• No results found

The tissue factor pathway in pneumonia - Addendum

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "The tissue factor pathway in pneumonia - Addendum"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

The tissue factor pathway in pneumonia

van den Boogaard, F.E.

Publication date

2015

Document Version

Final published version

Link to publication

Citation for published version (APA):

van den Boogaard, F. E. (2015). The tissue factor pathway in pneumonia.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)
(3)
(4)
(5)

S

SAMENVATTING

Infectieziekten zijn een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit wereldwijd. Met name de long heeft continu het risico om geïnfecteerd te raken door binnendrin-gende micro-organismen, aangezien dit orgaan direct is blootgesteld aan de omgeving. Community-acquired pneumonie (CAP) is een over de hele wereld veel voorkomende ziekte met Streptococcus (S.) pneumoniae, de pneumokok, als de meest frequent geïso-leerde ziekteverwekker. Aangezien de mortaliteit cijfers de laatste jaren zijn gestag-neerd, is het vergroten van onze huidige kennis over het aangeboren immuunsysteem essentieel in de queeste naar het ontwikkelen van additionele behandelingsopties en het verbeteren van de algehele uitkomst van longontsteking.

Activatie van het stollingssysteem is een kenmerk van de afweerrespons tijdens een infectie en kan worden beschouwd als een poging om binnendringende pathogenen en de daaropvolgende ontstekingsrespons in te perken. Daarnaast is het in toenemende mate duidelijk geworden dat onderdelen van het stollingssysteem de ontsteking kun-nen beïnvloeden, omgekeerd een adequate gastheer reactie tegen ziekteverwekkers faciliterend. Echter, een buitensporige ontstekingsreactie met collaterale weefselschade is schadelijk voor de gastheer. In dat geval zal de stollingsreactie zelf bijdragen aan de ziekte. Hoofdstuk 1 is een algemene introductie die de stolling geïnitieerd door de Tis-sue Factor (TF) pathway en bloedplaatjes beschrijft onder fysiologische omstandigheden en gedurende longinfectie, alsook de rol van Protease-Activated Receptor (PAR)2 in de samenspraak tussen stolling en inflammatie. In dit proefschrift gebruiken we knaagdier modellen om de rol van stolling gedurende longinfectie te bestuderen, met een speciaal focus op de TF pathway en PAR2-signalering in pneumokokken pneumonie.

In Deel I van dit proefschrift hebben we de rol van TF-geïnduceerde stolling tijdens longontsteking geëvalueerd. In hoofdstuk 2 bestudeerden we de rol van endogeen TF in de afweer van de gastheer tijdens pneumokokken pneumonie. Muizen die ca. 1% van de normale TF levels tot expressie brengen werden intranasaal geïnfecteerd met S.

pneumoniae. Infectie-geïnduceerde stolling was gedempt in deze “low TF” muizen in de

vroege en late fase van infectie. Tussen deze fases in was de verminderde stolling in low TF muizen verdwenen, en dit ging samen met een tijdelijke pro-inflammatoire respons in de longen. Low TF muizen hadden geen veranderde bacteriële uitgroei in de loop van longontsteking. Wij concluderen dat verminderde TF levels gedurende pneumokok-ken pneumonie samengaat met verminderde infectie-geïnduceerde stolling met een beperkte impact op long inflammatie of antibacteriële afweer. Vice versa, in hoofdstuk

3, werd de rol van de endogene TF pathway inhibitor (TFPI), tijdens pneumokokken

pneumonie bestudeerd in muizen die behandeld werden met een neutraliserend anti-TFPI antilichaam, en in genetisch gemodificeerde muizen met lage (low) anti-TFPI expressie.

(6)

In de loop van de longontsteking verminderde de TFPI activiteit. Hoewel TFPI activiteit in muizen tot ca. 50% was gereduceerd door anti-TFPI antilichamen en tot ca. 10% in low TFPI muizen, toonden geen van deze muizen een veranderde procoagulante respons in de longen of plasma tijdens de infectie. Muizen met ca. 10% (maar niet met ~50%) TFPI activiteit vertoonden tijdelijk verhoogde long cytokine en chemokine concentraties, echter long pathologie was onveranderd. TFPI levels beïnvloedden de bacteriële groei of disseminatie niet. Deze data pleiten tegen een belangrijke rol voor endogene TFPI in de procoagulante, inflammatoire en antibacteriële respons tijdens pneumokokken pneumonie.

In hoofdstuk 4 bestudeerden wij het effect van vroeg en laat geïnitieerde behan-deling met recombinant humaan (rh)-TFPI, al dan niet toegevoegd aan antibiotische therapie tijdens reeds ontwikkelde pneumokokken pneumonie. Naast het reduceren van pneumonie-geïnduceerde stolling, dempte rh-TFPI ook de inflammatoire gastheer respons, zoals blijkt uit lagere cytokine en chemokine concentraties in longen en plasma, minder neutrofiel infiltratie in longweefsel en minder eiwit lekkage in bronchoalveolaire lavage vloeistof (BALF). Voorts oefende rh-TFPI een bescheiden antibacterieel effect uit in longweefsel indien het in de late fase van infectie werd toegediend en we bevestigden een groei remmend effect van rh-TFPI op S. pneumoniae in vitro. De anti-inflammatoire en antibacteriële effecten waren niet waarneembaar in muizen die tegelijkertijd met het antibioticum ceftriaxon werden behandeld. We concluderen dat therapeutisch rh-TFPI stolling, inflammatie en groei van pneumokokken remt in zich reeds ontwikkelde pneumokokken pneumonie.

Een belangrijk nadelig effect van systemische toediening van anticoagulantia is het verhoogd risico op bloedingscomplicaties1-3. Bovendien is het concentrerend vermogen

van systemisch toegediende medicatie op plaatsen van infectie onzeker4. Om deze

mogelijke onvolkomenheden van systemische toediening van rh-TFPI te overkomen, bestudeerden wij in hoofdstuk 5 de haalbaarheid en het effect van intra-alveolaire toe-diening van rh-TFPI door verneveling in een rat model van pneumokokken pneumonie. Lokale behandeling met rh-TFPI dempte lokale stolling, terwijl systemische TFPI acti-viteit en trombine-antitrombine complex (TATc) concentraties niet werden beïnvloed. Er werd geen longbloeding geobserveerd na intra-alveolaire toediening van rh-TFPI. Verneveld rh-TFPI had geen invloed op longweefselschade of bacteriële uitgroei in long en bloed. Wij rapporteren dat verneveling met rh-TFPI anticoagulante effecten heeft die zijn beperkt tot het long compartiment zonder lokale hemorragische bijwerkingen en lijkt derhalve haalbaar en veilig tijdens rat longontsteking. Wij zetten de studie naar lokale behandeling met rh-TFPI voort in twee rat modellen van longschade, beschreven in hoofdstuk 6. Ratten werden intratracheaal geïnfecteerd met Pseudomonas

aeru-ginosa, een Gram-negatief pathogeen met directe longschade tot gevolg, of werden

(7)

S

van Gram-negatieve bacteriën, leidend tot indirecte longschade. Beide modellen zijn

geassocieerd met verhoogde pulmonale en systemische stollingsactiviteit. Verneveling met rh-TFPI had geen effect op systemische TFPI activiteit. Echter, in tegenstelling tot de observaties in hoofdstuk 5, dempte verneveling met rh-TFPI zowel pulmonale als systemische stolling in deze modellen van longschade. Verneveld rh-TFPI verminderde ook de inflammatoire respons, met mogelijk een minder krachtige procoagulante sti-mulus tot gevolg, wat de verminderde systemische stolling ondanks onveranderde systemische TFPI activiteit kan verklaren. Voorts verminderde verneveling met rh-TFPI de bacteriële groei van P. aeruginosa in het alveolaire compartiment.

Toenemend bewijs duidt op een significante rol van stolling in het versterken van inflammatie als een essentieel onderdeel van de gastheer afweer tijdens infectie. Het is duidelijk geworden dat onderdelen van het stollingssysteem kunnen signaleren via PARs. In Deel II van dit proefschrift focussen we ons op de rol van PAR2, een substraat voor proteasen afkomstig van de TF pathway, tijdens pneumokokken pneumonie. In

hoofdstuk 7 onderzochten wij de rol van PAR2 in pneumokokken pneumonie. In

mui-zen die intranasaal waren geïnfecteerd met S. pneumoniae, resulteerde de afwezigheid van PAR2 in een verbeterde afweer van de gastheer, blijkens lagere bacteriële uitgroei in de longen, grotendeels beschermde long barrière integriteit met beduidend minder disseminatie van pneumokokken, uiteindelijk resulterend in verminderde mortaliteit. Nota bene, PAR2 deficiëntie had geen invloed op bacteriële uitgroei na intraveneuze infectie. Inhibitie van de archetypische PAR2 activerende proteasen had geen invloed op bacteriële uitgroei. Voorts konden wij geen directe activatie van PAR2 door S.

pneu-moniae in vitro aantonen. Al met al tonen deze data aan dat S. pneupneu-moniae PAR2 in de

luchtwegen misbruikt om systemische disseminatie te veroorzaken. Wij bestudeerden de rol van potentiële PAR2 activerende proteasen, zoals tryptase en granzyme A verder in de volgende hoofdstukken. Hoofdstuk 8 beschrijft de rol van mestcellen, als een belangrijke bron van tryptase in de luchtwegen, in pneumokokken pneumonie. In long weefsel afkomstig van pneumonie patiënten was de aanwezigheid van tryptase positie-ve mestcellen gereduceerd. Mestcel deficiënte muizen toonden positie-verminderde bacteriële groei met minder systemische bacteriële disseminatie, minder inflammatie en een ver-lengde overleving in de eerste dagen na infectie, hoewel de overall mortaliteit niet was veranderd. Mestcel stabiliserende middelend hadden geen invloed op de antibacteriële afweer of inflammatie. Wij concluderen dat mestcellen een ongunstige rol uitoefenen in de gastheer afweer tijdens pneumokokken pneumonie middels een mechanisme dat onafhankelijk is van hun degranulatie. In hoofdstuk 9 laten we zien dat de waardes van granzyme A, een trypsineachtig protease, verhoogd zijn in BALF afkomstig van de geïnfecteerde long van CAP patiënten. Wij zagen granzyme A expressie door residente en niet-residente cellen in humaan longweefsel. Granzyme A deficiënte muizen lieten

(8)

betere overleving zien en minder bacteriële groei in BALF en organen op afstand na intranasale infectie met S. pneumoniae. Natural Killer (NK) cellen vertonen sterke gran-zyme A expressie, echter NK cel depletie had geen effect op bacteriële concentraties. Al met al tonen deze data dat granzyme A een nadelige rol speelt in de gastheer afweer tijdens pneumokokken middels een NK-cel onafhankelijk mechanisme.

Bloedplaatjes zijn belangrijke effectoren van primaire hemostase en leveren een ge-schikt oppervlak voor het activeren van stollingsfactoren. In ernstig zieke patiënten is trombocytopenie een onafhankelijke voorspeller van mortaliteit. Deel III beschrijft de rol van plaatjes in longontsteking veroorzaakt door S. pneumoniae. In hoofdstuk 10 depleteerden we muizen van bloedplaatjes met anti-muis trombocyten serum en in een andere serie van experimenten remden we plaatjes aggregatie en secundaire activatie met clopidogrel, een irreversibele inhibitor van de P2Y12 receptor voor adenosine

di-fosfaat op plaatjes. Trombocytopene muizen vertoonden een verminderde overleving tijdens pneumokokken pneumonie, geassocieerd met meer bacteriële uitgroei in longen en verhoogde systemische bacteriële disseminatie. Deze muizen vertoonden ook een verhoogde systemische activatie van stolling en cytokine concentraties. Behandeling met clopidogrel verlengde de bloedingstijd, maar had geen invloed op bacteriële uitgroei tijdens de infectie. Wij concluderen dat bloedplaatjes niet vereist zijn voor stollingsactivatie en dat zij een beschermende rol spelen onafhankelijk van hun aggregatie tijdens pneumokokken pneumonie.

ALGEMENE DISCUSSIE

Met de studies beschreven in dit proefschrift, hebben wij getracht een groter inzicht te verkrijgen in de rol van stolling op het afweersysteem tijdens pneumonie, met een speci-aal focus op de TF pathway. Verhoogde concentraties TF, FVIIa en TATc zijn aangetoond in BALF van de aangedane long van gezonde vrijwilligers die bacteriële celwand onderde-len kregen toegediend en van patiënten met pneumonie5-10. Het is algemeen aanvaard

dat TF verantwoordelijk is voor de activatie van de stollingscascade in de long tijdens pneumonie11, zoals blijkt uit remming van de stolling door inhibitie van de TF pathway

tijdens longinfectie6, 12. Tegelijkertijd lijkt TFPI geïnactiveerd te zijn door verkorting13 en

de verhoogde productie in respons op longinfectie is niet afdoende om tegenwicht te bieden aan de toegenomen TF procoagulante activiteit14-16. In overeenkomst hiermee

was de stolling verhoogd met een gelijktijdige afname van TFPI activiteit in de loop van pneumokokken pneumonie en (in)directe longschade modellen gerapporteerd in dit proefschrift. Voorts bevestigden wij de essentiële rol van TF voor de inductie van stolling in longontsteking in muizen met een lage endogene TF expressie. Opmerkelijk

(9)

S

genoeg hadden lage endogene TFPI levels geen effect op de procoagulante respons

tijdens longinfectie, wat suggereert dat ofwel lage (<10%) TFPI levels afdoende zijn om infectie-geïnduceerde stolling te verminderen, ofwel dat endogeen TFPI hierin een verwaarloosbare rol speelt. Echter, in overeenkomst met eerdere verslagen reduceerde rh-TFPI inflammatie-geïnduceerde stolling op effectieve wijze12, 17.

Uitgebreid bewijs duidt op een wederzijdse interactie tussen stolling en inflammatie. Eerdere studies die het effect van TF-geïnduceerde stolling op inflammatie evalueer-den, rapporteerden inconsistente resultaten. Vroege studies in septische bavianen behandeld met TF blokkerende middelen demonstreerden verminderde longschade met beschermde longfunctie en verbeterde uitkomst18-21. Echter, in een experimentele

humane endotoxemie setting, had rh-TFPI geen effect op inflammatie, terwijl de stolling compleet werd geremd22. In rat modellen van direct longschade verminderde inhibitie

van de TF pathway vasculaire lekkage, neutrofiel influx en cyto- en chemokine levels8, 23.

Echter, wanneer muizen werden behandeld met TF blokkerende middelen waren deze parameters niet veranderd6. In onze pneumokokken pneumonie studies vonden we

onverwacht een tijdelijk pro-inflammatoir effect in low TF muizen. Dit kan in elk ge-val gedeeltelijk worden toegeschreven aan verminderde mitogen-activated protein kinase phosphatase (MPK)-1 expressie, een belangrijke remmer van inflammatie24 en

suggereert dat onder normale omstandigheden TF-geïnduceerde inflammatie wordt gereguleerd door dit feedback mechanisme. Opvallend is dat low TFPI muizen ook een tijdelijk pro-inflammatoir effect vertoonden, onafhankelijk van de stolling gemedieerd, gezien de onveranderde stollingsreactie, wat wijst op een rol voor TFPI om de TF-ge-medieerde vroege inflammatie tijdens pneumonie af te vlakken. Echter, eerdere studies rapporteerden geen impact op longinflammatie door behandeling met TF-inhiberende middelen wanneer dit wordt gestart op het tijdstip van infectie6, 12. In contrast, in

hoofd-stuk 4 tonen we aan dat, wanneer toegediend in een klinisch relevantere situatie van zich reeds ontwikkelde CAP, rh-TFPI duidelijke anti-inflammatoire effecten uitoefent. Deze data suggereren dat inhibitie van TF-gemedieerde stolling alleen invloed heeft op inflammatie tijdens een reeds bestaande procoagulante en pro-inflammatoire respons, wat redundantie suggereert van het mechanisme dat inflammatie versterkt wanneer stollingsactivatie is geïnhibeerd voorafgaand aan infectie. Deze hypothese wordt onder-steund door de observatie dat in muizen met endotoxemie of polymicrobiële sepsis een versterking van inflammatie door stolling alleen kon worden aangetoond in de laatste fase na de schade, terwijl in de vroege fase inflammatie onafhankelijk van stolling voort-schreed25. Lokale pre-behandeling met rh-TFPI door verneveling had geen effect op

inflammatie tijdens pneumokokken pneumonie, terwijl het inflammatie verminderde in ratten met indirecte longschade ten gevolge van sepsis en pneumonie veroorzaakt door

P. aeruginosa. Het is opmerkelijk dat systemische toediening van rh−TFPI in eenzelfde

(10)

hetgeen suggereert dat lokale toediening van rh−TFPI effectiever is dan systemische behandeling in het dempen van longinflammatie in deze setting. Al met al lijkt het ef-fect van het blokkeren van de TF pathway op inflammatie afhankelijk van de plaats en timing van TF inhibitie en varieert voorts tussen infectieuze pathogenen en de gastheer species.

In experimentele Gram-negatieve infectie, ondersteunde inactivatie van TFPI door neutrofiel serine proteasen stolling tijdens systemische infectie, hiermee bijdragend aan het retineren van bacteriën in microvaten en onderdrukking van disseminatie van pathogenen13. In onze studies hadden noch low TF noch low TFPI muizen veranderde

bacteriële uitgroei of disseminatie, hetgeen pleit tegen een directe rol van de endogene TF pathway in de antimicrobiële respons tegen S. pneumoniae. Recente studies hebben antimicrobiële activiteit van C-terminale peptiden van het rh–TFPI molecuul tegen verschillende pathogenen gerapporteerd, inclusief P. aeruginosa27, 28. Wij observeerden

inderdaad antimicrobiële effecten van rh-TFPI in BALF van ratten die waren voorbe-handeld met rh-TFPI verneveling in P. aeruginosa pneumonie en eenzelfde effecten tijdens pneumokokken pneumonie in de longen van muizen met reeds ontwikkelde pneumonie na systemische administratie. Nota bene, de lagere bacteriële uitgroei kan hebben gezorgd voor een minder sterke pro-inflammatoire stimulus in de respectie-velijke dieren. Echter, er werden geen antimicrobiële effecten gezien in ratten lokaal voorbehandeld met rh-TFPI tijdens pneumokokken pneumonie. Verschillen tussen de anti-inflammatoire en antibacteriële effecten van rh-TFPI gedurende diverse modellen van longschade dragen bij aan het besef dat de afweer tegen uiteenlopende pathoge-nen, ook al veroorzaken deze allemaal (infectieuze) longschade, berusten op verschil-lende mechanismen. De respectievelijke schadelijke omstandigheden voor de long vereisen verdere optimalisatie van (verneveld) rh-TFPI om lokale anti-inflammatoire of antibacteriële effecten te bewerkstelligen.

Initiële veelbelovende preklinische resultaten van TF blokkerende middelen hebben geleid tot het uitvoeren van de OPTIMIST trial, die rh-TFPI in sepsis patiënten onder-zocht, welke geen overall verbetering in uitkomst liet zien, maar een beschermend effect van rh-TFPI suggereerde in een subgroep van CAP patiënten1. De

daaropvol-gende CAPTIVATE trial, speciaal ontworpen om het effect van rh-TFPI in ernstige CAP te onderzoeken, liet echter geen voordelig effect op uitkomst zien29. Uiteraard worden

patiënten tegelijkertijd behandeld met antibiotica en dit verklaart mogelijk deels de negatieve resultaten van deze trials. In dit opzicht is het interessant dat wij geen anti-in-flammatoire of antibacteriële effecten zagen in muizen die tegelijkertijd met ceftriaxon werden behandeld, waarschijnlijk omdat antibiotische behandeling per se de bacteriële uitgroei fors reduceert. Bovendien werden in deze trials de anticoagulantia systemisch toegediend, leidend tot verhoogde bloedingscomplicaties. Inderdaad werden in de OPTIMIST trial meer bijwerkingen met bloeding gerapporteerd in patiënten die waren

(11)

S

behandeld met rh-TFPI dan in patiënten behandeld met placebo (24% versus 19%)1, wat

mogelijk gunstige effecten heeft ondermijnd. In dit proefschrift demonstreren wij dat lokale administratie van rh-TFPI haalbaar is en verneveld rh-TFPI niet was geassocieerd met een toename van longbloedingen. Toekomstige studies moeten de effectiviteit in de praktijk evalueren.

Het is aangetoond dat Protease-activated receptors (PARs) een belangrijke rol spelen in de regulatie van inflammatie in de longen30. In het tweede gedeelte van dit proefschrift

hebben we gekeken naar de rol van PAR2, als substraat voor TF pathway afkomstige proteasen, in de afweer tijdens pneumonie. Uit onze observaties blijkt een duidelijk nadelig effect van PAR2 voor de gastheer, wat wordt veroorzaakt door verlies van de integriteit van de long barrière, met dientengevolge toegenomen disseminatie en mor-taliteit. Deze bevindingen staan in contrast met eerdere studies waarin PAR2 muizen beschermd waren tegen longschade en letaliteit door influenza A31 en in pneumonie

veroorzaakt door P. aeruginosa32 en benadrukt eens te meer de heterogeniteit van de

gastheer in de afweerreactie tegen verschillende pathogenen.

Wij hebben getracht de serine protease die verantwoordelijk zijn voor het PAR2-gemedieerde ongunstige fenotype in pneumokokken pneumonie te identificeren. Allereerst door het inhiberen van de TF pathway in zowel wild-type als PAR2 deficiënte muizen, toonden wij aan dat proteasen afkomstig van de TF pathway niet bijdragen aan het geobserveerde fenotype, wat overeenkomt met het feit dat low TF muizen niet be-schermd zijn tijdens pneumokokken pneumonie. Wij gingen verder met het evalueren van andere endogene PAR2 activerende kandidaten. Het is interessant dat zowel mest-cel deficiënte muizen, aldus de belangrijkste bron van tryptase missend, en granzyme A deficiënte muizen eenzelfde verbeterde afweer vertoonden als PAR2 deficiënte muizen. Echter, wij hebben niet dezelfde effecten kunnen verkrijgen door farmacologische inhibitie van tryptase, mestcel degranulatie en overige endogene protease remmers in dit model. Non-selectieve inhibitie van deze middelen en redundante mechanismen zijn mogelijke verklaringen voor deze observaties; echter, mestcellen en granzyme A hebben immunomodulatoire effecten die onafhankelijk van PAR2 worden gemedieerd. Tot slot hebben wij geen PAR2 activerende eigenschappen kunnen aantonen van proteasen af-komstig van S. pneumoniae in vitro. Ongetwijfeld heeft het uitvoeren van experimenten met levende pneumokokken de experimentele set-up belemmerd en meer onderzoek waarin gebruik wordt gemaakt van S. pneumoniae afkomstige proteasen zullen meer de-finitieve antwoorden kunnen geven over de mogelijkheid van de pneumokok om PAR2 op directe wijze in eigen voordeel te misbruiken om invasieve ziekte te veroorzaken. Naast TF-geïnitieerde stolling, zijn bloedplaatjes andere sleutel effectoren van een initiële snelle stollingsreactie. Trombocytopenie wordt vaak gezien in ernstig zieke

(12)

patiënten en is een onafhankelijke voorspeller van mortaliteit in patiënten op de In-tensive Care opgenomen met CAP33-35. Inderdaad demonstreren wij dat een gebrek aan

bloedplaatjes bacteriële disseminatie bevordert en resulteert in toegenomen mortali-teit. Opvallend is dat trombocytopenie veeleer is geassocieerd met toegenomen dan gereduceerde stolling, meest waarschijnlijk ten gevolge van toename van bacteriële uitgroei en een pro-inflammatoire situatie. Onze bevindingen tonen aan dat plaatjes niet vereist zijn voor infectie-geïnduceerde stolling.

CONCLUSIES

Uit onze studies gepresenteerd in dit proefschrift blijkt dat de rol van de TF pathway in de afweer tijdens pneumonie niet eenduidig is. Lage levels van endogeen TF of TFPI hadden slechts een beperkte impact op inflammatie en bacteriële uitgroei, hoewel men in gedachten moet houden dat TF- en TFPI-deficiënte muizen niet levensvatbaar zijn en dat deze muizen worden gered door een humaan transgen, hetgeen impliceert dat dit transgen essentiële levels van de betreffende eiwitten verschaft. Onze data on-dersteunen een anti-inflammatoire en antibacterieel effect van rh-TFPI in pneumonie, afhankelijk van de timing en route van toediening en de ziekteverwekker. Echter, deze effecten worden mogelijk niet zichtbaar met gelijktijdige antibiotische behandeling, wat gebruikelijk is in de klinische situatie. In het algemeen moet extrapolatie van deze experimentele resultaten naar de complexe en heterogene humane situatie met voor-zichtigheid gebeuren. Verder tonen wij aan dat S. pneumoniae PAR2 in eigen voordeel gebruikt om invasieve ziekte te veroorzaken, echter hebben wij de protease(n) ver-antwoordelijk voor PAR2 activatie in pneumonie niet kunnen identificeren. Niettemin kan deze observatie nieuwe therapeutische strategieën opleveren om de uitkomst van pneumokokken pneumonie te verbeteren.

(13)

S

REFERENTIES

1 Abraham E, Reinhart K, Opal S, Demeyer I, Doig C, Rodriguez AL, Beale R, Svoboda P, Laterre PF, Simon S, Light B, Spapen H, Stone J, Seibert A, Peckelsen C, De DC, Postier R, Pettila V, Artigas A, Percell SR, Shu V, Zwingelstein C, Tobias J, Poole L, Stolzenbach JC, Creasey AA. Efficacy and safety of tifacogin (recombinant tissue factor pathway inhibitor) in severe sepsis: a randomized controlled trial. JAMA. 2003; 290: 238-47.

2 Bernard GR, Ely EW, Wright TJ, Fraiz J, Stasek JE, Jr., Russell JA, Mayers I, Rosenfeld BA, Morris PE, Yan SB, Helterbrand JD. Safety and dose relationship of recombinant human activated protein C for coagulopathy in severe sepsis. Crit Care Med. 2001; 29: 2051-9.

3 Warren BL, Eid A, Singer P, Pillay SS, Carl P, Novak I, Chalupa P, Atherstone A, Penzes I, Kubler A, Knaub S, Keinecke HO, Heinrichs H, Schindel F, Juers M, Bone RC, Opal SM. Caring for the critically ill patient. High-dose antithrombin III in severe sepsis: a randomized controlled trial. JAMA. 2001; 286: 1869-78.

4 Honeybourne D. Antibiotic penetration in the respiratory tract and implications for the selection of antimicrobial therapy. Curr Opin Pulm Med. 1997; 3: 170-4.

5 Gunther A, Mosavi P, Heinemann S, Ruppert C, Muth H, Markart P, Grimminger F, Walmrath D, Temmesfeld-Wollbruck B, Seeger W. Alveolar fibrin formation caused by enhanced procoagulant and depressed fibrinolytic capacities in severe pneumonia. Comparison with the acute respira-tory distress syndrome. Am J Respir Crit Care Med. 2000; 161: 454-62.

6 Rijneveld AW, Weijer S, Bresser P, Florquin S, Vlasuk GP, Rote WE, Spek CA, Reitsma PH, van der Zee JS, Levi M, van der Poll T. Local activation of the tissue factor-factor VIIa pathway in patients with pneumonia and the effect of inhibition of this pathway in murine pneumococcal pneumonia. Crit Care Med. 2006; 34: 1725-30.

7 Choi G, Schultz MJ, van Till JW, Bresser P, van der Zee JS, Boermeester MA, Levi M, van der Poll T. Disturbed alveolar fibrin turnover during pneumonia is restricted to the site of infection. Eur Respir J. 2004; 24: 786-9.

8 Enkhbaatar P, Okajima K, Murakami K, Uchiba M, Okabe H, Okabe K, Yamaguchi Y. Recombinant tissue factor pathway inhibitor reduces lipopolysaccharide-induced pulmonary vascular injury by inhibiting leukocyte activation. Am J Respir Crit Care Med. 2000; 162: 1752-9.

9 Hoogerwerf JJ, de Vos AF, Levi M, Bresser P, van der Zee JS, Draing C, von Aulock S, van der Poll T. Activation of coagulation and inhibition of fibrinolysis in the human lung on bronchial instillation of lipoteichoic acid and lipopolysaccharide. Crit Care Med. 2009; 37: 619-25.

10 Schultz MJ, Millo J, Levi M, Hack CE, Weverling GJ, Garrard CS, van der Poll T. Local activation of coagulation and inhibition of fibrinolysis in the lung during ventilator associated pneumonia. Thorax. 2004; 59: 130-5.

11 van der Poll T. Tissue factor as an initiator of coagulation and inflammation in the lung. Crit Care. 2008; 12 Suppl 6: S3.

12 Choi G, Hofstra JJ, Roelofs JJ, Rijneveld AW, Bresser P, van der Zee JS, Florquin S, van der Poll T, Levi M, Schultz MJ. Antithrombin inhibits bronchoalveolar activation of coagulation and limits lung injury during Streptococcus pneumoniae pneumonia in rats. Crit Care Med. 2008; 36: 204-10. 13 Massberg S, Grahl L, von Bruehl ML, Manukyan D, Pfeiler S, Goosmann C, Brinkmann V, Lorenz

(14)

Reinhardt C, Spannagl M, Preissner KT, Engelmann B. Reciprocal coupling of coagulation and innate immunity via neutrophil serine proteases. Nat Med. 2010; 16: 887-96.

14 Bastarache JA, Wang L, Wang Z, Albertine KH, Matthay MA, Ware LB. Intra-alveolar tissue factor pathway inhibitor is not sufficient to block tissue factor procoagulant activity. Am J Physiol Lung Cell Mol Physiol. 2008; 294: L874-L81.

15 de Moerloose P, De Benedetti E, Nicod L, Vifian C, Reber G. Procoagulant activity in bronchoal-veolar fluids: no relationship with tissue factor pathway inhibitor activity. Thromb Res. 1992; 65: 507-18.

16 El Solh AA, Choi G, Schultz MJ, Pineda LA, Mankowski C. Clinical and hemostatic responses to treatment in ventilator-associated pneumonia: role of bacterial pathogens. Crit Care Med. 2007; 35: 490-6.

17 de Jonge E, Dekkers PE, Creasey AA, Hack CE, Paulson SK, Karim A, Kesecioglu J, Levi M, van De-venter SJ, van der Poll T. Tissue factor pathway inhibitor dose-dependently inhibits coagulation activation without influencing the fibrinolytic and cytokine response during human endotox-emia. Blood. 2000; 95: 1124-9.

18 Carr C, Bild GS, Chang AC, Peer GT, Palmier MO, Frazier RB, Gustafson ME, Wun TC, Creasey AA, Hinshaw LB. Recombinant E. coli-derived tissue factor pathway inhibitor reduces coagulopathic and lethal effects in the baboon gram-negative model of septic shock. Circ Shock. 1994; 44: 126-37.

19 Creasey AA, Chang AC, Feigen L, Wun TC, Taylor FB, Jr., Hinshaw LB. Tissue factor pathway inhibi-tor reduces mortality from Escherichia coli septic shock. J Clin Invest. 1993; 91: 2850-60.

20 Taylor FB, Jr., Chang A, Ruf W, Morrissey JH, Hinshaw L, Catlett R, Blick K, Edgington TS. Lethal E. coli septic shock is prevented by blocking tissue factor with monoclonal antibody. Circ Shock. 1991; 33: 127-34.

21 Welty-Wolf KE, Carraway MS, Miller DL, Ortel TL, Ezban M, Ghio AJ, Idell S, Piantadosi CA. Coagula-tion blockade prevents sepsis-induced respiratory and renal failure in baboons. Am J Respir Crit Care Med. 2001; 164: 1988-96.

22 de Jonge E, Dekkers PE, Creasey AA, Hack CE, Paulson SK, Karim A, Kesecioglu J, Levi M, van Deventer SJ, van der Poll T. Tissue factor pathway inhibitor does not influence inflammatory pathways during human endotoxemia. J Infect Dis. 2001; 183: 1815-8.

23 Miller DL, Welty-Wolf K, Carraway MS, Ezban M, Ghio A, Suliman H, Piantadosi CA. Extrinsic coagu-lation blockade attenuates lung injury and proinflammatory cytokine release after intratracheal lipopolysaccharide. Am J Respir Cell Mol Biol. 2002; 26: 650-8.

24 Zhao Q, Wang X, Nelin LD, Yao Y, Matta R, Manson ME, Baliga RS, Meng X, Smith CV, Bauer JA, Chang CH, Liu Y. MAP kinase phosphatase 1 controls innate immune responses and suppresses endotoxic shock. J Exp Med. 2006; 203: 131-40.

25 Niessen F, Schaffner F, Furlan-Freguia C, Pawlinski R, Bhattacharjee G, Chun J, Derian CK, ndrade-Gordon P, Rosen H, Ruf W. Dendritic cell PAR1-S1P3 signalling couples coagulation and inflamma-tion. Nature. 2008; 452: 654-8.

26 Choi G, Vlaar AP, Schouten M, Van ‘t Veer C, van der Poll T, Levi M, Schultz MJ. Natural anticoagu-lants limit lipopolysaccharide-induced pulmonary coagulation but not inflammation. Eur Respir J. 2007; 30: 423-8.

(15)

S

27 Papareddy P, Kalle M, Sorensen OE, Malmsten M, Morgelin M, Schmidtchen A. The TFPI-2 derived

peptide EDC34 improves outcome of gram-negative sepsis. PLoS Pathog. 2013; 9: e1003803. 28 Schirm S, Liu X, Jennings LL, Jedrzejewski P, Dai Y, Hardy S. Fragmented tissue factor pathway

inhibitor (TFPI) and TFPI C-terminal peptides eliminate serum-resistant Escherichia coli from blood cultures. J Infect Dis. 2009; 199: 1807-15.

29 Wunderink RG, Laterre PF, Francois B, Perrotin D, Artigas A, Vidal LO, Lobo SM, Juan JS, Hwang SC, Dugernier T, LaRosa S, Wittebole X, Dhainaut JF, Doig C, Mendelson MH, Zwingelstein C, Su G, Opal S. Recombinant tissue factor pathway inhibitor in severe community-acquired pneumonia: a randomized trial. Am J Respir Crit Care Med. 2011; 183: 1561-8.

30 Sokolova E, Reiser G. A novel therapeutic target in various lung diseases: airway proteases and protease-activated receptors. Pharmacol Ther. 2007; 115: 70-83.

31 Khoufache K, LeBouder F, Morello E, Laurent F, Riffault S, Andrade-Gordon P, Boullier S, Rousset P, Vergnolle N, Riteau B. Protective role for protease-activated receptor-2 against influenza virus pathogenesis via an IFN-gamma-dependent pathway. J Immunol. 2009; 182: 7795-802.

32 Moraes TJ, Martin R, Plumb JD, Vachon E, Cameron CM, Danesh A, Kelvin DJ, Ruf W, Downey GP. Role of PAR2 in murine pulmonary pseudomonal infection. Am J Physiol Lung Cell Mol Physiol. 2008; 294: L368-L77.

33 Baughman RP, Lower EE, Flessa HC, Tollerud DJ. Thrombocytopenia in the intensive care unit. Chest. 1993; 104: 1243-7.

34 Strauss R, Wehler M, Mehler K, Kreutzer D, Koebnick C, Hahn EG. Thrombocytopenia in patients in the medical intensive care unit: bleeding prevalence, transfusion requirements, and outcome. Crit Care Med. 2002; 30: 1765-71.

35 Vanderschueren S, De WA, Malbrain M, Vankersschaever D, Frans E, Wilmer A, Bobbaers H. Throm-bocytopenia and prognosis in intensive care. Crit Care Med. 2000; 28: 1871-6.

(16)
(17)

D

DANKWOORD

In de medische zorg wordt getracht zoveel mogelijk evidence based medicine te bedrij-ven. Maar wat is dat nu? De wereld van de wetenschap heeft altijd mijn nieuwsgierigheid gewekt. Hoe ziet deze eruit? Waar liggen de grenzen? Om hiervan een idee te krijgen en daarmee een fundament te leggen om zelf ‘het bewijs’ op waarde te kunnen schatten, ben ik gestart aan dit wetenschappelijk onderzoeksavontuur. Een klinisch geschoolde arts de richting wijzen in de biomedische wereld vereist veler inspanning, die ik allen zeer erkentelijk ben.

Allereerst wil ik mijn promotoren, prof. dr. Tom van der Poll en prof. dr. Marcus Schultz danken dat ik door de controle ben gekomen en zo de kans heb gekregen te starten aan deze wetenschappelijk ontdekkingsreis.

“Hou eens op met dat geprofessor!” Tom, jij maakte al snel jouw eigen voorkeursstijl van aanspreken kenbaar en illustreert jouw laagdrempeligheid. Misschien heb je deze heroverwogen, als ik weer in een staat van opperste frustratie om niet-reproduceerbare data jouw kantoor binnen stampvoette. Daar trof ik dan Seneca in hoogsteigen persoon en na een half uur boosheid en ontkenning, wachtte jij geduldig op de acceptatiefase om pragmatisch een vervolgplan voor te stellen. Het is voor mij een raadsel hoe jij niet verdwaalt in de wirwar van data van de verschillende (remmers van) (anti-)coagulantia of fibrinolyse in uiteenlopende infectiemodellen -en dat is dan nog slechts een deel van jouw research scope. Je doet de naam van een beroemd navigatiesysteem eer aan; dank dat je mijn coördinaten altijd in de gaten hield!

Beste Marcus, na mijn eerste dierproeven in het LEICA bood jij mij slachtofferhulp nadat ik ’s nachts alleen in het laboratorium het resultaat trof van een te virulent uit-gevallen inoculum! Het lokaal toedienen van recombinant TFPI was een interessante experimentele therapie en had zeker meer aandacht verdiend. Helaas bleken de klini-sche trials geen voordeel op te leveren en werd mijn onderzoeksroute herberekend. Het is jammer dat mijn promotie jouw verblijf in het buitenland doorkruist.

Dr. Cornelis van ’t Veer, mijn co-promotor en stollingsgids, beste en arme Kees. Ik herinner me het vertwijfeld gekrabbel achter je oor, toen ik niet gehinderd door enige vorm van kennis over het stollingssysteem mijn eerste proefopzetten kwam bespreken en mijn volstrekte onbekendheid op dit terrein en onervarenheid in het lab in volle glorie tot je doordrong. Het is louter aan jouw enthousiaste, urenlange, met weidse armgebaren en tekeningen ondersteunde colleges te danken dat ik nu enig begrip heb “wat of” het TFPI eiwit remt. Je bent -behoudens tijdens een rondje joggen bij +30°C in Boston- een onvermoeibare tank!

(18)

Graag wil ik de overige leden van mijn promotiecommissie danken voor het kritisch beoordelen van het resultaat van mijn labjournaals, opgetekend in dit proefschrift. Voor proeven en analyses heb ik heel wat uitstapjes gemaakt kriskras door en buiten het AMC, waar ik aan een aantal mensen dank ben verschuldigd. Prof. Dr. Meijers, beste Joost, dank voor je immer hartelijke onthaal en interesse voor mijn vorderingen, ook al betekende dat in de regel extra werk voor het laboratorium voor experimentele vasculaire geneeskunde, alwaar het gros van de stollingsmetingen zijn verricht door Wil Kopatz, Lucie Leverink en Marian Weijne.

Voor hulp bij het analyseren van longweefsel wil ik een aantal mensen van de afde-ling pathologie danken. Dr. Roelofs, beste Joris, wèrkelijk, een uurtje coupes scoren was kòstelijk! Dit eindigde meestal met een nieuwe afspraak omdat we het einde van de stapel niet helemaal hadden gered. Ik wijt dat aan een gedeelde Brabantse invalshoek, maar bovenal jouw roodgloeiende pieper. Al met al was het jou in je eentje nóóit gelukt. Maar dat was het mij ook zeker niet, veel dank daarom! Daarnaast dank ik dr. Onno de Boer voor het coördineren en analyseren van vele Ly6-G kleuringen, dr. Chris van der Loos was mij zeer behulpzaam bij het opzetten van de cKit/tryptase dubbelkleuring, ondanks dat hij in deze periode al ziek was.

Dank aan dr. Bas Zaat van de afdeling microbiologie voor het meehelpen aan de proefopzet om groei van Pseudomonas in vitro te testen. Dank ook aan Marianne Schaap, verbonden aan het Laboratorium voor Experimentele Klinische Chemie, die in haar vrije tijd heeft geholpen met het analyseren van samples met muizenplaatjes, waar nogal wat P-selectine haken (en ogen) aan bleken te zitten! Dankzij de verhelderende uitleg over biostatiek van dr. Michael Tanck heb ik reviewers van significant repliek kunnen dienen. Dr. van Gisbergen van de afdeling hematopoïese van Sanquin, beste Klaas, dank voor jouw expertise en inzet tijdens de logistieke granzyme A monsterproef, maar ook lang daarna bij het analyseren van de data zelfs vanuit ‘down under’!

Zoals je nooit eenzaam bent, als je alleen reist, zo ben je nooit alleen, als je eenzaam promotieonderzoek doet. Jorrit Jan, jij was in het LEICA getuige van mijn eerste stappen op deze voor mij nieuwe planeet en ik wil je bedanken voor je geduld en de basiscursus “hoe zwenk ik een rat”.

Op het CEMM wil ik iedereen bedanken voor een open en stimulerende sfeer. Ik heb met veel plezier binnen de infectiegroep gewerkt en wil graag het analisten-team met sterspelers Regina, Daniëlle, Miranda, Sanne, Jennie en Anita bedanken dat ze mij op weg hielpen en pipetteer- en PA-werk uit handen hebben genomen. Monique bedankt dat je voor de bevoorrading en bestellingen zorgde! Hoe had ik ooit een sample ver-gaard zonder het trouwe biotechnicus-duo? Joost, dank voor je hulp en kalmte bij alle letterlijke en figuurlijke muizenissen. Marieke, 1979 is een topjaar, dank voor de duetten

(19)

D

en gezelligheid tijdens die vele uren ARIA! Heleen en Monique, op jullie mocht ik me

verlaten voor secretariële rompslomp - en kreeg gezelligheid op de koop toe!

Dr. de Vos, beste Alex, dank voor het ongekend enthousiaste lab-overbuurschap. Dat ik een stoller en geen TOLLer ben, stond jouw interesse in mijn bench perikelen niet in de weg. Je hebt me met raad en NK-cel depletie daad terzijde gestaan!

De grote club van Tommies, altijd wisselend van samenstelling, maar altijd weer een succesformule, dank voor de uitplaat-hulp, gedeelde labsmart en memorabele con-gresavonturen. Tommies van mijn eerste uur: Cathrien, Masja, Joost, Joppe, Jacobien en Jolanda dank ik voor hun tips tijdens mijn eerste verkenningstochten. Marcello, jou ben ik eindeloos veel dank verschuldigd voor de vervolgens tweede, derde t/m honderdste tocht. Gelukkig heb ik wel jouw plaatjes en low TF spruiten veilig op het droge kunnen brengen. De whisky staat klaar om daar nog eens op te proosten! Rianne (Gerrie), wat kun je toch streng kijken voor iemand met wie je zoveel lol kan hebben! Het was geweldig om je op te zoeken in St. Louis, waar je research skills helemaal tot hun recht kwamen. Mijn roomies met wie lief, leed en veel chockotoffs zijn gedeeld: Mir(iam), dank voor je louterende nuchterheid en aanstekelijke slappe lach aanvallen op een ontploft bureau, hard op weg om tweemaal te bevallen dit jaar; je bent een bikkel! “Computer-says-yess”-Arjen (tevens gedogen bad-dance-battle competitor), Ingrid, (HEL-lo!) Brendon, en de adoptie-Tommies: JanWillem, met wie het eerste bakkie troost tijdens de proefdiercursus wegens succes een warme traditie inluidde, en Wyts(ke) wiens doorzettingsvermogen legendarische vormen aanneemt! Last but not least, de luid en duidelijke Liesbeth, lieve Liesl, jou leerde ik indirect kennen via de overerving van collega’s in Hilversum, waar ik jouw assistentenstokje overnam. Toen we later zowat tegelijk startten in het lab, was het misschien wel daardoor meteen ouwe-jongens-krentenbrood. Je bent een Duracell-fabricaat met een hart van goud. Toen ik vorig jaar jouw paranimf mocht zijn, was ik minstens net zo vereerd als nu jij deze rol voor mij wil vervullen.

Er volgden nog veel meer uren, en veel meer Tommies: Achmed (Achie, die nu uitge-oefend is op muizen), Adam (mn favoriete buurman), Dana (liever een motormuis dan IRAK-M muis), Daan (stol- en halve marathon collega, die letterlijk lachend als een ‘de Boer met kiespijn’ ook de hele uitrent), Tijmen-TJ (voor de TREMendously broodNODige grappen), Anne-Jan (filosoof en rock ‘n rollende ondernemer), Tas(sili), Tim, Mischa, Lonneke, Maryse (anesthesist-microbioloog) en (dr. tyfus) Katja. Sacha, jij kwam, pipet-teerde en publiceerde! Met jouw onstuitbare enthousiasme heb je die kleine afsplitsels van megakaryo’s bedwongen, dank voor je hulp bij het gezellig gestoei in vitro!

Er is niets leerzamer dan iemand de weg wijzen. Lieve Xanthe, ik ken weinig mensen die initiatiefrijker zijn dan jij. Binnen de kortste keren ging jij zelf op ELISA-pad, dancte together met black and white, en als er iets bleek misgegaan (woepsie), dan werd de herkansing direct ingezet. Jouw enthousiasme en vrolijkheid werkten aanstekelijk voor

(20)

iedereen op het lab. Het was een feest met jou samen te werken, dank voor je hulp op alle fronten, waarvoor ook Just (206x) werd ingezet. Ik verheug me erop om onze pieken en dalen te blijven delen… collega!

Alle collega’s vanaf mijn eerste klinische schreden in het diak(onessenhuis) Zeist, via Ziekenhuis Hilversum (part I) en nu Tergooi Hilversum (part II) die hebben bijgedragen aan de ontelbare leermomenten, of met hun relativerende humor hebben gezorgd voor buikpijn van het lachen, dank jullie!

Lieve familie en vrienden, als ik jullie niet had gehad om af en toe stoom af te blazen, was ik waarschijnlijk al lang geleden ontploft en dit boekje nooit een feit geworden.

Lieve Wies, Charlut en An, Annie, Nel(leke) en (Mar)got, ik voel me vereerd met jullie vriendschap. Dank voor jullie heldere blik, zorgzaamheid, eerlijkheid, gekte, vrolijkheid, levenslust en een miljoen gedenkwaardige anekdotes, voor jullie steun ende toeverlaat. Lieve Neli, Marijn, Leo en Joyce, jullie maken stamppot tot een vijf-sterren ervaring! Lieve Elsie, Tinus, (s)Mariek, Carmen en Caar, jullie hebben me met belletjes, kaartjes en koffietjes altijd weer opgeladen met energie! Lieve besjes, bij jullie is het altijd thuisko-men, dat we de rekening extra spekken belooft ook extra plundermomenten- en daar kijk ik nu al naar uit! Lieve clubgenootjes, we hebben als uiteenlopend zooitje door de jaren heen een mooie band opgebouwd, en ik verheug me er op om weer vaker bij de maandelijkse kakelbende aan te schuiven!

Lieve Fabels, dank voor jullie interesse en behulpzaamheid met van alles, jullie warme ongedwongenheid die me thuis laat voelen- met als kers op de taart de zoete inval op de Ijdijk!

Lieve familie, bij wie ik altijd terecht kan. Huib en Lynn, jullie zijn mijn liefste broertje en zusje, ook al heb ik er van elk maar één! Zoals dat betaamt hebben we vroeger in el-kaars haren gezeten, met als resultaat een hechte band. Dank voor jullie aanmoediging, versterkt door Nigel en Nadine! Lieve (para)Lynn(f), sinds onze tijd in Utrecht hebben we

alle lief en leed met elkaar gedeeld, zelfs een Bert & Ernie slaapkamer en onze vrienden!

Dat je er altijd voor me bent, hooi van m’n vork neemt, me streng toespreekt over de hoogte van latten, of me verrast met een oppep-etentje als ik een ongelukkige kluizenaar dreig te raken is onbetaalbaar. Dank dat je mij ook terzijde staat bij mijn verdediging!

Lieve papa en mama, dank voor jullie “goed voer en een warme stal” die ervoor heb-ben gezorgd dat ik vanuit deze stevige basis altijd mijn eigen weg heb kunnen gaan, dank voor het vertrouwen in deze ingeslagen weg en dat jullie er altijd alles aan hebben gedaan om die weg (al was dat in m’n uppie met een knapzak op m’n rug de wijde wereld in) begaanbaar te maken -en mij bovendien langs vele T-splitsingen (keuzes, keuzes…) hebben geloodst! Dit boekje is dankzij en hiermee voor jullie.

(21)

D

Tot slot, lest best, liefste Joris, háálbare doelen heb ik proberen te stellen en jij hebt mij

geholpen, zoals je beloofde, waar je kon èn waar je niet kon. Nu is het af. Ik heb veel zin om samen verder te reizen, want met jou is alles leuker!

Floor

“It’s all a great mystery... Look up at the sky and you’ll see how everything changes” Antoine de Saint-Exupéry, The Little Prince

(22)
(23)

L

LIST OF PUBLICATIONS

van den Boogaard FE, Schouten M, Roelofs JJ, de Boer OJ, Meijers JC, Schultz MJ, Mack-man N, van der Poll T, van ‘t Veer C. Tissue Factor plays a limited role in host defense during murine pneumococcal pneumonia. Submitted.

van den Boogaard FE, Hofstra JJ, van ‘t Veer C, Levi MM, Roelofs JJ, van der Poll T, Schultz MJ. Feasibility and Safety of Local Treatment with recombinant human Tissue Factor Pathway Inhibitor in a Rat Model of Streptococcus pneumoniae Pneumonia. Submitted. van den Boogaard FE, Hofstra JJ, Brands X, Levi MM, Roelofs JJ, Zaat SA, van ‘t Veer C, van der Poll T, Schultz MJ. Nebulized recombinant human Tissue Factor Pathway Inhibitor attenuates coagulation and exhibits anti-inflammatory and antibacterial properties in two models of lung injury in rats. Submitted.

van den Boogaard FE, Brands X, de Stoppelaar SF, Duitman JW, Borensztajn KS, Roelofs JJ, Hollenberg MD, Schultz MJ, van ‘t Veer C, van der Poll T. Protease-Activated Recep-tor-2 facilitates bacterial dissemination during pneumococcal pneumonia. Submitted. van den Boogaard FE, van Gisbergen, KP, Vernooy JH, Medema JP, Roelofs JJ, van Zoelen MA, Endeman H, Biesma DH, Boon L, van ‘t Veer C, de Vos AF, van der Poll T. Granzyme A impairs host defense during Streptococcus pneumoniae pneumonia. Submitted.

van den Boogaard FE, Van’t Veer C, Roelofs JJ, Meijers JC, Schultz MJ, Broze GJ jr, van der Poll T. Endogenous Tissue Factor Pathway Inhibitor has a limited effect on host defence in murine pneumococcal pneumonia. Thrombosis and Haemostasis 2015, in press. van den Boogaard FE, Schouten M, de Stoppelaar SF, Roelofs JJ, Brands X, Schultz MJ, Van’t Veer C, van der Poll T. Thrombocytopenia Impairs Host Defense During Murine Streptococcus pneumoniae Pneumonia. Crit Care Med. 2015 Mar;43(3):e75-83.

van den Boogaard FE, Brands X, Roelofs JJ, de Beer R, de Boer OJ, van ‘t Veer C, van der Poll T. Mast cells impair host defense during murine Streptococcus pneumoniae pneu-monia. J Infect Dis. 2014 Nov 1;210(9):1376-84.

de Boer JD, Yang J, van den Boogaard FE, Hoogendijk AJ, de Beer R, van der Zee JS, Roelofs JJ, van ‘t Veer C, de Vos AF, van der Poll T. Mast cell-deficient kit mice develop house dust mite-induced lung inflammation despite impaired eosinophil recruitment. J

(24)

de Stoppelaar SF, Van’t Veer C, van den Boogaard FE, Nieuwland R, Hoogendijk AJ, de Boer OJ, Roelofs JJ, van der Poll T. Protease activated receptor 4 limits bacterial growth and lung pathology during late stage Streptococcus pneumoniae induced pneumonia in mice. Thromb Haemost. 2013 Sep;110(3):582-92.

Van Den Boogaard FE, Brands X, Schultz MJ, Levi M, Roelofs JJ, Van ‘t Veer C, Van Der Poll T. Recombinant human tissue factor pathway inhibitor exerts anticoagulant, anti-inflammatory and antimicrobial effects in murine pneumococcal pneumonia. J Thromb

Haemost. 2011 Jan;9(1):122-32.

Cornet AD1, Hofstra JJ, Vlaar AP, van den Boogaard FE, Roelofs JJ, van der Poll T, Levi M, Groeneveld AB, Schultz MJ. Nebulized anticoagulants limit coagulopathy but not inflammation in pseudomonas aeruginosa-induced pneumonia in rats. Shock. 2011 Oct;36(4):417-23.

Schouten M, van ‘t Veer C, van den Boogaard FE, Gerlitz B, Grinnell BW, Roelofs JJ, Levi M, van der Poll T. Therapeutic recombinant murine activated protein C attenuates pulmo-nary coagulopathy and improves survival in murine pneumococcal pneumonia. J Infect

Dis. 2010 Nov 15;202(10):1600-7.

Czosnyka Z, van den Boogaard FE, Czosnyka M, Momjian S, Geling, Pickard JD. The relationship between CSF circulation and cerebrovascular pressure-reactivity in normal pressure hydrocephalus. Acta neurochir (2005) [suppl] 95; 207-211.

(25)

P

PhD PORTFOLIO

Year ECTS-credits

Orals and posters

7th International Shock Congress. Poster presentation “Protease Activated Receptor-2

plays a detrimental role in murine pneumococcal pneumonia independent of tryptase and Tissue Factor pathway deried proteases”.

2012 0.5 7th International Shock Congress. Poster presentation “Granzyme A plays an

unfavourable role during pneumococcal pneumonia”.

2012 0.5 Dutch Society for Thrombosis and Hemostasis (NVTH). Oral presentation

“Thrombocytopenia impairs host defense and survival during murine Streptococcus

pneumoniae pneumonia”.

2012 0.5 XXIII Congress of the Internation Society on Thrombosis and Haemostasis (ISTH).

Poster presentation “Mast cells play an unfavourable role during murine Streptococcus

pneumoniae pneumonia”.

2011 0.5 XXIII Congress of the Internation Society on Thrombosis and Haemostasis (ISTH).

Poster presentation “Thrombocytopenia impairs host defense during murine

Streptococcus pneumoniae pneumonia”.

2011 0.5 XXIII Congress of the Internation Society on Thrombosis and Haemostasis (ISTH).

Poster presentation “Activation of Protease Activated Receptor-2 impairs host defense during murine Streptococcus pneumoniae pneumonia by a mechanism independent of tissue factor/Factor VIIa”.

2011 0.5 Joint meeting GTH & NVTH. Poster presentation. “Recombinant human tissue factor

pathway inhibitor exerts anticoagulant, anti-inflammatory and antibacterial effects in murine pneumococcal pneumonia”.

2010 0.5 Sepsis International Symposium. Oral presentation ”Recombinant human tissue factor

pathway inhibitor exerts anticoagulant, anti-inflammatory and antibacterial effects in murine pneumococcal pneumonia”.

2009 0.5 XXII Congress of the Internation Society on Thrombosis and Haemostasis (ISTH).

Poster presentation “Nebulized recombinant human TFPI attenuates pulmonary coagulopathy during Streptococcus pneumoniae pneumonia”.

2009 0.5 XXII Congress of the Internation Society on Thrombosis and Haemostasis (ISTH).

Poster presentation “Nebulized recombinant human TFPI attenuates coagulation and bacterial outgrowth in a rat model of gram-negative pneumonia”.

2009 0.5 Internistendagen Maastricht. Oral presentation “Yellow sputum turns blue”. 2008 0.5

Congresses and symposia

7th International Shock Congress, Miami, USA 2012 1.25 Dutch Society for Thrombosis and Hemostasis (NVTH), Koudekerke, the Netherlands 2012 0.5 Dutch Society for Thrombosis and Hemostasis (NVTH), Koudekerke, the Netherlands 2011 0.5 Infectious Disease Symposium, Academic Medical Center, Amsterdam 2011 0.25 XXIII Congress of the Internation Society on Thrombosis and Haemostasis (ISTH),

Kyoto, Japan

2011 1.25 Dutch Society for Thrombosis & Haemostasis (NVTH), Koudekerke 2010 1.0

(26)

Year ECTS-credits

International Society for Thrombosis and Haemostasis (ISTH), Boston, USA 2010 1.5 Joint meeting GTH & NVTH, Neurenberg, Germany 2010 1.0 8th World Congress on trauma, Shock, Inflammation and Sepsis (TSIS), München,

Germany

2010 1.0 Dutch Society for Thrombosis & Haemostasis (NVTH), Koudekerke 2009 1.0 Sepsis 2009 International Symposium, Amsterdam, the Netherlands 2009 1.0 American Thoracic Society 2009 International Conference, San Diego, USA 2009 1.25 Dutch Society for Thrombosis & Haemostasis (NVTH), Koudekerke 2008 1.0 Toll 2008: Recent advances in pattern recognition, Cascais, Portugal 2008 1.0 Monthly CEMMposium, Academic Medical Center, Amsterdam 2008-2012 1.0 Internistendagen Maastricht, the Netherlands 2008 0.75

Masterclasses

Academic Medical Center, Amsterdam, Masterclass professor Robert Modlin 2011 0.2 Academic Medical Center, Amsterdam, Masterclass professor Charles A. Dinarello 2011 0.2 Academic Medical Center, Amsterdam. Masterclass professor Charles T. Esmon 2009 0.2

Courses

Dutch Society for Thrombosis and Haemostasis (NVTH), Koudekerke. Three years PhD student course “Thrombosis and Haemostasis”.

2008-2011 See above Center for Infection and Immunity Amsterdam (CINIMA). Organization and

participation AIO-retreat 2009, Rotterdam, the Netherlands

2009 1.0 AMC Graduate School, Academic Medical Center, Amsterdam. Practical Biostatistics 2009 1.0 Infectious Diseases Course 2008 1.3 AMC Graduate School, Academic Medical Center, Amsterdam. Laboratory Animals

Course (proefdierkunde, art.9)

2008 3.0 AMC Graduate School, Academic Medical Center, Amseterdam. Basic Laboratory

Safety

2008 0.4 AMC Graduate School, Academic Medical Center, Amsterdam. AMC World of Science 2008 0.7

Student monitoring

Xanthe Brands, master of science internship, Biomedical Sciences, University of Amsterdam

2010 1.0 Xanthe Brands, Bachelor internship, Biomedical Sciences, University of Amsterdam 2009 1.0

Awards

Scientific Excellence award, Dutch Society for Thrombosis & Haemostasis (NVTH) 2012 Young Investigator Award, XXIII Congress of the International Society on Thrombosis

and Haemostasis

2011 Best abstract award, Sepsis 2009 International Symposium 2009

(27)

A

ABOUT THE AUTHOR

Florry Engelina (Floor) van den Boogaard was born in 1979 in Eindhoven, the city of light, in North Brabant, the Netherlands. After obtaining her gymnasium diploma cum laude at the Van Maerlant Lyceum in Eindhoven in 1997, she started studying Medicine at the University of Utrecht. In September 2000 she interrupted her medical training to become a member of the board of the female students society in Utrecht. During her medical study she performed her scientific internship at the department of neuro-surgery in Cambridge, UK, and an internship in dermatology in Ipoh, Malaysia. It was there, that the she got bitten by the travel bug, and after receiving her medical degree in 2005 she was keen to create opportunities to travel in Australia, New Zealand, North-, Central-, and South America.

In 2006, after working a few months as an intern and emergency physician in the Dia-konessenhuis in Zeist, she realised that she wanted to continue her medical career in the field of Internal Medicine, and in 2006 worked as intern of this department in Ziekenhuis Hilversum. In 2007 she started her PhD project under supervision of prof. Tom van der Poll and prof. Marcus Schultz. The result of the work is presented in this thesis. In 2012 she returned to Tergooi Hilversum (under supervision of Dr. S. Lobatto and Dr. P.J. de Vries) to start her training as a resident in Internal Medicine, which will be completed at the Academic Medical Centre Amsterdam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or privacy interests, please let the Library know,

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly

-Փ“&gt;ÀÞʈ˜Ê/…&gt;ˆÊ £{x บทสรุปวิทยานิพนธเรื่องการใช

Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or privacy interests, please let the Library know,

For Bühler (1990 [1934]: 45), the purposive appeal function of language is essential, even in animal language: “[…] all forms of learning, ranging from those encountered in

Chapter 2 Perceived ease of use and usefulness of the Dutch Patient Specific Complaints Questionnaire by patients with Dutch and Turkish backgrounds and diverse levels of

In a small case series of human lung tissue obtained postmortem from patients who had died from pneumococcal pneumonia in the lung affected by pneumonia, the number

regions of high intensity error and are therefore very unlikely.. It is notable how well the Cy3 and Cy5 intensities, and the relationships between them, can be explained