Proefwerk Natuurkunde 2HV
P21 t/m P26
Sm/03/v2
Bij dit proefwerk heb je nodig: samenvattingenschrift, rekenmachine, lineaal, potlood en pen. Het weglaten van eenheden, berekeningen en/of verklaringen levert aftrek van punten op. Dit proefwerk bestaat uit 5 vragen.
In een brandblusser zoals hiernaast is afgebeeld, is onder hoge druk een gas opgeslagen.
Wanneer men een brand wil gaan blussen met deze brandblusser kijkt men eerst op het meetinstrument wat op de bovenkant zit.
Vraag 1.
a) Hoe heet dit meetinstrument en wat meet je er mee? Om de blusser te gebruiken knijpt men in de handgreep.
b) Hoe zorgt men ervoor dat het gas alleen naar buiten komt wanneer er in de handgreep wordt geknepen?
c) Teken een doorsnede van een instrument waarmee je een gas
gecontroleerd naar buiten kunt laten gaan. Leg duidelijk uit waar welk onderdeel voor dient. d) Hoe zou je kunnen meten hoe groot het volume gas is dat er in de brandblusser aanwezig is? Maak een tekening en vermeld duidelijk welke stappen je doet.
Vraag 2.
Je hebt kennis gemaakt met de werking van een injectiespuit en van een fietspomp. a) Beschrijf met een stappenplan hoe je met een injectiespuit een fietsband zou kunnen opblazen.
b) Beschrijf met een stappenplan hoe je met een fietspomp een fietsband zou kunnen opblazen.
Aan de lucht uitgang van een fietspomp wordt een drukmeter geplaatst:
c) Geef aan welke stand van de zuiger van de fietspomp overeenkomt met welke stand van de wijzer op de drukmeter. Neem daarvoor de tabel over en vul deze in.
Drukmeter stand Zuigerstand A
B
d) Leg uit hoe de lucht in de fietspomp is gekomen bij zuigerstand 1.
e) Welke eenheid hoort er op de drukmeter vermeld te staan tussen de [ ]?
Flip heeft een proef uitgevoerd waarbij hij de druk en het volume van een portie lucht telkens heeft gemeten. Hieronder staan de meetresultaten van zijn proef:
Druk in bar Volume in ml
5.5 70 4.3 90 3.1 125 2.8 140 2.4 165 2.0 195 1.5 260 Vraag 3.
a) Teken op de bijlage het diagram zoals dat hoort bij deze meetresultaten. Vergeet niet je naam op de bijlage te vermelden.
b) Extrapoleer met een andere kleur de grafiek zodanig dat je kunt aflezen wat het volume is bij een druk van 7,0 bar.
Vraag 4.
In de praktika heb je proeven gedaan met een opstelling waarmee je de druk kon veranderen, terwijl het volume constant bleef.
a) Teken een opstelling waarmee je deze proef (weer) zou kunnen uitvoeren. Benoem de gebruikte instrumenten en leg uit hoe je opstelling werkt.
b) Welke van de onderstaande diagrammen geeft de meetresultaten van deze proef correct weer?
Vraag 5.
Wat denk je dat er met een opgeblazen ballon gebeurd als je deze onder water duwt in een zwembad? Beargumenteer je antwoord. (Tip: wat merk je zelf als je diep onder water bent?)
EINDE A druk druk volume B druk druk volume C druk druk volume