Vraag nr. 434 van 10 juli 1997
van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS
G e w e s t ov e r s chrijdende wegenaanleg – Overlegpro-cedure
De Pontbeeklaan is een gewestweg in Asse – deel-gemeente Zellik die doodloopt aan de grens met de gemeente Ganshoren, tevens de grens met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De grens tussen beide gewesten wordt daar gevormd door de vallei van de Molenbeek, een van de laatste stukjes drassig groen van het Brussels g e w e s t . Verschillende malen zijn er plannen geweest om de Po n t b e e k l a a n , die er gekomen is ondanks veel verzet vanuit de gemeenten Zellik en G a n s h o r e n , door te trekken. Laatst nog in 93. To e n heeft zowel het gemeentebestuur van Asse als het Vlaams Gewest bezwaar ingediend tegen de ver-l e n g i n g. Bver-lijkbaar waren deze besturen toen op de hoogte gebracht van het openbaar onderzoek ter-zake.
In juni 1997 is er openbaar onderzoek geweest, maar noch de Technische Dienst van de gemeente A s s e, noch de dienst Wegen van V l a a m s - B r a b a n t , noch de aanpalende buur, de firma Roularta, w e r-den door het gemeentebestuur van Ganshoren op de hoogte gebracht.
Door het verlengen van de Pontbeeklaan wordt een extra ontsluiting voor de Brusselse ring gecreëerd voor de regio in het noordwesten van B r u s s e l . Niet enkel de natuur, de omliggende b e d r i j v e n , maar ook de infrastructuur van het Vlaams Gewest en later, na overdracht, d e gemeente A s s e, zullen hinder ondervinden van deze ingreep in de gemeente Ganshoren. Va n d a a r dat ik niet begrijp waarom er geen overleg of min-stens toch melding gebeurd is tussen beide gewes-ten en beide gemeengewes-ten.
1. Heeft het Vlaams Gewest, bij monde van de m i n i s t e r, ook deze maal bezwaar aangetekend tegen het doortrekken van de Pontbeeklaan tus-sen Asse-Zellik en Ganshoren ?
Zo ja, kan de minister de inhoud van het be-zwaar meedelen ?
2. Welke vorm van overleg is er tussen de gewes-ten voor gewestgrensoverschrijdende hinder op vlak van verkeersinfrastructuur ?
3. Waarom heeft dit overleg niet gefunctioneerd in bovengemeld geval ?
4. Hebben zich in het recente verleden in analoge situaties nog dergelijke gevallen van slecht nabuurschap voorgedaan ? Hoe is de minister daartegen opgetreden ?
5. Heeft de minister, als betrokken partij, a l s n o g overleg gepland tussen de verschillende actoren van zowel verkeersinfrastructuur als natuurbe-houd ?
6. Welke vormen van overleg zijn er binnen het Vlaamse gewest in het kader van goed nabuur-schap tussen twee gemeenten, wanneer één van beide een weg aanlegt waar de andere last van zal ondervinden ? Geldt dit ook tussen andere b e s t u r e n , zoals twee gewesten, gewest en v i n c i e, gewest en gemeente, gemeente en pro-vincie ?
Aanvullend antwoord
1. Voor het openbaar onderzoek naar de verlen-ging van de Pontbeeklaan op het grondgebied van de gemeente Ganshoren werd niet naar het advies van de administratie Wegen en Ve r k e e r – afdeling Wegen Vlaams-Brabant gevraagd. Op het einde van de geplande termijn voor het openbaar onderzoek, werd de administratie Wegen en Verkeer – afdeling Wegen Vlaams-Brabant op informele wijze op de hoogte gebracht van het feit dat het openbaar onder-zoek aan de gang was. Onmiddellijk werden de bezwaren van het Vlaams Gewest aan het gemeentebestuur van Ganshoren doorgestuurd. Deze bezwaren zijn dezelfde als tijdens het vorig openbaar onderzoek en kunnen als volgt worden samengevat :
het Vlaams Gewest kant zich tegen het realise-ren van de verbinding tussen de N98f Pontbeek-laan en de Nestor Martinstraat in Ganshoren, omdat deze verbinding voor een bijkomende verkeerslast zal zorgen en het lokaal karakter van de bestaande Pontbeeklaan in het gedrang zal brengen.
2. Er is geen overleg met het Brussels Hoofdstede-lijk Gewest op periodieke basis. Voor concrete dossiers is er wel ad hoc overleg met het Brus-sels Hoofdstedelijk Gewest. Bovendien is er een officieel document (samenwerkingsakkoord) waarin afspraken zijn vastgelegd met
betrek-king tot gewestgrensoverschrijdende wegen inzake verkeer en onderhoud.
3. We werden niet gecontacteerd door het betrok-ken gewest, zoals blijkt uit het antwoord op punt 1.
4. Bij aanpassingswerken op het kruispunt van de Welriekende Dreef werden deze op het grond-gebied van het Brussels Gewest tijdelijk stilge-legd omdat het Brussels Gewest van mening was dat er een bouwvergunning noodzakelijk was.
Het Vlaams Gewest was van mening dat de w e r k e n , zonder wijziging van tracé en wegpro-f i e l , volgens de awegpro-fspraken vastgelegd in het akkoord met betrekking tot gewestoverschrij-dende wegen zonder een bouwvergunning kon-den workon-den uitgevoerd, gezien eveneens de geringe omvang ervan op het Brussels Gewest. Door het Vlaams Gewest werd de opgelegde procedure gevolgd, waardoor evenwel een gedeelte der werken met ruim een half jaar ver-traging werd uitgevoerd.
5. Ik heb mijn administratie opdracht gegeven overleg te plegen met de administratie van het betrokken gewest.
6. Indien het gewestwegen betreft, zorgt mijn administratie voor het overleg.
( Voorlopig antwoord : Bulletin van Vragen en A n t -woorden nr. 2 van 16 oktober 1997, blz. 266 – red)