Vraag nr. 65 van 26 maart 1999
van de heer CHRISTIAN VEROUGSTRAETE Financieringsinstrument Visserij- en Aquicultuursec-tor – Evaluatie
Bij decreet van 13 mei 1997 werd overgegaan tot oprichting van een Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en Aquicultuursector (FIVA). Bij besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 1998 (Belgisch Staatsblad van 15 oktober 1998) werd overgegaan tot de vaststelling van de regelen voor de werking en het beheer van het FIVA.
1. Welk resultaat heeft het FIVA tot op heden op-geleverd sinds zijn inwerkingtreding ?
2. Hoeveel subsidies in de vorm van rentetoelagen en premies werden verleend ?
3. Hoeveel waarborgen voor leningen aan reders, viskwekers of hun coöperaties werden verleend ?
4. Hoeveel reders en viskwekers hebben reeds een beroep gedaan op financiële tegemoetkomingen van het FIVA ?
Antwoord
1. Uit het aantal binnengekomen investeringsdos-siers (48 tot 31 maart 1999) blijkt dat een zekere dynamiek qua investeringen op vissersvaartui-gen is ontstaan, met een totaal investeringsvolu-me van 700 miljoen frank, wat een gunstig effect heeft op de verjonging van vaartuigen, rendabi-liteit en veiligheid aan boord.
Tevens werd geconstateerd dat een aantal veel-belovende jongeren de stap hebben gezet om een eigen rederij op te starten. In totaal werden 12 dossiers voor de overname van een vaartuig ingediend, voor een totaal investeringsbedrag van eveneens 700 miljoen frank. Hiervan wer-den in 1998 reeds 7 dossiers gesubsidieerd. 2. In 1998 werden voor 135.419.194 frank
rente-subsidie en voor 15.992.012 frank kapitaalpre-mie toegekend ; hierbij werd de begroting ad 151,5 miljoen frank volledig aangewend.
3. In 1998 bedroeg de verleende overheidswaar-borg 206.236.106 frank.
4. Tot einde maart 1999 werden voor de periode 1998-1999 48 aanvragen ingediend door in