• No results found

Vraag nr.184van 20 september 2000van de heer DANY VANDENBOSSCHE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.184van 20 september 2000van de heer DANY VANDENBOSSCHE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 184

van 20 september 2000

van de heer DANY VANDENBOSSCHE Dienstendecreet – Educatieve publicaties

Ingevolge artikel 8, § 2, 4° van het dienstendecreet van 19 april 1995 bestaat één van de mogelijke ba-sisfuncties waaraan de diensten moeten voldoen erin jaarlijks twee educatieve publicaties aan te maken en ter beschikking te stellen, van samen minstens honderd bladzijden en waarvan minstens honderd exemplaren zijn verkocht of uitgeleend. 1. Waarom kan deze basisfunctie niet worden

ge-realiseerd met slechts één educatieve publicatie, die dan eventueel meer bladzijden en een grote-re verspgrote-reiding kent ?

2. Een basisfunctie stemt volgens het dienstende-creet overeen met een kwart personeelslid. Acht de minister het mogelijk twee kwaliteits-volle educatieve publicaties aan te maken met een inspanning die het equivalent vormt van één vierde personeelslid ?

3. De drempel van honderd verkochte exemplaren of uitleningen is dan weer veeleer laag, v o o r a l als we het vergelijken met de kosten die met de uitgifte daarvan gepaard gaan.

Is het niet veeleer aangewezen meer personeel en middelen ter beschikking te stellen van een educatieve publicatie en daartegenover een gro-tere verspreiding te eisen ?

Antwoord

Vooreerst wil ik erop wijzen dat de drie decreten voor de volksontwikkeling, waaronder het dien-s t e n d e c r e e t , grondig zullen worden gewijzigd bin-nen afzienbare termijn. De voorbereidende bespre-kingen hierover tussen de administratie en het ka-binet zijn reeds enige tijd bezig.

Het dienstendecreet heeft trouwens drie juridische b a s i s s e n , namelijk het decreet zelf, het uitvoerings-besluit en de brief van 24 november 1997 die een ministeriële handtekening draagt. Wijzigingen kun-nen dus enkel via wijzigingen van deze drie docu-menten.

Het heeft dus weinig zin in deze voorbereidingspe-riode heel gedetailleerd op dit ene decreet in te gaan en eventuele wijzigingen nog voor te stellen.

1. Artikel 8, § 2, 4° van het dienstendecreet be-paalt deze basisfunctie en is daar duidelijk over. 2 en 3. Wat het personeelsbestand betreft, heeft het

dienstendecreet een plafond bepaald op het aantal subsidiabele personeelsleden. De bereke-ning gebeurt op basis van het aantal basisfunc-ties die worden gerealiseerd : vier basisfuncbasisfunc-ties geven recht op één subsidiabel personeelslid. Er worden aan de diensten geen eisen gesteld met betrekking tot het personeel. De organisa-tie beschikt vrij over de tijdsbesteding van het personeelslid en kan het in mindere of meerde-re mate inzetten voor deze of gene basisfunctie waarvan de organisatie oordeelt dat ze belang-rijker is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ingevolge artikel 8, § 2, 7° van het dienstendecreet van 19 april 1995 bestaat één van de mogelijke ba- sisfuncties waaraan een dienst moet voldoen erin een informatiecampagne

Ingevolge artikel 8, § 2, 8° van het dienstendecreet van 19 april 1995 bestaat één van de mogelijke ba- sisfuncties waaraan een dienst moet voldoen erin een onderzoek op te zetten

Reeds enkele maanden klagen de bewoners van de Basse Censestraat in Menen over geurhinder af- komstig van een bedrijf in het Franse Halluin.. Het betrokken bedrijf, dat gevestigd is

Wat de gemeentebesturen in de faciliteitenge- meenten niet mogen, dat doet het Bloso (Commis- s a r i a a t-Generaal voor de Bevordering van de Li- chamelijke Opvoeding, de

Het bestek van fase 2 is opgeno- men in het programma 2001 en zal volgend jaar worden aanbesteed, zodat de werken kunnen starten eind 2001 of begin 2002?. De voltooiïng kan nu

Het is evenwel een open vraag wat de effectieve impact van deze goedbedoelde maatregel wel is. Een beperkte rondvraag leert immers dat het in de meeste scholen slechts om één of twee

Het grote verschil tussen enerzijds 1998 en an- derzijds 1999 – 2000 kan verklaard worden doordat in 1998 de grootschalige multimediaca- mpagne in het kader van het

In artikel 148, eerste lid van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke or- dening (decreet dat op 1 oktober in werking treedt) wordt vermeld dat