Vraag nr. 186
van 20 september 2000
van de heer DANY VANDENBOSSCHE Dienstendecreet – Onderzoek
Ingevolge artikel 8, § 2, 8° van het dienstendecreet van 19 april 1995 bestaat één van de mogelijke ba-sisfuncties waaraan een dienst moet voldoen erin een onderzoek op te zetten dat van belang is voor het sociaal-cultureel werk. De dienst moet hierbij kunnen aantonen dat honderd exemplaren van het rapport verkocht of uitgeleend zijn.
1. Uit het besluit van de Vlaamse regering be-treffende de subsidiëring van diensten voor so-c i a a l-so-cultureel werk voor volwassenen blijkt dat het meermaals realiseren van deze basisfunctie enkel kan gebeuren door meerdere onderzoe-ken te verrichten, telonderzoe-kens met behoud van de andere variabelen per onderzoek.
Een onderzoek dat een zeer ingrijpend belang heeft voor het sociaal-cultureel werk en waar-van het aantal verspreide exemplaren een veel-voud bedraagt van de vereiste honderd, k o m t dus niet in aanmerking voor meer dan één ba-sisfunctie.
Wat is de reden daarvoor ?
2. Een basisfunctie stemt volgens het dienstende-creet overeen met een kwart personeelslid. Niettemin hebben sommige diensten de ambitie om een grondiger onderzoek te verrichten, waarvan de inspanningen meer vereisen dan het equivalent van één kwart personeelslid.
Waarom wordt het de diensten onmogelijk ge-maakt om een dergelijk grondiger onderzoek te verrichten ?
Antwoord
Vooreerst wil ik erop wijzen dat de drie decreten voor de volksontwikkeling, waaronder het dien-s t e n d e c r e e t , grondig zullen worden gewijzigd bin-nen afzienbare termijn. De voorbereidende bespre-kingen hierover tussen de administratie en het ka-binet zijn reeds enige tijd bezig.
Het dienstendecreet heeft trouwens drie juridische b a s i s s e n , namelijk het decreet zelf, het uitvoerings-besluit en de brief van 24 november 1997 die een ministeriële handtekening draagt. Wijzigingen
kun-nen dus enkel via wijzigingen van deze drie docu-menten.
Het heeft dus weinig zin in deze voorbereidingspe-riode heel gedetailleerd op dit ene decreet in te gaan en nog eventuele wijzigingen voor te stellen. 1. Historisch is deze regel in het werkveld
ge-g r o e i d , hij moest als aparte vermeldinge-g in het uitvoeringsbesluit worden opgenomen, v a n d a a r artikel 10, 8.
