• No results found

De medewerkers van woonzorgcentra Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke ondersteunen in het optimaliseren van de leefstijl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De medewerkers van woonzorgcentra Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke ondersteunen in het optimaliseren van de leefstijl"

Copied!
118
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Adviesrapport

De medewerkers van woonzorgcentra

Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke

ondersteunen in het optimaliseren van de leefstijl

Student: Puy, L. du Studentnummer: 45029 Johannes Vermeerstraat 11 4532 HE Terneuzen Tel: 06-55392694 Docentbegeleider: Wisse, E.

Beoordelaars: Derriks, T. en Kuijpers, I. HZ University of Applied Sciences Edisonweg 4

4382 NW Vlissingen Tel: 0118-489765

Bedrijfsbegeleider onderzoek: Meyfroyt, F. Bedrijfsbegeleider afstudeerstage: Buck, T. de Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen Wielingenlaan 2 4535 PA Terneuzen Tel: 06-10527318 Meyfroyt, F. Tel: 06-22523777 Buck, T. de Vitaliteitsmanagement en Toerisme CU11838 – Afstuderen VMT II Semester 2, studiejaar 2012/2013 Datum: 7 juni 2013 Plaats: Terneuzen Versie 1

(2)

Adviesrapport

De medewerkers van woonzorgcentra

Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke

ondersteunen in het optimaliseren van de leefstijl

Student: Puy, L. du Studentnummer: 45029 Johannes Vermeerstraat 11 4532 HE Terneuzen Tel: 06-55392694 Docentbegeleider: Wisse, E.

Beoordelaars: Derriks, T. en Kuijpers, I. HZ University of Applied Sciences Edisonweg 4

4382 NW Vlissingen Tel: 0118-489765

Bedrijfsbegeleider onderzoek: Meyfroyt, F. Bedrijfsbegeleider afstudeerstage: Buck, T. de Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen Wielingenlaan 2 4535 PA Terneuzen Tel: 06-10527318 Meyfroyt F. Tel: 06-22523777 Buck, T. de Vitaliteitsmanagement en Toerisme CU11838 – Afstuderen VMT II Semester 2, studiejaar 2012/2013 Datum: 7 juni 2013 Plaats: Terneuzen Versie 1

(3)

Voorwoord

Gezond leven, jezelf goed voelen en daarin iets voor anderen kunnen betekenen heeft me altijd aangetrokken. Vitaal zijn, worden of blijven, wie wil dat nou niet?!

Hierbij presenteer ik u graag mijn adviesrapport dat ik tijdens het afstudeerjaar van de opleiding Vitaliteitsmanagement & Toerisme aan de HZ University of Applied Sciences heb uitgevoerd.

Door de ondersteuning van meerdere personen is dit adviesrapport tot stand gekomen. Hierbij wil ik een aantal personen graag bedanken.

Als eerste wil ik mevrouw E. Wisse, mijn afstudeerdocent enorm bedanken voor de goede begeleiding en bruikbare feedback die ik heb gekregen tijdens de afgelopen afstudeerperiode. Mijn afstudeerbegeleiders, de heer F. Meyfroyt (onderzoek) en de heer T. de Buck (afstudeerstage) wil ik bijzonder bedanken voor alle ondersteuning, feedback en tijd gedurende mijn onderzoek en afstudeerstage.

De opdrachtgevers: de locatiemanagers van de vier woonzorgcentra van ZorgSaam, als ook de teamleiders wil ik bedanken voor de hulp en ondersteuning die ik heb gekregen tijdens het onderzoek. Daarnaast wil ik alle medewerkers van de vier woonzorgcentra bedanken voor hun medewerking aan het onderzoek.

Als laatste wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om mijn lieve vriend Ard-Jan en mijn lieve ouders te bedanken voor alle gesprekken en adviezen tijdens de gehele opleiding.

Tijdens deze afstudeerperiode heb ik mezelf verder ontwikkeld en mede hierdoor zeg ik nu echt: Ik ben trots op mezelf!

Ik wens u veel nieuwe inzichten en plezier toe tijdens het lezen van mijn adviesrapport. Leanne du Puy

(4)

Inhoudsopgave

Voorwoord Samenvatting (Nederlands) Abstract (English) 1. Inleiding 1 1.1 Aanleiding onderzoek 1 1.2 Het probleem 1

1.3 De centrale onderzoeksvraag en deelvragen 2

1.4 Doel van het onderzoek 2

1.5 Opbouw van het rapport 2

2. Bedrijfsprofiel 3

2.1 Geschiedenis 3

2.2 Missie 3

2.3 Visie 3

2.4 Belevingsgericht personeelsbeleid 3

2.5 Gegevens ZorgSaam en Woonzorgcentra 4

2.6 Woonzorgcentrum Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke 5

3. Theoretisch kader 6

3.1 Het belang van aandacht voor een gezonde leefstijl van werknemers 6

3.2 Vitaliteit en gezondheid op het werk 6

3.3 Gedragsverandering 7 3.4 Leefstijlfactoren 8 3.5 Bewegen 9 3.6 Roken en Alcohol 10 3.7 Voeding 10 3.8 Ontspanning 11

3.9 Conclusie theoretisch kader 11

4. Methodiek 12

4.1 Mixed methods methode 12

4.2 Kwantitatief explorerend/verkennend onderzoek 12

4.3 Respons enquête 13

4.4 Kwalitatief verdiepend onderzoek 13

5. Resultaten 15

5.1 Huidige leefstijl medewerkers woonzorgcentra 15

5.2 Motieven voor een gezonde of ongezonde leefstijl 17 5.3 Behoefte aan ondersteuning om de leefstijl te verbeteren 19

5.4 Wensen en behoeften leefstijlactiviteiten 21

5.5 Conclusie van de resultaten 27

6. Discussie 28

7. Conclusie & Aanbevelingen 32

7.1 Algemene aanbevelingen 32

7.2 Aanbevelingen gericht op de leefstijlfactor beweging 33 7.3 Aanbevelingen gericht op de leefstijlfactor voeding 33 7.4 Aanbevelingen gericht op de leefstijlfactor ontspanning 34

7.5 Implementatieadvies 34

7.6 Bijdrage aan nieuwe theorievorming 36

7.7 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek 36

Referentielijst 37

Bijlagen 40

(5)

Samenvatting

Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen (zorgaanbieder in de ziekenhuiszorg, ambulancezorg, thuiszorg en zorg in de woonzorgcentra) wil een gezonde, plezierige en motiverende werkomgeving bieden en hecht er belang aan dat de medewerkers vitaal zijn omdat dit gunstige effecten heeft op de gezondheid als ook op de arbeidsproductiviteit.

Omdat onduidelijk was, hoe het is gesteld met de leefstijl van de medewerkers van de vier woonzorgcentra Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke en hoe ZorgSaam de

medewerkers van de vier woonzorgcentra hierin kan ondersteunen is er onderzoek uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de wensen en behoeften van de medewerkers om de leefstijl te verbeteren. Dit leidt tot aanbevelingen waarmee ZorgSaam het beste ondersteuning kan bieden op het gebied van vitaliteit aansluitend bij de wensen en behoeften van de medewerkers. Onder de medewerkers van de vier woonzorgcentra is een schriftelijk gestructureerde enquête verspreid en vervolgens zijn er twintig medewerkers geïnterviewd.

De onderzoeksvraag luidt als volgt: Op welke manier(en) kan Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen de medewerkers van woonzorgcentra Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke

ondersteunen in het optimaliseren van de leefstijlfactoren: beweging, voeding en ontspanning? Resultaten, conclusie & aanbevelingen:

Er is behoefte aan informatie op het gebied van de drie leefstijlfactoren. De literatuur bevestigt dat informatievoorziening van groot belang is om tot gedragsverandering te komen. ZorgSaam biedt al verschillende activiteiten aan, maar dit is onvoldoende bekend bij de medewerkers. Het is ZorgSaam aan te bevelen om op het gebied van vitaliteit het volgende te doen:

 Algemeen: herhaaldelijk bekend maken wat ZorgSaam en Prosano (onderdeel van ZorgSaam) aanbiedt, op locatie informatieavonden organiseren waarbij het belang van een gezonde leefstijl wordt benadrukt. In de maandelijkse ZorgWeb (personeelsblad) altijd een ‘Vitaliteitspagina’ op een vaste plaats realiseren met informatie op het gebied van vitaliteit, een ‘Lifestylenieuwsbrief’ verspreiden, extern het aanbod van ZorgSaam en Prosano bekend maken voor bewoners van Zeeuws-Vlaanderen (ZorgSaam Magazine) en veel activiteiten worden in de regio Midden-Zeeuws-Vlaanderen aangeboden (met name in Terneuzen). De reisafstand wordt als belemmering ervaren. Er wordt daarom aanbevolen dat ZorgSaam zich meer focust op het aanbieden van activiteiten in de regio West-Zeeuws-Vlaanderen of zelfs op locatie.

 Beweging: Structureel op locatie (of in West-Zeeuws-Vlaanderen bijvoorbeeld in Oostburg) in groepsverband begeleiding aanbieden op het gebied van beweging, voeding en eventueel afvallen (ruim de helft van de medewerkers is geïnteresseerd). Een portaal ‘ZorgSaam Beweegmaatje’ opstarten. De behoefte om samen te sporten is groot. Een groot evenement organiseren gericht op sport/beweging, bijvoorbeeld een spinningsmarathon en het trapgebruik stimuleren (de helft van de medewerkers is hierin geïnteresseerd).

 Voeding: Informatie presenteren door het aanbieden van gezonde kookworkshops op locatie / in de buurt en gezonde recepten in bijvoorbeeld de maandelijkse ZorgWeb (personeelsblad) of de eventuele ‘Lifestylenieuwsbrief’ plaatsen. Elk half jaar of jaar ZorgSaam breed een ‘ZorgSaam Balans dag’ organiseren voor de medewerkers. De bekendheid van de mogelijkheden om begeleiding van een diëtiste van ZorgSaam te krijgen vergroten en in de buurt in groepsverband aanbieden.

Medewerkers regelmatig (bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks) gratis fruit op het werk aanbieden. Dit benadrukt dat de werkgever achter een gezonde leefstijl staat.

 Ontspanning: Mindfulness en Yoga wordt voornamelijk in Terneuzen aangeboden. Er wordt sterk aanbevolen om dit aan te bieden op locatie (als de groep groot genoeg is) gedurende een periode van bijvoorbeeld twee maanden.

(6)

Abstract

Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen (healthcare provider in hospital, ambulance, home and in nursing homes) wants a healthy, enjoyable and motivating work environment and considers it important that the employees are in vital condition because this has beneficial effects on health as well as on labor.

Because the current state of the lifestyle of the employees working at the four residential care centers Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus and Vremdieke was unclear and in what way ZorgSaam could support them, research has been carried out. The aim of the research is to chart the wishes and needs of the employees to improve their lifestyle. This leads to recommendations which

ZorgSaam can offer in terms of vitality that meet the needs of the employees. Among the employees of the four nursing homes a structured written survey was spread and afterwards twenty employees were interviewed.

The research question is as follows: In what way(s) may Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen support employees of nursing homes Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus and Vremdieke in optimizing the lifestyle factors: exercise, nutrition and relaxation?

Results, conclusion and recommendations:

There is a need for information in the field of the three lifestyle factors. The literature confirms that providing information is very important to accomplish a change in lifestyle behavior. ZorgSaam already offers various activities, but this is not sufficiently known to the employees. In the area of vitality it is recommended that ZorgSaam:

 General: ZorgSaam needs to communicate repeatedly what ZorgSaam and Prosano (part of ZorgSaam) already offer in case if a healthy lifestyle, organize information evenings about a healthy lifestyle and emphasize the importance of a healthy lifestyle, creates a fixed ‘vitality page’ in every monthly ZorgWeb (employee magazine) to provide information in the field of vitality. Spread a ‘Lifestyle Newsletter’, needs to communicate repeatedly (externally) what ZorgSaam and Prosano offer to the people of Zeeuws-Vlaanderen (ZorgSaam Magazine). Many activities are offered in the middle of the region Zeeuws-Vlaanderen (particularly in Terneuzen). The travel distance is perceived as an obstacle. It is therefore recommended that ZorgSaam is also focusses on offering activities in the Western region of Zeeuws-Vlaanderen or even on location, for example a fixed period of four or eight consecutive weeks.

 Movement: Offer group counseling on a fixed location (or in the West of the region Zeeuws- Vlaanderen) in the field of exercise, nutrition and possibly weight loss (more than half of the staff has shown interest), Start a portal with: ‘ZorgSaam Move Buddy’. There is a great need to exercise together. Organize a big event focused on sports / movement, for example, a spinning marathon and encourage stair use (about half the staff is interested).

 Nutrition: Provide information by offering cooking healthy workshops on location or in the nearby and publish healthy recipes for example in the monthly ZorgWeb (employee magazine) or in the 'Lifestyle Newsletter'. Every six months or year ZorgSaam should organize a organization wide ‘ZorgSaam Balance Day’ for employees. Communicate the opportunities to get coaching by a dietician more often and offer those in groups. Provide employees regularly (weekly/monthly) with free fruit at work. This emphasizes the employer’s healthy lifestyle image.

 Relaxation: Mindfulness and Yoga is mainly offered in Terneuzen. It is strongly recommended to also provide those on other locations (provided there is enough interest) or nearby, for example for two month periods.

(7)

1. Inleiding

De onderzoeksopdracht is uitgevoerd voor Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen (verder ZorgSaam genoemd). In de regio Zeeuws-Vlaanderen is ZorgSaam de grootste zorgaanbieder met vier pijlers, namelijk: ziekenhuiszorg, ambulancezorg, thuiszorg en zorg in de woonzorgcentra. ZorgSaam wil een gezonde, plezierige en motiverende werkomgeving bieden en hecht er belang aan dat de

medewerkers vitaal zijn. Dit heeft gunstige effecten op de gezondheid als ook op de

arbeidsproductiviteit. ZorgSaam is een werkgever met ruim 3000 medewerkers. Het belevingsgericht personeelsbeleid dat ZorgSaam hanteert, is ingevoerd aan de hand van vier thema’s, namelijk: werksfeer, levenslang leren, vitaliteit en loopbaanbeleid. In dit onderzoek staat de vitaliteit, en daarbinnen met name de leefstijl van de medewerkers van de vier woonzorgcentra Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke centraal (verder de woonzorgcentra genoemd).

1.1 Aanleiding onderzoek

Medewerkers met een ongezonde leefstijl blijken relatief meer te verzuimen dan medewerkers met een gezonde leefstijl (Raaijmakers, 2009). Het management van alle vier de woonzorgcentra wenst inzicht te krijgen in hoe de medewerkers vanuit ZorgSaam naar wens gestimuleerd kunnen worden de leefstijl te optimaliseren. Verder onderzoek was vereist om de leefstijl van de medewerkers in kaart te brengen als ook de wensen en behoeften die de medewerkers van de woonzorgcentra hebben.

1.2 Het probleem

Uit oriënterende gesprekken met de locatiemanagers van de vier woonzorgcentra is gebleken, dat de locatiemanagers vermoeden dat met de tot nu toe georganiseerde mogelijkheden voor alle

medewerkers van ZorgSaam niet iedereen wordt gestimuleerd gezonder te leven. Een aantal voorbeelden zijn het aanbieden van bewegingsactiviteiten of korting bij een sportschool. Er wordt vermoed dat er medewerkers zijn die geen gezonde leefstijl hebben in verband met regelmatig voorkomende gezondheidsklachten. Het was onduidelijk hoe het is gesteld met de leefstijl van de medewerkers en hoe ZorgSaam de medewerkers van de woonzorgcentra kan ondersteunen de leefstijl te verbeteren om de gezondheid te optimaliseren en gezondheidsproblemen zoveel mogelijk te voorkomen (preventie).

In 2011 zijn er plannen geweest om een ZorgSaam breed gezondheids-/vitaliteitsplan op te stellen gericht op het personeel. Dit is tot op heden nog niet ingevuld.

Het gemiddelde ziekteverzuim streefcijfer voor 2013 is vier procent. Woonzorgcentra Bachten Dieke, Emmaus en Vremdieke zaten in de periode januari 2010 tot en met augustus 2012 boven dit

percentage.

Er zijn verschillende gevolgen die in de toekomst kunnen ontstaan door het genoemde probleem. De medewerkers van de vier woonzorgcentra kunnen meer gezondheidsproblemen krijgen als ze niet vitaal zijn. Het belasten van de gezondheid kan bij de medewerkers leiden tot een hoger

ziekteverzuim of zelfs uitval. Een hoger ziekteverzuim resulteert in meer werkdruk bij andere medewerkers wat ook klachten kan geven. ZorgSaam wil de mogelijke gevolgen zoveel mogelijk voorkomen. Dit in het verlengde van de missie van ZorgSaam waarin onder andere het verbeteren van het welzijn en de gezondheid van iedereen die bij ZorgSaam werkt centraal staat. De missie en visie van ZorgSaam kunt u lezen in hoofdstuk 2.

(8)

1.3 De centrale onderzoeksvraag en deelvragen

De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt:

Op welke manier(en) kan Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen de medewerkers van

woonzorgcentra Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke ondersteunen in het optimaliseren van de leefstijlfactoren: beweging, voeding en ontspanning?

De deelvragen zijn:

1. Hoe is de huidige leefstijl van de medewerkers van de vier woonzorgcentra? (beweging, voeding en ontspanning)

2. Hoe kijken de medewerkers van de vier woonzorgcentra zelf aan tegen hun huidige leefstijl? 3. Wat zijn motieven voor een gezonde of ongezonde leefstijl? (stimulansen en

belemmeringen)

4. Wat zijn de wensen en behoeften van de medewerkers van de vier woonzorgcentra om te werken aan het stimuleren en verbeteren van de leefstijl?

1.4 Doel van het onderzoek

Het doel van het onderzoek is dat er inzicht wordt gegeven in de huidige leefstijl en motieven voor de leefstijl van de medewerkers van de vier woonzorgcentra. Daarnaast wordt duidelijk welke behoeften en wensen de medewerkers van de vier woonzorgcentra hebben om de leefstijl te verbeteren.

Door middel van een adviesrapport worden aanbevelingen gegeven waarmee ZorgSaam het beste ondersteuning kan bieden aan de medewerkers van de vier woonzorgcentra die aansluiten bij de wensen en behoeften van de medewerkers om de leefstijl te optimaliseren.

Na dit onderzoek is de uiteindelijk gewenste situatie van de opdrachtgevers dat de medewerkers door de georganiseerde activiteiten zelf gaan inzien dat een gezonde leefstijl heel belangrijk is en daardoor zelf de leefstijl willen optimaliseren.

1.5 Opbouw van het rapport

Het adviesrapport is in zeven hoofdstukken opgebouwd. In hoofdstuk 1 kunt u de aanleiding van het onderzoek lezen zoals ook de probleemstelling, hoofd- en deelvragen. Hoofdstuk 2 bestaat uit het bedrijfsprofiel van Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen. Hierin is een presentatie gegeven van de organisatie. In het derde hoofdstuk is het theoretisch kader te lezen. Hierin vindt de theoretische onderbouwing plaats die het probleem verduidelijkt. Hoofdstuk 4 Methodiek geeft een beschrijving van de uitgevoerde onderzoeksmethode. Hieruit volgt hoofdstuk 5 Resultaten waarin de resultaten van het onderzoek volledig worden beschreven. In het daaropvolgende hoofdstuk, 6 discussie worden resultaten per deelvraag geïnterpreteerd in het licht van het theoretisch kader. In de conclusie en aanbevelingen, hoofdstuk 7 wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag en daaruit vloeien de aanbevelingen voort. Na hoofdstuk 7 volgt de referentielijst waarin alle bronnen staan weergegeven waarin in de tekst naar verwezen is. Tot slot volgen de bijlagen waarin in de

voorgaande hoofdstukken regelmatig naar wordt verwezen. De bijlagen start met een afzonderlijke inhoudsopgave.

(9)

2. Bedrijfsprofiel

In hoofdstuk 2 kunt u onder andere de geschiedenis, de missie, de visie en organogrammen van ZorgSaam doornemen. Vervolgens wordt het probleem nogmaals verduidelijkt.

2.1 Geschiedenis

Stichting Ziekenhuisgroep Zeeuws-Vlaanderen is in de jaren tachtig gevormd door fusies door de toen zelfstandige ziekenhuizen in Oostburg, Sluiskil-Terneuzen en Hulst. Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen is ontstaan in 2000 uit een juridische fusie tussen Stichting Thuiszorg Zeeuws-Zeeuws-Vlaanderen en Stichting Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen. In 2007 is de Stichting gefuseerd met de Protestante Stichting Ouderenzorg Terneuzen.

ZorgSaam levert ziekenhuiszorg, ambulancezorg, thuiszorg en intramurale ouderenzorg. De organogram van ZorgSaam kunt u zien in bijlage I (pagina 41), figuur 1.

2.2 Missie

De missie van ZorgSaam is het verbeteren van het welzijn en de gezondheid van de bewoners in Zeeuws-Vlaanderen. De missie is gericht op cliënten en iedereen die bij ZorgSaam werkt. ZorgSaam kiest voor behoud en versterking van voorzieningen in Zeeuws-Vlaanderen en wil zorg kleinschalig aanbieden dichtbij de mensen. Om voor de cliënten aansluitende zorg te kunnen realiseren heeft ZorgSaam gekozen voor samenwerking met andere belanghebbenden zowel in Zeeland als in België.

2.3 Visie

De visie van ZorgSaam is gericht op het verkrijgen en behouden van goede gezondheids- en

welzijnszorg. Professionele en veilige zorg bieden als partner in een krachtig zorgnetwerk. ZorgSaam biedt diverse vormen van zorg volgens de visie van het belevingsgericht werken. Binnen de

dienstverlening van ZorgSaam staat de beleving van de cliënt, patiënt, bewoner en de medewerker centraal. Met ‘beleving’ wordt bedoeld: ‘het tegemoet komen aan de wensen en verwachtingen die voldoen aan de professionele standaarden’.

2.4 Belevingsgericht personeelsbeleid

ZorgSaam wil een gezonde, plezierige en motiverende werkomgeving bieden en hecht er belang aan dat de medewerkers vitaal zijn. ZorgSaam behoort tot één van de grootste werkgevers in Zeeland. In 2011 bestond de personeelsbezetting uit 3156 medewerkers. Er wordt een belevingsgericht

personeelsbeleid gehanteerd wat in het verlengde staat van de missie en visie van ZorgSaam. Het beleid is ingevoerd aan de hand van vier thema’s, namelijk: werksfeer, levenslang leren, vitaliteit en loopbaanbeleid. In dit onderzoek staat de vitaliteit, en daarbinnen met name de leefstijl van de medewerkers centraal.

Het doel van het personeelsbeleid is het vinden en behouden van voldoende, goed personeel voor op de lange termijn. Als medewerkers niet gezond zijn, kan dit doel in gevaar komen en dat moet zoveel mogelijk worden voorkomen.

In het ondersteunen van de medewerkers bij het vinden van passend werk, ter preventie van verzuim investeert ZorgSaam veel tijd en energie. Het gewenste effect op het verzuimpercentage wordt nog niet bereikt. Het streefcijfer voor het ZorgSaam gemiddelde is in 2013 vier procent. In 2011 was het ZorgSaam gemiddelde 5,11 procent. Vooralsnog blijft ZorgSaam onder het

(10)

ZorgSaam zet zich in voor de vitaliteit van de medewerkers en voor de leefbaarheid van de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen. Dit wordt gedaan door ondersteuning in verschillende activiteiten, zowel financieel als materieel. Voor de medewerkers van ZorgSaam wordt bijvoorbeeld ondersteuning gegeven aan sportieve- en educatieve activiteiten. Dit wordt aangeboden door secundaire arbeidsvoorwaarden. Op het gebied van gezondheid/vitaliteit worden de regelingen fitnessabonnement, aanschaf fiets en reiskostenvergoeding tot nu toe het meest gebruikt. Vitaliteit begint volgens ZorgSaam met fysieke en mentale belastbaarheid. ZorgSaam investeert al veel in de gezondheid van de medewerkers mede doordat Prosano (onderdeel van ZorgSaam) de WorkAbility Index periodiek aanbiedt aan alle medewerkers. Het risico op het oplopen van gezondheidsproblemen wordt opgespoord door middel van een vragenlijst.

Er wordt aan de hand van de resultaten een individueel traject opgezet. Dit gebeurt op kosten van ZorgSaam. Als medewerkers een probleem tegenkomen op het werk en ze komen daar zelf niet uit, dan kunnen zij terecht bij het begeleidingsspreekuur. De medewerker wordt geholpen de situatie in kaart te brengen en te veranderen. Dit wordt medewerkers gratis aangeboden.

De WorkAbility Index wordt door ongeveer 25 procent van het aantal medewerkers van een afdeling ingevuld. Per jaar worden ongeveer twintig medewerkers begeleid door een diëtiste en plusminus tien tot vijftien medewerkers worden begeleidt op het gebied van beweging.

Per jaar worden er twee Mindfulness cursussen (persoonlijk welbevinden) aangeboden. De cursus bestaat uit acht lessen. De twee Minfulness cursussen zitten de laatste jaren steeds vol (maximaal vijftien personen per cursus). De yoga lessen worden doorlopend door ongeveer tien personen gevolgd.

2.5 Gegevens ZorgSaam en woonzorgcentra

De adresgegevens van Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen zijn:

Adres: Wielingenlaan 2

Postcode/plaats: 4535 PA Terneuzen

Telefoon: 0115-688000

Website: www.ZorgSaam.org

De vier woonzorgcentra zijn gesitueerd in Zeeuws-Vlaanderen. De adresgegevens van de vier woonzorgcentra zijn:

Woonzorgcentrum Bachten Dieke Woonzorgcentrum Coensdike

Locatiemanager: dhr. G. Smits Locatiemanager: mevr. L.A.P. van de Velde-Corthals Adres: Koninginnelaan 2 Adres: Gaaiperswei 1

Postcode/Plaats: 4532 BP Terneuzen Postcode/Plaats: 4527 HD Aardenburg

Telefoon: 0115-613659 Telefoon: 0117-495390

Woonzorgcentrum Vremdieke Woonzorgcentrum Emmaus

Locatiemanager: dhr. K. de Zeeuw Locatiemanager: mevr. K.I.H. Grootaert-Huyghe

Adres: Irisstraat 30 Adres: Handboogstraat 6

Postcode/Plaats: 4542 EE Hoek Postcode/Plaats: 4515 CW IJzendijke

(11)

2.6 Woonzorgcentra Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke

Zoals eerder vermeld, vermoedthet management van woonzorgcentra Bachten Dieke, Coensdike, Emmaus en Vremdieke dat niet alle medewerkers een gezonde leefstijl hebben. Het management wil duidelijkheid over hoe gezond de medewerkers leven en waar behoefte aan is om de leefstijl te verbeteren. Mogelijk kunnen deze inzichten ook worden toegespitst op andere afdelingen van ZorgSaam en dit maakt de maatschappelijke relevantie duidelijk.

De vier woonzorgcentra biedt zorgverlening aan ouderen. Er zijn diverse woonvormen en

appartementen waarbij passende zorg aan de bewoners wordt geleverd. De medewerkers van de vier woonzorgcentra bieden zorg op maat door professionele en persoonlijke zorg in een huiselijke sfeer.

In bijlage I, figuur 2 tot en met 5 (pagina 41) kunt u de organogrammen van de vier woonzorgcentra zien. Veel functies binnen de woonzorgcentra bevatten lichamelijk intensieve werkzaamheden. In alle vier de organogrammen is duidelijk te zien dat er verschillende subafdelingen zijn. Een aantal functies binnen de woonzorgcentra zijn bijvoorbeeld: verzorgende, verpleegkundige,

activiteitenbegeleider, huishoudhulp, medewerker vervoer, medewerker boekhouding, technisch medewerker en administratief medewerker. In de woonzorgcentra verblijven voornamelijk ouderen. De ouderen wonen zo zelfstandig mogelijk met de juiste zorgverlening die nodig is. Ook ouderen uit de nabije omgeving kunnen gebruik maken van verschillende activiteiten zoals gezamenlijk eten. Tussen het bedrijfsprofiel met onder andere de missie en de visie van ZorgSaam en de

probleemstelling/vraagstelling is een duidelijke koppeling te zien. ZorgSaam hanteert een

belevingsgericht personeelsbeleid waarbij onder andere de vitaliteit van de medewerkers centraal staat. Ook wil ZorgSaam tegemoetkomen aan de wensen en verwachtingen van de medewerkers om niet alleen de gezondheid, maar bijvoorbeeld ook het loopbaanbeleid te optimaliseren.

Er is onduidelijkheid over de leefstijl van de medewerkers van de woonzorgcentra en ZorgSaam wil inzicht in hoe ze de medewerkers naar wens kunnen stimuleren de leefstijl te verbeteren.

Dit benadrukt nogmaals het probleem en de noodzaak om hier onderzoek naar te doen, want ZorgSaam wil een bijdrage leveren aan het verbeteren van de gezondheid van de medewerkers.

(12)

3. Theoretisch kader

In het theoretisch kader kunt u een discussie lezen wat het probleem verduidelijkt door middel van theoretische concepten uit verschillende bronnen.

3.1 Het belang van aandacht voor een gezonde leefstijl van werknemers

Raaijmakers (2009) geeft aan dat er een relatie is tussen goed werkgeverschap en goed werknemer schap. Aandacht voor gezondheid sluit aan bij het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Aandacht hebben voor de leefstijl van werknemers biedt ook voordelen voor bedrijven. Werksfeer, productie en imago wordt genoemd. Het Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2004/2005

bevestigt dit ook (Hildebrandt, Ooijendijk & Hopman-Rock, 2007, p. 5). Voor ZorgSaam bevestigt dit hun visie op het belang van investeren in het stimuleren van een gezonde leefstijl van de

medewerkers.

Gezondheidsbevordering wordt beschreven als ‘een combinatie van voorlichting en omgevings-veranderingen die (samen) gezond gedrag en gezonde leef condities stimuleren’ (Kok, Schaalma & Brug, 2010, p. 18).Volgens Sanders, Ybema, Jans & Hildebrandt (2010) en Raaijmakers (2009) draagt een proactief gezondheidsbeleid; een gezonde leefstijl en een hoge inschatting van de eigen

lichamelijke conditie positief bij aan de arbeidstevredenheid van werknemers. Kuiper, Heerkens, Balm, Bieleman en Nauta (2011) geven aan dat mensen met een ongezonde leefstijl vaker verzuimen dan werknemers met een gezonde leefstijl. ZorgSaam wil als werkgever positief bijdragen aan de gezondheid van de medewerkers. Door een gezonde leefstijl te stimuleren door middel van het in kaart brengen van de wensen van de medewerkers van de vier woonzorgcentra kan dit resulteren in passende activiteiten die de leefstijl van de medewerkers ook daadwerkelijk kan verbeteren. Volgens Raaijmakers (2009) en Lechner, Kremer, Meertens & Vries (2010) zijn de drie factoren die van invloed kunnen zijn op de gezondheid: 1. leefstijl en gedrag, 2. (fysieke en sociale)

omgevingsfactoren en 3. Persoonskenmerken (bijvoorbeeld erfelijke factoren, kennis en bewustzijn). De eerst genoemde factor, leefstijl en gedrag is het meest veranderbaar (Lenthe, Kunst & Brug, 2010). Dit geeft een belangrijk punt aan voor ZorgSaam om de vitaliteit van de medewerkers van de vier woonzorgcentra te bevorderen door zich met het organiseren van activiteiten voornamelijk te richten op de leefstijl en de mogelijke gedragsverandering.

Diehl, Koenders & Stoffelsen (2007) geven aan dat het niet de taak van de werkgever is om een gezonde levensstijl bij medewerkers te stimuleren, maar dat dit de eigen verantwoording is van de medewerker. Gedragsverandering is alleen mogelijk als de medewerkers zich bewust zijn van de risico’s, mogelijkheden in zien om hun leefstijl te veranderen en zelf bereid zijn te veranderen. ZorgSaam deelt de stelling dat medewerkers zelf verantwoordelijk zijn voor een gezonde leefstijl, echter ZorgSaam vindt dat het als werkgever belangrijk is om je werknemers hierin handvatten aan te bieden. Ook in het kader van de visie en missie die ZorgSaam uitdraagt.

3.2 Vitaliteit en gezondheid op het werk

Gerrits (2012) verdedigt dat investeren in duurzame inzetbaarheid aantoonbaar leidt tot lagere kosten. Vaak zijn ondernemers zich hier wel voldoende van bewust, maar ondernemers weten vaak niet hoe het investeren in duurzame inzetbaarheid aangepakt moet worden. Veel kosten zitten bijvoorbeeld in mensen die wel aan het werk zijn, maar niet voldoende effectief presteren. Het bewust maken van het voordeel dat het de medewerkers overlevert is van belang. Bepalende leefstijlfactoren zijn onder andere voldoende bewegen, voeding en ook rust. De medewerkers zelf hun doelen laten formuleren is effectief. Gezondheidsmanagement zou een integraal onderdeel van het bedrijf moeten zijn.

(13)

In oktober 2012 heeft Stichting IZZ met Vitaliteitvoordezorg.nl (2012) onderzocht hoe de vitaliteit en inzetbaarheid van zorgmedewerkers doelgericht gestuurd kan worden door de werkgever. Daaruit zijn aanbevelingen naar voren gekomen voor een strategisch HR-beleid. Onder andere is naar voren gekomen dat het bieden van ruimte voor reflectie en feedback belangrijk is. Ook wordt het belang van het versterken van de relatie van de leidinggevende met de medewerker genoemd door de communicatie tussen beide te verbeteren. Het is belangrijk om de betrokkenheid van het personeel bij de instelling te vergroten.

Het is voor ZorgSaam zinvol om een gezondere leefstijl bij werknemers te stimuleren. Leefstijl wordt omschreven als: ‘een set van gedragingen die invloed heeft op de gezondheid’. Leefstijlfactoren die veel ziektelast veroorzaken zijn: roken, te weinig bewegen en overgewicht (Eysink, Hamberg-Reenen, van & Lambooij, 2008, p. 25 ). Door Hollander, Hoeymans, Melse, Oers & Polder (2006) wordt leefstijl beschreven als: ‘het samenspel tussen voor de gezondheid gunstig en ongunstig gedrag zoals

tabaksgebruik, overmatig alcoholgebruik en lichamelijke inactiviteit’(p.67). Deze definities benadrukken dat de leefstijl van invloed is op de gezondheid.

3.3 Gedragsverandering

Om gedragsverandering te bereiken beschrijven Lechner, Kremer, Meertens & Vries (2010) dat informatie geven over gezondheid en ziekte met de gezondheidsrisico’s van een bepaald gedrag centraal staat om gedragsverandering te bereiken. Men zal pas overwegen het gedrag te veranderen wanneer men zich er ook van bewust is dat men het risicogedrag vertoont. Programma’s kunnen daarom beter gericht worden op bewustwording zoals leefstijltesten en counselinggesprekken. Voor ZorgSaam moet er rekening gehouden worden met het feit dat er misschien eerst informatie moet worden gegeven om tot gedragsverandering te kunnen komen.

Concrete bewegingsprogramma’s voor een groep werknemers met hoofdzakelijk lopend werk is volgens Jans, Burggraaff, Verheijden & Hildebrandt (2006) minder relevant. Het merendeel van deze groep blijkt al voldoende te bewegen. Omdat een groot deel van de onderzoeksgroep lichamelijk actief werk heeft is er specifiek gekeken naar de wensen en behoeften waarin ZorgSaam de

medewerkers van de vier woonzorgcentra in kan ondersteunen bijvoorbeeld meer te gaan bewegen. Het Health Belief Model dat u kunt zien in figuur 1 is in de jaren vijftig ontwikkeld voor preventie of vroege opsporing van ziekte, maar wordt nu ook gebruikt voor veranderingen in de leefstijl. Voor ZorgSaam geeft dit aan dat de medewerkers eerst zelf de ernst en bijvoorbeeld voordelen in moeten zien om vervolgens over te gaan op actie. Als mensen daadwerkelijk effectieve maatregelen willen nemen, hebben ze vaak nog een ‘duwtje in de rug’ nodig om tot preventieve actie over te gaan (‘cue to action’).

(14)

Het ASE-model dat u in figuur 2 kunt zien is ook veel gebruikt om interventies te ontwikkelen om gezond gedrag te bevorderen en te behouden. ASE staat voor: Attitude, Sociale invloed en Eigen- effectiviteitsverwachting. Onder attitude worden de eigen opvattingen verstaan. De sociale invloeden zijn onderverdeelt in drie soorten, namelijk: subjectieve normen, sociale steun/sociale druk en voorbeeldgedrag. Met de eigen-effectiviteitsverwachting wordt de inschatting van de haalbaarheid van het gedrag bedoelt. Deze factoren samen leiden tot de intentie; de bedoeling om bepaald gedrag te veranderen en mogelijk te behouden.

Figuur 2. ASE-Model (Lechner et al., 2010).

In dit onderzoek is er achterhaald wat de attitude is van de medewerkers van de vier woonzorgcentra. Welke houding hebben zij ten aanzien van bewegen, gezonde voeding en

ontspanning? Wat zijn redenen voor hen om te weinig te bewegen of juist veel te bewegen, gezond of ongezond te eten en voldoende of onvoldoende te ontspannen? De

eigen-effectiviteitsverwachting is in dit onderzoek niet onderzocht. De wensen en behoeften van de medewerkers van de vier woonzorgcentra is in kaart gebracht. Mogelijk kan ZorgSaam een bijdrage leveren in het geven van ‘het juiste duwtje in de rug’. Het organiseren van passende activiteiten kan mogelijk leiden tot gezond gedragsbehoud.

3.4 Leefstijlfactoren

Door Raaijmakers (2009) worden de BRAVO-factoren als leefstijl factoren en ook al risico’s die verbonden zijn aan gezondheid en leefstijl genoemd. De BRAVO-leefstijlfactoren zijn: meer bewegen, minder/niet roken, matig met alcohol, gezonde voeding en gezonde ontspanning. Dit onderzoek is ingegaan op de factoren: beweging, voeding en ontspanning.

Reeves & Rafferty (2005) hebben de verschillende leefstijlfactoren onderzocht bij volwassenen uit de Verenigde Staten. Er is onderzocht of een gezonde leefstijl inderdaad voordelen heeft voor de gezondheid. De factoren roken, ongezonde voeding (te weinig groente en fruit) en te weinig lichamelijke activiteit worden aangegeven als de drie belangrijkste factoren van sterfte in de Verenigde Staten. Er is in het genoemde onderzoek bewust gekozen om de Body Mass Index ook in kaart te brengen, want een ongezond gewicht kan het gevolg zijn van ongezond eten en te weinig bewegen. Er wordt genoemd dat een gezonde leefstijl op de lange termijn veel voordelen heeft. Ook Singh, van Poppel, Seidell, Hirasing & van Mechelen (2002) geven aan dat overgewicht (BMI >25kg/ m²) en obesitas (BMI >30kg/ m²) de twee grootste problemen worden voor de volksgezondheid. Overgewicht wordt hier ook aangegeven als een direct gevolg van een disbalans tussen de twee leefstijlfactoren; lichamelijke activiteit en voeding. Dit kan leiden tot ernstige gezondheidsrisico’s. Ook een onderzoek van het RIVM benoemt dezelfde leefstijlfactoren. Eén van de belangrijkste oorzaken van vermijdbare ziekte en sterfte is overgewicht en obesitas (Lenthe, et al., 2010). Uit de verschillende onderzoeken is duidelijk geworden dat zowel nationaal als internationaal dezelfde leefstijlfactoren worden gehanteerd.

Zowel Koenders & Deursen (2009) als een gerandomiseerde studie die in 2007/2008 is uitgevoerd in België onder 314 deelnemers geven aan dat een gedragsverandering programma of

(15)

leefstijlfactoren. Bijvoorbeeld het accent leggen op het bevorderen van bewegen en het verbeteren van de energiebalans (voeding) van medewerkers. Dit resulteerde in positieve veranderingen in de leefstijl (Jacobs, Clays, De Bacquer, De Backer, Dendale, Thijs, Bourdeaudhuij & Claes, 2011).

Voor ZorgSaam benadrukt dit dat het onderzoek op meerdere leefstijlfactoren is gericht, met daarbij ook de Body Mass Index.

In dit onderzoek is voor de definitie van overgewicht en obesitas het systeem van de World Health Organization (WHO, 2012) gebruikt, namelijk door middel van de Body Mass Index (BMI) te berekenen. Dit wordt berekend door het gewicht van een persoon in kilogram te delen door de lengte in meters in het kwadraat (kg/m²). Deze index geldt voor zowel mannen als vrouwen en voor alle leeftijden van volwassenen. De categorieën waarin de BMI wordt ingedeeld zijn:

 18,5 kg/ m² en lager: ondergewicht.  18,6 - 24,9 kg/ m²: normaal gewicht.  25 – 29,9 kg/ m²: overgewicht.

 30 kg/ m² en hoger: obesitas, zwaar overgewicht.

3.5 Bewegen

Onvoldoende bewegen is gevaarlijk voor de gezondheid. Het verhoogt volgens meerdere

onderzoeken het risico op hart- en vaatziekten, suikerziekte (diabetes mellitus type 2), osteoporose, maag/darmkanker en hoge bloeddruk. Uit een rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2004/2005 blijkt dat verschillende studies hebben aangetoond dat lichamelijk actieve mensen minder kans hebben op vroegtijdig overlijden dan mensen die inactief zijn (Wendel-Vos, Ooijendijk, Baal, Storm, Vijgen, Jans, Hopman-Rock, Schuit, Wit & Bemelmans, 2005, p. 19 en Hildebrandt, et al., 2007, p. 5).

In het Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2010/2011 staat beschreven dat de totale ziektelast van lichamelijke inactiviteit te vergelijken is met die van te weinig groente en fruit en teveel verzadigd vet in de voeding. Daarnaast leidt voldoende beweging tot een toename van de arbeidsproductiviteit doordat de voldoende bewegende medewerkers minder verzuimen (Hildebrandt, Bernaards, Chorus, Hofstetter, 2013, p. 11 en 12). ZorgSaam wil als werkgever een bijdrage leveren om deze risico’s zo veel mogelijk te verlagen.

Als richtlijn voor voldoende beweging is in dit onderzoek de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) gehanteerd: Ten minste vijf dagen van de week ten minste 30 minuten lichamelijk actief zijn. Met matig intensief worden de activiteiten bedoeld waarvan je hart sneller gaat kloppen, zoals: stevig doorwandelen of fietsen, traplopen en tuinieren.

Een aantal succesfactoren rondom beweegbeleid zijn:  Een breed aanbod van activiteiten

 Het aanbieden van beweegmogelijkheden op de werkplek  Activiteiten voor, tijdens en of na het werk aanbieden

 Het trapgebruik bevorderen (experimenteren met posters, teksten, het plakken van voetstappen op de vloer die naar de trap leiden, planten of muziek in het trappenhuis).  Beweging als vast onderdeel in bedrijfsuitjes, bedrijfsafdeling competities, wandel- en

fietstochten waarbij het bedrijf zich profileert (Raaijmakers, 2009).

Het RIVM Centrum Gezond Leven beschrijft leefstijlinterventies als: ‘activiteiten die de gezondheid bevorderen’. Er is een interventieoverzicht beschreven voor op het werk. Interventies die gericht zijn op beweging zijn bijvoorbeeld ook: Coaching, Beweegmaatje en Bedrijfsfitness (Loketgezondleven.nl, 2013).

(16)

Hendriksen, Bernaards, Hildebrandt en Hofstetter (2013, p. 51-52) geven aan dat het percentage inactieve volwassenen (>18 jaar die geen enkele dag minimaal 30 minuten matig intensief lichamelijk actief zijn) sinds 2000 is gedaald van 9 tot 3,5 procent in 2011. In dit Trendrapport is geconcludeerd dat de inactiviteit onder de volwassen Nederlanders daalt, maar dat een belangrijk aandachtspunt onder de ouderen en jeugdigen blijft.

Groepen die relatief weinig of te weinig bewegen zijn meestal personen met een niet-Nederlandse afkomst, personen met overgewicht (BMI >25kg/m²) en vrouwen (Chorus & Hildebrandt, 2010, p. 23, 27 en Wendel-Vos et al., 2005, p. 30). Uit meerdere onderzoeken blijkt dat inactieven meer

voorkomen in de laagste opleidingsgroep, hierbinnen valt; LBO, MAVO, VMBO, basisschool, lagere school en geen onderwijs (Hendriksen, Bernaards & Hildebrandt, 2010, p. 45, Wendel-Vos et al., 2005, p. 29 en Dool, van den, R., 2011, p. 107). Het Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2010/2011 beschrijft dat er weinig verschil te zien is naar geslacht en het opleidingsniveau. Wel wordt bevestigd dat personen met een niet-Nederlandse afkomst en/of overgewicht (BMI >30kg/m²) minder lichamelijk actief zijn (Hildebrandt, et al., 2013, p. 24).

Volgens Elling (2011) geeft 27 procent van de Nederlandse bevolking de reden ‘geen tijd’ aan om niet of weinig te bewegen. Motieven om niet of weinig te bewegen zijn meegenomen in dit onderzoek.

3.6 Roken en Alcohol

Roken en alcohol is schadelijk voor de gezondheid. Vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid en bedrijfseconomisch perspectief is het van belang dat er aandacht is voor een rook- en alcoholbeleid. In dit onderzoek zijn de leefstijlfactoren roken en alcohol niet onderzocht omdat ZorgSaam op dit gebied al veel aanbiedt en met name inzicht wenst in de andere drie leefstijlfactoren. ZorgSaam streeft er naar de medewerkers in een goede en gezonde werkomgeving te laten werken en daarom is er zowel een streng alcohol, drugs en medicatie beleid als een rookbeleid actief. Ook biedt

ZorgSaam vanuit Prosano (onderdeel van ZorgSaam) workshops aan om bijvoorbeeld te stoppen met roken.

3.7 Voeding

Overgewicht kan zoals eerder vermeld komen door te veel eten en te weinig bewegen. Uit onderzoek blijkt dat werknemers met ernstig overgewicht vaker en langer verzuimen dan werknemers met een gezond gewicht. Dit is voor zowel ZorgSaam als de medewerker een aanleiding om activiteiten te ontwikkelen om een gezond gewicht te bereiken en te behouden.

Aandacht voor gezonde voeding via het werk is belangrijk omdat een gezond aanbod in de

kantine/restaurant benadrukt dat een organisatie zorg en aandacht heeft voor de gezondheid van werknemers. Voeding is zichtbaar en elke medewerker heeft er dagelijks mee te maken. Dit toont aandacht voor gezondheid op het werk. Een organisatie kan aandacht vragen voor gezonde voeding door: communicatiekanalen zoals het personeelsblad, posters en intranet, voeding als onderwerp betrekken bij de bedrijfsarts en het combineren van voeding en beweging door bijvoorbeeld een gezonde lunch.

Raaijmakers (2009) geeft twee effectieve benaderingen aan bij een bedrijfsvoedingsprogramma, dit zijn:

 Het aanpassen van het aanbod aan voeding, door onder andere; het gezonde aanbod te vergroten in de bedrijfskantine, gezonde producten goedkoper te maken dan ongezondere producten, gezonde voeding bij vergaderarrangementen: fruit, salades, water,

(17)

 Het geven van aanvullende informatie en voorlichting, door: een diëtiste op locatie een inloopspreekuur te laten houden waar medewerkers vrijwillig gebruik van kunnen maken, het aanbieden van workshops gezond koken en het beschikbaar stellen van gezonde recepten en via posters en flyers, wekelijks een e-mail sturen met daarin gezonde recepten en tips en het dagelijks aanbieden van gratis fruit aan de medewerkers.

Geschikte interventies gericht op voeding zijn bijvoorbeeld ook: balans dag op het werk, fruit op het werk, afvallen en coaching (Loketgezondleven.nl, 2013).

ZorgSaam heeft al een aantal maatregelen genomen om gezonde voeding te stimuleren. Zo wordt er duidelijk minder gefrituurd voedsel aangeboden in de personeelsrestaurants en de prijzen van gefrituurde voeding is duurder ten opzichte van gezondere voeding. De wensen en behoeften van de medewerkers van de woonzorgcentra zijn hierin belangrijk.

Voor de definitie van gezonde voeding zijn er drie belangrijke voedingscomponenten die naar voren komen, namelijk: de inname van groente en fruit, voedingsvezels en vet. De groenterichtlijn is: minimaal 150-200 gram groente per dag en de richtlijn voor fruit is: minimaal twee stuks fruit per dag. Deze richtlijnen zijn bevraagd in het onderzoek. Volgens het Voedingscentrum (2010), zijn de meest genoemde redenen om ongezond te eten: te weinig zelfbeheersing, ongezond eten lekker vinden, onregelmatig leven en tijdgebrek.

3.8 Ontspanning

Er is een relatie tussen ontspanning, mentale belasting en andere leefstijlfactoren. Bij de factor ontspanning speelt de werk – privébalans een belangrijke rol. Om mentale overbelasting te

voorkomen is aandacht voor ontspanning, ook tijdens het werk belangrijk. Bij ontspanning hoort ook de aandacht voor het slapen. Bij dit thema is het belangrijk om na te gaan of er regelmatig pauzes worden gehouden, of er ruimtes aanwezig zijn om tijdens het werk te ontspannen. Zo worden secundaire arbeidsvoorwaarden die in lijn liggen met ontspanning ook genoemd zoals het aanbieden van een stoelmassage (Raaijmakers, 2009).

Een psychische gezondheid interventie op het werk is bijvoorbeeld een cursus werkstress de baas (Loketgezondleven.nl, 2013).

De leefstijlfactor ontspanning is in kaart gebracht door drie uitingsvormen van ontspanning te bevragen, namelijk:

 energie hebben op het werk (meestal veel of weinig)

 energie hebben na het werk, in privé tijd (meestal veel of weinig)

 het herstelgemak/herstelbehoefte na het werk (meestal snel of moeizaam)

(Deursen & Koenders, 2007). Er is onderzocht op welke manier ZorgSaam kan ondersteunen in het optimaliseren van de leefstijlfactor ontspanning.

3.9 Conclusie theoretisch kader

De gevonden literatuur is heel belangrijk voor het uitgevoerde onderzoek. Het verduidelijkt de probleemstelling. Van een aantal activiteiten of interventies is nog niet bekend of deze effectief zijn. Het onderzoek vult de huidige literatuur aan op het gebied van leefstijlverbetering gericht op

medewerkers binnen een organisatie. Er is al veel beschreven in de huidige literatuur over de manieren waarop organisaties de medewerkers kunnen stimuleren tot het verbeteren van de leefstijl, echter hierbij ontbreekt de kennis en inzichten specifiek gericht op de medewerkers van ZorgSaam. Ook andere afdelingen en/of organisaties kunnen leren van de inzichten. Om gericht de leefstijl van de medewerkers te kunnen optimaliseren die voldoen aan de wensen en behoeften van de medewerkers was een specifiek onderzoek binnen ZorgSaam nodig.

(18)

4. Methodiek

In hoofdstuk vier kunt u de verantwoording lezen van de gekozen onderzoeksmethode en de manier waarop het onderzoek daadwerkelijk is uitgevoerd.

4.1 Mixed methods methode

In dit onderzoek is de Mixed Methods Methode gebruikt, namelijk een combinatie van kwantitatief explorerend/verkennend onderzoek en kwalitatief verdiepend onderzoek gebruikt. Het kwantitatieve onderzoek is eerst uitgevoerd en aan de hand van die resultaten heeft het kwalitatieve onderzoek plaatsgevonden.

4.2 Kwantitatief explorerend/verkennend onderzoek

Het kwantitatieve onderzoek is gestart met een schriftelijk gestructureerde enquête als meetinstrument. De vragen zijn van tevoren vastgelegd.

Tijdens verschillende gesprekken in oktober 2012 is er bewust voor gekozen om de enquête schriftelijk aan te bieden in plaats van digitaal. Zowel de locatiemanagers als de teamleiders gaven aan dat het grootste deel van de medewerkers weinig met e-mail contact te maken heeft. Om de kans op een hogere respons te vergroten is er besloten de enquête schriftelijk aan te bieden.

Op maandag 19 november 2012 is de enquête getest onder vijf medewerkers van woonzorgcentrum Coensdike. Op dinsdag 20 november 2012 is de enquête nogmaals getest onder vijf medewerkers van woonzorgcentrum Emmaus. Beide groepen waren divers in leeftijd, functies en bijvoorbeeld afkomst. Aan de hand van deze feedback en feedback van de bedrijfsbegeleider is de enquête aangepast.

De deelvragen zijn onder andere met behulp van theorie geoperationaliseerd naar thema’s en vervolgens naar enquêtevragen. Zoals u kunt zien in bijlage II (pagina 43) zijn er in de enquête vragen gesteld over beweging, voeding, ontspanning en persoonlijke kenmerken. Er is gekozen om de enquête eerst te starten met de vragen over de drie leefstijlfactoren en vervolgens de persoonlijke kenmerken. Aan het einde van de enquête is er gevraagd of de medewerkers open staan voor een persoonlijk interview.

Van 26 november 2012 tot en met 21 december 2012 is de enquête verspreid onder de

medewerkers van de vier woonzorgcentra. De enquête is onder andere aangeboden tijdens het werkoverleg van verschillende teams als ook via de postvakjes van de medewerkers. De ingevulde enquête kon in een gesloten envelop worden ingeleverd bij de één van de teamleiders.

Vrijdag 21 december 2012 was de sluitingsdatum van de enquête. Als verwerkingstechniek zijn de op papier ingevulde enquêtes door de onderzoeker digitaal overgenomen in Explora (het programma dat ZorgSaam gebruikt om onderzoeken te doen). Vervolgens zijn de resultaten overgezet naar Excel om de gegevens te kunnen analyseren.

Deelvraag 1 en 2 zijn grotendeels door middel van het kwantitatieve onderzoek beantwoord; 1. Hoe is de huidige leefstijl van de medewerkers van de vier woonzorgcentra?

(BMI, beweging, voeding en ontspanning)

2. Hoe kijken de medewerkers van de vier woonzorgcentra zelf aan tegen hun huidige leefstijl? Er is inzicht verkregen in de huidige leefstijl, hoe de medewerkers van de woonzorgcentra hun leefstijl beoordelen en in welke mogelijke activiteiten de medewerkers geïnteresseerd zijn. Hierdoor is duidelijk geworden op welke onderwerpen de open interviews gericht moesten zijn.

(19)

4.3 Respons enquête

Zoals te zien is in tabel 1 zijn er in totaal 475 enquêtes (totale populatie) verspreid. De foutmarge dat wordt toegestaan is vijf procent. De totale respons is 188 ingevulde enquêtes. Dit houdt een

betrouwbaarheidsniveau in van 92 procent (Baarda, 2009 en Alles over Marktonderzoek, 2012). In het plan van aanpak was de doelstelling 90 procent, berekend met een totale populatie van 548.

Woonzorgcentrum Plaats Aantal medewerkers werkzaam Aantal enquêtes afgegeven (in overleg) Respons (in aantallen) Respons (in procenten)

Bachten Dieke Terneuzen 273 200 58 21%

Coensdike Aardenburg 74 70 35 47%

Emmaus IJzendijke 95 95 48 50%

Vremdieke Hoek 106 110 47 44%

Totaal: 548 Totaal: 475 Totaal: 188

Tabel 1. Respons enquête per woonzorgcentrum

Zoals te zien is in tabel 1 heeft woonzorgcentrum Bachten Dieke naar verhouding een lager

percentage ingevulde enquêtes dan de andere drie woonzorgcentra. In de periode dat de enquêtes werden verspreid verkeerde woonzorgcentrum Bachten Dieke in een crisissituatie. De in verhouding lage respons heeft hier mogelijk mee te maken. Hierdoor zou het zo kunnen zijn dat de aandacht voor de enquêtes minder was en er daardoor minder enquêtes zijn ingevuld.

Respondentengroep

De respondentengroep bestaat uit 179 vrouwen en elf mannen die werkzaam zijn bij één van de vier woonzorgcentra. De drie meest voorkomende leeftijdscategorieën van de respondenten zijn: 35-44 jaar, 45-54 jaar en 55-64 jaar. De leeftijdscategorieën zijn ook per woonzorgcentrum vergeleken. De twee meest beantwoorde leeftijdscategorieën van alle vier de woonzorgcentra zijn 45-54 jaar en 55-64 jaar. De twee hoogst afgeronde opleidingscategorieën zijn: MAVO/VMBO-T, HAVO, VWO, MBO en VMBO Basis-Kader-Gemengd (voorheen LBO, VBO). De twee meest beantwoorde geboortelanden van de respondenten zijn Nederland en België. De meerderheid van de respondentengroep heeft als functie: Huishoudelijke hulp, Verzorgende IG of Verzorgingshulp. Dit heeft mogelijk te maken met de hoofdtaak van de vier woonzorgcentra: zorgverlening bieden. In bijlage III (vanaf pagina 67) kunt u de diagrammen van bovengenoemde persoonlijke kenmerken van de respondenten doornemen, dit betreft enquêtevraag 29 tot en met 34. In deze bijlage is ook de vergelijking toegevoegd van de leeftijdscategorie (vraag 30) met het woonzorgcentrum waar de medewerkers werkzaam zijn (vraag 33).

4.4 Kwalitatief verdiepend onderzoek

Het kwalitatieve onderzoek bestond als meetinstrument uit mondelinge open interviews. Het doel van de open interviews was meer inzicht krijgen in de motieven van de huidige leefstijl, wat de wensen en behoeften zijn om de leefstijl te verbeteren en op welke manier(en) ZorgSaam de medewerkers hierin kan ondersteunen. Dit gaf de mogelijkheid tot doorvragen en de medewerkers zelf hun verhaal te laten vertellen.

In de enquête konden de medewerkers bij vraag 40 aangeven of ze benaderd mochten worden voor een persoonlijk interview. Wanneer er ‘ja’ werd beantwoord konden ze bij de volgende vraag de contactgegevens noteren. Van woonzorgcentrum Bachten Dieke mochten er 21 medewerkers worden benaderd en bij woonzorgcentrum Emmaus 26 medewerkers.

(20)

Bij zowel woonzorgcentra Coensdike als Vremdieke mochten slechts zes personen worden benaderd voor een interview, waardoor er bij deze twee woonzorgcentra niet veel keuzemogelijkheid was in het selecteren van de interviews (vijf interviews per woonzorgcentrum).

De twintig mondelinge open interviews zijn vanaf 31 januari 2013 tot en met 21 februari 2013 op locatie afgenomen. Er zijn per woonzorgcentrum vijf medewerkers persoonlijk geïnterviewd. Tijdens het interview lagen de vragen niet vast, maar er is wel gebruik gemaakt van een topiclijst als leidraad. Met behulp van de onderzoeksvragen en resultaten van de enquête zijn de interviewtopics

geoperationaliseerd. De topiclijst is tijdens de interviewperiode aangepast en verbeterd, u kunt deze doornemen in bijlage VII (pagina 89).

De interviews zijn afgenomen onder een diverse groep medewerkers zoals verschillende leeftijden en functies. Voor een overzicht hiervan verwijs ik u naar bijlage VI (pagina 88). Door verschillende omstandigheden is er tijdens het plannen van de interviews besloten dat er enige verandering zou plaatsvinden in de interview groep, dit ging om omstandigheden als: langdurig ziek zijn of het overlijden van een familielid van de medewerker. Er is toen gekozen om andere medewerkers te interviewen.

Elk interview duurde ongeveer 30 tot 60 minuten en is opgenomen met een digitale voice recorder. Van alle interviews is een gespreksverslag uitgetypt in Word. In bijlage VIII (pagina 90) zijn twee gespreksverslagen toegevoegd. De opnames van de interviews en andere gespreksverslagen zijn gearchiveerd door de onderzoeker. De gespreksverslagen kunnen zo nodig worden opgevraagd bij de onderzoeker.

De twintig gespreksverslagen zijn overgezet in het programma Maxqda en geanalyseerd. Maxqda is een software programma voor kwalitatieve tekstanalyse. Om een beeld van Maxqda te verkrijgen zijn in bijlage IX (pagina 111) twee print screens van de analyse toegevoegd. De besproken

onderwerpen zijn in het software programma gecodeerd en aan de hand daarvan komt in Excel naar voren welke motieven of wensen de geïnterviewde medewerkers vaak hebben genoemd.

Deelvraag 1 en 2 (pagina 12) zijn in het kwalitatieve onderzoek nog diepgaander onderzocht. Deelvragen 3 en 4 kunnen door het kwalitatieve onderzoek worden beantwoord.

3. Wat zijn motieven voor een gezonde of ongezonde leefstijl? (stimulansen en belemmeringen)

4. Wat zijn de wensen en behoeften van de medewerkers van de vier woonzorgcentra om te werken aan het stimuleren en verbeteren van de leefstijl?

Presentatie voorlopige adviezen aan de opdrachtgevers

Op donderdag 2 mei 2013 heeft de onderzoeker de voorlopige adviezen gepresenteerd aan de opdrachtgevers (de locatiemanagers van de woonzorgcentra). Op basis van de presentatie en reacties zijn de adviezen aangescherpt.

Correspondentie naar de medewerkers

De medewerkers van de vier woonzorgcentra worden op de hoogte gebracht van de

onderzoeksresultaten. De presentatie van de voorlopige adviezen aan de locatiemanagers wordt tijdens de team overleggen besproken. Er wordt door de onderzoeker een poster gemaakt die in juni 2013 in de personeelskamers wordt opgehangen met kort de onderzoeksresultaten benoemd en een aantal adviezen die verder zullen worden uitgezocht door de werkgever om deze mogelijk te gaan implementeren.

(21)

9% 15% 25% 27% 24%

Enquêtevraag 2. Welke uitspraak past het beste bij u (beweging)? Denk hierbij aan een dag waarop u heeft

gewerkt.

Niet regelmatig, niet van plan.

Niet regelmatig, wel van plan.

Afgel. half jr 1 tot 4 keer p./wk. actief

Afgel. half jr min 5 dg p./wk. 30 min p./dg. actief Afgel. half jr min 3 keer p./wk. Intensief actief

N= 190

Cirkeldiagram is weergegeven in procenten

5. Resultaten

In hoofdstuk 5 kunt u de resultaten van het onderzoek doornemen. De resultaten van alle enquêtevragen kunt u doornemen in bijlage III (pagina 51). De persoonlijke kenmerken van de respondentengroep is beschreven in paragraaf 4.3 (zie ook bijlage III, vanaf pagina 67).

5.1 Huidige leefstijl medewerkers woonzorgcentra

Beweging

Ruim een kwart van de respondenten geeft aan het afgelopen half jaar minimaal vijf dagen per week 30 minuten per dag actief bewogen te hebben en 24 procent geeft aan het afgelopen jaar minimaal drie keer per week intensief bewogen te hebben (zie diagram enquêtevraag 2). Citaten uit de persoonlijke interviews:

- ‘Ik ben zelf gemotiveerd genoeg om dat continu te blijven doen. Er zijn er ook die gaan op en af. Ik heb een collega die gaat dan wel en die gaat dan zes weken niet. Dat zit er bij mij niet in, je sport of je sport niet (vrouw, 35-44 jaar) .’

- ‘Ik moet kiezen, als ik veel ga bewegen heb ik kans dat ik weer terug die enkelblessure ernstig krijg en dan kan ik hier weer niet werken dus ja dat kan ook niet. Dan moet je voor het meest goede kiezen (vrouw, 55-64 jaar).’

Voeding

Zoals u kunt zien in het diagram van enquêtevraag 12 en 13 (zie volgende pagina) geeft vijftien procent van de geënquêteerden aan vier of meer opscheplepels groenten per dag te eten. Ongeveer de helft van de respondenten eet geen twee stuks fruit per dag. Enkele citaten uit de persoonlijke interviews (gezonde voeding):

- ‘Genoeg groenten, fruit, genoeg drinken. Van alles, maar met mate en toch gevarieerd. En zien dat je ook stoffen binnen hebt, desnoods met wat supplementen erbij (vrouw, 55-64 jaar).’

- ‘Vers fruit, verse groenten, zoveel mogelijk. In combinatie met melk drinken, melkproducten, dus echt allemaal die dingen van de Schijf van Vijf. Regelmatig vis eten. ’s Middags brood en ’s avonds warm eten (vrouw, 55-64 jaar).’

(22)

0% 2% 7% 40% 36% 15% 49% 51% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%

Enquêtevraag 12. Hoeveel opscheplepels groenten, bonen en/of rauwkost eet u gemiddeld per dag?

Enquêtevraag 13. Eet u dagelijks 2 stuks fruit? Vr. 12 N = 189 Vr. 13 N = 190 Diagrammen zijn weergegeven in procenten 58% 34% 8%

Enquêtevraag 25. Neemt u bewust regelmatig tijd om te ontspannen?

Ja Soms Nee

N= 189

Cirkeldiagram is weergegeven in procenten

Ontspanning

Bij enquêtevraag 25 geeft meer dan de helft van de ondervraagden aan bewust regelmatig de tijd te nemen om te ontspannen. 34 procent geeft aan dit soms te doen en acht procent geeft aan niet bewust regelmatig de tijd te nemen om te ontspannen. Een citaat uit een persoonlijk interview:

- ‘Ik vind op z’n tijd moet je gewoon ontspannen, anders is het niet vol te houden. Dan ben je gewoon helemaal gestrest in je hoofd en die moet je eens legen. Op z’n tijd moet je gewoon eens lekker alles van je af gooien (vrouw, 45-54 jaar).’

(23)

1%

50%

40% 20%

Enquêtevraag 36./37. Wat is uw lengte/gewicht? BMI= 18,5 kg/ m² en lager: ondergewicht 18,6 24,9 kg/ m²: normaal gewicht 25 – 29,9 kg/ m²: overgewicht 30 kg/ m² en hoger: obesitas, zwaar overgewicht N= 181

Cirkeldiagram is weergegeven in procenten

Uit enquêtevraag 36 en 37 blijkt dat de helft van de respondenten een normaal gewicht heeft. 39 procent heeft overgewicht en tien procent obesitas (zwaar overgewicht).

In de diagram van enquêtevraag 35 kunt u zien dat 59 procent van de ondervraagden zelf aangeeft een gezonde leefstijl te hebben. 37 procent geeft ‘gaat wel’ aan. Drie procent van de respondenten vindt zijn of haar leefstijl erg gezond en één procent geeft aan de leefstijl ongezond te vinden. Deze resultaten komen ook overeen met andere vraagstellingen die over het beoordelen van de

leefstijlfactoren gaat (zie resultaten enquêtevraag 11, 25 en 38 in bijlage III, vanaf pagina 58).

5.2 Motieven voor een gezonde of ongezonde leefstijl (stimulansen en belemmeringen)

Beweging

De drie meest beantwoorde motieven om te bewegen (diagram enquêtevraag 8, zie volgende pagina) zijn: de gezondheid behouden/ bevorderen (28 procent), het lichaamsgewicht in balans houden (27 procent) en fit blijven (24 procent). Deze motieven zijn ook bevestigd tijdens de persoonlijke interviews. Enkele citaten uit de persoonlijke interviews:

- ‘Om een goede conditie te hebben, beter op gewicht te blijven of af te vallen en omdat ik me veel energieker en fitter voel (vrouw, 45-54 jaar).’

- ‘Stukje gezondheid, maar ook dat je daar plezier aan hebt, een uitlaatklep (vrouw, 45-54 jaar).’

3%

59% 37%

1%

0% Enquêtevraag35. Hoe beoordeelt u uw huidige leefstijl?

Zeer gezond Gezond Gaat wel Ongezond Erg ongezond N= 189

(24)

De drie belangrijkste motieven om niet/weinig te bewegen (enquêtevraag 9) zijn: geen tijd (27 procent), andere vrijetijdsbesteding (24 procent) en geen zin (18 procent). Deze motieven zijn ook grotendeels beantwoord tijdens de persoonlijke interviews. Tijdens de interviews zijn ook motieven aangegeven als ‘er is weinig in de buurt om te kunnen gaan sporten’, ‘ik zie het sporten niet als ontspanning, want eerst moet het werk afgemaakt worden’ en ‘ik vind het niet prettig om me vast te pinnen op een afspraak’. Enkele citaten van de persoonlijk interviews:

- ‘Gemak denk ik. Tijd maken, ik heb tijd, maar ik maak geen tijd eigenlijk (vrouw, 45-54 jaar).’ - ‘Misschien omdat ik alleen ben, moest ik nu een vriendin hebben ofzo. Als je alleen gaat, dan stel je het makkelijker uit (vrouw, 45-54 jaar).’

Bij enquêtevraag 8 en 9 konden de respondenten zo nodig een antwoord toevoegen. Voor een overzicht van deze antwoorden verwijs ik u naar bijlage III (pagina 54).

1% 5% 7% 8% 24% 27% 28% 0% 10% 20% 30% Anders Het is een uitlaatklep Plezier Gezelligheid Fit blijven Lichaamsgewicht in balans…

Gezondheid…

Enquêtevraag 8. Wat zijn motieven voor u om wel te bewegen? (meerdere antwoorden mogelijk)

N= 191

Totaal aantal antw.: 428

Diagram is weergegeven in procenten

0% 3% 4% 5% 5% 7% 7% 18% 24% 27% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%

Ik vind mezelf te oud Ik weet niet hoe ik mijn beweegpatroon kan…

Geen gewoonte Geen motieven/ n.v.t. ik vind dat ik genoeg…

Anders Gezondheidsproblemen Bewegen is te duur Geen zin Andere vrijetijdsbesteding Geen tijd

Enquêtevraag 9. Wat zijn motieven voor u om niet/weinig te bewegen? (meerdere antwoorden mogelijk)

N= 191

Totaal aantal antw.: 407

(25)

Voeding

De motieven voor een gezonde en/of ongezonde voeding zijn alleen gevraagd tijdens de persoonlijke interviews.

De veel genoemde motieven voor gezonde voeding zijn: gezond blijven, je goed voelen, fit blijven, voor de opbouw van energie, op gewicht blijven, lichamelijk goed blijven, weerstand opbouwen, gezonde voeding lekker vinden, gevolgen van ongezonde voeding voorkomen en het is belangrijk in de opvoeding voor de kinderen. Twee citaten:

- ‘Om gezond te blijven. Dat is wel heel belangrijk en voor de kinderen, ook de gezondheid. Dat je fit en gezond blijft (vrouw, 35-44 jaar).’

- ‘Fit blijven, gezond blijven, niet ziek worden, automatisch als je gezonder eet, ook je gewicht blijft meer op peil als je goed oplet (vrouw, 45-54 jaar)’.

De veel genoemde motieven voor ongezonde voeding zijn: haast/tijdgebrek, makkelijk eten om snel te zijn, als je weg bent (dagje weg, vakantie, verjaardag), geen zin hebben om te koken, ongezond eten lekker vinden en bij drukte/stress. Enkele citaten:

- ‘Ja, door tijd en snel klaar te wezen, als je moet gaan sporten of dat er weer iets anders op het programma staat (man, 55-64 jaar).’

- ‘Tuurlijk eten we gewoon wel eens een frietje, als we haast hebben of als we vandaag geen zin hebben om te koken, dan wil ik best wel eens een pizza bestellen of een frietje of kebab. Waar je op dat moment zin in hebt, maar dat ga ik niet iedere week doen (vrouw, 55-64 jaar).’

Ontspanning

Redenen om voldoende of onvoldoende te ontspannen zijn tijdens de persoonlijke interviews gevraagd en niet tijdens de schriftelijk gestructureerde enquête.

De veel genoemde redenen voor voldoende ontspannen zijn: je hoofd/geest leeg maken, je gedachten verzetten, geestelijk tot rust komen, om dingen (werk/privé) los te kunnen laten, om energie te krijgen, met andere dingen bezig zijn dan normaal, het is fysiek en geestelijk nodig, stress gevoel weg krijgen, het is plezierig, het is een uitlaatklep (bewegen werkt ontspannend) en om goed te kunnen functioneren. Citaten:

- ‘Ik heb het zowel fysiek nodig want ik merk dat ik moe loop, dat ik toch keelpijn krijg en dat zijn de eerste symptomen van: hee je gaat te ver. Dus ik heb het fysiek nodig, maar ik heb het ook geestelijk nodig merk ik (vrouw, 45-54 jaar).’

- ‘Mijn geest vraagt wel iets actiefs om meer en veel energie terug te krijgen (vrouw, 45-54 jaar).’

De meest genoemde redenen voor onvoldoende ontspanning zijn: tijd te kort komen, drukte, gehaast zijn, maar blijven doorgaan en door drukte wordt bewust kiezen voor rust moeilijker. Citaten:

- ‘Het gehaaste leven denk ik, dat telt voor allemaal voor ons denk ik, tegenwoordige tijd (vrouw, 35-44 jaar).’

- ‘Deze hele week denk ik: het moet allemaal perse af zijn en dan ga ik gewoon van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat ga ik door. Dan neem ik niet voldoende tijd om te ontspannen. Het bewust kiezen voor rust wordt dan moeilijker (vrouw, 45-54 jaar).’

5.3 Behoefte aan ondersteuning om de leefstijl te verbeteren

Hieronder is vanuit de resultaten van de enquête beschreven of er behoefte is aan ondersteuning op het gebied van beweging, voeding en ontspanning. De enquêtevragen die hierop gericht zijn, zijn vergeleken met drie kenmerken, namelijk met het woonzorgcentrum waar de respondenten werkzaam zijn, de leeftijdscategorie en de functie. In bijlage IV (pagina 74) kunt u de diagrammen van deze vergelijkingen zien. Hierna volgen er enquêtevragen gericht op de interesse van specifieke leefstijlactiviteiten.

(26)

Beweging (enquêtevraag 6) Woonzorgcentra

Het merendeel (57 procent) van de respondenten van woonzorgcentrum Bachten Dieke geeft aan wel behoefte te hebben aan ondersteuning op het gebied van bewegen. Van de medewerkers van woonzorgcentrum Emmaus geeft ongeveer de helft aan behoefte te hebben aan ondersteuning op het gebied van beweging.

Van woonzorgcentrum Vremdieke geeft 52 procent van de respondenten aan geen behoefte te hebben aan ondersteuning op het gebied van bewegen. 68 procent van de ondervraagden van woonzorgcentrum Coensdike geeft ook aan geen behoefte te hebben aan ondersteuning op het gebied van bewegen.

Leeftijdscategorie

Enquêtevraag 6 is vergeleken met de leeftijdscategorieën van de respondenten. De

leeftijdscategorieën 55-64 jaar (58 procent) en 45-54 jaar (51 procent) zijn het meest geïnteresseerd in ondersteuning/stimulering gericht op bewegen vanuit ZorgSaam. Het merendeel van de

leeftijdscategorieën 35-44, 25-34 en 16-24 jaar geven aan geen ondersteuning hierin te willen. Functie

Naar de drie meest beantwoorde functies gekeken, geeft het merendeel van de Verzorgenden IG (59 procent) en Verzorgingshulpen (54 procent) aan dat ondersteuning op het gebied van beweging vanuit ZorgSaam gewenst is. Bij de functiegroep Huishoudelijke hulp geeft 60 procent aan geen ondersteuning vanuit ZorgSaam te willen. Een aantal genoemde wensen zijn:

- ’ Als je iets in groepsverband doet, voel je een soort verplichting naar elkaar toe en dat is iets wat mij erg stimuleert. In die zin mag van mij ZorgSaam zulk soort dingen gewoon blijven doen. Want ik ben daar niet alleen in die wel een stimulans of een aansporing nodig heeft om inderdaad tot bewegen te komen. Het is wel zo, ik vind het meegenomen. Ik vind dat het ieder zijn eigen verantwoording blijft om te bewegen, maar ik vind het leuk als mijn baas mij iets bied (vrouw, 45-54 jaar).’

- ‘Of eens zeggen van je kunt dan en dan naar de sportschool gaan en dan krijg je een proefles gezamenlijk van ZorgSaam uit. Dus dat je dat dan stimuleert (vrouw, 55-64 jaar).’

Voeding(enquêtevraag 16) Woonzorgcentra

Zeven procent van woonzorgcentrum Bachten Dieke, vijftien procent van Coensdike, elf procent van Emmaus en zes procent van Vremdieke geeft in de enquête aan behoefte te hebben aan

ondersteuning op het gebied van voeding. Het merendeel van de respondenten van alle vier de woonzorgcentra (vanaf 85 procent) geeft aan geen behoefte te hebben aan ondersteuning op het gebied van gezonde voeding.

Leeftijdscategorie

In de leeftijdscategorie 16-24 jaar geeft dertien procent aan hier wel ondersteuning in te willen, ook geeft 18 procent in de leeftijdscategorie van 55-64 jaar ook deze wens aan.

Functie

Naar enquêtevraag 16 en de drie meest beantwoorde functies van de respondenten gekeken (Huishoudelijke hulp, Verzorgende IG en Verzorgingshulp) geven alle drie de functies met meer dan 90 procent aan geen behoefte te hebben aan ondersteuning op dit gebied.

De interviews gaven een ander beeld dan de enquête. Enkele citaten zijn:

-

‘Ik zou wel ondersteuning kunnen gebruiken voor beter en lekkerder te koken (vrouw, 45 54- jaar).’

-

‘Als je dan naar voeding kijkt, een keer een workshop van bepaalde…toch dat je wat meekrijgt van wat goed is en minder goed. Misschien een kookcursus, kookinformatie ofzo (vrouw, 55-64 jaar).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Idealiter kan algoritmisch een oplossing gevonden worden die willekeurig dicht bij het optimum ligt, ofwel een dominerende deel- verzameling die minder dan 1 +  keer het

Richt je op dingen waar je goed in bent, op wat je leuk vindt aan je omgeving, op doelen die je hebt bereikt of op mensen die het goed met je voor hebben.. Richt je op dingen die

Niet alleen hun dimensie, maar ook de wijze waarop zij afgewerkt zijn, kunnen een belangrijk element vormen voor een vlot gebruik door bezoekers en bewoners. De

Af te spreken met de opleidingsverstrekker en in te schrijven bij het Fonds via het inschrijvingsformulier (zie inschrijvingsformulier op www.fe-bi.org > ouderenzorg >

Negen voortgezet onderwijs scholen, ROC van Twente en Saxion werken samen om er voor te zorgen dat leerlingen succesvol een traject van vmbo naar mbo naar hbo kunnen doorlopen..

Wil jij (samen met je klant) gebruik maken van de SLIM-regeling, maak dan je interesse kenbaar voor ons aanbod. Wij helpen je graag op weg, zodat jij je kunt richten op

Mensen met een verstandelijke beperking (VB) hebben voor een gezonde leefstijl ondersteuning nodig van professionele begeleiders en een fysieke en sociale omgeving die gezond

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,