen uitvoeren met proefbrieven die speciale verzend- en ontvangstpanels versturen en ontvangen. Daarnaast controleert OPTA jaar-lijks de door TNT gehanteerde meetsystematiek. Recent maakte OPTA haar oordeel over de rapportage van de overkomstduur en de meetsystematiek in 2004 bekend. Met een gerapporteerde overkomstduur van 96,5 procent in 2004 voldoet TNT ruim aan de wettelijke norm van 95 procent. Ook de meetsystematiek was deugdelijk. Postzegels

Een ander voor de consument interessant punt is de prijs van een postzegel ofwel de tarieven voor postvervoer. In de wet staat dat de tarieven die TNT mag rekenen voor het postvervoer gereguleerd worden door een zogenaamde

price-cap, of bovengrens. Deze vorm van tariefregulering

gaat uit van een prijs die op een bepaald moment gold: een index. Wijzigingen van die prijs zijn gebonden aan een (maximum)grens. De bevoegdheid om de prijs van de post-zegel te reguleren ligt niet bij OPTA, maar bij de minister van Economische Zaken. Hij laat zich daarbij adviseren door OPTA en de NMa. Inmiddels zijn de tarieven van TNT bevroren en blijft het standaardtarief voor een brief onge-moeid tot 2007. De prijs blijft dus voorlopig 39 eurocent. Voor de zakelijke markt voert TNT eventueel eenmalig voor 2007 een verhoging in.

«

Op de zakelijke postmarkt begint de concur-rentie op gang te komen, maar toezicht op de postmarkt blijft nodig en heeft gunstige gevolgen voor de consument. Zo zijn de verplichtingen van TNT rond postvestigin-gen sinds dit jaar wettelijk vastgelegd. Wat bereikten OPTA en de postmarkt voor de particuliere en zakelijke consument? TEKST: ESTHER KROESE

(18)

AUGUSTUS 2005 FACTS & FIGURES

18 NR 4

18 18

OPTA moet voorspelbaar en

transparant handelen

Het kader waarbinnen OPTA toezicht houdt, wordt bepaald door de richtlijnen van de Europese Commissie. Op basis van die richtlijnen stelde het ministerie van Economische Zaken de Telecommunicatiewet vast. Sinds juni van dit jaar is het wettelijke kader nog iets verder afgebakend en ingevuld met de EZ-Beleidsregels. Wat betekenen de regels voor OPTA, marktpartijen en consumenten in de praktijk?

consument te communiceren via hun website of een brief. OPTA moet erop toezien dat marktpartijen dat ook echt doen.

Vruchtbaar

In het formuleren van de beleidsregels heeft Economische Zaken nauw samengewerkt met OPTA. Daarbij kon OPTA aangeven wat wel en niet werkbaar zou zijn en kon zij soms ook bepaalde regels afhouden. OPTA wil het liefst maat-werk leveren voor concrete problemen in deze dynamische markt. Daarom heeft OPTA geprobeerd binnen de regels zoveel mogelijk ruimte te creëren. Uiteindelijk hebben de beleidsregels een algemene strekking en geven ze vooral een richting aan. OPTA kan dus per geval bepalen wat een beleidsregel concreet met zich meebrengt en hoe zij deze invult.

De samenwerking tussen Economische Zaken en OPTA verliep ondanks soms stevige discussies en meningsver-schillen uitstekend. OPTA ziet terug op een vruchtbaar proces met een bevredigend resultaat dat uiteindelijk in het belang is van zowel marktpartij als eindgebruiker.

«

De beleidsregels zijn integraal te vinden op www.opta.nl. TEKST: GEMMA LAGO

Het document Beleidsregels van de Minister van

Economische Zaken over door het college uit te oefenen taken in de elektronische communicatiesector geeft OPTA

een nadere invulling voor het uitvoeren van haar toezichts-taak. De regels gaan concreter en gedetailleerder in op specifieke aandachtspunten, zoals transparantie, duurzame concurrentie, kwaliteit van dienstverlening, en kostentoere-kening. De regels vloeien onder andere voort uit de wens van de Tweede Kamer om zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s zoals OPTA) meer bij te kunnen sturen dan alleen met wettelijke kaders zoals de Telecommunicatiewet. Het doel van de beleidsregels is de samenhang vergroten tussen beleid en uitvoering. Daarnaast moet voor het bedrijfsleven duidelijker en voorspelbaarder worden hoe OPTA concreet zal reageren op ontwikkelingen in de markt. Die voorspelbaarheid moet het voor bedrijven aantrekkelij-ker maken om te investeren in de telecommunicatiesector. En dat is op termijn weer gunstig voor de consument die mogelijk straks een (nog) groter aanbod heeft.

Effectief en daadkrachtig

Wat betekenen de regels in de praktijk? Feitelijk heeft OPTA minder ruimte om zelf haar taak in te vullen en uit te voeren. OPTA wil voorkomen dat de regels soms effectief en daad-krachtig optreden in de weg kunnen staan. De markt ontwik-kelt zich erg snel en OPTA wil daar even snel, efficiënt en met maatwerk op kunnen inspelen. Tegelijk zijn de regels een extra garantie voor de samenleving dat de minister in de gaten houdt hoe OPTA de telecommunicatiesector reguleert. Bovendien dwingen de regels af dat OPTA in haar regulering specifieke aspecten benadrukt en expliciet toelicht. Dat geldt bijvoorbeeld voor de onderbouwing van de marktanalysebesluiten, waarin OPTA aan het aspect kwaliteit (van bijvoorbeeld een netwerk of dienstverlening) meer gewicht moet toekennen. Voor marktpartijen bieden de regels dus meer duidelijkheid over OPTA’s koers. Voor de eindgebruiker betekenen de beleidsregels onder andere dat marktpartijen transparanter moeten zijn: ze zijn nu bijvoorbeeld verplicht hun tarieven duidelijk aan de SEPTEMBER 2005 WETGEVING

NR 4

18

“OPTA’s reactie op marktontwikkelingen

moet duidelijker en voorspelbaarder

worden voor bedrijfsleven.”

(19)

19

FACTS & FIGURES SEPTEMBER 2005 NR 4

Kabelprijzen en overstappen

aanleiding voor klachten

Als je publicaties leest over klachten die OPTA dagelijks ontvangt, betreffen die vaak ergernis over spam en dialers. Het gaat hier weliswaar om grote aantallen klachten, maar ook over andere onderwerpen bestaan de nodige vragen en onvrede in consumentenland. We lichten hier de belangrijkste daarvan uit.

TEKST: JASPER VAN DELFT & WINO PENRIS

Actueel waren de laatste tijd vragen naar aanleiding van de ontwerpbesluiten rond de marktanalyse Omroep. Die gingen over tarieven en met name prijsstijgingen van kabel-abonnementen voor radio en televisie, zelfs nog die van drie jaar geleden. Zolang de nationale en Europese consul-tatieprocedure nog niet is afgerond en het besluit dus nog niet definitief is, kan OPTA voorlopig niet oordelen over deze tarieven. Oude prijsstijgingen waren mede aanleiding tot het nemen van deze besluiten, dus met die klachten wordt nu concreet wat gedaan. Voor de behandeling van individuele klachten rond abonnementen op de levering van radio- en televisiesignalen via de kabel, verwijst OPTA naar de Commissie Centrale Antenne-inrichtingen, die onderdeel is van de Stichting Geschillencommissies Consumentenzaken (SGC). Eindgebruikers moeten wel eerst geklaagd hebben bij hun aanbieder voordat zij kunnen aankloppen bij de SGC.

Mobiele telefonie

Klachten in de categorie mobiele telefonie zijn divers. Zo zijn er klachten over nummerportabiliteit (het meenemen van een telefoonnummer bij het overstappen naar een andere aanbieder), waarbij OPTA overigens een dalende trend signaleert. Sommige klagers leven nog in de veron-derstelling dat aanbieders hun abonnees moeten porteren tijdens de looptijd van het contract. Dat laatste is echter niet meer zo sinds een rechterlijke uitspraak hierover (zie het consumentengedeelte van www.opta.nl onder ‘Veelgestelde vragen’, onderwerp ‘Telefoonnummer meenemen’). Veel andere klachten over ’mobiel’ zijn terug te voeren op problemen rond overeenkomsten tussen eindgebruikers en aanbieders. Een voorbeeld hiervan is vermeende slechte dienstverlening. Geschillen die betrekking hebben op over-eenkomsten met aanbieders kunnen klagers voorleggen aan de SGC.

Internet

OPTA ontvangt ook regelmatig klachten over internet die niet spamgerelateerd zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld proble-men met overstappen naar een andere (A)DSL-aanbieder op een ander netwerk.

OPTA bepaalde hierover enige tijd geleden dat KPN verplicht is om zulke eindgebruikers binnen vierentwintig uur te laten overstappen. Hierbij kunnen zich problemen voordoen als een consument eerst zijn oude contract opzegt en daarna pas om overstappen verzoekt bij de nieuwe provider. Een bijkomend probleem is dat de nieuwe

provider niet altijd in staat blijkt om een snelle overstap te bewerkstelligen. OPTA heeft echter geen bevoegdheden om nieuwe providers hiertoe te dwingen.

Algemene voorwaarden

(20)

Ben Woldring

(internetondernemer en oprichter van onder meer

Bellen.com en Belwijzer.nl)

Welk communicatiemiddel spreekt je het meeste aan en waarom?

De mobiele telefoon. Ik vind het fascinerend dat ik tijdens het hardlopen in het vlakke Groningse land bereikbaar ben, terwijl er in de wijde omgeving geen enkele gsm-mast te zien is.

Communicatie is meer dan alleen de middelen. Wat bete-kent communicatie voor jou?

Als ondernemer vind ik een persoonlijke ontmoeting belangrijk. Ik maak me een voorstelling van degene met wie ik via de telefoon of e-mail contact heb. Mijn voorstel-ling van iemand blijkt dan soms heel anders te zijn dan hij of zij in werkelijkheid is.

Hoe communiceert...

“Als er één markt is die

keuzemogelijkheden

biedt, dan is dat de

telecomsector!”

FOT

O:

HANS

OOSTRUM

Brieven schrijven doen we nauwelijks meer. Is brieven schrijven achterhaald? Schrijf je nog wel eens een brief? Het ontvangen van brieven vind ik heel leuk. Ik liep als jongetje als eerste naar de brievenbus om te zien welke post we hadden gekregen. Het versturen van brieven vind ik een heel gedoe met postzegels plakken en zo. Voor het zakendoen zijn brieven nog steeds heel belangrijk, zoals het opzeggen van een contract en het versturen van factu-ren. Ik vind het merkwaardig dat je een contract telefonisch kunt afsluiten, maar dat je voor het opzeggen ervan een brief moet sturen!

De technologie ontwikkelt zich razendsnel en de keuze-mogelijkheden voor de consument worden steeds groter. Welke keuzes maak je zelf als het gaat om communicatie? Als er één markt is die keuzemogelijkheden biedt, dan is dat de telecomsector! Ik denk dat vergelijkingssites zoals ik die heb opgezet daaraan zeker hebben bijgedragen, mét natuurlijk het werk dat OPTA heeft verricht. Ik probeer bij het communiceren zo efficiënt mogelijk te werken, doe dus veel per telefoon en mail. Telefoneren komt niet altijd gelegen, daarom werk ik ook met MSN. Dat medium stoort iemand minder in z’n bezigheden dan een telefoontje, maar is wel een directe manier van communiceren.

Is er de laatste tijd iets wezenlijk veranderd in de manier waarop mensen met elkaar communiceren?

Voor mij is het zakelijk gebruik van MSN een wezenlijke verandering. Verder verbaas ik me erover dat mensen in de trein uitgebreid en vaak luidruchtig mobiel bellen. Het inte-resseert die mensen kennelijk niet dat de hele coupé om hen heen er last van heeft.

Welke toekomst voorspel je voor de ontwikkeling van communicatie?

Ik zat onlangs in de trein mobiel te internetten, dat ging hartstikke snel. Als je dat vergelijkt met het internetten via de vaste lijn van een paar jaar geleden, dan zijn de ontwik-kelingen enorm rap gegaan. Verder verwacht ik dat ik over een paar jaar telefonisch onder één nummer overal bereik-baar ben, ongeacht via welk netwerk of welke techniek ik dan communiceer.

Hoe communiceert Ben Woldring? Uitgebreid!

SEPTEMBER 2005 HOE COMMUNICEERT...

NR 4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is aannemelijk dat premies door de werknemer anders worden ervaren naar gelang ze meer het karakter hebben van een belasting dan wel van een prijs. Indien de werknemer zelf

Eerder al hebben de mobiele aanbieders, onder druk van de Nederlandse Mededingingsautoriteit en OPTA, de tarieven voor het bellen van vast naar mobiel stapsgewijs omlaag

De Vries: “18xy-nummers zijn niet voor belspelletjes bedoeld, daarvoor moeten 0909- nummers gebruikt worden.” Een ander probleem was dat een netwerkaanbieder zijn klanten die

Het voordeel is dat niet alleen een momentopname ontstaat, maar ook een ontwik- keling in de tijd zichtbaar wordt.” Marcel Eswilder, senior Legal Consultant bij Casema, gaat nog

Het is belangrijk dat we goed uitleg- gen waar we voor staan, wat de burger aan ons heeft en natuurlijk wat burgers, bedrijven en overheden zélf kunnen doen. “kinderen geven

Daarnaast zijn de reeksen niet compleet, omdat één of meer nummers bij andere partijen in gebruik zijn.. Als we geen goede nummers

De Richtlijn schrijft een aantal zaken voor aan partijen met een economische machtspositie; beschikt een partij over een machtspositie op nationale.. spoorvervoersmarkten en

Gerrit Krol, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels.. Een goede roman is autobiografisch. Niet door de gebeurtenissen die erin beschreven worden, maar als verslag van de