• No results found

Vraag nr. 181 van 20 september 2000 van de heer DANY VANDENBOSSCHE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 181 van 20 september 2000 van de heer DANY VANDENBOSSCHE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 181

van 20 september 2000

van de heer DANY VANDENBOSSCHE

Dienstendecreet – Begeleiding, ondersteuning en advisering

Ingevolge artikel 8, § 1 , 2° en §2, 6° van het dien-stendecreet van 19 april 1995 moet een dienst in ieder geval jaarlijks minstens 125 uren ondersteu-n i ondersteu-n g, adviseriondersteu-ng eondersteu-n/of begeleidiondersteu-ng (BOA) verstrek-ken aan organisaties van sociaal-cultureel werk en aan andere educatieve of culturele organisaties. Voor deze activiteit wordt een forfaitaire duur van twee uur per begeleidingsmoment in rekening ge-bracht.

De activiteiten waarvan de reële duur deze forfai-taire duur overschrijdt, worden voor de reële duur in aanmerking genomen mits ze minstens twee weken vooraf, met vermelding van plaats, datum en opgave van begin en eindduur, aan de administra-tie werden gemeld. Hoogstens 35 % van deze uren kan bij eenzelfde organisatie worden gerealiseerd. 1. Een BOA kan slechts worden gerealiseerd door

een deskundige die voorkomt op een lijst die jaarlijks vóór 15 oktober werd opgesteld.

Kan deze lijst in de loop van het jaar worden gewijzigd ? Indien niet, waarom niet ?

2. B OA-uren kunnen volgens de nota van de ad-ministratie bij het dienstendecreet enkel wor-den gerealiseerd in bijeenkomsten met als deel-nemers uitsluitend een of meerdere vertegen-woordigers van de begeleide organisaties. Uit de praktijk blijkt vanwege organisaties nogal wat vraag te bestaan naar sprekers voor studiedagen en andere activiteiten, nota's die een materie toelichten, hulp bij de uitwerking van statuten, enzovoort.

Waarom komen deze vormen van dienstverle-ning niet in aanmerking voor het dienstende-creet ?

3. Een BOA dient volgens de nota van de admini-stratie te bestaan uit een proces dat noodzake-lijkerwijze een fase van voorbereiding, van uit-voering en van evaluatie inhoudt.

Wat is de zin van het laten aantonen van een dergelijke procesmatige aanpak ?

4. Volgens de administratie kunnen bij een BOA enkel bestuursleden van de begeleide organisa-tie aanwezig zijn. Zodra een gewoon lid aanwe-zig is die in de activiteit geëngageerd is, is er geen sprake meer van BOA.

Wat is daarvoor de reden ?

5. De administratie is van mening dat er slechts B OA kan worden gerealiseerd die past in de specialiteit van de dienst.

Waarom komt een dienstverlening die niet tot de specialiteit behoort, maar wel kwaliteitsvol wordt gerealiseerd, niet in aanmerking ?

6. Uit de nota van de administratie blijkt dat 50 % van de uren veertien dagen op voorhand moe-ten worden aangekondigd. Vele organisaties verlangen echter een ondersteuning die reeds binnen enkele dagen wordt gerealiseerd.

Is het niet mogelijk meer soepelheid in de admi-nistratie te brengen en een kortere aankondi-gingstermijn voor te schrijven ?

7. Een basisfunctie stemt volgens het dienstende-creet overeen met een kwart personeelslid. Acht de minister het mogelijk 125 kwaliteitsvol-le uren te realiseren met een inspanning die het equivalent vormt van één vierde personeelslid ?

Antwoord

Vooreerst wil ik erop wijzen dat de drie decreten v o l k s o n t w i k k e l i n g, waaronder het dienstendecreet, grondig zullen worden gewijzigd binnen afzienbare t e r m i j n . De voorbereidende besprekingen hierover tussen de administratie en het kabinet zijn reeds enige tijd bezig.

Het dienstendecreet heeft trouwens drie juridische b a s i s s e n , namelijk het decreet zelf, het uitvoerings-besluit en de brief van 24 november 1997 die een ministeriële handtekening draagt. Wijzigingen kun-nen dus enkel via wijzigingen van deze drie docu-menten.

(2)

op basis van het aantal basisfuncties die worden gerealiseerd : vier basisfuncties geven recht op één subsidiabel personeelslid.

Er worden aan de diensten geen eisen gesteld met betrekking tot het personeel. De organisatie be-schikt vrij over de tijdsbesteding van het perso-neelslid en kan het in mindere of meerdere mate inzetten voor deze of gene basisfunctie waarvan de organisatie oordeelt dat ze belangrijker is.

Hierna volgen de antwoorden op de concrete vra-gen.

1. De lijst van de BOA-deskundigen kan worden gewijzigd in de loop van het jaar : de organisatie dient dit gewoon aan de administratie mee te delen.

2. De nota van 24 november 1997 beschrijft heel duidelijk de toelaatbare invulling van de BOA. Deze nota is indertijd voortgekomen uit de re-sultaten van de eerste inspectieronde over de werking van het jaar 1996, wat na de invoering van het decreet het eerste volledige werkjaar w a s. Er zijn toen een aantal misbruiken en dub-bele subsidiëringen aan het licht gekomen waar-voor noch in het decreet, noch in het uitvoe-ringsbesluit een juridische basis was om er tegen op te treden. Er zijn in dat jaar een aantal onte-rechte erkenningen gebeurd op basis van de oude reglementering.

In samenspraak met het toenmalig bevoegde kabinet werd de brief van 24 november 1997 o p g e s t e l d . Deze kan enkel door een andere mi-nisteriële brief worden gewijzigd.

3. Het laten aantonen van de BOA via een proces-matige aanpak van voorbereiding, uitvoering en evaluatie is bedoeld om de kwaliteit van de BOA's te bevorderen.

4. Dit is niet geheel waar. Een gewoon lid kan, i n-dien het daartoe gemandateerd is en een be-paalde taak in het project kreeg toegewezen, ook aanwezig zijn bij de BOA.

5. Het decreet is heel duidelijk wat de specialiteit betreft. Ik verwijs hierbij naar artikel 8, § 3. 6. Ook dit is een decreetsbepaling, namelijk

arti-kel 9. Hiervoor heeft de administratie niet de bevoegdheid om afwijkingen toe te staan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ingevolge artikel 8, § 2, 7° van het dienstendecreet van 19 april 1995 bestaat één van de mogelijke ba- sisfuncties waaraan een dienst moet voldoen erin een informatiecampagne

Ingevolge artikel 8, § 2, 8° van het dienstendecreet van 19 april 1995 bestaat één van de mogelijke ba- sisfuncties waaraan een dienst moet voldoen erin een onderzoek op te zetten

Welke uitgaven heeft het stadsbestuur van A n t- werpen gemaakt ter organisatie en ondersteu- ning van de activiteiten van voetbalclub FC Antwerp op haar territorium voor

Deze commissies, die bedoeld zijn om een doorver- wijzing naar de gedwongen hulpverlening te voor- komen en de magistraten te adviseren, worden sa- mengesteld uit mensen die over

De vraag of een gemeentebestuur zich moet inlaten met topvoetbal en in welke mate, is een vraag die in eerste instantie door de ge- meente moet worden beantwoord.. Wel ben ik

Het ligt vooreerst niet voor de hand om duidelijke lijnen te trekken tussen het terrein van de gemeente- lijke autonomie en het gebied waarin de hogere overheid in het algemeen

De vraag of een gemeentebestuur zich moet inlaten met topvoetbal en in welke mate, is een vraag die in eerste instantie door de ge- meente moet worden beantwoord.. Wel ben ik

De vraag of een gemeentebestuur zich moet inlaten met topvoetbal en in welke mate, is een vraag die in eerste instantie door de ge- meente moet worden beantwoord.. Wel ben ik