• No results found

D.A. Hellema, H. Reiding, Humanitaire interventie en soevereiniteit. De geschiedenis van een tegenstelling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "D.A. Hellema, H. Reiding, Humanitaire interventie en soevereiniteit. De geschiedenis van een tegenstelling"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

D. Hellema, H. Reiding, ed., Humanitaire interventie en soevereiniteit. De geschiedenis van een tegenstelling (Amsterdam: Boom, 2004, 307 blz.,b 29,50, ISBN 90 8506 114 8).

Dit boek onder redactie van de Utrechtse hoogleraar in de geschiedenis van de internationale betrekkingen Duco Hellema, daarbij geassisteerd door Hilde Reining, verbonden als promovendus aan het Studie- en informatiecentrum mensenrechten, behandelt een belangrijk thema: de complexe materie van de principes van soevereiniteit en non-interventie en het fenomeen humanitaire interventie. Deze problematiek domineert in steeds grotere mate de huidige wereldpolitiek: Irak, Afghanistan, Darfur zijn voorbeelden waar deze volkenrechtelijke aspecten centraal staan. In hoeverre het van buitenaf ingrijpen om humanitaire redenen door een staat, dan wel een groep van staten, te rijmen valt met het principe van non-interventie en soevereiniteit, is het centrale thema van deze boeiende en kwalitatief hoogstaande bundel. Hoe hebben deze grondregels van interstatelijke betrekkingen zich ontwikkeld, in welke mate hebben humanitaire interventies zich door de tijd heen voorgedaan, op welke gronden werden zij gelegitimeerd en wat is nu de huidige stand van zaken in dit opzicht? Doet zich inderdaad een tendens voor, waarbij de genoemde principes niet langer absoluut en onaantastbaar zijn, ten faveure van interventies op humanitaire gronden, of is dit slechts schijn? Het zijn deze en andere intrigerende vragen die, na te zijn voorafgegaan door een heldere inleiding op de materie van de twee eindredacteuren, in dertien bijdragen van overwegend aan de Utrechtse universiteit verbonden wetenschappers— meest historici aangevuld door een enkele volkenrechtelijke deskundige— aan bod komen.

De bundel bestaat uit drie delen. In het eerste deel wordt een historisch overzicht gegeven hoe de tegenstelling zich heeft uitgekristalliseerd. De vijf artikelen, die gezamenlijk de gehele periode van de Middeleeuwen tot het eind van de twintigste eeuw omvatten, maken duidelijk dat er sprake is van continuïteit met betrekking tot het dilemma van het ingrijpen op morele gronden versus het respecteren van een anderstatelijk grondgebied. Het beginsel van humaniteit werd voortdurend gebruikt om economische en politieke redenen tot ingrijpen te maskeren en te legitimeren. In die zin is er weinig nieuws onder de zon en is het te berde gebrachte weinig verrassend. Toch is het goed dit alles nog eens uiteengezet en onderbouwd te zien. Bijzonder verhelderend is in dit kader het overzichtsartikel van Kuitenbrouwer, die de evolutie van de soevereiniteitsgedachte buiten Europa behandelt. Juist omdat in de huidige tijd humanitaire interventies vooral van toepassing zijn in gebieden als Afrika en Azië, is het interessant om te lezen hoe Europese koloniale mogendheden niet schroomden in te grijpen in niet-Europese aangelegenheden, waarbij het begrip beschaving een hoofdrol speelde. Morele superioriteitsgevoelens en de drang om‘primitieve’ volkeren te civiliseren werden legitieme overwegingen geacht om in de binnenlandse aangelegenheden van de desbetreffende niet-Europese staat in te grijpen, ook al waren politiek-strategische en economische belangen de ware redenen tot interventie. Altruïsme als de primaire overweging tot handelen vormde nooit een factor van belang. Morele overwegingen waren hoogstens een bijkomstig, zij het gretig aangegrepen argument om tot militair optreden te besluiten en de actie van een legitimatie te voorzien.

RECENSIES

(2)

Deze bevinding nu dat humanitaire gronden hoofdzakelijk gelegenheidsargumenten vorm(d)en, kan, zij het met tal van nuances en kanttekeningen, worden gehandhaafd ook na het lezen van de vier mooie case studies over respectievelijk de Britse houding jegens de situatie op de Balkan in de negentiende eeuw, het humanitair ingrijpen van Nederland in Lombok eind negentiende eeuw, en meer recentelijk de interventies in Oost-Timor en Kosovo eind vorige eeuw. Deze artikelen vormen het derde deel van de bundel en zij onderstrepen nog eens dat geen enkel land bereid is soldaten te laten sneuvelen alleen om levens van niet-landgenoten te redden. Dan moet er veel meer op het spel staan. De Amerikaanse interventie in Somalië— helaas niet nader behandeld — heeft dit nog eens overduidelijk aangetoond. In het middelste deel van het boek tenslotte worden nog enkele actuele kwesties uitgewerkt. Een mooie bijdrage van de juristen Baehr en Flinterman over de huidige stand van zaken met betrekking tot humanitaire interventie, een tot nadenken stemmend artikel van Malcontent over de rol van de media, Hellema die nog eens duidelijk maakt dat interventie steeds meer een zaak van lange adem dreigt te worden nu humanitair ingrijpen ook na het volbrengen van de eigenlijke militaire opdracht geacht wordt te worden voortgezet in de vorm van peace building-activiteiten, en tenslotte een bijdrage van de Maastrichtse hoogleraar Grünfeld over conflictpreventie en soevereiniteit. Al met al bevat deze lezenswaardige en doorwrochte bundel veel wetenswaardige informatie en verschaft zij een aanvullend en verdiepend inzicht ten aanzien van tal van aspecten van dit zo actuele onderwerp.

Hans Meijer

J. D. Goodfriend, ed., Revisiting New Netherland. Perspectives on early Dutch America (The Atlantic World. Europe, Africa and the America’s, 1500-1830 IV; Leiden, Boston: Brill, 2005, xiii + 345 blz.,b 125,-, ISBN 90 04 14507 9).

Nieuw-Nederland is een klassiek slachtoffer van het gegeven dat de geschiedenis geschreven wordt door de overwinnaars. Na de Engelse overmeestering van Nieuw-Amsterdam in 1664 is haar bestaan gereduceerd tot een voortraject voor de Amerikaanse geschiedenis. De medewerkers aan deze bundel willen daarin verandering brengen door met sprankelende bijdragen mythes te ontmaskeren en spannend nieuw onderzoek te propageren. De strategie van de vroege negentiende eeuw om het historische onrecht ongedaan te maken door luid de lof te bezingen van de vroede voorvaderen uit de koloniale tijd, kreeg buiten de eigen kring weinig gehoor. Het multiculturele klimaat in het huidige Amerika is gunstiger voor een hernieuwde poging tot herwaardering van het Nederlandse erfgoed, zeker als dat door doorwrochte studies, zoals in deze bundel zijn verzameld, wordt gedaan. Ondanks de rechtvaardiging van deze collectie, gaat het de auteurs er niet om het ene nationale erfgoed te vervangen door een ander, maar om het transnationale element van die periode aan te tonen. Aangezien de historiografie in het verleden een krachtig instrument is geweest, heeft deze nieuwe strategie een goede kans van slagen. Het gevaar bestaat om de miskenning van Nieuw-Nederland te overdrijven. De bronnen van Washington Irving die het prototype van de lachwekkende

Knickerboc-RECENSIES

(3)

Deze bevinding nu dat humanitaire gronden hoofdzakelijk gelegenheidsargumenten vorm(d)en, kan, zij het met tal van nuances en kanttekeningen, worden gehandhaafd ook na het lezen van de vier mooie case studies over respectievelijk de Britse houding jegens de situatie op de Balkan in de negentiende eeuw, het humanitair ingrijpen van Nederland in Lombok eind negentiende eeuw, en meer recentelijk de interventies in Oost-Timor en Kosovo eind vorige eeuw. Deze artikelen vormen het derde deel van de bundel en zij onderstrepen nog eens dat geen enkel land bereid is soldaten te laten sneuvelen alleen om levens van niet-landgenoten te redden. Dan moet er veel meer op het spel staan. De Amerikaanse interventie in Somalië— helaas niet nader behandeld — heeft dit nog eens overduidelijk aangetoond. In het middelste deel van het boek tenslotte worden nog enkele actuele kwesties uitgewerkt. Een mooie bijdrage van de juristen Baehr en Flinterman over de huidige stand van zaken met betrekking tot humanitaire interventie, een tot nadenken stemmend artikel van Malcontent over de rol van de media, Hellema die nog eens duidelijk maakt dat interventie steeds meer een zaak van lange adem dreigt te worden nu humanitair ingrijpen ook na het volbrengen van de eigenlijke militaire opdracht geacht wordt te worden voortgezet in de vorm van peace building-activiteiten, en tenslotte een bijdrage van de Maastrichtse hoogleraar Grünfeld over conflictpreventie en soevereiniteit. Al met al bevat deze lezenswaardige en doorwrochte bundel veel wetenswaardige informatie en verschaft zij een aanvullend en verdiepend inzicht ten aanzien van tal van aspecten van dit zo actuele onderwerp.

Hans Meijer

J. D. Goodfriend, ed., Revisiting New Netherland. Perspectives on early Dutch America (The Atlantic World. Europe, Africa and the America’s, 1500-1830 IV; Leiden, Boston: Brill, 2005, xiii + 345 blz.,b 125,-, ISBN 90 04 14507 9).

Nieuw-Nederland is een klassiek slachtoffer van het gegeven dat de geschiedenis geschreven wordt door de overwinnaars. Na de Engelse overmeestering van Nieuw-Amsterdam in 1664 is haar bestaan gereduceerd tot een voortraject voor de Amerikaanse geschiedenis. De medewerkers aan deze bundel willen daarin verandering brengen door met sprankelende bijdragen mythes te ontmaskeren en spannend nieuw onderzoek te propageren. De strategie van de vroege negentiende eeuw om het historische onrecht ongedaan te maken door luid de lof te bezingen van de vroede voorvaderen uit de koloniale tijd, kreeg buiten de eigen kring weinig gehoor. Het multiculturele klimaat in het huidige Amerika is gunstiger voor een hernieuwde poging tot herwaardering van het Nederlandse erfgoed, zeker als dat door doorwrochte studies, zoals in deze bundel zijn verzameld, wordt gedaan. Ondanks de rechtvaardiging van deze collectie, gaat het de auteurs er niet om het ene nationale erfgoed te vervangen door een ander, maar om het transnationale element van die periode aan te tonen. Aangezien de historiografie in het verleden een krachtig instrument is geweest, heeft deze nieuwe strategie een goede kans van slagen. Het gevaar bestaat om de miskenning van Nieuw-Nederland te overdrijven. De bronnen van Washington Irving die het prototype van de lachwekkende

Knickerboc-RECENSIES

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als langharige ex-Maagdenhuisbezetter kwam hij in 1972 niet in aanmerking voor een vakan- tiebaantje, negen jaar later wel voor de functie van algemeen geestelijk verzorger binnen de

Urgente mensenrechten zijn dus niet universeel geldig omdat alle mensen deze rechten bezitten, ongeacht de staat waarin zij leven, maar omdat libe- rale en fatsoenlijke volken

Het is moeilijk na te gaan in hoe verre hulp direct door militanten is toe- Nederlandse militaire hulpverlening in een opvangkamp voor Rwandese vluchtelingen in Goma in het kader

Cependant, le début de l’année 2006 a connu une augmentation significative de mouvements de populations dans la partie orientale du pays en raison des opérations militaires des

¾ Après un week-end électoral paisible, une attaque de la part de présumés FDLR a été enregistrée dans la nuit du 31 juillet au 1er août 2006 dans la localité de Cisaza,

Le 5 janvier, suite aux rumeurs faisant état d’une prochaine entrée à Fizi du groupe Mayi-Mayi Yakutumba pour se venger des FARDC, les déplacements se sont accentués vers

Le but de la mission était de vérifier les informations faisant état de la présence des déplacés pygmées installés dans la Presqu’île de Bulenga depuis Octobre 2008, et qui

• Alerte : Dans un communiqué, le HCR tire la sonnette d’alarme sur la pénurie très prochaine de bois de chauffe pour les déplacés.. En effet, WWF dispose encore de fonds