GUUS HEERMA VAN VOSS
De WOR is er voor de or
bemiddeling van de bedrijfscommissie worden gevraagd. In dit geval heeft deordatkennelijk nietgedaan. Wellicht hadhijgeen (zodanige) bezwaren tegen het ontslag, dat de or reden zag om het aan te vechten. Maar een ordiedat wil, kan zich nadrukke-lijk verzetten tegen een dergenadrukke-lijk ontslag! Bovendien kan zo no-dig een voorlopige voorziening bij de kantonrechter worden ge-vraagd, om te eisen datdedirecteur mag terugkomen. Het isgoed om hier nogeens aan te herinneren, omdatnogal eens wordt ge-dacht dat de orgeen enkele sanctie heeft bijhet adviesrecht van artikel30 WOR. Wat wel ontbreekt is een beroep op de Ondernemingskamer vanhetGerechtshofAmsterdam, omdat bij dit adviesrecht artikel26WOR niet van toepassing is. Het be-sluitzelf kan dan ook niet meer worden aangevochten.Dezaakleert onsdatdedirecteur zelfzich nietmagberoepen op het ontbreken van een or-advies. Het adviesrecht is immers aan deortoegekend om de medezeggenschap te dienen, en is nietge-schreven in het belang van de directeur. Anders zou een direc-teur zich op grond van de rechten van de or tegen een ontslag kunnen verzetten, ook als de or daar juist geen bezwaar tegen had. Dan zou het medezeggenschapsrecht zich tegen de or ke-ren. Ook is van belang dat de or zelf het ontslag niet ongedaan zou kunnen maken. Het zouvreemd zijn als dedirecteur datdan wel zou kunnen.
Deze uitspraak kan ook voor andere besluiten gevolgen hebben. Indien het advies- of instemmingsrecht van de orontbreekt, zou een andere belanghebbende zich, in een procedure ten behoeve van hemzelf, daar niet op kunnen beroepen. Bijvoorbeeld een werknemer die ontslagen wordt zonder dat de or advies is ge-vraagd over een reorganisatie. Toch kan de werknemer mijns in-ziens ditwelinbrengen in een ontslagprocedure als een argument dat onzorgvuldig met zijn belangen is omgegaan.
Deze rubriek behandelt de belangrijkste juris-prudentieop or-gebied. De rubriek wordt beur-telings geschreven door mr drs Cees van Leeuwen, advocaat en specialist medezeggenschap bij Derks. Star Busmann. Hanotiau te Utrecht en prof. mr Guus Heerma van Voss, hoogleraar so-ciaal recht aan de Universiteit Leiden
Bij het ontslag van een directeur heeft de or adviesrecht. Indien dat advies niet wordt gevraagd, kan de or naleving van de wet vorderen op grond van artikel36WOR. Daarbij moet eerst de
rubriek
Commentaar
De Wet op de ondernemingsraden is geschreven ten behoeve
van de medezeggenschap van de or. Indien er ten onrechte
geen advies is gevraagd aan die or over het ontslag van een
directeur, kan alleen de ordaartegen inberoep gaan.
(Gerechtshof Amsterdam
20
mei
1999,
lAR
1999/146,
art.
2: 14
en2:15, 7:681
Bvv,
30
WOR)
P
eter Broekhoff werdontslagen alsstatutair bestuurder van de Verzinkerij Johan Vis& Co BV te Amsterdam. Hij was ook de bestuurder vande onderneming in de zin vanarti-kei 1 WOR. Voor zijn ontslag had dus tevoren, op grond van artikel 30 WOR, het advies van de ondernemingsraad moe-ten worden gevraagd. Dit was niet gebeurd. Toen hij tegen zijn ontslag in beroep ging, kende de Rechtbank Amsterdam hemeen schadevergoeding toe vanf
50.000,- op grond van kennelijk on-redelijk ontslag, naast de reeds door hemontvangenf
473.100,-. Daarop gingen beide partijen in hoger beroep bij het Gerechtshof Amsterdam.Broekhoff betoogde dat, nu over zijn ontslag ten onrechte geen advies was gevraagd van de ondernemingsraad, het ontslag in strijd was met de wet en daarom op grond van artikel 2:14 en 2:15 BW niet rechtsgeldig was. Die redenering ging volgens het Gerechtshof niet op. De WOR is geschreven in het belang van de medezeggenschap van de ondernemingsraad. Een beroep op schending van dat belang komt in principe alleen toe aan de or. Daartoe kent de WOR zijn eigen sanctiesysteem. Afgezien van bijzondere omstandigheden kan een besluit dat in strijdhiermee is, niet op grond van het BW worden aangevochten. Hier geldt dat te meer, omdat anders aan anderen een sanctie zou worden toegekend (namelijk ongedaan maken van het besluit) die de on-dernemingsraad zelfniet toekomt.
Maar ook ten aanzien van de schadevergoeding bevestigde het Hof het vonnis van de Rechtbank. Hoewel het ontslag gerecht-vaardigd werd geacht, was de werkgever tekort geschoten in de vereiste zorgvuldigheid.