Vraag nr. 62
van 24 februari 1997
van de heer WALTER VANDENBOSSCHE Vlaamse Gezondheidsraad – Brusselse Vlamingen Uit de persmededeling van 28 januari 1997 blijkt dat op initiatief van de minister de V l a a m s e Gezondheidsraad is opgegroeid als overkoepelen-de opvolger van een aantal bestaanoverkoepelen-de adviesorga-nen in de gezondheidssector. De opdracht van de raad is bijzonder belangrijk voor de ontwikkeling van de gezondheidszorg in Vlaanderen en de Vlaamse gemeenschap in de hoofdstad.
De signaal- en evaluatiefunctie vanuit het Hoofd-stedelijk Gewest moet echter eveneens deel uitma-ken van de opdrachten van de raad. De specificiteit van de Vlaamse gemeenschap in de hoofdstad, h e t gebrek aan middelen, de hoge sociale lasten, h e t communautair karakter van een aantal initiatieven, al deze aspecten moeten de zorg uitmaken van de Vlaamse regering, derhalve van de V l a a m s e Gezondheidsraad.
In welke mate heeft de minister bij de samenstel-ling van de Vlaamse Gezondheidsraad en de uitte-kening van de opdrachten, reuitte-kening gehouden met de Vlaamse gemeenschap in de hoofdstad ?
Antwoord
De Vlaamse Gezondheidsraad, die 36 leden telt, levert 12 personen die wonen en/of werken in het Brussels Hoofdstedelijk gewest.
De zorg voor de specificiteit van de V l a a m s e gemeenschap in het Brussels Ho o f d s t e d e l i j k Gewest kan derhalve vanuit de Vlaamse Gezond-heidsraad bijzonder zorgvuldig worden bewaakt.