Vraag nr. 185 van 17 juni 2005
van de heer TOM DEHAENE
Ouderen- en thuiszorgvoorzieningen – Kwali-teitshandboek
Naar aanleiding van de studiedagen van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) rond inspectie van kwaliteitszorg in oude-ren- of thuiszorgvoorzieningen stelde men vast dat een aantal voorzieningen nog geen kwaliteitshand-boek heeft.
Het is niet het kwaliteitshandboek dat het belang-rijkste is, maar wel een kwaliteitszorg die gebaseerd is op een kwaliteitsbeleid.
Het afdelingshoofd stelde echter dat een eer-ste materieel bewijs van een kwaliteitsbeleid het bestaan is van een kwaliteitshandboek. Als dit niet aanwezig is, wordt er door de inspectie geen "kwaliteitsinspectie" gedaan. Het resultaat is dat er een negatief inspectieverslag komt en dat de toezichthoudende overheid, de administratie Ouderenzorg, moet vaststellen dat de voorziening niet aan één van de erkenningsnormen voldoet. Zo er voorzieningen zijn die geen handboek heb-ben, adviseert VVSG om nu nog te werken aan de uitbouw van een kwaliteitsbeleid en een handboek op te maken.
Hoeveel ouderen- of thuiszorgvoorzieningen heb-ben nog geen kwaliteitshandboek?
Antwoord
In artikel 6 van het decreet van 29 april 1997 inza-ke de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen bepaalde het Vlaamse parlement dat elke erkende voorziening of voorziening die een erkenning heeft aangevraagd over een kwaliteitshandboek moet beschikken. Volgens hetzelfde artikel gaat het om een op schrift gesteld document dat minimaal vol-gende elementen bevat:
1° een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin is opgenomen de missie, de objectieven en de waarden;
2° een weergave van het kwaliteitssysteem;
3° de aanduiding van de verantwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid is belast;
4° de door de voorziening aan de gemachtigden van de Vlaamse Regering gegeven toelating om ter plaatse alle activiteiten te verrichten nodig om de uitvoering van de bepalingen van dit decreet te verifiëren en te evalueren.
Het ministerieel besluit van 10 december 2001 inzake kwaliteitszorg in de rusthuizen, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening bepaalt in artikel 2:
Het kwaliteitshandboek moet minstens de vol-gende elementen bevatten:
1° een inleiding, met daarin de inhoudsopgave, een aantal algemene inlichtingen betreffende de voorziening, de vermelding van de ver-antwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid is belast, en een document dat toelating geeft aan de gemachtigde ambtenaren van de Vlaamse overheid om ter plaatse alle activiteiten te ver-richten die nodig zijn om de uitvoering van de bepalingen van het kwaliteitsdecreet in de voorziening te verifiëren en te evalueren; 2° een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin
de opdrachtverklaring en het hulp- en dienst-verleningsaanbod vervat is;
3° een weergave van het kwaliteitssysteem met conditionele, operationele en garantieelemen-ten.
Dit kwaliteitsdecreet wil de voorzieningen res-ponsabiliseren en hen de mogelijkheid geven om de eigen wijze van werken te bepalen via een kwaliteitssysteem dat ondermeer concreet wordt uitgewerkt in procedures.
De overheid beperkt zich naast het opleggen van inputgerichte normen (aantal personeelsle-den, infrastructuur enz.) tot het opleggen van eerder resultaatgerichte normen.
Deze laatste werden samen met de sector uitge-schreven in de vorm van sectorspecifieke mini-male kwaliteitseisen (SMK's).
van hun kwaliteitsbeleid en kwaliteitssysteem beschreven in hun kwaliteitshandboek.
Bij de kwaliteitsinspecties zal de inspecteur zoals voorheen altijd de inputgerichte erkenningsnor-men (personeel, infrastructuur enz.) nakijken. Wat de SMK's betreft vraagt de inspecteur ech-ter aan de voorziening om zelf aan te tonen op welke wijze men deze heeft gerealiseerd. Deze wijze mag verschillen van voorziening tot voor-ziening maar moet uiteraard wel conform zijn met het zelf uitgeschreven kwaliteitshandboek. Men moet namelijk doen wat men zegt te zullen doen.
Wanneer de voorziening na acht jaar (1997-2005) nog steeds niet over een kwaliteitshand-boek beschikt noteert de inspecteur dit in zijn verslag en wordt de inspectie beperkt tot het nazien van de inputgerichte erkenningsnormen. Het nakijken van de kwaliteitsnormen heeft weinig zin gezien bij het ontbreken van een
kwaliteitshandboek per definitie een reeks nor-men als niet aangetoond / niet conform dienen te worden beschouwd.
Zodra de voorziening een signaal geeft wel over een kwaliteitshandboek te beschikken zal de inspectie een nieuwe afspraak maken. In die zin adviseert ook de inspectie om verder te werken aan de uitbouw van een kwaliteitsbeleid en de opmaak van een handboek. Uiteraard kan de inspectie niet anders dan de normovertreding vaststellen en noteren.
Recent werden de eerste kwaliteitsinspecties in de serviceflats uitgevoerd. De inspecties voor de rusthuizen moeten nog starten. Ik beschik dus momenteel niet over het aantal ouderenvoor-zieningen dat niet over een kwaliteitshandboek beschikt.
Wel kan ik op basis van de reeds geïnspecteerde sectoren een beeld geven.
Reeds uitgevoerde inspecties in het kader van het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen
Sector Aantal Beschikten NIET over een
kwaliteitshandboek
Diensten voor gezinszorg 143 0
Centra voor integrale gezinszorg 6 0
Opleidingscentra voor polyvaent verzorgenden 20 0
Voorzieningen Bijzondere Jeugdbijstand 248 2
Diensten voor tele-onthaal 5 0
Centra voor algemeen welzijnswerk in het kader van ziekenfondsen 34 0