• No results found

Vraag nr. 144 van 22 maart 2001 van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O PPEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 144 van 22 maart 2001 van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O PPEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 144 van 22 maart 2001

van mevrouw SIMONNE JA N S S E N S-VA N O PPEN Mobiliteitssubsidies- – Stand van zaken

Onlangs ontving de minister 36 miljoen in het kader van maatregelen voor toegankelijkheid en mobiliteit.

Dit budget moet momenteel nog worden besteed. 1. Hoever staat het met de aanwending van de

middelen ?

Welke voorstellen heeft de minister in petto voor de besteding ervan ?

2. Bestaan er plannen om het budget te verdelen onder de Vlaamse provincies ?

Met een eigen inbreng van 3 miljoen zou dit neerkomen op 10 miljoen per provincie voor subsidies betreffende mobiliteit en toeganke-l i j k h e i d . Provincies kunnen zo hun eigen accen-ten leggen en doeltreffende maatregelen nemen naar aanleiding van concrete noden en behoef-ten (bv. provinciale taxicheques).

Antwoord

1. Via de regeringsbeslissing VR/PV/2000/31 – punt 3 van 25 juli 2000, werd ik gelast om, b i n-nen het beschikbare krediet van 34,6 miljoen, een reglement uit te werken met het oog op het verlenen van een gedeeltelijke subsidie aan pri-vate en/of publieke initiatieven die in de groot-s t e d e l i j k e, randgroot-stedelijke en kleingroot-stedelijke ge-bieden van Vlaanderen een dienstverlening aan-bieden inzake aangepast vervoer voor personen met een beperkte mobiliteit.

In uitvoering van deze beslissing werd door Ge-lijke Kansen in Vlaanderen een regeling uitge-w e r k t , die vervolgens op 15 december 2000 door de Vlaamse regering werd goedgekeurd (cfr. VR/PV/2000/51 – punt 22).

Deze regeling omvat een Subsidiegids 2001, d i e de voorwaarden bepaalt waaraan initiatieven moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een gedeeltelijke subsidiëring in het wer-kingsjaar 2001, en die de wijze van budgetverde-ling voor het betrokken jaar vaststelt.

De gids maakt deel uit van een breder stappen-plan waarbinnen de richtlijnen voor subsidië-r i n g, met het oog op de uitbouw van een ge-biedsdekkend aangepast vervoersysteem en re-kening houdende met het beperkt beschikbaar b u d g e t , jaarlijks kunnen worden geëvalueerd en b i j g e s t u u r d , en dit binnen een tijdspanne van vijf jaar.

Zo wordt de optimalisering van de subsidiere-geling afhankelijk gesteld van :

– de bevordering van de toegankelijkheid van het reguliere openbare vervoersaanbod zoals bepaald binnen het decreet op de basismobi-liteit.

De regeling gaat immers uit van de inclusie-ve basisvisie dat het aangepast inclusie-vervoer een dienstverlening is supplementair aan het re-guliere openbare netwerk, op plaatsen waar dit netwerk niet voldoet aan de specifieke noden van personen met een handicap ; – de invulling, op korte termijn, van een aantal

ontbrekende essentiële gegevens in het dos-sier (waaronder de bepaling van de doel-groep voor aangepast vervoer op basis van een gefundeerd behoefteonderzoek) en van de opstart en/of verdere concretisering van een aantal noodzakelijke samenwerkingsver-banden en cofinancieringssystemen met pro-v i n c i e s, g e m e e n t e n , De Lijn en gesubsidieer-de initiatieven inzake aangepast vervoer. De subsidieregeling 2001 draagt, als overgangs-r e g e l i n g, de mogelijkheid in zich om het bepeovergangs-rkt beschikbaar budget op een efficiënte wijze te verdelen over bestaande initiatieven inzake aangepast vervoer. Hun wordt de mogelijkheid geboden om, mits een financiële ondersteuning, de kwaliteit van hun dienstverlening te verbete-ren en te werken binnen vooropgestelde nor-men inzake veiligheid, toegankelijkheid en ser-v i c e, waarbij boser-vendien een minimale eenser-vor- eenvor-mingheid in dienstverlening tussen de gesubsi-dieerde initiatieven wordt gewaarborgd. Via die weg maak ik dit jaar een begin met een gefa-seerde en gestructureerde uitbouw van een aan-gepast vervoersysteem voor personen met een beperkte mobiliteit in Vlaanderen.

(2)

i-dieaanvragen kunnen tot 1 juni 2001 worden be-zorgd aan Gelijke Kansen in V l a a n d e r e n , w a a r-na ze zullen worden geëvalueerd en de subsidie-budgetten kunnen worden toegekend. Op dat ogenblik kan ook de samenwerking tussen de gesubsidieerde organisaties onderling en deze met De Lijn en de betrokken gemeentebestu-r e n , zoals voogemeentebestu-ropgesteld in voogemeentebestu-rmeld stappen-p l a n , ostappen-p gang worden gebracht en zullen we zicht krijgen op de mogelijkheden inzake geografische spreiding van bestaande initiatie-ven en op de lacunes daarbij.

2. In uitvoering van voormeld stappenplan werd i n m i d d e l s, met het oog op de uitbouw van een afdoend cofinancieringssysteem, concreet over-leg gestart met de verschillende provinciebestu-r e n , en dit zowel op politiek als op administprovinciebestu-ra- administra-tief niveau.

De provincies zullen bovendien actief worden betrokken bij de inhoudelijke evaluatie van de huidige regeling en de mogelijke bijsturingen naar het volgende werkingsjaar, waarbij de op-portuniteit om het budget beschikbaar op de begroting van de Vlaamse overheid te verdelen over de verschillende provinciebesturen, i n overweging zal worden genomen.

De evaluatie van het volledige concept wordt eveneens afhankelijk gesteld van onder meer : – de resultaten van het wetenschappelijk

be-hoefteonderzoek dat werd uitgeschreven en waarvan de toekenningsprocedure inmiddels loopt.

Met het oog op een eventuele afstemming van de subsidieverdeling op de regionale noden en de effectieve gebruikersgroep in de t o e k o m s t , zal binnen dit onderzoek de doel-groep voor aangepast vervoer uit het oog-punt van een maximaal toegankelijk open-baar net worden gedefinieerd en in kaart ge-b r a c h t . Parallel hiermee wordt eveneens het huidige concept rond de subsidieverdeling g e ë v a l u e e r d , waarbij ook alternatieven (bv. taxicheques) in rekening zullen worden ge-nomen ;

– verder overleg met betrokken actoren als V V S G, De Lijn, de administratie Wegen en Verkeer ; (VVSG : Vereniging van V l a a m s e Steden en Gemeenten – red.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo kunnen personen die getroffen worden door een tijdelijke daling van het belastbaar inkomen zich beroepen op de regel van het aansluitend referentiejaar : indien zij worden

De kansen dat de ondergrondse mijninfrastructuur voor klassieke mijnbouw zou worden heropend, zijn dus verwaar- loosbaar klein. Hoogtechnologische winningstech- nieken die gericht

Ik wil voor het secun- dair onderwijs ook verwijzen naar het budget van 120 miljoen frank dat in het schooljaar 2000-2001 is uitgetrokken voor de extra ondersteuning van scholen

De eind- termen voor de tweede en derde graad van het vol- tijds secundair onderwijs (alle onderwijsvormen) zijn vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 2000 ;

Meer nog, centra die reeds een jaren- lange ervaring hebben op het veld, zoals het Cen- trum ter Preventie van Zelfmoord (CPZ) dat er reeds twintig jaar actieve werking

Verschillende arbeidszorgcentra aangesloten bij het Consortium in 1999 kregen een erkenning in de experimentele regelgeving "arbeidszorg" van het Vlaams Fonds voor de

Een bevriezing betekent wel dat in het licht van de huidige structurele noden tijdelijk ademruimte voor de diensten wordt gecreëerd.. Ademruimte die een over- gangsperiode

Infanrix werd gratis ter beschikking gesteld voor de vierde dosis van het DTP-v a c- c i n , op dezelfde manier als Combivax voor de eerste drie doses ter beschikking was2. Nu is