• No results found

CONNECTIES NIEuwS- EN publICaTIEblad vaN dE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CONNECTIES NIEuwS- EN publICaTIEblad vaN dE"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONNECTIES

NIEuwS- EN publICaTIEblad vaN dE ONafhaNkElIjkE pOST EN TElECOmmuNICaTIE auTOrITEIT

dECEmbEr 2006 Nr 4

vISIE EN jaarplaN 2007

“Overgang naar ex post-toezicht staat

of valt met effectieve concurrentie”

EffECT OpTa-wErk

(2)

2

In dit nummer

Colofon

hOOfdrEdaCTIE Stefan Wijers EINdrEdaCTIE Gemma Lago rEdaCTIE Joos Francke Gemma Lago Martijn Meijers Wino Penris Lourens la Roi Stefan Wijers Esther IJskes fOTOgrafIE Hans Oostrum

ONTwErp & IlluSTraTIES Christine van Dijk grafISChE prOduCTIE Rooduijn, bureau voor communicatie en design drukwErk Rooduijn Drukkerij rEdaCTIEadrES EN rEaCTIES Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon: (070) 315 91 94 E-mail : Connecties@opta.nl abONNEmENTEN EN adrESwIjzIgINgEN Telefoon: (070) 315 91 94 Fax: (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

Connecties is het kwartaalblad van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom op Connecties@opta.nl. Connecties wordt met grote zorgvuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadplegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

missie OpTa

OPTA zorgt voor concurrentie en vertrouwen in de communicatiesector in het belang van de consument.

vISIE EN jaarplaN 2007

“Overgang naar ex

post-toezicht staat of

valt met effectieve

concurrentie”

EffECT OpTa-wErk

Samenwerking

is noodzaak

aChTErgrONd

Structurele monitor

levert dubbel winst

wETgEvINg

(3)

Chris fonteijn voorzitter van het college

De decembermaand is voor OPTA traditioneel begrotingsmaand. Ook brengen we dit jaar voor het eerst onze Visie en jaarplan in decem-ber uit. In deze periode van het jaar zijn we met het Ministerie van Economische Zaken intensief bezig om de begroting voor 2007 af te ronden. Volgens de Wet OPTA keurt EZ de begroting goed. Volgend jaar is voor het eerst de begroting lager dan het jaar ervoor. Hoewel ons takenpakket zwaarder wordt, met name door extra taken op het gebied van internetveiligheid, verwachten we komend jaar toch enkele tonnen aan euro’s minder uit te geven dan in 2006. Ook onze formatie loopt in 2007 iets terug. Waarom doen we dit?

Het ruime jaar dat ik nu bij OPTA werkzaam ben, heb ik mij niet alleen toegelegd op effectief toezicht, maar ook op adequaat omspringen met middelen. Het adagium is steeds geweest: er is maar één wereld en dat is de buitenwereld. Zeker in ons geval is dat zo, omdat het merendeel van de OPTA-middelen betaald wordt door marktpartijen. Als zelfstandig bestuursorgaan bevinden we ons in een tijdgewricht waarin ook scherp naar onze efficiëntie wordt gekeken. Maar wij vinden dat we vooral ook onszelf goed in de gaten moeten houden. U mag best weten: ik ben er trots op dat we er met elkaar in zijn geslaagd onze begroting omlaag te brengen.

Dat we hier in huis altijd kritisch zijn op bestedingen en vooraf het nut van uitgaven grondig beoordelen is één ding. Iets anders is dat ik ook uit principe vind dat we als OPTA meer zélf moeten kunnen doen. Bij de zelfstandigheid en de autoriteit van OPTA hoort wat mij betreft dat we in beginsel zelf de expertise die nodig is in huis hebben. Zo gaan onze mensen vaker zelf procederen en doen we meer onderzoeks-werk zelf. Werk uitbesteden of consultants in de arm nemen is dus eerder uitzondering dan regel.

Graag verwijs ik u deels naar de begroting 2007, deels naar onze Visie en jaarplan 2007. Beide documenten zijn via onze website te raadplegen. Wij willen namelijk graag aan u - onze buitenwereld - laten zien met welke blik we tegen ons werkveld aan kijken, wat onze prioriteiten volgend jaar zijn en waar we onze middelen aan gaan besteden.

Column

3 SEpTEmbEr 2006 Nr 3

OpTa IN bEEld

“dilemma’s te

over in het werkveld

van OpTa”

hOE COmmuNICEErT...

joop wijn

NIEuwSvarIa

blijf op de hoogte

16

19

20

faCTS & fIgurES

meer doen voor

minder geld

18

(4)

Jordi Nieuwenhuis, Reggefiber dECEmbEr 2006 vISIE EN jaarplaN 2007

Nr 4

4

“Overgang naar ex post-toezicht staat of valt

met effectieve concurrentie”

FO TO : HA n S OOSTR UM

Anders dan in voorgaande jaren publiceert OPTA haar visie los van het jaarverslag. Logisch, vindt Maarten Klijn, senior technisch beleidsmedewerker bij OPTA. “In de visie geven we aan wat onze doelstellingen zijn voor de komende jaren. Dat hangt nauw samen met de begroting, waarin we de financiële onderbouwing geven van onze komende activiteiten. In het jaarverslag daarentegen leggen we verantwoording af over de afgelopen periode.” Klijn vindt dat OPTA er steeds beter in slaagt haar voor-nemens naar buiten toe te brengen: ”Zo hebben we vorig jaar voor het eerst onze strategische agenda geconsul-teerd.”

minder regels

Ook de nu gepubliceerde Visie is aan marktpartijen voor-gelegd. “Inhoudelijk waren er wel opmerkingen, maar niemand had fundamentele bedenkingen en er was waardering voor onze transparantie,” aldus Klijn. Joost Goderie is lid van het directieteam van Reggefiber, een onderneming die zich richt op de aanleg en exploitatie van glasvezelnetwerken. Hij bevestigt Klijns constatering: “Ook bij Reggefiber bepalen we onze koers vanuit een

4

Visie en Jaarplan 2007: open blik op de toekomst

deze maand presenteert OpTa haar visie, samen met de strategische agenda voor 2007. actuele ontwikkelingen als convergentie en horizontalisering dwingen OpTa en marktpartijen goed te kijken naar concurrentie en regule-ring en OpTa’s taken op dat gebied. voor het eerst kregen stakeholders de kans in een vroeg stadium op de visie invloed uit te oefenen. wat zijn in het oog springende zaken, wat worden de prioriteiten en belangrijker: wat vinden zij ervan?

TEKST: MARTIJN MEIJERS & LOURENS LA ROI

(5)

visie op de markt. De consultatie van OPTA’s visie is dus een welkome gelegenheid om op dat abstractieniveau van gedachten te wisselen.”

Ook de inhoud van de visie is op een aantal punten anders. Maarten Klijn van OPTA: “Onze doelstelling is te komen tot effectief concurrerende telecommarkten waarbij ex post-toezicht volstaat. Vooralsnog lijkt louter ex post-toezicht echter voorbarig. Wij verwachten geen snelle transitie naar een duurzame en effectief concur-rerende marktsituatie. Wel willen we bijdragen aan de gedachteontwikkeling over de verhouding tussen ex post- en ex ante-toezicht en de vormgeving ervan.” Reggefiber

mist in de visie juist een pro-actieve opstelling van OPTA, die het vooralsnog hard nodig vindt: “OPTA stelt zich te veel op als toezichthouder en niet als partner. Terwijl OPTA vanuit Europa ook de opdracht heeft gekregen om markten te maken. Concurrentie tussen verschillende netwerken ontstaat niet vanzelf.”

Het verminderen van de regels is een belangrijk thema in de visie, al betekent het niet meteen dat OPTA met minder mensen toekan. Consumenten zijn steeds meer gebaat bij toezicht op internetveiligheid. Klijn: “We zoeken niet naar nieuw bestaansrecht, maar er is duidelijk steeds meer behoefte aan een OPTA die zich richt op het toezicht op spam, dialers en spyware. Waar we minder toezicht hoeven te houden op naleving van concurrentie-regels, kunnen we dezelfde medewerkers inzetten voor andere taken zoals internetveiligheid.”

Convergentie

Een belangrijke ontwikkeling die volgens de visie van invloed is op de manier waarop OPTA in de nabije toekomst toezicht moet houden, is convergentie. Convergentie betekent dat via verschillende netwerken dezelfde diensten kunnen worden geleverd. Een voor-beeld is het aanbieden van telefonie via het netwerk van

vISIE EN jaarplaN 2007 dECEmbEr 2006 Nr 4

“Overgang naar ex post-toezicht staat of valt

met effectieve concurrentie”

Joost Goderie , Reggefiber FO

TO : HA n S OOSTR UM 

(6)

een kabelmaatschappij als Casema. Volgens de visie ontstaat door convergentie op den duur meer concurren-tie tussen verschillende infrastructuren.

Futuroloog Paul Ostendorf, docent aan de Academie voor Management (het postdoctorale instituut van de Rijksuniversiteit Groningen), betwijfelt dat. Ostendorf zet vraagtekens bij het bestaan van twee of meer infrastruc-turen naast elkaar. “Een consument is uiteindelijk alleen geïnteresseerd in een dienst. Langs welke weg hij die dienst afneemt, interesseert hem niet.”

Reggefiber daarentegen legt zich juist toe op de aanleg van glasnetwerken, waaronder ook aansluitnetwerken (‘Fiber to the home’ of FttH). Aansprekende FttH-projec-ten waar Reggefiber bij betrokken is, zijn Citynet in Amsterdam en Ons net in nuenen. De recente aankoop van Eurofiber is bedoeld om al die lokale netwerken

‘aan elkaar te knopen’. Jordi nieuwenhuis, net als Joost Goderie lid van het directieteam van Reggefiber: “De visie van Reggefiber is in de eerste plaats ontstaan vanuit de vastgoedgedachte. Centraal hierin staat het optimaliseren van vastgoed door de aanleg en exploi-tatie van hoogwaardige infrastructuur – in dit geval een glasvezelnetwerk – en het verhuren daarvan in ruil voor een maandelijkse betaling. Wij richten ons als Reggefiber niet op de diensten die via die glasverbinding gele-verd kunnen worden. Het is dus aan de afnemer van de verbinding om er mooie dingen mee te doen.” Joost Goderie vult aan: “In onze visie is het aanleggen en laten exploiteren van een netwerk een business op zich.” riolering

Paul Ostendorf zegt verbijsterd te zijn door overheden die glasvezelkabels gaan aanleggen. “Dan heb je drie infrastructuren naast elkaar. Vergelijk dat eens met riole-ring of met de stroomvoorziening: daarvan heb je toch ook niet meerdere netwerken naast elkaar?” Ostendorf is er dan ook van overtuigd dat uiteindelijk maar één infra-structuur overblijft: “Al was het alleen al omdat een mens met zijn zintuigen een beperkte hoeveelheid informatie kan verwerken. Met dat gegeven en het gegeven dat een gemiddeld nederlands gezin bestaat uit ongeveer vier personen, kun je berekenen welke capaciteit je nodig

hebt om consumenten goed te kunnen bedienen. Die capaciteit wordt ruim gedekt door één aansluiting. Dat kan glas zijn, maar het kan ook met koper.”

Reggefiber kijkt hier anders tegenaan. Jordi nieuwenhuis: “Wij geloven dat glas de basis is waarop de over

enkele jaren benodigde capaciteit te leveren is. Denk aan ontwikkelingen als HDTV.” Joost Goderie vult aan: “Overigens is niet zo snel te verwachten dat er naar

6 FO TO : HA n S OOSTR UM 6

Paul Ostendorf, futuroloog dECEmbEr 2006 vISIE EN jaarplaN 2007

Nr 4

(7)

7 hetzelfde huis twee glasaansluitingen komen. Zeker niet

als de glasaansluiting die als eerste wordt gelegd onder-deel is van een open netwerk. Aan de andere kant is een situatie met meer dan één glasaansluiting ook niet ondenkbaar, en op zich ook niet erg. Wel is het de vraag of een aansluiting die wordt geëxploiteerd in een geslo-ten model uiteindelijk de concurrentie aankan met een open model.”

Open netwerken

Op het punt dat netwerken open moeten zijn, lijken Ostendorf en Reggefiber elkaar te vinden. Ostendorf: “De huidige kabelmaatschappijen denken te veel in oude structuren: zij bieden een netwerk én een programma-aanbod. Maar de consument is niet geïnteresseerd in meer radio- of tv-zenders, die wil genoeg bandbreedte om continu en overal alle diensten streaming beschik-baar te hebben. Een open netwerk is hiervoor noodzaak.” Joost Goderie van Reggefiber beaamt dit: “Uitgaande van onze vastgoedgedachte, zijn onze FttH-netwerken maar ook onze backbone-verbindingen open netwerken pur sang: elke dienstaanbieder is welkom om voor zijn aanbod onze infrastructuur te gebruiken. Bedrijfsmatig is dit ook logisch. Kijk bijvoorbeeld naar wat er nu in Ierland gebeurt, waar de eigenaar van Eircom overweegt om de onderneming structureel te splitsen in een netwerk- en een dienstenbedrijf, om zo de maximale waarde uit het netwerk te kunnen halen.”

Jordi nieuwenhuis: “Eigenlijk verschillen we hierin dus niet zoveel van wat KPn met zijn open wholesale-model wil gaan doen. Een verschil is dat wij bij de inrichting van ons netwerk vooral uitgaan van de behoefte van onze verschillende grootverbruikersklanten, terwijl KPn meer rekening moet houden met de wensen van zijn eigen consumentenbedrijf en misschien minder rekening kan houden met grootverbruikersklanten.” Goderie voegt hieraan toe: “Ook onze schaalgrootte is uiteraard anders. We zijn een relatief kleine speler en zullen altijd moeten blijven opboksen tegen bestaande toegangstechnolo-gieën zoals bijvoorbeeld kabel.”

vrij spel

In de bestaande markten zijn nog veel aanbieders die een hele kolom van dienstverlening aanbieden: netwerk én diensten. Maar op basis van IP-technologie komt er steeds meer dienstenaanbod dat los van een specifiek netwerk wordt aangeboden: horizontalisering. Volgens OPTA’s visie wordt deze ontwikkeling vooral beïnvloed door de strategieën van marktpartijen en heeft regulering of toezicht door OPTA weinig invloed.

Ostendorf is het hiermee niet eens. Hij vindt dat OPTA’s toezicht ertoe moet leiden dat er uiteindelijk één infra-structuur overblijft waarlangs verschillende aanbieders hun diensten kunnen aanbieden. “Het nu afdwingen van toegang tot KPn’s nieuwe All IP-netwerk voor aanbie-ders die misschien ooit een eigen netwerk uitrollen, is misschien in het belang van die bedrijven, maar niet in

het belang van de consument. Want de kans is groot dat die uiteindelijk weer wordt geconfronteerd met KPn als de aanbieder die voor hem bepaalt welke producten hij kan krijgen. Beter is het daarom om er vanaf het begin voor te zorgen dat KPn dienstenaanbieders vrij spel geeft.”

Ook Joost Goderie van Reggefiber pleit voor een actieve rol: “OPTA zou moeten onderkennen dat juist haar streven om ex ante-regulering af te bouwen, staat of valt met de ontwikkeling van concurrerende horizon-tale marktstructuren. Met name een groothandelsmarkt van elkaar onderling beconcurrerende infrastructuren is belangrijk voor gezonde dienstenconcurrentie. OPTA moet in de totstandkoming van die groothandelsmarkt een actieve rol durven spelen.”

Maarten Klijn van OPTA wijst in dit verband op de

posi-tion paper over KPn’s All IP-plannen, die OPTA onlangs

in de markt consulteerde: “De standpunten die OPTA in de position paper inneemt, zijn in feite de toepassing van OPTA’s visie in een concreet dossier dat nu op tafel ligt. Hierin neemt OPTA wel degelijk een actieve rol op zich om ervoor te zorgen dat de herinrichting van KPn’s netwerk de uitrol van concurrerende infrastructuur niet frustreert. OPTA is immers nog steeds verplicht om gezonde concurrentie tussen verschillende netwerken te realiseren. Maar de regulering van een All IP-netwerk kon er weleens heel anders uit gaan zien dan de regu-lering van KPn’s oude netwerk, dat nog voor een groot deel onder het wettelijk monopolie is aangelegd. OPTA sluit hier niet de ogen voor.” «

OPTA’s Visie en jaarplan 2007 en de Position paper All IP zijn te vinden op de website van OPTA.

vISIE EN jaarplaN 2007 dECEmbEr 2006 Nr 4

(8)

8

SdECEmbEr 2006 EffECT OpTa-wErk

Nr 4

Onderzoek geeft aan dat 64 tot 84 procent van alle mail bestaat uit spam. Eerder al reduceerde OpTa een aanzienlijk deel van de Nederlandse spam

(zie ook Connecties december 200). maar tegen spam uit het buitenland kan zij weinig beginnen. daarom richtte OpTa zich het afgelopen jaar sterk op

de internationale samenwerking in de bestrijding van spam. met succes.

Samenwerking is noodzaak

Internationale spambestrijding

(9)

EffECT OpTa-wErk dECEmbEr 2006

9 Nr 4

“Ik heb één echt resultaat gezien van OPTA’s internationale activiteiten: de arrestatie van een Australische spammer op basis van informatie van OPTA. Dat is goed nieuws, en als dat het topje van de ijsberg is en de start van meer effectieve acties tegen internationale spammers, dan is dat bemoedi-gend,” aldus Vincent Schonau van XS4all. Daan Molenaar, sectorleider Internetveiligheid bij OPTA, vult aan dat de inter-nationale samenwerking ertoe heeft geleid dat OPTA inmid-dels nog zeven zaken aan buitenlandse toezichthouders kon overdragen. In vier van die gevallen is de spamverzending beëindigd. Andersom hebben buitenlandse toezichthouders OPTA weten te vinden. In totaal werden dit jaar acht zaken overdragen aan OPTA. Op basis daarvan deelde OPTA eerste waarschuwingen uit aan de spammers.

Toolkit

Scott McIntyre van XS4all: “Gelet op de feitelijke resultaten en activiteiten bij het opsporen van spammers, denk ik dat OPTA’s inspanningen nog tot volledige wasdom moeten komen. Wat OPTA wel laat zien, is dat zij een toezichthouder is die zich druk maakt om spam, aan tafel zit om te bespre-ken hoe de met spam samenhangende problemen moeten worden opgepakt en ook weet dat haar inspanningen bij spambestrijding en andere vormen van internetmisbruik van vitaal belang zijn.”

Wout de natris, projectleider voor internationale samenwer-king, somt de lijst van internationale activiteiten op. OPTA was tot juni 2006 twee jaar secretaris van het Contact netwerk for Spamenforcement Authorities (CnSA). Dit heeft geleid tot een samenwerkingsprotocol tussen de toezichthouders in de Europese Unie. Daarvan zijn nu 21 landen lid. Ook parti-cipeert OPTA in het London Action Plan, een overleg tussen overheden, toezichthouders en marktpartijen. Het resultaat is een standaardformulier dat toezichthouders gebruiken bij het overdragen van spamzaken aan een andere toezicht-houder. Daarnaast droeg OPTA actief bij aan de Anti-Spam Toolkit van de OECD (zie www.oecd-antispam.org). Dit boek geeft concrete adviezen hoe toezichthouders hun wettelijke

bevoegdheid kunnen vormgeven en hun spam-bestrijding ter hand kunnen nemen. De natris: “Het resultaat is dat toezichthouders zich realiseren dat internationale samen-werking noodzakelijk is bij spambestrijding. De spelers in dit veld kennen elkaar nu door alle internationale activiteiten. Dat maakt bij partijen de bereidheid groter om informatie met elkaar te delen, van elkaar te leren en elkaar te betrekken bij zaken.”

De heren van XS4all herkennen deze internationale rol van OPTA: “In onze visie heeft OPTA de ervaring, kennis en contacten om een leidende rol te spelen op dit gebied. En een goed voorbeeld doet goed volgen. Veel landen lopen nu achter in het nemen van maatregelen bij de bestrijding van spam en misbruik. Het feit dat OPTA een actieve rol speelt, toont aan dat we in nederland het probleem onderkennen en vervolgens willen samenwerken om tot oplossingen te komen.” Molenaar (OPTA): “Afgelopen voorjaar hebben we zeven toezichthouders getraind in het doen van spamonder-zoek. In september hebben we weer een training gegeven aan een groot aantal consumentenautoriteiten. Daarnaast adviseren we wetgevers in diverse landen. Je ziet nu bijvoor-beeld dat de Engelse toezichthouder veel meer activiteiten is gaan ontplooien op dit gebied. Deze trainingen zetten we komend jaar daarom door.”

zombie-computers

McIntyre (Xs4all) schetst een beeld van de effectieve spam-bestrijding: “Uiteindelijk is, om daadwerkelijke progressie te boeken, een coalitie nodig van aanbieders, toezichthouders, wetgevers, softwareontwikkelaars en natuurlijk consumenten, die echt gezamenlijk optrekt en daarnaast ook gecommit-teerd is. Er moeten veel partijen deelnemen en oplossingen aandragen omdat pas dan de kluwen van problemen ontra-feld kan worden. Er is niet één partij die alle benodigde rollen kan vervullen. Ik hecht daarom veel waarde aan de bereid-heid van OPTA om deel te nemen in de internationale fora en om samen te werken met aanbieders zoals Xs4all.”

OPTA-sectorleider Daan Molenaar geeft aan komend jaar vooral meer samenwerking met internetaanbieders te zoeken en deze een grotere inspanning te laten leveren bij de bestrijding van spam. Molenaar: “Veel spam wordt verspreid via zombie-computers. Dat zijn de computers van ‘normale’ klanten. Internetaanbieders kunnen nog veel meer doen om klanten beter te beveiligen of te melden dat hun computer wordt gebruikt om spam te verspreiden. Aan OPTA de taak om aanbieders zover te krijgen.” McIntyre sluit af met de volgende boodschap: "Het is eenvoudiger om vooruitgang te boeken door samenwerking dan door regulering.” «

Samenwerking is noodzaak

In Australië is een man aangehouden die ervan wordt verdacht twee miljard spam-mailtjes te hebben verstuurd. Dat heeft de Australische Communicatie en Media Autoriteit (ACMA) bekendgemaakt. De verdachte heeft de e-mails, waarin vooral reclame werd gemaakt voor de erectiepil Viagra, verstuurd via computerser-vers in nederland. De ACMA is eind vorig jaar getipt door de nederlandse telecomtoezichthouder OPTA.

(10)
(11)

11

aChTErgrONd dECEmbEr 2006 Nr 4

Jonas Rosenstok, projectleider, licht toe: “OPTA wil in beeld brengen welke ontwikkelingen er in de markten gaande zijn. Dit moet op een structurele manier en daarvoor vragen wij periodiek dezelfde gegevens op. Het voordeel is dat niet alleen een momentopname ontstaat, maar ook een ontwik-keling in de tijd zichtbaar wordt.” Marcel Eswilder, senior Legal Consultant bij Casema, gaat nog een stap verder: “Gelet op de enorme dynamiek in de telecom- en omroep-markten en de snelheid waarmee deze zich ontwikkelen, lijkt een structurele marktmonitor mij zelfs de enige methode voor OPTA om zicht te houden op de stand van zaken op deze markt.” Margreet Hoekstra, manager Regulatory Affairs bij T-Mobile sluit zich hierbij aan: “Ik verwacht dat door struc-turele monitoring OPTA beter vast kan stellen of ingrijpen nog langer nodig is, of juist niet omdat er sprake is van volwaardige concurrentie. OPTA hoeft dan niet te wachten tot een reguliere herzieningsronde van marktanalyses.“

voorspelbaar

OPTA vroeg voor de marktanalyses in 2004/2005 veel gegevens op via uitgebreide enquêtes. Dit bezorgde markt-partijen administratieve lasten omdat ze vaak onverwacht en met een korte reactietermijn veel gegevens moesten ople-veren. Marcel Eswilder blikt terug: “De uitgebreide marktana-lyses in 2004/2005 betekenden gigantisch veel werk voor onze organisatie. Daarnaast bleek de informatie bij de publi-catie ervan ook al bijna achterhaald.”

OPTA wil niet alleen de administratieve lasten voor markt-partijen verminderen, maar ook meer up-to-date marktinfor-matie verkrijgen. De structurele monitor wordt ieder kwartaal geactualiseerd, maar niet alle gegevens worden ieder kwartaal uitgevraagd. Een deel van de gegevens hoeft maar eens per half of heel jaar opgeleverd te worden. Dit verloopt volgens een vast tijdschema en met een vooraf gedefini-eerde set gegevens waardoor het voor partijen voorspelbaar en werkbaar is. Margreet Hoekstra (T-Mobile) beaamt dit: “Omdat vooraf helder is welke informatie OPTA opvraagt en in welke eenheden, wordt het proces voor ons eenvoudiger.”

fishing expedition

Uit de consultatie van afgelopen zomer blijkt dat marktpar-tijen verwachten winst te behalen in het terugbrengen van de administratieve lasten. Wel zien ze problemen rond de definitie van gegevens, vragen ze zich af of bepaalde gege-vens wel nodig zijn en of de beoogde frequentie juist is. “We moeten voorkomen dat de informatieverzoeken resulteren in een fishing expedition waarbij OPTA allerhande informatie opvraagt zonder dat het direct bijdraagt aan een specifiek doel en die alleen voor OPTA interessant is omdat ze er meer van wil weten. Het opleveren van volledige business cases is bijvoorbeeld niet proportioneel en zinvol,” zegt Hoekstra van T-Mobile.

Het is OPTA’s bedoeling om de structurele monitor uit te breiden met gegevens die ze op andere manieren kan verkrijgen, zoals gegevens over retailprijzen. OPTA bestu-deert hoe ze dit in de monitor kan opnemen. Ook op deze manier kan ze de werklast voor marktpartijen verminderen. “Dat de structurele monitor er nu is, betekent niet dat OPTA geen andere onderzoeken meer zal uitvoeren,” stelt OPTA-medewerker Rosenstok. “Het kan nog steeds voorkomen dat OPTA met informatieverzoeken bij marktpartijen aanklopt. We zouden hierbij alleen niet opnieuw gegevens op hoeven vragen die via de structurele monitoring al bij ons bekend zijn.”

Teruggeven

Zo’n dertig marktpartijen gaan gegevens aanleveren voor de structurele monitoring. Op het moment dat deze Connecties uitkomt, ligt een verzoek bij marktpartijen om gegevens over het tweede en derde kwartaal van 2006 aan te leveren. OPTA werkt op dit moment aan de ontwikkeling van een geautomatiseerde aanpak om de gegevens makkelijk in een database in te lezen. Deze winter is de monitor voor de eerste keer ook werkelijk met gegevens gevuld.

Ook de interne werkprocessen bij OPTA worden aange-past. Als een medewerker voor een project dat hij uitvoert bepaalde gegevens nodig heeft, moet hij eerst nagaan of deze gegevens al via de structurele monitoring beschikbaar zijn. Hiermee voorkomt OPTA dat dezelfde gegevens dubbel uitgevraagd worden.

Marktpartijen beoordelen het project positief en denken mee. Jonas Rosenstok van OPTA is hier blij mee: “De kritische betrokkenheid van marktpartijen is zeer nuttig en ook nood-zakelijk voor het succes van het project.” Marcel Eswilder van Casema draagt graag een steentje bij: “De structu-rele monitoring zou nog meer ingericht moeten worden op onderzoek naar de dynamiek en de ontwikkeling in de markt waarin de grenzen tussen markten aan het vervagen zijn.” Ook Margreet Hoekstra (T-Mobile) doet een suggestie: “OPTA kan de marktinformatie publiceren en zo de verza-melde informatie ook weer ‘teruggeven’ aan de markt. Juist nu OPTA in feite de enige partij is die een compleet beeld heeft van de totale marktomvang. Dit maakt de marktontwik-kelingen transparanter en zorgt ervoor dat OPTA’s besluit-vorming minder als een verrassing komt.” «

TEKST: JOOS FRANCKE & ESTHER IJSKES

dit jaar is OpTa begonnen met structurele monitoring. door regelmatig vooraf bepaalde gegevens op te vragen bij markt-partijen, moeten de leveringsdruk en administratieve lasten voor die partijen verminderen. bovendien heeft OpTa zo continu een actueel beeld van de markten en kan zij haar regulering daar snel en accuraat op aanpassen.

(12)

dECEmbEr 2006 TEChNIEk

Nr 4

12

Het nummerloket van OPTA behandelt nummeraanvragen en registraties van marktpartijen. Het nummerloket krijgt altijd veel aanvragen. Kleine verbeteringen tellen dus op tot een grote winst. Tegelijkertijd streeft OPTA naar verminde-ring van de administratieve lasten voor haar externe rela-ties. Daarom startte zij enige tijd geleden een project om de processen van het nummerloket verder te stroomlijnen.

digid

Tot op heden is het nog grotendeels handwerk. Aanvragers kunnen formulieren op de computer invullen, maar moeten ze dan uitprinten en per post insturen, waarna OPTA ze met de hand invoert. Deze werkwijze was nodig omdat de formulieren ondertekend moeten zijn. Er bestonden wel al standaarden voor ondertekening en authenticatie (verifica-tie van de indentiteit van degene die inlogt of iets instuurt), maar een standaard voor de overheid was er nog niet. OPTA keek daar zeer naar uit. Aansluiten bij een overheids-standaard leidt namelijk niet alleen tot gedeelde (en dus lagere) investeringen, maar betekent ook bijdragen aan de administratieve lastenverlichting door de overheid. Die stan-daard is er nu: DigiD.

Het digitaliseren van OPTA’s processen is opgedeeld in twee trajecten: het maken van digitale formulieren en het aanmaken en waarborgen van elektronische handtekenin-gen. Voor het opzetten van de elektronische formulieren werkt OPTA met het overheidsproject E-formulieren. Dat project ondersteunt OPTA bij het ontwerpen van elektro-nische formulieren, denkt mee over slimme vereenvou-diging en kijkt als ‘klant’ mee naar de formulieren om ze gebruiksvriendelijk te maken. E-formulieren werkt ook aan standaardisering en koppeling van de formulieren met basisadministraties, zodat de invuller minder vaak dezelfde gegevens hoeft in te vullen.

druk op de knop

Internetdiensten in een beveiligde omgeving maken meestal gebruik van inlogcodes en -namen. DigiD, een overheidsdienst van de ICT Uitvoeringsorganisatie van de Overheid (ICTU) verzorgt die voor OPTA en de overheid. De gebruiker kan zo met één combinatie van password en gebruikersnaam toegang krijgen tot alle overheidsdiensten.

DigiD kent echter een belangrijke beperking: het is wél geschikt voor ‘ingangscontrole’ (inloggen) en authentica-tie, maar minder voor ondertekening van formulieren. Om formulieren te beveiligen en rechtsgeldig te maken, moeten ze ondertekend zijn met een (elektronische) handtekening. Die realiseert Diginotar met een unieke code die als ‘hand-tekening’ in het document wordt opgenomen waardoor het document geldig ondertekend is. Als er iets in het ment gewijzigd wordt, verdwijnt die code en is het docu-ment als het ware niet meer ondertekend.

De voordelen zijn duidelijk: OPTA maakt het marktpartijen makkelijker gegevens aan te leveren en voorkomt verkeerd ingevulde formulieren. Vanaf de tweede fase levert de invoering van DigiD ook OPTA zelf voordelen op. Met de automatisering van de formulierenverwerking is de opge-vraagde informatie met één druk op de knop op te roepen en te ordenen. Als de aanlevering van formulieren naar wens verloopt, is het digitale nummerloket van OPTA in 2007 een feit. «

OPTA start haar digitale dienstverlening in het eerste kwar-taal van 2007. Kijk voor precieze data en informatie op www.opta.nl

… wél makkelijker!

TEKST: WINO PENRIS

In deze tijden van digitaal gemak, kun je er niet meer omheen: de digitale handtekening. OpTa gaat met de tijd mee. vanaf 2007 kunnen klanten van OpTa hun aanvragen en registraties elektronisch indienen. dat betekent een verdere verbetering van service, kwaliteit en efficiency.

“OpTa maakt het marktpartijen

makkelijker gegevens aan te leveren.”

(13)

13

wETgEvINg dECEmbEr 2006 Nr 4

“OpTa moet juridische dilemma’s

expliciet maken.”

Sinds april van dit jaar is annetje Ottow, geassocieerd collegelid bij OpTa, belast met een juridische portefeuille. “Nu ik in de keuken kan kijken, blijkt toezicht houden veel complexer dan ik had gedacht. Optreden voor één partij, zoals ik dat vroeger deed als advocaat, is veel eenzijdiger. Ik word gedwongen om verschillende invalshoeken te bekijken en dán een adequate oplossing te vinden.”

TEKST: STEFAN WIJERS

krachtenveld

“OPTA moet de dilemma’s waar zij mee worstelt veel duidelijker maken en ook expliciet verwoorden in de tekst van een besluit. Je kunt niet alleen stellen dat iets zó is en begrip verwachten als je niet de hele wereld die erachter steekt erbij uitlegt en zegt hoe je hebt gewikt en gewogen. Geef het krachtenveld aan waarbinnen je opereert, de verschillende belangen en marktpartijen daarin en ook dat je nauw samen op moet trekken met de nMa en de Europese Commissie. Durf je kwetsbaar op te stellen. Laat zien dat je nooit een knoop door kunt hakken die geen pijn doet en waar iedereen happy mee is.” «

Ottow licht haar werkzaamheden toe: “Wat ik doe is de vertaalslag maken van economische keuzes naar een houdbaar juridisch jasje. Het is hier geen ‘u vraagt, wij draaien’. Weliswaar is telecommunicatierecht gericht op het bereiken van resultaat, maar met grote stappen gauw thuis is er niet bij. Uiteindelijk sta je voor de rechter en is een gefundeerd gevoel van overtreding absoluut niet genoeg. Je moet kunnen laten zien dat je zorgvuldig bent geweest en dat je allerlei waarborgen in acht hebt genomen. Zo niet, dan ga je onderuit.”

juridische beren

“Wat ik intern vooral doe, is onze medewerkers vragen stellen en mensen dwingen kritisch naar hun eigen werk te kijken. Zijn de juridische fundamenten voldoende duidelijk gemaakt? Als bijvoorbeeld in een besluit een algemeenheid wordt gepretendeerd die we niet waar kunnen maken, dan wijs ik daarop. Bij OPTA werken juristen en economen in de lijn nauw samen, er is geen aparte juridische afdeling. Zo worden werelden dicht bij elkaar gebracht en kom je eerder gezamenlijk tot één geheel. Het belang daarin van de juridische component en de rechterlijke toets kan ik niet genoeg onderstrepen. Tegelijk bewaak ik dat we niet doorslaan en onnodige juridische beren op de weg zien.”

“Wel zie ik vanuit de dagelijkse praktijk de lastige spagaat tussen snelheid en effectiviteit aan de ene kant en het voldoen aan waarborgeisen als zorgvuldig-heid, transparantie en consultatie aan de andere. De Telecommunicatiewet is er om actief doelstellingen te bereiken rond liberalisering, concurrentie enzovoort. Tegelijk geldt vanuit het bestuursrecht een heel scala aan waarborgen die bij opeenstapeling op een gegeven moment hier afbreuk aan doen. Er moet een juiste balans gelden om het werkbaar te houden. De sleutel zit wat mij betreft in de motivering van besluiten en het balanceren voor de rechter in beeld brengen: als we díe doelstelling op afzienbare termijn willen bereiken, dan is dít het maxi-male pakket aan zorgvuldigheid dat ik als OPTA redelij-kerwijs kan leveren.”

Geassocieerd collegelid Annetje Ottow

(14)

dECEmbEr 2006 INTErNaTIONaal

Nr 4

zelfharmonisatie of euroregulator?

de European regulators group (Erg), het Europese samenwerkingsverband van nationale toezichthouders in de elektronische communicatie en de Europese Commissie, staat aan de vooravond van grote veranderingen. Tenminste, als het ligt aan de britse Erg-voorzitter kip meek: “Er is sterk behoefte aan een goed werkend mechanisme dat op een aantal focusgebieden echt gaat zorgen voor Europese harmonisatie.”

TEKST: STEFAN WIJERS

Kip Meek is voorzitter van een stuurgroep van nationale toezichthouders die bezig is het nieuwe harmonisatie-mechanisme vorm te geven en veel werk doet om alle Europese OPTA’s voor het idee warm te krijgen: “Zolang de

verschillende Europese OPTA’s zich niet verdie-pen in elkaars marktsituatie en specifieke

problemen, vormen zij geen serieuze gesprekspartner voor Brussel. We moeten kunnen laten zien daadwer-kelijk in staat te zijn om

een proces van zelfharmonisatie op de rails te krijgen. Dan hebben we een goed argument in handen om de Europese Commissie af te houden van haar plannen om

bij de herziening van het Europees regelgevend kader haar

veto-recht uit te breiden naar opge-legde verplichtingen.”

(15)

INTErNaTIONaal dECEmbEr 2006 Nr 4

1 handschoen

“Voor alle duidelijkheid: ik pleit absoluut niet voor een totale harmonisatie op álle markten, dat zou over-harmonisatie zijn. Het gaat om sleutelgebieden, zoals VoIP en het regulerings-vraagstuk van toekomstige infrastructuren. De spierkracht om dit te doen is maar op twee plaatsen aanwezig. Ofwel de Europese OPTA’s gaan deze uitdaging naar zich toetrekken, ofwel de Europese Commissie gaat het oplossen. Ik vind dat de nationale toezichthouders deze handschoen op moeten pakken. Als de Europese Commissie in dit vacuüm gaat voorzien, krijg je een heel algemeen en vrij bot instrument dat ver weg staat van de nationale noden en het maat-werk dat daar nodig is. Het moet niet zo worden dat Brussel het probleem voor ons gaat oplossen met een vetorechtuitbreiding.”

“Tegen marktpartijen die dit proces volgen zeg ik: geef de nationale toezichthouders het voordeel van de twijfel en laat hun aan de slag gaan om dit harmonisatiemechanisme op gang te krijgen. Het is hoognodig dat ERG effectiever gaat werken. Onze gezamenlijke reguleringsuitgangspun-ten waren tot nu toe te waterig en vrijblijvend, de VoIP

common position idem dito. Regulering van elektronische

communicatiemarkten is en blijft nationaal maatwerk. Dat zie je terug in de uitgangspunten van de herziening van het Europees regelgevend kader die nu gaande is. Afbakening van nationale markten blijft dus ook in de komende periode voorop staan. Dan zeg ik: we moeten nu onze missie als Europese koepel van toezichthouders gaan waarmaken en de handen ineenslaan om een gebalanceerd systeem van harmonisatie te bereiken. Die stap is sowieso nodig, ook al dreigt uitbreiding van het vetorecht van de Commissie.” Smoel krijgen

Meek wil dat er een klein, maar goed geoutilleerd centraal secretariaat komt met vier of vijf medewerkers. Het secreta-riaat zorgt ervoor dat de ERG inhoudelijk echt ‘smoel’ gaat krijgen. Dit centrale punt verzamelt gegevens, coördineert en heeft de kennis in huis om gerichte feedback te geven aan zowel individuele nationale toezichthouders als aan

de Europese Commissie. Het secretariaat heeft bovendien het voortouw in het opstellen van specifiek geformuleerde common positions en best prac-tices voor de regulering van elektronische communicatie-markten.

Meek: “Als een nationale OPTA hiervan afwijkt, moet zij dat grondig motiveren. Het is zaak dat we de oorspronkelijke bedoeling van de ERG gaan waarmaken als lichaam waar serieus onderlinge reflectie plaatsvindt, pan-Europese expertise aanwezig is, en dat ook stevige adviezen aan de Europese Commissie geeft. Alleen op die manier gaat een solide systeem van checks &

balances ontstaan in de

onder-linge relatie tussen toezichthou-ders en Commissie.”

“Eerst wil ik consensus bereiken over dát we dit mechanisme gaan opzetten met de Europese toezichthouders. Daarna komen we snel over de invulling van verdere details te spreken. Wat is precies de werkwijze van het secretariaat? Hoe wordt de financiering geregeld? Welke procedure is aan de orde als een toezichthouder afwijkt van de ERG-lijn? Ik ben er zeker van dat de Commissie de vetorecht-plannen gaat terugnemen als ERG dit mechanisme van zelfharmonisatie op de rails krijgt.”

Quasi-regulator

De stuurgroep is voorlopig nog niet klaar: “Er is nog heel wat overtuigingswerk voor de boeg. Ik probeer de toezicht-houders gerust te stellen die nog sceptisch zijn over het idee van een centraal secretariaat en dat we actiever gaan worden als ERG. De vrees dat een nieuwe machtsbasis gaat ontstaan rond deze ERG nieuwe stijl, is onterecht. Het is absoluut geen quasi-euroregulator die er komen gaat. Er wordt geen politieke macht overgeheveld naar het secre-tariaat. Een nationale toezichthouder is uitdrukkelijk niet verplícht een algemene ERG-lijn te volgen, afwijken mag. Alleen voeren we wel straks in eigen huis het debat over het waarom daarvan en worden argumenten voor en tegen met elkaar gewisseld. Dit is de manier om het Europese principe van proportionaliteit tot uitdrukking te brengen.” «

zelfharmonisatie of euroregulator?

Kip Meek

(16)

16

de belangstelling was zeer groot, de 31e oktober in de glazen zaal in den haag.

ruim 170 genodigden kwamen af op het symposium dat OpTa die dag organiseerde over dilemma’s bij sectorspecifiek markttoezicht. Over de Europese invloed op de organisatie van markttoezicht, over de ‘houdbaarheidsdatum’ van sectorspecifiek toezicht en over wanneer algemeen concurrentietoezicht volstaat.

“dilemma’s te over in het werkveld van OpTa”

dr. a.T. (annetje) Ottow

“Ik vraag aandacht voor het span-ningsveld waarbij de wetgever aan de ene kant doelen heeft gesteld die de toezichthouder op grond van toegekende bevoegdheden dient te bereiken en aan de andere kant de bestuursrechtelijke inbedding, die grenzen aan deze taakuitoefening stelt. Wat is de juiste balans?”

prof. mr. l.a. (ad) geelhoed

“naarmate binnen een geografische ruimte de verschillen in marktordening voor bepaalde economische activitei-ten toenemen, worden de argumenactivitei-ten voor decentralisatie van het toezicht sterker.”

prof. mr. m.h. (marc) van der woude

“De wijze waarop in veel sectoren thans het sectorspecifieke mededin-gingsrecht vorm is gegeven, doet vrezen dat men steeds verder van de doelstelling van optimale markt-werking vervreemd raakt en dat het sectorspecifieke recht andere doel-stellingen nastreeft.”

de drie sprekers

dECEmbEr 2006 OpTa IN bEEld

Nr 4

(17)

17

OpTa IN bEEld dECEmbEr 2006 Nr 4

“dilemma’s te over in het werkveld van OpTa”

links: Telecomdeskundige

peter jelgersma met naast hem jilles van de beukel

(KPn)

midden: daan vrijmoet

(T-Mobile)

rechts: mr. floris vogelaar

(hoogleraar ordeningsrecht UvA)

links: klaske de jonge

(Consumentenbond) midden: Oud-collegevoor-zitter jens arnbak

rechts: Een volle glazen zaal

Drie sprekers had OPTA gevraagd hun licht te laten schij-nen over het thema van de dag. Ad Geelhoed, collegelid bij OPTA en hoogleraar recht van de Europese beleidsintegratie aan de Universiteit van Utrecht, gaf antwoord op de vraag hoe idealiter de verdeling van de bevoegdheden tussen het communautaire en het nationale niveau bij sectorspecifiek toezicht op post en telecommunicatie moet worden opgelost. Marc van der Woude, advocaat in Brussel en hoogleraar

mededingingrecht aan de Erasmus Universiteit, sprak kritisch over reikwijdte en nut van sectorspecifiek toezicht naast het bestaande algemene concurrentietoezicht. Annetje Ottow, geassocieerd collegelid bij OPTA, ging in op het balanceren tussen legaliteit en effectiviteit in de dagelijkse werkpraktijk van een markttoezichthouder. na de lezingen maakten de aanwezigen gretig gebruik van de gelegenheid om te debat-teren over de dilemma’s die geschetst waren.

links: OPTA-medewerker

Stefan wijers leidt de discussie

rechts:

pieter kalbfleisch (nMa),

lourens jan brinkhorst (oud-minister EZ), frank de grave (nZa), Chris fonteijn

(18)

18

dECEmbEr 2006 faCTS & fIgurES

Nr 4

18

meer doen voor minder geld

Collegevoorzitter Chris Fonteijn: “Door gestegen efficiency daalt de begroting volgend jaar met bijna een half miljoen euro ten opzichte van dit jaar. De totale begroting voor 2007 bedraagt maximaal 17,8 miljoen. In 2006 was dat nog 18,2 miljoen. Dit ondanks dat OPTA volgend jaar meer werk gaat verrichten. Uit de laatste Berenschot-evaluatie bleek dat OPTA al een redelijk efficiënte organisatie is, maar dat het nog beter kan. Als college verwachten we de efficiency de komende jaren nog verder te verbeteren.”

OPTA stelde voor 2007 een aantal prioriteiten vast. Door de liberalisering van de postmarkt in 2008 verwacht OPTA vanaf komend jaar meer werkzaamheden voor post. Zo komt er in 2007 een postmarktanalyse. In de jaren na 2007 gaat OPTA meer aan toezicht en handhaving doen, ook op het gebied van internetveiligheid. Sinds juli 2006 neemt OPTA deel aan ConsuWijzer, het gezamenlijke informatie-loket met de Consumentenautoriteit en de nMa, waar de consument terecht kan met vragen en klachten. Jaarlijks worden duizenden extra vragen verwacht en dit vergt ook binnen OPTA meer capaciteit.

drempels weg

De voorgenomen transitie van KPn naar een volledig op IP gebaseerd breedbandig netwerk (All IP) is voor de aanbie-ders en de eindgebruikers op de telecommunicatiemarkt een kans en een bedreiging tegelijk. OPTA gaat zich inzetten voor goede toegang voor andere aanbieders tot de nieuwe infrastructuur van KPn. Ook kijkt OPTA naar de adequate werking van het stoplichtmodel, het systeem waarbij voor een groot aantal ‘groene’ tariefvoorstellen

in de vaste telefonie-markt geen goedkeuring vooraf nodig is van OPTA. Ten slotte houdt OPTA nauwkeurig in de gaten of KPn haar grootverbruikersklanten gelijk behandelt.

OPTA constateert dat er nog steeds drempels bestaan om over te stappen van de ene naar de andere aanbieder van internettoegang of telefonie. Dat komt de marktwerking niet ten goede. OPTA gaat zich in 2007 extra inspannen om deze drempels te verlagen. Verder gaat OPTA meer doen om de internetveiligheid te verhogen. Collegevoorzitter

Fonteijn: “Spam en spyware ondermijnen het vertrouwen van de gebruikers in het internet en blokkeren dus de ontwikkelingen. OPTA is op het gebied van spambestrij-ding in korte tijd één van de grote spelers in de wereld geworden. We hebben de ambitie ook op het gebied van de bestrijding van spyware toonaangevend te zijn.”

Structurele marktmonitor

Een ander speerpunt is structurele marktmonitoring (zie ook het artikel op pagina 10). De technische en commerci-ele ontwikkelingen gaan snel en ook de huidige concentra-tiegolf in de telecommarkt vraagt om extra waakzaamheid. Waarschijnlijk leiden deze ontwikkelingen al volgend jaar tot een aantal versnelde, nieuwe marktanalyses. Fonteijn: “We verwachten dit aanmerkelijk sneller te doen dan de vorige

keer. Inmiddels hebben we er handigheid in gekregen en geleerd hoe we het verzamelen van gegevens

efficiënter kunnen organiseren.” « De begroting is te vinden op

www.opta.nl.

TEKST: WINO PENRIS

deze maand keurde de minister van Economische zaken OpTa’s begroting goed voor het jaar 2007. met een lagere begroting dan vorig jaar gaat OpTa meer taken uitvoeren. OpTa uit daarmee de ambitie nog efficiënter te gaan werken en meer zélf te gaan doen. wat staat er op het programma?

(19)

19

NIEuwSvarIa dECEmbEr 2006 Nr 4

blijf op de hoogte

Meer informatie over de onderwerpen in deze rubriek is te vinden op OPTA’s website: www.opta.nl. Om dagelijks, wekelijks of maandelijks op de hoogte te blijven van actuele nieuwsfeiten kunt u zich via de website abonneren op de digitale nieuwsbrief Conn@cties.

Nummerportabiliteit

nummerportabiliteit is het behou-den van een telefoonnummer bij overstappen naar een andere aanbieder. Aanbieders zijn verplicht dit op verzoek van de gebruiker te faciliteren. Sinds 2004 moet een aanbieder ook nummerportabiliteit leveren als een gebruiker bij dezélfde aanbieder een nieuw (voordelig) abonnement afsluit of naar prepaid wil overstappen. OPTA noemt dit 'interne nummerportabiliteit'. Deze vorm van nummerportabiliteit werd echter niet (of in beperkte mate) door de mobiele aanbieders geleverd. na handhavend optreden van OPTA is deze vorm van nummerbehoud nu wel mogelijk. OPTA’s vuistregel hierin is, dat als een eindgebruiker een aanbieding kán afnemen, hij ook intern nummerbehoud móet krijgen. OPTA wil met dit optreden de over-stapdrempels voor eindgebruikers verder verlagen.

Nummerplanwijziging

In juli van dit jaar heeft het Ministerie van Economische Zaken het

nummerplan aangepast om het beter te laten aansluiten op de ontwikke-lingen in de telecommunicatie, zoals internettelefonie. De meest in het oog springende verandering vormen de twee nieuwe nummerreeksen (de nummers beginnend met 085- en 091-). Beide reeksen zijn onafhan-kelijk van regio. Aanbieders kunnen deze reeksen bij OPTA aanvragen

klachten telemarketing

Bij een telemarketinggesprek moet de consument actief de mogelijkheid worden geboden om bezwaar te maken tegen de ontvangst van dergelijke telefoontjes. Bedrijven en organisaties die gebruikmaken van telemarketing zijn verplicht een zogenoemde 'opt-out' van de consument te verwerken en te respecteren. OPTA ziet toe op de naleving van deze regels.

OPTA heeft via de website www.telemarketing.consuwijzer.nl in oktober tiental-len klachten ontvangen over de niet-naleving van de regels rond telemarketing. OPTA heeft via een brief aandacht gevraagd van bedrijven en organisaties om adequate maatregelen te treffen om de regels na te leven. De brief is te vinden op www.opta.nl onder ‘nieuws en Publicaties’.

om aan hun abonnees te geven. De 085-reeks is toegesneden op tele-fonie, al dan niet over internet. Het bellen naar deze nummers wordt bij de meeste aanbieders waarschijn-lijk even duur als het bellen naar geografische nummers (zoals 010). De 091-reeks is bedoeld voor bijzon-dere (doorgaans duurbijzon-dere) elektroni-sche communicatiediensten. Een tweede gevolg van de nummer-planwijziging is dat internettelefonie-aanbieders hun abonnees ruimere diensten kunnen bieden met gebruik-making van geografische nummers, omdat de abonnees zich nu niet meer permanent hoeven te bevinden in de regio die hoort bij hun netnum-mer.

Tariefregulering wlr

Op 6 oktober 2006 publiceerde OPTA het ontwerpbesluit voor de tariefregulering van wholesale line rental (WLR). In dit ontwerpbesluit staan de tarieven die KPn mag rekenen aan andere marktmarktpar-tijen voor de levering van WLR. WLR is de wederverkoop van PSTn- en ISDn-telefonie-aansluitingen door KPn aan marktpartijen. Deze weder-verkoop stelt concurrenten van KPn in staat voortaan één rekening aan hun klanten te sturen voor zowel het dataverkeer als de aansluiting. Het tarief dat KPn mag rekenen aan concurrenten voor de wederver-koop van de aansluiting is bepaald

door een percentage af te trekken van het tarief dat KPn aan klanten vraagt voor aansluiting. Voor PSTn-aansluitingen is dit percentage 15,6 procent en voor ISDn-aansluitin-gen 14,4 procent. Daarnaast mag KPn eenmalig maximaal 3,37 euro rekenen per eindgebruiker die z'n aansluiting voortaan via een concur-rent gaat afnemen. Dit zogenaamde mutatietarief moet de kosten dekken die KPn heeft gemaakt voor de implementatie van WLR. Ten slotte moeten concurrenten een deelname-tarief te betalen.

Het ontwerpbesluit is geconsulteerd in de markt en genotificeerd bij de Europese Commissie. Het definitieve besluit verwacht OPTA in december 2006 te publiceren. Het besluit is te vinden op www.opta.nl.

Nieuwe marktanalyses

In het positionpaper All IP van oktober dit jaar kondigde OPTA al aan nieuwe marktanalyses te gaan uitvoeren voor de breedbandmark-ten: ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk (ULL), wholesale-breedbandtoegang (WBT) en SDF-backhaul (connectiviteit vanaf subloop naar het netwerk van een Telco). Op dit moment is OPTA bezig met het treffen van de voorbereidin-gen voor deze marktanalyses. Eind oktober verzocht OPTA marktpartijen al om de gegevens voor de breed-bandmonitor over het derde kwartaal 2006. De deadline hiervoor was 30 november jl. Deze cijfers betrekt OPTA ook bij de marktanalyses. Begin december heeft OPTA markt-partijen geïnformeerd over tijdlijnen en de wijze waarop zij input vraagt van marktpartijen. Het is de bedoe-ling om uiterlijk in het tweede kwar-taal van 2007 de ontwerpbesluiten te publiceren ter consultatie.

(20)

hoe communiceert...

joop wijn

minister van Economische Zaken

welk communicatiemiddel spreekt u het meeste aan en waarom?

De mobiele telefoon. Die maakt het mogelijk om te allen tijde en overal te communiceren met wie je wilt. De mogelijkheid van sms-en is een extra manier om korte boodschappen te ontvangen of uit te zenden. De mogelijkheden van mobiele telefoons worden ook steeds groter. Parkeren, reserveren, vliegtuigtickets bestellen. En hopelijk lukt het in de toekomst om met je mobiele telefoon betalingen te verrichten. Communicatie is meer dan alleen de middelen. wat bete-kent communicatie voor u?

Voor een politicus is inhoud de core business.

Communicatie draagt ertoe bij dat die inhoud verbeterd wordt, dat je verrassingen kunt voorkomen en dat je pro-actief op kunt treden.

“Communicatie gaat nu veel

sneller, in een

verkiezings-campagne is dat ideaal.”

FO TO : H A n S O OSTR UM

brieven schrijven doen we nauwelijks meer. Is brieven schrijven achterhaald? Schrijft u nog wel eens een brief? natuurlijk schrijf ik nog brieven met de hand. Persoonlijke brieven, zoals bedankjes en felicitaties, schrijf ik zoveel mogelijk zelf.

de technologie ontwikkelt zich razendsnel en de keuzemo-gelijkheden worden steeds groter. welke keuzes maakt u zelf als het gaat om communicatie?

Mijn uitgangspunt is functionaliteit. Communicatie moet vooral functioneel zijn. Inmiddels ga ik zelf efficiënt om met de overload aan informatie die ik ontvang. Prioriteiten stellen hoort hierbij.

Is er de laatste decennia iets veranderd in de manier waarop mensen met elkaar communiceren?

Het is gemakkelijker geworden om veel mensen te betrek-ken in communicatiestromen. E-mail heeft een enorme verandering in communicatiegedrag voortgebracht. Door e-mail zijn mensen veel korter en sneller gaan communi-ceren. In een verkiezingscampagne is dat ideaal. Je weet direct wat er speelt. En bijvoorbeeld een etentje met vrien-den is sneller gepland dan ooit.

welke toekomst voorspelt u voor de ontwikkeling van communicatie?

Onze toekomst is al bijna werkelijkheid in landen als bijvoorbeeld Japan. Ik was onlangs in Tokio bij het tele-combedrijf nTT DoCoMo. Het is ongelooflijk om te zien wat ze daar al mogelijk maken met een mobieltje: internetten, televisie kijken, identificeren, betalen, beveiliging. Dat is fantastisch om te zien.

hoe communiceert joop wijn? Transparant, alert en intensief! «

dECEmbEr 2006 hOE COmmuNICEErT...

Nr 4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de eindgebruiker betekenen de beleidsregels onder andere dat marktpartijen transparanter moeten zijn: ze zijn nu bijvoorbeeld verplicht hun tarieven duidelijk aan de

Eerder al hebben de mobiele aanbieders, onder druk van de Nederlandse Mededingingsautoriteit en OPTA, de tarieven voor het bellen van vast naar mobiel stapsgewijs omlaag

Veel marktpartijen hebben bij de rechter beroep aangete- kend tegen deze besluiten, omdat zij bijvoorbeeld vinden dat OPTA de markten niet goed heeft afgebakend of onvol-

Meer duidelijkheid voor de markt over wat er met haar informatie gebeurt, kan voor meer draagvlak zorgen om de informatie aan te leveren die OPTA nodig heeft.. Het is niet

De Vries: “18xy-nummers zijn niet voor belspelletjes bedoeld, daarvoor moeten 0909- nummers gebruikt worden.” Een ander probleem was dat een netwerkaanbieder zijn klanten die

Het is belangrijk dat we goed uitleg- gen waar we voor staan, wat de burger aan ons heeft en natuurlijk wat burgers, bedrijven en overheden zélf kunnen doen. “kinderen geven

Daarnaast zijn de reeksen niet compleet, omdat één of meer nummers bij andere partijen in gebruik zijn.. Als we geen goede nummers

De gezondheidszorg is niet alleen een banenmotor voor de economie en een bron van innovatie, maar heeft ook allerlei uitstralingseff ecten naar toeleveranciers.1⁰ Een besteding