• No results found

VerslagBekkerDJApublicatiecriteriadl1.pdf — Language Shared

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VerslagBekkerDJApublicatiecriteriadl1.pdf — Language Shared"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Codering Verslag (v4)

Aan de leden van De Jonge Akademie (DJA) werd medio juni 2009 verzocht hun vijf beste en/of mooiste publicaties op te geven en te beargumenteren waarom deze selectie van artikelen was gekozen. Uit circa 30 reacties van de 40 leden van De Jonge Akademie zijn de toelichtingen bestudeerd en gecategoriseerd.

Het categoriseren van de data is volbracht in een drie-staps coderingsproces. In de eerste stap, zijn alle relevante punten van de toelichtingen gecodeerd. In de tweede stap zijn deze coderingen samengebracht tot 26 bovenliggende categorieën en in de laatste stap zijn deze categorieën onderverdeeld in 5 bovenliggende dimensies, te weten: wetenschappelijk impact, kwaliteit, innovatie, maatschappelijke relevantie en persoonlijke ontwikkeling. De genoemde dimensies die ontleend zijn aan de toelichting op de publicaties variëren in de mate van professionele en persoonlijke kwaliteiten (zie Figuur 1). In het vervolg van dit verslag zullen de vijf dimensies meer in detail worden beschreven, waarbij eerst de dimensies met meer professionele kwaliteiten en vervolgens de dimensies met meer persoonlijke kwaliteiten zullen worden besproken.

De eerste dimensie, wetenschappelijke impact, heeft betrekking op het

wetenschappelijke succes en de kwaliteit van de publicatie en het daaruit volgende succes als wetenschapper. Allereerst is het van belang dat een artikel in een hoogwaardig tijdschrift (4) wordt gepubliceerd, dat gerenommeerd en peer-reviewed is en een hoge impact factor

oplevert. Deze kenmerken lijken onlosmakelijk verbonden met de door de DJA-er toegekende kwaliteit van het gepubliceerde artikel.

“ zeer hoog aangeschreven wetenschappelijke uitgever […], die alleen publiceert na een uitvoerige reviewprocedure.” (respondent 2)

Naast het tijdschrift waarin gepubliceerd wordt is het aantal citaties (5) dat een publicatie krijgt belangrijk, omdat dit de impact (14a) in het onderzoeksveld laat zien. Als er naar een publicatie veelvuldig is verwezen, kan deze publicatie een standaardwerk (6) worden. De publicatie heeft dan een basis gelegd voor het onderzoeksveld.

“ […] veel geciteerd, inmiddels een standaardreferentie in publicaties […]” (respondent 5)

Een publicatie met veel impact zorgt voor naamsbekendheid (16) van de onderzoeker. Die naamsbekendheid wordt verder versterkt doordat onderzoekers worden uitgenodigd om te spreken op (buitenlandse) expertbijeenkomsten.

“[…] het is een pionierend artikel, dat mij inmiddels de nodige uitnodigingen voor

expertbijeenkomsten in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk heeft opgeleverd […]” (respondent 13)

Niet alle publicaties en ideeën worden echter in één keer geaccepteerd door tijdschriften en collega onderzoekers. Vooral bij innovatieve ideeën duurt het soms lang voordat de publicatie impact op het onderzoeksveld heeft. Als men in staat is collega-wetenschappers te overtuigen en daarmee erkenning krijgt voor het onderzoek wordt dat gezien als een professionele overwinning (12a).

“We denken nog te vaak dat studies die niet succesvol zijn niet kunnen publiceren. Dit is een mooi voorbeeld dat het wel gelukt is en dat de analyse waarin we aan hebben kunnen geven waarom het zo moeilijk was toch zeer aantrekkelijk bleek te zijn voor de wetenschappelijke gemeenschap.” (respondent 6)

(2)

2 De tweede dimensie, kwaliteit, heeft eveneens betrekking op de professionele waarde van een publicatie. Veel respondenten omschrijven hun vijf beste en/of mooiste publicaties als

kwalitatief hoogstaand (19) met betrekking tot theorie, methoden, analysetechnieken, experimenten en metingen. Daarnaast wordt aangegeven dat een goede schrijfstijl en het wetenschappelijk belang van het onderzoek indicatoren van kwaliteit zijn. Kwaliteit hangt deels samen met actualiteit (26), dat wil zeggen dat de idee en/of het onderwerp van het artikel actueel en relevant blijft. Verder noemen DJA-ers mooie resultaten (10) als een professionele kwaliteit van een publicatie. Mooie resultaten kunnen omschreven worden als uitgekomen verwachtingen en verbeterde resultaten van eerder (eigen) onderzoek.

“Dit artikel is een fikse verbetering van de resultaten van mijn eigen promotieonderzoek, ik ben er blij mee dat ik zelf bij de verbetering betrokken geweest ben.” (respondent16)

De kwaliteit van een artikel kan daarnaast resulteren in een professionele ontwikkeling (22a) van de onderzoeker. Een publicatie kan bijvoorbeeld het fundament leggen voor een Veni of Vidi beurs. Daarnaast kan de carrière positief beïnvloed worden door het aanbod van een nieuwe baan.

Behalve de kwaliteiten van eigen onderzoek wordt er in publicaties tevens kritiek geleverd op methoden, theorieën of op de gehele publicatie van andere onderzoekers. Dat kan vervolgens weer leiden tot kritiek van andere onderzoekers op de eigen publicaties. Kritieken (25) worden niet altijd open ontvangen en voornamelijk innovatieve ideeën kunnen kritiek opleveren.

“De gemaakte analyse en de aangedragen oplossingen werden door sommigen (vooral de wat oudere wetenschappers) zwaar bestreden, maar door anderen juist enthousiast omarmd”

Echter, als de onderzoeker er in slaagt de kritiek en ideeën geaccepteerd te krijgen getuigt dit van de professionele kwaliteiten van de onderzoeker en zijn of haar ideeën, wat wederom invloed kan hebben op het verloop van de wetenschappelijke carrière.

De derde dimensie, innovatie, heeft niet alleen betrekking op professionele, maar ook op persoonlijke kwaliteiten. Vernieuwende ideeën, methoden en technieken kunnen leiden tot een doorbraak, een nieuwe standaard en naamsbekendheid. Echter, de ideeën moeten eerst geaccepteerd worden door collega wetenschappers, reviewers en uitgevers. Innovatie lijkt daarom in eerste instantie niet de meest strategische keuze voor de carrière van de

onderzoeker.

“Ik heb de indruk dat veel reviewers gaan steigeren bij iets geks/nieuws/interdisciplinairs.” (respondent 30)

Innovatie en vindingrijkheid (3) ontstaan onder andere uit interdisciplinaire (9) benaderingen. Te denken valt aan het aandragen van ideeën die buiten het eigen onderzoeksveld bruikbaar kunnen zijn. Maar ook het implementeren van theorieën en methoden van buiten het

onderzoeksveld in het eigen onderzoek en een brede aanpak waarbij meerdere subvelden worden betrokken (dit kan tevens een koppeling zijn tussen wetenschap en

toepassingspraktijk) vallen hieronder. In eerste instantie is een dergelijke interdisciplinaire benadering, om eerder genoemde redenen, niet de meest strategische benadering. Ze komt in de regel voort uit een persoonlijke drijfsfeer. De keuze voor een interdisciplinaire publicatie kan dan ook beschouwd worden als een persoonlijke kwaliteit van de onderzoeker. Als de benadering later wordt geaccepteerd door andere onderzoekers, reviewers en uitgevers, dan verschuift de kwaliteit van persoonlijk naar professioneel.

Innovatie en vindingrijkheid kan, zoals eerder beschreven, weerstand ontvangen van collega wetenschappers, reviewers en uitgevers. Dit is voornamelijk het geval als het

(3)

3 onorthodoxe of controversiële (23) publicaties betreft. Hoewel dit op de lange termijn bij acceptatie van de ideeën gunstig voor de wetenschappelijke carrière kan zijn, is het aanvankelijk vooral een risico.

“Tijdens de conferentie waar ik dit presenteerde, werd dit voorstel mij niet in dank afgenomen, […], maar het heeft wel tot verfrissende discussies geleid.” (respondent 4)

Publicaties die voortkomen uit de samenwerking (15) met collega-wetenschappers van andere disciplines, worden gezien als een persoonlijke en een professionele kwaliteit. Allereerst draagt een prettige samenwerking met collega wetenschappers uit nabijgelegen

onderzoeksvelden bij aan de persoonlijke ontwikkeling van de onderzoeker. Daarnaast heeft de samenwerking een positieve invloed op de vaardigheden, het netwerk en de

naamsbekendheid van de onderzoeker. Dit is zeker het geval als er sprake is van samenwerking met (internationaal) gezaghebbende auteurs.

“Voor het eerst een, wat mij betreft, echte theoretische publicatie (ik ben zelf een experimentator) en dan nog wel samen met twee hele goede theoreten.” (respondent 9).

De vierde dimensie, de maatschappelijke relevantie van publicaties, hangt vooral samen met persoonlijke kwaliteiten. Allereerst ligt het belang van deze publicaties of aspecten van de publicaties niet in de eerste plaats op de wetenschappelijke betekenis (21). Zo kan er gedacht worden aan vakpublicaties, publicaties waarvan het publicatieproces een lange tijd in beslag heeft genomen (onproductief), publicaties die zijn opgenomen in een „eenvoudig‟

wetenschappelijk tijdschrift, publicaties met een lage impact en ongepubliceerde publicaties. Ook kan er sprake zijn van een lage productie, omdat er veel tijd is besteed aan data

verzamelen. Het betreft ook publicaties waar meer aandacht is besteed aan de vorm, aan grappige passages of aan een lossere schrijfstijl. Dit alles betekent echter niet dat de publicatie minder kwaliteit wordt toegekend, maar wel dat het wetenschappelijke belang minder groot is.

“dat leidde tot een boek dat ik zelf tot een van mijn beste reken. Hoewel het in juridisch Nederland vrijwel geheel onopgemerkt is gebleven.” (respondent 13)

Bij sommige publicaties wordt bewust gewerkt aan een grote toegankelijk (18), om zodoende een idee uit te dragen naar een breder publiek. Dit type publicaties heeft echter minder relevantie voor de wetenschappelijke carrière en wordt daarom vooral gezien als een persoonlijke kwaliteit.

“Gepopulariseerde versie van mijn dissertatie, mooi vormgegeven en met zeer fraaie illustraties. Beste poging tot nu toe een groot publiek te bereiken.” (respondent 3)

De vertaling van wetenschappelijk kennis naar de praktijk is van belang op gebieden als beleid, recht en medische zorg. Publicaties die een breed publieksbereik hebben, kunnen dan ook een grote maatschappelijk impact (14b) hebben, zonder een vergelijkbaar

wetenschappelijk effect. Voor de wetenschappelijke carrière zijn deze publicaties dan ook minder van belang..

De vijfde dimensie, persoonlijke ontwikkeling, is een verwijzing naar de persoonlijke ontwikkeling (22b) die wordt doorgemaakt bij het werken aan onderzoek en publicaties. Deze ontwikkeling komt voort uit werklocaties, verdieping in nieuwe onderzoeksvelden, nieuwe inzichten, persoonlijke betrokkenheid, het participeren in expedities, het plezier, en de fascinatie voor het onderzoek en het onderwerp.

(4)

4 Eén van de publicaties die volgens de respondenten bijdraagt aan de persoonlijke

ontwikkeling is het proefschrift. Hoewel een proefschrift (1) een belangrijke invloed op het vervolg van de carrière heeft, wordt het, net als het doorlopen van het promotietraject, eerder omschreven als een persoonlijke verdienste, omdat het een bevestiging is van het feit dat de onderzoeker nu in staat is zelfstandig onderzoek te doen.

“Het bewijs dat je zelfstandig onderzoek kan doen” (respondent 23)

Ook de oratie wordt als zo‟n persoonlijke markering gezien. Een proefschrift, maar ook andere projecten, vergen soms veel van een onderzoeker. Sommige publicaties verlopen relatief moeizaam omdat het project ingewikkeld is, omdat andere onderzoekers hem of haar al zonder succes zijn voorgegaan, omdat er veel kritiek is, of omdat het project zeer

arbeidsintensief is. Het doorzettingsvermogen om een dergelijke publicatie te voltooien wordt derhalve gezien als een persoonlijke overwinning (12b).

“Ik werd verguisd in kringen die deze technologie aanhingen, maar kreeg wel op alle punten gelijk.” (respondent 22)

“Nog nooit zoveel frustratie gehad om het ongelijk van het volledige werkveld te bewijzen. Maar uiteindelijk toch gelukt.” (respondent 8)

De onderzoekers begeleiden (13) naast hun eigen onderzoek ook promovendi. Dit heeft verschillende voordelen, zoals het co-auteurschap bij de publicaties van hun promovendi. Dit is overigens niet bij alle disciplines het geval. Publiceren als co-auteur heeft als voordeel dat er meer publicaties op je naam staan en daarmee groeit de professionele kwaliteit. Echter, uit de beschrijvingen van de respondenten blijkt dat de begeleiding van de promovendus vooral gezien wordt als een persoonlijke kwaliteit. De eerste publicatie van de (eerste) promovendus, of de eerste keer dat de promovendus eerste auteur was, wordt gezien als een belangrijk moment voor de respondent. Het onderstreept vooral de vaardigheden als begeleider.

“Het eerste geaccepteerde artikel van mijn eerste promovendus, ik ben er heel erg trots op.” (respondent 16)

De respondent ervaart niet alleen gevoelens van trots bij de publicaties van zijn of haar promovendi, maar tevens voor de eigen (mooiste en/of beste) publicaties. De trots en tevredenheid (17) over het proces en de erkenning van de publicaties, kunnen worden

verbonden met persoonlijke kwaliteit. Respondenten zijn er ook trots als ze gevraagd worden voor het schrijven van een bepaalde publicatie, het bijwonen van een expertbijeenkomst of het presenteren op een congres. Zij geven tevens aan tevreden te zijn over de kwaliteit van het werk en benadrukken het plezier waarmee er gewerkt is.

“Dit was mijn eerste artikel. Anders dan je dikwijls hoort, lees ik dit stuk nog steeds met plezier en instemming: […]” (respondent 11)

Trots zijn onderzoekers ook als publicaties worden genoemd in een tijdschrift waarvan de respondent zelf (co-)editor of (mede-)redacteur (20) zijn. De functie komt voort uit professionele kwaliteit, maar wordt ook beschouwd als een persoonlijke groei

“De eerste auteur is mijn eerste aio. Een van de drie datasets heb ik zelf nog verzameld bij mijn eigen promotieonderzoek maar kreeg ik niet gepubliceerd omdat men de trends niet geloofde. Ondanks de miljoenen euro‟s die het kost heb ik dus uiteindelijk vervolgonderzoek kunnen doen, waarin dan mijn gelijk ook nog eens werd bevestigd. Bovendien is dit een heel goed journal in mijn vakgebied met een ander publiek dan het bovenstaande (ik ben van dit blad ook Associate Editor).” (respondent 30)

(5)

5 Naast de vijf dimensies zijn er nog twee categorieën die niet ondergebracht zijn in één van de dimensies. De eerste categorie gaat over de eerste keer dat iets wordt gedaan of bereikt, wat voornamelijk een belangrijke stap is in de wetenschappelijke carrière. Zo noemen DJA-ers hun eerste artikel, de eerste keer al eerste auteurs en de eerste publicatie uit de eigen onderzoeksgroep. De eerste publicatie in een voor de auteur nieuw onderzoeksveld en het voor de eerste keer genereren van data uit eigen laboratorium zijn andere belangrijke momenten. De tweede categorie betreft het schrijven van een overzichts artikel die een belangrijk overzicht voor het onderzoeksveld geeft. Omdat een overzichtsartikel herhaald wat in eerder onderzoek werd gevonden en het weinig nieuwe inzichten biedt is het niet zeer belangrijk voor de wetenschappelijke carrière. De respondenten geven aan dat een

overzichtsartikel dan ook voornamelijk een persoonlijke kwaliteit heeft, maar dat een goed artikel wel kan resulteren in meer naamsbekendheid.

“Ik heb hard moeten knokken om steun te krijgen bij het schrijven ervan en vervolgens om het te publiceren. Nu is het een artikel waar veel aan gerefereerd wordt[…]” (respondent 1)

Samenvattend, werd door de respondenten beschreven op welke criteria zij hun vijf beste en/of mooiste publicaties hadden uitgezocht. Deze criteria balanceerden tussen professionele en persoonlijke criteria die zijn onder te brengen in vijf dimensies: wetenschappelijk impact, kwaliteit, innovatie, maatschappelijke relevantie en

persoonlijke ontwikkeling. Niet iedere dimensie lijkt uitsluitend bijgedragen te hebben aan de wetenschappelijke carrière van de onderzoekers. Ze hebben ook vaak betrekking op de vorming en ontwikkeling van de onderzoeker als wetenschapper en persoon.

(6)

1

13

23

15

9

21

18

14

b

22

b

12

b

B

17

20

5

4

12

a

14

a

2

3

11

16

6

10

19

26

22

a

25

Figuur 1. Resultaat van categoriseringstappen 2 (blauw) en 3 (oranje).

1 2 3 4 5

Maatschappelijke relevantie

Persoonlijke ontwikkeling

Wetenschappelijke impact

Innovatie

Kwaliteit

(7)

Wetenschappelijke impact - Gedegen tijdschrift (4) - Citaties (5)

- Standaard werk (6) - Naamsbekendheid (16)

- Professionele overwinning (12a) - Wetenschappelijke impact(14a) Kwaliteit

- Kwaliteit (19) - Actualiteit (26) - Mooie resultaten (10)

- Professionele ontwikkeling (22a) - Kritieken (25) Innovatie - Innovatie en vindingrijkheid (3) - Interdisciplinariteit (9) - Samenwerking (15) - Onorthodox (23) Maatschappelijke relevantie

- Wetenschappelijk minder relevant (21) - Toegankelijk (18) - Maatschappelijke impact (14b) Persoonlijke ontwikkeling - Proefschrift (1) - Editor (20) - Begeleiding (13) - Trots en tevredenheid (17) - Persoonlijke overwinning (12b) - Persoonlijke ontwikkeling (22b) Zonder dimensie - Eerste maal (2) - Review (11)

Afbeelding

Figuur 1. Resultaat van categoriseringstappen 2 (blauw) en 3 (oranje).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Helaas wijzen de astronomische waarnemingen aan ons eigen universum nog niet direct naar dit voorstel – maar omgekeerd: we hebben óók geen bewijs voor het feit dat het heelal zich

De nieuwe kaart is gemaakt door het combineren van 256 uur aan waarnemingen van de noordelijke hemel. De onderzoekers hebben supercomputers met nieuwe algoritmen ingezet die het

Het zakken gaat geleidelijk, dus zelfs aan het eind van de barrière zal de golffunctie nog niet helemaal naar nul gezakt zijn, en er is dus een kans dat ons deeltje aan de andere kant

De astronomen vermoeden dat de hete vlek met warm, fijn stof een wervelwind in de schijf is waaruit een planeet kan worden gevormd.. Ze kunnen hun vermoeden onderbouwen

Het was dus zeer verrassend toen Kaluza de wetten van relativiteitstheorie in vijf dimensies projecteerde naar onze vierdimensionale ruimtetijd, en daarbij niet alleen de

Verder zijn nu van alle 330.000 sterren die zich binnen 325 lichtjaar van de aarde bevinden veel meer gegevens bekend en kunnen sterrenkundigen voor het eerst goed vanaf de aarde

Gelukkig beïnvloeden de baby universa, als ze bestaan, ons heelal precies zo dat de constanten de juiste waarden hebben om als mensen erin te kunnen leven. Meer lezen over

Mede-onderzoeker Kenzie Nimmo (ASTRON en Universiteit van Amsterdam) zegt daarover: “De flitsen leken sterk op de fast radio bursts die we vanuit het verre heelal kennen.. Die van