Vraag nr. 114 van 23 februari 2001
van mevrouw PATRICIA CEYSENS Adoptie – Begeleidingscommissie
Naar aanleiding van de evaluatie van het V l a a m s e adoptielandschap en de bedroevende resultaten die Kind en Gezin hierin boekte, kondigde de mi-n i s t e r, imi-n afwachtimi-ng vami-n eemi-n federale wet, eemi-n aami-n- aan-tal initiatieven aan.
Om een overstap mogelijk te maken van de nu be-staande situatie naar een nieuw decreet, dat moet inspelen op de nieuwe federale wet, heeft de minis-ter aangekondigd een begeleidingscommissie te in-stalleren op het niveau van de gemeenschap, d i e het proces naar een verbeterde adoptiepraktijk v o o r b e r e i d t , begeleidt en juridisch vertaalt. De sa-menstelling ervan zou bevoegdheidsoverschrijdend zijn, met een delegatie van de actoren.
1. Wanneer wordt deze begeleidingscommissie op-gericht en wanneer zal zij haar werkzaamheden starten ?
2. Wie zal van deze commissie concreet deel uit-maken naast Kind en Gezin ?
Worden ook vertegenwoordigers van de adop-tieouders en de geadopteerden bij deze com-missie betrokken ? Zo neen, waarom niet ? 3. Op basis van welke criteria wordt deze
begelei-dingscommissie samengesteld ?
4. Wie neemt het voorzitterschap en het secretari-aat van de commissie waar ?
5. Zal de begeleidingscommissie ook aandacht hebben voor de broodnodige nazorg in de ad-optie ?
Antwoord
1. De begeleidingscommissie zal worden opgericht op het ogenblik dat het ontwerp van federale wet bekend is.
Dit is belangrijk, omdat een toekomstgericht nadenken over adoptie moet geënt zijn op de federale uitgangspunten die zullen worden ge-formuleerd in het op stapel staande ontwerp van wet.
2. Omdat ik van de commissie verwacht dat ze een globaal structureel advies formuleert dat vooral ingaat op de manier waarop de cruciale samen-werkingsverbanden tussen de verschillende be-trokken bevoegdheidsniveaus best tot stand k o m e n , met name tussen de federale departe-menten Buitenlandse Zaken, B i n n e n l a n d s e Z a k e n , Justitie en Ontwikkelingssamenwerking en de drie gemeenschappen, is de samenstelling van de commissie mee afhankelijk van een overleg daarover met de genoemde partners. Noch de actoren op het terrein, noch de adop-tieouders en de geadopteerden zullen in deze commissie vertegenwoordigd zijn. Zij zullen ui-teraard wel worden geïnformeerd over de gang van zaken. Ik licht hen nu reeds systematisch in over de beleidsontwikkelingen. Als deze recht-streeks betrokkenen niet participeren aan de b e g e l e i d i n g s c o m m i s s i e, dan heeft dat alles te maken met de doelstelling van de commissie: o p korte termijn een uitspraak doen over de struc-turele netwerken die tussen de administraties moeten worden gerealiseerd om te komen tot een efficiënte dossierbehandeling binnen inter-landelijke adoptie.
3. Het antwoord op vraag 2 omschrijft het kader waarbinnen de begeleidingscommissie wordt sa-mengesteld.
4. Met betrekking tot het voorzitterschap en het secretariaat is, gezien de geschetste context, n o g geen beslissing genomen.
5. Uit het bovenstaande blijkt dat nazorg niet het eerste aandachtspunt van de begeleidingscom-missie zal zijn. Nazorg is binnen de adoptiepro-b l e m a t i e k , net zoals de vooradoptiepro-bereiding op adop-tie, bij uitstek gemeenschapsmaterie.