UW BABY GAAT MET ONTSLAG
2
Inhoud
Inleiding ...3
Verzorging ...3
Temperatuur van uw baby en omgeving ...5
Natte luiers en ontlasting ...5
Bad ...6
Buikkrampjes ...6
Spelen ...7
Naar buiten ...7
Hygiëne thuis ...8
Ouder zijn ...8
Bezoek ontvangen ...9
Voeding ...9
Voeding verwarmen ... 12
Schoonmaken van fles en speen ... 13
Spugen ... 13
Vitamines ... 13
Ziekenhuisbezoek na ontslag ... 14
Apotheek ... 16
Vaccinaties ... 17
Wat te doen bij ontslag ... 20
Ontslaggegevens ... 22
3
Inleiding
Het ontslag van uw baby is in zicht! Naar dit moment heeft u lang uitgekeken. U heeft vast een aantal vragen over de verzorging en de voeding van uw baby thuis. Ook is het
belangrijk dat u een veilig gevoel heeft om uw baby mee naar huis te mogen nemen.
Met onderstaande informatie willen wij u zo goed mogelijk voorbereiden op de thuiskomst van uw baby. Schroom niet om aan de verpleegkundige, de verpleegkundige specialist ook uw vragen te stellen. Voordat uw baby naar huis mag, wordt uw baby lichamelijk onderzocht door de arts of verpleegkundig specialist, er is dan ook gelegenheid om vragen te stellen. De verpleegkundige, arts of verpleegkundig specialist zal
gedurende de opname van uw baby met u bespreken aan welke ‘voorwaarden’ uw baby moet voldoen om naar huis te mogen.
Verzorging
SlapenUw baby moet misschien nog wennen aan de thuissituatie.
Op de afdeling Neonatologie zijn de kinderen voortdurend aan veel geluiden blootgesteld en is het licht aangepast.
Daardoor hebben baby’s soms moeite met het dag- en
nachtritme. U laat uw kind
hieraan wennen door overdag de gordijnen op de slaapkamer open te laten (of alleen dunne gordijnen tegen fel licht te sluiten) en ‘s avonds sluit u de gordijnen (eventueel
verduisterend).
Eventueel laat u ’s nachts een nachtlampje branden.
Na de voeding is uw baby gewoonlijk ontspannen. Maak er overdag een fijn moment van door met hem te spelen, liedjes te zingen en hem te vertroetelen.
Houd u de voeding ’s avonds en ’s nachts zo kort mogelijk om uw baby zo slaperig mogelijk te houden. Doe eventueel alleen
4
een klein lampje aan tijdens het verschonen en voeden. Het is niet altijd nodig om ’s nachts te verschonen. Wanneer uw baby overdag huilt, kunt u hem troosten door hem te strelen of met hem te spelen. Als hij ‘s nachts wakker wordt, kan hij zich met een fopspeen misschien weer in slaap zuigen. Heeft uw baby last van de stilte, laat dan eventueel wat rustige muziek spelen.
Tegenwoordig slapen veel baby’s bij de ouders op de slaapkamer. Voordelen hiervan zijn:
Hongersignalen worden sneller door de ouders herkend, al vóórdat de baby gaat huilen;
De baby ervaart veiligheid doordat hij nabij zijn ouders is, de baby hoort de ouders ademen.
Belangrijke tips van Stichting Consument en Veiligheid vindt u in de folder ‘Veilig slapen’. De folder vindt u in de folderkast op de afdeling Neonatologie of bij Centrum Jeugd & Gezin.
Daarnaast kunt u de tips nalezen op www.veiligheid.nl.
Huilen
Er zijn tal van redenen waarom uw baby kan huilen, bijvoorbeeld als uw baby:
honger heeft;
in een andere houding wil liggen;
het warm of koud heeft;
een vieze luier heeft;
uw onrust of moeheid voelt;
moe is;
niet aangehaald wil worden;
er een boertje dwars zit;
de ontlasting moeizaam komt;
pijn heeft (bijvoorbeeld door buikkrampjes of ontlasting die dwars zit).
Soms kunt u de reden niet achterhalen.
De eerste maanden hoeft u niet bang te zijn om uw baby te verwennen door het op te pakken wanneer het huilt. Draag het desgewenst bij u in de draagdoek. In de draagdoek mag uw baby vanaf de eerste dag, want uw baby ligt namelijk in een
5
gebogen houding. In de draagzak, waarin uw baby rechtop zit, mag uw baby vanaf zes weken.
Een baby mag op zijn tijd best huilen, soms is het juist even nodig om indrukken te verwerken of om in slaap te komen.
Nogmaals: probeer op uw gevoel te vertrouwen.
Temperatuur van uw baby en omgeving
In verband met de hoge omgevingstemperatuur in Franciscus Gasthuis, vragen ouders zich vaak af of hun baby het thuis niet te koud heeft. Dat is niet het geval. Thuis draagt uw baby
kleertjes en ligt het in een bedje onder de dekens of in een slaapzak. Een omgevingstemperatuur van ongeveer 15 tot 18
°C is voldoende. Gebruik liever een kruik om het bed (voor) te verwarmen dan een extra verwarmde kamer. Als het nodig is, kunt u de eerste dagen de temperatuur van uw baby
controleren. De normale lichaamstemperatuur van een baby ligt tussen de 36,8 en 37,3 °C.
Natte luiers en ontlasting
Baby’s hebben in principe per 24 uur minimaal 6 plasluiers. De urine is heel licht van kleur en nauwelijks zichtbaar in de luier.
De ontlasting kan met name bij borstvoeding nogal wisselend zijn; soms bij iedere voeding, vanaf 5 tot 6 weken soms zelfs enkele dagen helemaal niet. Ook kan een baby ‘spuitluiers’
hebben. Baby’s die kunstvoeding krijgen, hebben gewoonlijk dagelijks ontlasting. De ontlasting is meestal zacht en
geelbruin.
Sommige (te vroeg geboren) kinderen kunnen last hebben van harde ontlasting en kunnen hierdoor moeilijk hun ontlasting kwijt. Enkele tips:
Geef als eerste 5 à 10 ml. water extra per fles;
Geef dagelijks 2 ml. onverdunde roosvice laxo, dit mag ook puur aan de kunstvoeding worden toegevoegd;
Masseer de buik;
Blijft het echt een groot probleem, overleg dan met Centrum Jeugd & Gezin, de verpleegkundig specialist, de behandelend arts of uw huisarts.
6
Als uw baby diarree krijgt en u herkent het niet als normale
‘spuitluiers’, wees dan bedacht op een infectie en overleg dan met 1 van hierboven genoemde zorgprofessionals.
Bad
Uw baby hoeft zeker niet dagelijks in bad. Het is zelfs beter om uw baby niet iedere dag in bad te doen. De babyhuid is teer en water en zeker zeep drogen de huid uit. Als u uw baby wel dagelijks in bad wilt doen, gebruik dan in ieder geval niet iedere dag zeep. Vraag tijdens de opname aan de
verpleegkundige of uw baby in bad mag en maak dan met de verpleegkundige een afspraak om samen uw baby te
badderen.
Buikkrampjes
De meeste baby’s, zowel te vroeg geboren als voldragen,
krijgen buikkrampjes. Dit is erg vervelend voor de baby, maar in principe onschuldig. Krampjes horen erbij en verdwijnen meestal na 3 weken, soms pas na 4 maanden. Het is een verschijnsel dat kan horen bij de gewenning van de darmpjes aan de voeding.
Buikkrampjes komen plotseling en kunnen enkele minuten of uren duren. Meestal verdwijnen ze even snel als ze gekomen zijn. Bij sommige baby’s bestaat een soort regelmaat,
bijvoorbeeld elke dag of nacht op hetzelfde tijdstip.
Enkele tekenen van buikkrampjes zijn dat uw baby:
huilt;
een rood gezicht krijgt;
zijn beentjes optrekt;
zijn vuistjes balt;
veel windjes laat.
Het is overduidelijk dat uw kind zich niet lekker voelt.
Soms zijn er andere oorzaken van buikkrampjes:
verandering van voeding;
te veel voeding;
verkeerd bereide voeding.
7 Enkele tips om uw baby te helpen:
Laat uw baby goed boeren;
Buikmassage (vraag de verpleegkundige om instructie);
Verwarm een buikje met warme doeken of een pittenzak, met een laagje kleding ertussen;
U kunt uw baby in een warm bad doen;
Zet uw baby na de voeding gedurende vijftien minuten in een wipstoeltje of Maxi-Cosi;
Leg uw baby in de foetushouding in bed en wrijf over de rug en knuffel uw baby;
Houd uw baby warm, draag hem dicht tegen u aan, bijvoorbeeld in een draagdoek;
Houd uw baby op de buik op uw onderarm met het hoofd in uw handpalm en de beentjes gespreid langs uw elleboog.
Wanneer u loopt en zachtjes wiegt is dit prettig voor de baby;
Er zijn bij de apotheek of drogist verzachtende middelen te koop tegen buikkrampen. Overleg altijd met Centrum Jeugd
& Gezin, uw huisarts of apotheek;
Vroeger werd venkelthee geadviseerd, nu is uit onderzoek gebleken dat dit schadelijk kan zijn voor uw baby.
Soms lijkt niets te helpen, overleg gerust met uw (huis)arts of met Centrum Jeugd & Gezin als u het niet vertrouwt of als u advies wilt.
Spelen
Spelen is belangrijk voor uw baby. De baby kan zien, horen, ruiken en voelen. Hij houdt van al deze dingen, hij wil leren!
Spelen met uw baby betekent praten, lachen, zingen, muziek luisteren, kijken, wiegen en knuffelen. Het is voor u ook
aangenaam, want uw baby beloont u met een stralende lach.
Vergeet hierbij niet dat momenten van rust voor uw kind ook essentieel zijn.
Naar buiten
Wij adviseren u om uw baby nog een dag of 2 na het
thuiskomen binnen te houden, dan went hij een beetje aan het temperatuurverschil tussen de afdeling Neonatologie en thuis.
8
Voor u met uw baby gaat wandelen, moet hij zijn
lichaamstemperatuur binnen op peil kunnen houden. Houd de eerste uitstapjes kort; uw baby moet wennen aan de
buitenlucht. Ga het liefst wandelen bij zacht weer, zonder regen en wind. Bescherm uw kind goed voor de zon, met name in de zomer als de zon fel is.
Kleed uw baby in principe 1 laagje meer aan dan u zichzelf aankleedt. Als uw baby erg klein is, kunt u hem iets dikker aankleden en een mutsje op doen. Bij koud weer kunt u een kruik meenemen of de wagen voorverwarmen met een kruik.
Hygiëne thuis
Als u eenmaal thuis bent met uw baby, hoeven u en uw visite de strikte hygiënische maatregelen die in het ziekenhuis gelden niet meer toe te passen. Thuis is het veel ‘schoner’ dan in een ziekenhuis waar alle ziektekiemen zich concentreren. Was wel altijd uw handen als u een luier heeft verschoond of als u voeding of een fles klaarmaakt.
Ouder zijn
Het ouderschap is een mooie en belangrijke taak. Maar het kan ook, zeker in het begin, behoorlijk zwaar zijn. Je zorgen maken en slaapgebrek kunnen uitputtend zijn.
Enkele tips hiervoor zijn:
Probeer het bezoek in het begin te beperken;
Combineer kraambezoek dat elkaar kent en houd het kort;
Kook gezond, maar eenvoudig;
Ga samen met uw baby slapen en laat de boel de boel;
Probeer minder veeleisend te zijn in het schoonmaakwerk, het komt later wel weer;
Schakel de telefoon tijdelijk uit;
Neem voldoende ontspanning. Kijk televisie, lees een boek of neem een uitgebreid bad;
Geef samen met uw partner om de beurt de nachtvoeding;
Ga met uw partner af en toe samen op pad, maak samen een wandeling of ga lekker uit eten. Vraag iemand die u goed vertrouwt om op uw baby te passen.
9
Bezoek ontvangen
Het is belangrijk voor uw familie om eindelijk uw baby te
kunnen zien waarover u hen heeft verteld. Probeer echter het aantal bezoekers te beperken. Bezoek is vermoeiend voor u en uw baby. Probeer de eerste dagen na het thuiskomen vrij te plannen voor u, uw partner en uw baby om bij te komen en thuis aan elkaar t wennen.
Uw familie en vrienden zijn vaak een grote steun, maar soms raakt u juist in de war van alle goedbedoelde adviezen. U kent uw baby het beste. Daarom beslist u hoe er het best kan
worden gehandeld. Vertrouw op uw gevoel!
Voeding
BorstvoedingAls uw kind borstvoeding krijgt, raden wij u aan om voor het ontslag, samen met de lactatiekundige een borstvoedingsplan voor thuis door te spreken. Bij vragen na ontslag kunt u op werkdagen bellen met telefoonnummer via 010 – 461 7516. Bij geen gehoor kunt een (bel)afspraak maken via
Ook kunt u terecht bij:
La Leche League Nederland www.lll.borstvoeding.nl.
Kunstvoeding
Kunstvoeding wordt gemaakt van koemelk en bevat wei-eiwit en caseïne-eiwit, zoveel mogelijk in dezelfde verhouding als in moedermelk. Extra vitamines zijn alleen noodzakelijk in de vorm van D (400-600 IE). Er is een simpele nummering voor zuigelingenvoeding:
Nummer 1 is geschikt voor 0 tot 6 maanden oude zuigelingen;
Nummer 2 voor 6 tot 10 maanden (zogeheten opvolgmelk);
Nummer 3 vanaf 10 maanden.
Vanaf de leeftijd van 1 jaar wordt groeimelk nummer 4
geadviseerd (dreumes/peutermelk) en vanaf 2 jaar groeimelk nummer 5 (peutermelk). Voorbeelden van standaard
10
kunstvoeding (naam per fabrikant verschillend) zijn Friso®, Nutrilon®, Similac® en NAN®.
U kunt kunstvoeding naar eigen keuze kopen bij de
supermarkt, drogist of apotheek. Op het blik staat vermeld hoe u de voeding moet klaarmaken. Het is beter om niet te
wisselen van merk.
In het ontslaggesprek bespreekt u met de arts, verpleegkundig specialist of verpleegkundige de hoeveelheid kunstvoeding die uw baby thuis mag drinken en de voedingsmomenten. Neem voor het geven van de fles rustig de tijd, gemiddeld vijftien tot dertig minuten. Wij adviseren u niet langer dan 30 minuten met een voeding bezig te zijn, anders gaat dit ten koste van de rust van u en uw baby. Probeer eventueel een half uur later
opnieuw de (rest van de) voeding aan te bieden. Het is niet erg als uw baby een keer minder drinkt.
Prematuur
Voor een pre- en dysmatuur geboren baby’s wordt vaak een verrijking van de moedermelk toegepast in de vorm van
moedermelkversterker (breast milk fortifier = BMF). BMF bevat gehydrolyseerd koemelkeiwit, mineralen, sporenelementen en vitaminen. Een volledige voeding voor pre- en dysmaturen is Nenatal® of Friso prematuur®. De samenstelling is aangepast aan de speciale behoefte van prematuren. Deze voeding is gebaseerd op onder andere een verhoogde eiwit-, energie-, calcium- en fosfaatbehoefte. De meeste kinderen hebben dit niet meer nodig na ontslag. Alleen als er onvoldoende groei is, wordt na ontslag BMF gecontinueerd.
Reflux
Bij spugen of reflux kan de voeding worden ingedikt met johannesbroodpitmeel. Dit is als poeder verkrijgbaar van het merk Nutriton®. Combinaties zijn ook op de markt, zoals:
Friso + johannesbroodpitmeel heet Friso comfort®;
Nutrilon + johannesbroodpitmeel heet Nutrilon AR® (AR = antiregurgitatie).
Omdat johannesbroodpitmeel niet wordt verteerd, trekt het extra water aan in de dikke darm, waardoor de ontlasting
11
dunner wordt. De ervaring leert dat sommige kinderen juist ook wat dikkere en moeizamere ontlasting van kunnen krijgen.
Voeding met toegevoegd rijstzetmeel wordt dikker onder invloed van zuur in de maag en is daarmee ook geschikt voor de behandeling van reflux: Enfamil AR®.
Allergie
Ter preventie van (koemelk)allergie en eczeem zijn verschillende voedingen beschikbaar, onder andere:
Nutrilon hypo-allergeen®;
NAN HA®;
Enfamil HA®;
Friso preventief hypoallergeen.
Voor kinderen die een bewezen koemelkallergie hebben, zijn onder andere Nutrilon pepti® of FrisoPep geschikt. Voor een aantal kinderen is dit onvoldoende effectief en wordt
overgegaan op intensief gehydrolyseerde voedingen onder andere Nutramigen® en Friso allergy care®. Deze voedingen zijn ook lactosevrij.
Bijvoeding
Tot 5 à 6 maanden heeft een baby voldoende aan volledige moedermelk of kunstvoeding. Vanaf ongeveer 4 tot 6 maanden kan een fruithap en later een groentehap worden gegeven (of andersom). We adviseren om gedurende een aantal dagen hetzelfde aan te bieden zodat uw baby aan de smaak kan wennen. Eén van de borst- of kunstvoedingen kan vervangen worden door pap in de vorm van borst- of zuigelingenvoeding met rijstebloem (Bambix®) erbij.
Voorbeelden van voeding Kind van 6 tot 8
maanden Kind van 8 tot 12 maanden
Ontbijt Pap van 200 ml.
opvolgmelk Pap van 200 ml. opvolgmelk
tussendoort
je Fruithap of sapje, thee of
water Fruithap of sapje, thee of water
12
Lunch 200 ml opvolgmelk Boterham met beleg, 150 ml.
opvolgmelk tussendoort
je Fruithap of sapje, thee of
water Fruithap of sapje, thee of water
warme
maaltijd Groente Groente
Aardappelen, pasta of
witte rijst Aardappelen, pasta of witte rijst
Vlees Vlees
Toetje Toetje
Avond 200 ml opvolgmelk 150-200 ml opvolgmelk
Vanaf ongeveer een jaar eten de meeste kinderen met de ouders mee.
Voeding verwarmen
Het opwarmen van voeding kan in een flessenwarmer of ‘au bain Marie’ (een flesje melk boven een bakje heet water opwarmen). Verwarm de borstvoeding bij voorkeur ‘au
bainMarie’. Keer de fles met de borstvoeding tussendoor om de warmte te verdelen, anders gaan belangrijke voedingsstoffen verloren.
Let op! Vervang een flessenwarmer als de borstvoeding te snel te warm wordt. Voordat u een kunstvoeding geeft:
Draai de fles goed om, zodat de warmte wordt verdeeld;
Controleer altijd de temperatuur van de voeding door een beetje voeding op de binnenkant van uw pols te druppelen.
Als u de druppel niet voelt, is de voeding op de goede temperatuur.
Zie de patiëntenfolder ‘Afkolven van borstvoeding’ voor onder andere tips over afkolven en het bewaren van borstvoeding.
Deze vindt u op de afdeling Neonatologie.
13
Schoonmaken van fles en speen
Het advies van het Voedingscentrum luidt: Spoel direct na het drinken de fles en speen om met koud water;
Was de fles en speen 1 keer per dag in een afwasmachine op minimaal 55 °C of maak in heet sop de fles en speen
goed schoon met een speciale flessenborstel;
Laat u de fles en speen ondersteboven op een droge, schone doek drogen;
Het reinigen van fles en speen mag in de vaatwasser op een lang programma van 55 °C of hoger;
Als u baby ziek is of te vroeg is geboren, kookt u dan de fles, speen en kolfspullen dagelijks uit;
Doet u alle onderdelen 1 keer per dag in een ruime pan water, zodat alles onder water ligt;
Brengt u het water aan de kook en laat het ongeveer 5 minuten doorkoken;
Voorkom kalkaanslag door een beetje azijn in het water te doen. Gebruik eventueel een magnetron- of elektrische sterilisator.
Speentjes en fopspenen moeten elke 6 weken, of eerder bij zichtbare beschadigingen, vervangen worden.
Spugen
Veel baby’s geven na de voeding een mondje terug. Dit is niet erg. Laat uw baby rustig drinken en goed boeren tijdens en na de voeding. Wordt de hoeveelheid spuug meer dan ‘een
mondje’ of gebeurt het vaker en maakt u zich ongerust, raadpleeg dan uw huisarts.
Vitamines
Alle pasgeborenen krijgen direct na de geboorte 1 mg vitamine K toegediend, in principe via de mond. Of er vitaminesuppletie gestart moet worden, is afhankelijk van de voeding die een zuigeling krijgt (zie onderstaande tabel).
Vitamine D Vitamine K Start vanaf dag 8
na de geboorte. Start vanaf dag 8 na de geboorte
14 Staken bij de
leeftijd van 4 jaar. Staken bij de leeftijd van drie maanden of meer dan 500 ml
kunstvoeding per dag.
Met vitamine D wordt gestart vanaf dag acht na de geboorte tot de leeftijd van 4 jaar. Met Vitamine K wordt ook gestart vanaf dag acht na de geboorte en wordt gedurende minimaal drie maanden gegeven, echter, dit mag worden gestaakt zodra uw baby minimaal 500 ml kunstvoeding per dag verbruikt.
Ziekenhuisbezoek na ontslag
BelafspraakTijdens het ontslaggesprek met u en de arts of verpleegkundig specialist wordt de belafspraak toegelicht. U wordt een week na het ontslag van uw kind gebeld door de verpleegkundig
specialist. Het doel hiervan is om de thuiskomst te evalueren en de vragen te beantwoorden. We adviseren u al uw vragen op te schrijven. De verpleegkundig specialist belt iedere donderdag, dit kan over de gehele dag zijn. Als u in de tussentijd vragen heeft, kunt u tijdens kantooruren de verpleegkundig specialist bellen via 010 – 461 7789 (Mariëlle Maissan) of 010 – 461 7791 (Ingeborg van Os-Diehle).
Follow up
Als uw baby met 33 weken of eerder geboren is, is het eerste polikliniekbezoek bij de behandelend arts of verpleegkundig specialist. Daarna zijn de afspraken afwisselend tussen de verpleegkundig specialist en de arts. Wij volgen uw baby tot aan schoolleeftijd. In principe hoeft u dan niet naar Centrum Jeugd & Gezin.
15
Als uw baby met 33 weken of later is geboren, dan komt u na 2 tot 3 weken na het ontslag op controle op de polikliniek
Kindergeneeskunde, bij de arts of verpleegkundig specialist.
Uw baby wordt gevolgd tot hij zelfstandig los kan lopen en wordt dan voor de laatste controle gezien door de arts. In sommige gevallen wordt uw kind langduriger gevolgd op de polikliniek Kindergeneeskunde tot de leeftijd van ongeveer 4 tot 5 jaar. Daarna gaat u voor controle met uw kind naar Centrum Jeugd & Gezin.
Centrum voor Jeugd & Gezin
Het Centrum Jeugd & Gezin volgt de groei en ontwikkeling van uw kind. U krijgt advies en ondersteuning bij vragen over
onder andere voeding, opvoeding en tevens voeren zij het rijksvaccinatieprogramma uit.
Via de gemeente krijgt de jeugdverpleegkundige bericht dat uw baby geboren is. Bij thuiskomst uit het ziekenhuis neemt de jeugdverpleegkundige contact met u op voor een
huisbezoek. Tijdens dit huisbezoek maakt de
jeugdverpleegkundige kennis met u. Samen met de
jeugdverpleegkundige bespreekt u of u gebruik wilt maken van Centrum Jeugd en Gezin, of dat de ontwikkeling en groei door de behandelend arts in het ziekenhuis of in het Kleine Helden Huis worden gevolgd.
Het Centrum Jeugd en Gezin en Franciscus Gasthuis & Vlietland hebben hun krachten gebundeld en het PremaTuurlijk
spreekuur opgezet; nazorg door verschillende professionals
16
zowel van het Centrum Jeugd en Gezin als Franciscus Gasthuis
& Vlietland. Deze nazorg word geboden in het Kleine Helden Huis. Tijdens het gesprek met de behandeld arts bespreekt u of u gebruik kunt maken van de PremaTuurlijk spreekuur in het Kleine Helden Huis.
Het Kleine Helden Huis
Het Kleine Helden Huis is een plek waar prematuren en het gezin worden ontvangen na ontslag uit het ziekenhuis, voor het vervolgtraject. Het Kleine Helden Huis is een mooie, warme en vooral veilig plek, waar rust centraal staat na de chaotische periode in het ziekenhuis. Het belangrijkste is dat de kleine held en het gezin in een niet klinische omgeving dit
vervolgtraject ingaan. In dit huis is er alle aandacht, tijd en medische zorg voor de prematuur en het gezin. Voor meer informatie kijkt u op www.hetkleineheldenhuis.nl.
Valt u buiten het postcodegebied van het PremaTuurlijk spreekuur? Ook dan komt uw kind in aanmerking voor
controles in het kleine heldenhuis bij de behandelend arts of verpleegkundig specialist. Besproken zal dan worden of naast de controles bij uw arts of verpleegkundig specialist het ook nog noodzakelijk is om bij het Centrum voor Jeugd & Gezin te komen voor controles.
Nazorgavond
Er is 2 keer per jaar een nazorgavond die wordt begeleid door verpleegkundigen en medewerkers van de afdeling Medisch Maatschappelijk Werk. Deze avond is bedoeld voor ouders die een kind hebben dat langer dan een week op de afdeling
Neonatologie heeft gelegen. Op deze avond heeft u de
gelegenheid om zowel uw positieve als negatieve ervaringen te vertellen, vragen te stellen en uw verhaal te delen met andere ouders.
Voor deze avond ontvangt u van ons een uitnodiging.
Apotheek
De medicatie die uw baby vanuit het ziekenhuis krijgt voorgeschreven, kunt u via het recept ophalen bij de
ziekenhuisapotheek of de apotheek bij u in de buurt. Handig is
17
om de medicatie een dag voor ontslag in huis te hebben. Wij vragen u de medicatie mee te brengen naar de afdeling om te oefenen met de verpleegkundige, hoe de medicatie klaar te maken en hoe te geven. Bovendien krijgt u, als dat nodig is, een machtiging voor de Nenatal voeding (dit is voeding
speciaal voor prematuren). Voeding met een
voedingsmachtiging wordt bij u thuis afgeleverd.
Vaccinaties
Het kan zijn dat de arts het geïndiceerd vindt dat de eerste vaccinaties volgens het RIVM (Rijksinstituut van
Volksgezondheid en Milieu) schema gegeven worden onder monitorbewaking in het ziekenhuis. Bij alle baby’s geboren na een zwangerschapsduur korter dan 33 weken is dit
geïndiceerd. Als uw baby al mee naar huis is, krijgt u een telefonische oproep. Een dag van tevoren wordt u gebeld door de teammanager van de afdeling Neonatologie. Uw baby wordt 24 uur opgenomen omdat hij aan de monitor gaat om
hartritme, saturatie en ademhaling in de gaten te houden. Uw baby kan zowel op de afdeling Neonatologie als op de afdeling Kindergeneeskunde worden opgenomen. De teammanager heeft zicht over de plekken op beide afdelingen en vertelt u op welke afdeling u zich moet melden. Er bestaat een
mogelijkheid om uw baby zelf te verzorgen en u kunt ook blijven slapen. De voeding en medicatie voor uw baby mag u zelf meebrengen. Daarnaast moet u de vaccinatiekaarten meebrengen die het RIVM u heeft toegestuurd.
Voor de vaccinatie gegeven wordt, wordt uw baby lichamelijk onderzocht. Er is dan ook gelegenheid om medische vragen stellen aan de arts of verpleegkundig specialist. Als uw baby een ijzerdrank krijgt, wordt er ook bloed afgenomen. Zo kan het ijzergehalte in het bloed beoordeeld worden. Vervolgens wordt uw baby voor 24 uur aan de monitor aangesloten. Als zich geen incidenten op de monitor voordoen dan mag uw baby de volgende dag weer mee naar huis. De volgende vaccinatie wordt na ongeveer 4 weken op de polikliniek
Kindergeneeskunde gegeven.
Bovendien komt u dan op controle bij de arts of verpleegkundig specialist. Als er wel sprake is geweest van incidenten, wordt
18
beoordeeld of uw baby nogmaals 24 uur aan de monitor wordt geobserveerd of dat de volgende vaccinatie ook tijdens een opname wordt gegeven. Deze beoordeling wordt door de arts of verpleegkundig specialist gedaan.
Alle kinderen die bij ons op de afdeling gevaccineerd worden geldt het onderstaande schema:
Bron: Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu (2019).
Synagis (RS- virus vaccinatie)
Baby’s geboren na een zwangerschapsduur van minder dan 33 weken of baby’s met een bepaalde hartafwijking komen in aanmerking voor de synagis profylaxe. Voor deze inenting hoeft uw baby niet te worden opgenomen. Hiervoor komt een verpleegkundige aan huis. Voor uitleg over deze inenting verwijzen wij u naar de informatiefolder.
Het medicijn Synagis wordt toegediend via een injectie in de spier en heeft nauwelijks bijwerkingen. Ze kunnen naast de gebruikelijke vaccinaties gegeven worden.
19
Verpleegkundigen van onze afdelingen Neonatologie en
Kindergeneeskunde dienen het maandelijks toe in de maanden oktober tot en met april (het zogenoemde ‘RSV-seizoen’). Deze verpleegkundige neemt de Synagis® mee en weegt uw kind om de juiste hoeveelheid Synagis® te bepalen.
De Synagis®-toedieningen worden volledig vergoed door uw verzekering wanneer uw kind in de onderstaande risicogroepen valt. Uw kind wordt door de artsen aangemeld voor Synagis®- toediening, wanneer uw kind:
geboren is bij een zwangerschapsduur onder de 33 weken en bij begin van het RS- seizoen jonger is dan 6 maanden;
jonger is dan 1 jaar en een chronische longaandoening heeft (bronchopulmonale dysplasie);
jonger is dan 1 jaar en een ernstige afweerstoornis heeft;
jonger is dan 1 jaar en cystische fibrose (taaislijmziekte) heeft;
jonger is dan 2 jaar en een bronchopulmonale dysplasie heeft waarvoor zuurstoftherapie nodig is;
jonger is dan 2 jaar en een ernstige aangeboren hartafwijking heeft.
20
Wat te doen bij ontslag
Let op: Het ontslag is vóór 11.00 uur.
Uitgestelde kraamzorg
Afhankelijk van uw zorgverzekeraar kunt u recht hebben op uitgestelde kraamzorg. Als dit mogelijk is, kunt u aan de verpleegkundige vragen of er een brief komt vanuit het ziekenhuis, getekend door arts of verpleegkundig specialist.
Hiermee kunt u de uitgestelde kraamzorg aanvragen.
Checklist voor ontslag
Neemt u samen met de verpleegkundige onderstaande checklist door om te bespreken wat voor u en uw baby eventueel van toepassing is.
Benodigdheden voor uw baby. Denkt u aan: luiers, kruiken, flessen, et cetera. Voor de uitzetlijst hiervan verwijzen wij u naar het internet of naar uw kraamzorgorganisatie:
Vitamine K & D
Recepten voor medicijnen
Borstvoeding ontslagplan
Nenatal machtiging
Rooming in afspraak gemaakt met de verpleegkundige.
Tijdens de rooming-in kunt u wanneer van toepassing:
o Voeding klaarmaken en geven o Medicatie klaarmaken en geven o Neuszuiger gebruiken
o Zelfstandig sondevoeding geven aan uw baby
Folder Veilig slapen
Kraamzorg ingeschakeld
Brief uitgestelde kraamzorg
Polikliniek afspraken
Afspraak vaccinaties op de afdeling
Ontslag gesprek met verpleegkundige
Ontslag gesprek met verpleegkundig specialist of arts
………
………
………
………
21
Telefoonnummers die na ontslag wellicht voor u van toepassing zijn
Afdeling Neonatologie: via 010 – 461 6635, 010 – 461 6622 en 010 – 461 6434
Verpleegkundig specialist: via 010 – 461 7789 (Mariëlle Maissan) of 010 – 461 7791 (Ingeborg van Os-Diehle)
Polikliniek Kindergeneeskunde Franciscus Gasthuis: via 010 - 461 6225
Poli-Apotheek: via 010 - 461 6054
Kinderthuiszorg, als uw kind met sondevoeding naar huis gaat: via 088 - 0200 700
22
Ontslaggegevens
Opnamedatum:
… Ontslagdatum
…
Gewicht in gram … …
Lengte in centimeters … … Schedelomtrek in
centimeters … …
Maagsonde
Aantal cm neus:
Aantal cm bij oorlel:
Datum ingebracht:
Hielprik
De hielprik is de landelijke neonatale screening op de vierde dag na de geboorte.
wel / niet gedaan Datum:
Nummer hielscreening: ___________________
23 Medicijnen
………
………
………
………
………
………
………
………
Voeding
Afgesproken voedingsplan bij ontslag:
………
………
………
………
Oktober 2021 397