• No results found

Vraag nr. 166van 30 mei 1996van de heer PAUL VAN GREMBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 166van 30 mei 1996van de heer PAUL VAN GREMBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 166 van 30 mei 1996

van de heer PAUL VAN GREMBERGEN

Milieudelicten – Informatieplicht politie en rijkswacht In het kader van het vernieuwde milieubeleid en de wens van deze regering om de burgers die onze milieu-wetgeving niet naleven een halt toe te roepen, treden de diverse politiekorpsen vaak op om deze misbruiken te verbaliseren.

Het komt dan uiteraard de rechtbanken toe om zich daarover uit te spreken.

Anderzijds zouden vooral de lokale besturen, die het goed menen met het milieubeleid, ten minste geïnfor-meerd moeten worden over dergelijke misbruiken en over het politioneel optreden. Zij zijn het immers die door de burgers met de vinger worden gewezen en zij moeten in staat zijn passende maatregelen te treffen om niet, zoals in recente rechtspraak, medeverantwoor-delijk te worden gesteld wegens "stilzitten van bestuur".

Ingevolge het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (artikel 64 e.v.) moet een proces-baal inzake vaststelling van de exploitatie zonder ver-gunning, of inzake exploitatie van een inrichting zonder naleving van de voorwaarden, aan de burgemeester worden overgemaakt.

In de praktijk worden voormelde richtlijnen echter noch door gemeentelijke politiekorpsen, noch door rijkswachtverantwoordelijken toegepast. De politiever-antwoordelijken stellen dat ze voor deze materies onder het gezag vallen van de procureur des konings en zijn van oordeel dat voormelde bepalingen geen juri-disch bindende kracht hebben, vanuit de stelling dat het artikel 64 van het milieudecreet slechts zou gelden voor de "bijzonder bevoegde ambtenaren" (d.w.z. de ambtenaren van de gewestelijke administraties) en niet voor de politieverantwoordelijken met algemene opsporingsbevoegdheid.

1. Moet de bovenvermelde decreetbepaling door de politieverantwoordelijken worden nageleefd ? 2. Heeft de minister hierover reeds contact

opgeno-men met zijn federale collega van Justitie en hem ve rzocht de parket ten i n het Vl aams Gewest opdracht te geven om de politie-overheden de nodi-ge richtlijnen te verstrekken met betrekking tot het naleven van de informatieplicht tegenover de gemeentebesturen inzake milieudelicten ?

Antwoord

Noch artikel 64 en volgende van titel I van het Vlarem, noch het milieuvergunningendecreet, houden de ver-plichting in alle bedoelde processen-verbaal aan de burgemeester toe te sturen.

Artikel 65 § 5 van titel I van het Vlarem bepaalt wel dat wanneer de in artikel 58 genoemde toezichthouden-de ambtenaren optretoezichthouden-den in toezichthouden-de plaats van toezichthouden-de burge-meester en de stopzetting bevelen van activiteiten, toe-stellen verzegelen of sluitingen opleggen, de burge-meester hiervan een proces-verbaal toegestuurd moet krijgen. Er moet worden opgemerkt dat het hier louter

gaat om de in artikel 58 bedoelde ambtenaren, en niet om de rijkswacht of de gemeentepolitie, die deze amb-tenaren eventueel kunnen bijstaan bij de uitoefening van hun ambt. In het algemeen is het dus zo dat de in deze vraag aangehaalde problematiek niet direct een rechtsgrond vindt in het milieuvergunningendecreet of in titel I van het Vlarem.

Het toezicht op de werking van de politie en rijkswacht valt uiteraard niet onder de bevoegdheid van Leefmi-lieu. Wel is er een overleg tussen de parketten en de ambtenaren op de onderscheiden niveaus (federaal, gewestelijk, provinciaal).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Heeft de minister, in het kader van de bestaande r e g e l g e v i n g, de mogelijkheid onderzocht om de steden en gemeenten toe te laten ook op deze pri- vate bureaus een beroep

Artikel 1 van het wijzigende besluit bepaalt dat "Het bedrag van de nettobezoldiging en van de vergoeding wegens vaste dienst in het buiten- land van de vaste, stagedoende

aangegeven moet worden in de taal van het land waar de plaats gelegen is, het bestaan van officiële taalgebieden, zoals in België, en moet daarmee rekening worden gehouden

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare We r k e n , Vervoer en Ruimtelijke Ordening

Alle Vlaamse bedrijven kunnen een beroep doen op de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 9 december 1997 inzake de toeken- ning van financiële tegemoetkomingen

Uiteraard wordt altijd naar een definitieve oplos- sing gestreefd, maar conform het bodemsanerings- decreet moet rekening worden gehouden met maat- regelen die

Per provincie is gekozen voor een locatie die zowel inhoudelijk-historisch als technisch-ruimtelijk het centrale ankerpunt kon zijn voor een reeks heel diverse projecten

Ik dring er bij de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Theo Kelchtermans, op aan dat mijn administratie wordt betrokken bij dit overleg over de ecologische