• No results found

Zicht op ondermijning

In document Staat van het Bestuur 2020 (pagina 106-110)

41 Regiodeals 3 tranches

4.1 De opgave centraal

4.1.3 Zicht op ondermijning

4.3 Bestuurlijke en financiële verhoudingen 4.1.2 Gebiedsgerichte aanpak leefbaarheid en

veiligheid

4.1.4 Energietransitie

4.1.5 Omgevingsagenda’s

Er wordt langs twee sporen gewerkt aan de verbetering van de leefbaarheid en de veiligheid in de gebieden.176 Daarbij wordt een verbinding gelegd met de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit, die getrokken wordt door het ministerie van JenV.

Er wordt zo veel mogelijk aangesloten bij bestaande initiatieven, waarbij wordt bijgedragen aan een extra inspanning. Elke aanpak begint bij bewoners, ondernemers en professionals in het gebied.

Samen met gemeenten weten zij het best wat er nodig is en wat werkt.

Het eerste spoor heeft betrekking op zestien grotere stedelijke vernieuwingsgebieden. Een deel daarvan is aangedragen door de Woon Dealregio’s. Het doel is integrale gebiedsontwikkeling waar leefbaarheid en veiligheid deel van uitmaken. Geïnspireerd op de aanpak van Rotterdam-Zuid worden in samenhang met elkaar maatregelen genomen op het terrein van onderwijs, werken en maatschappelijke participatie, wonen en veiligheid.

Voor zeven gebieden is er vanuit het Rijk een financiële impuls gegeven aan de beoogde integrale aanpak, te weten Rotterdam-Zuid, Den Haag Zuid-West, Parkstad Limburg / Heerlen-Noord, Zaanstad-Oost, Nieuwegein Centrale As, Groningen-Noord en Utrecht Overvecht.177

Het tweede spoor heeft betrekking op het in meer algemene zin verkennen en beproeven van gebiedsgerichte handelingsperspec-tieven. Daarbij gaat het erom welke samenhangende inzet op diverse leefgebieden nodig en effectief is om de leefbaarheid en veiligheid in gebieden te versterken. Samen met gemeenten, kennisinstellingen, maatschappelijke partners en diverse departe-menten wordt gezocht naar effectieve handelingsperspectieven.

Goede voorbeelden uit binnen- en buitenland dienen als inspiratie.

Ook de inzet van City Deals wordt daarin betrokken. Ook wordt in kaart gebracht en ontsloten welke werkwijzen concreet kunnen helpen bij het maken van een probleemanalyse voor een gebied en welke interventies en instrumenten ter beschikking staan voor een integrale aanpak.

176 Tweede Kamer 2019 – 2020, 30 995, nr. 97.

177 Kamerbrief 31 maart 2019.

178 Zie: www.zichtopondermijning.nl.

4.1.3 Zicht op ondermijning

Ook decentrale overheden hebben in hun gebieden te maken met ondermijning door georganiseerde criminaliteit. Elf lokale en landelijke overheden tekenden in de zomer van 2017 het convenant voor de City Deal Zicht op Ondermijning. De ambitie van de City Deal Zicht op Ondermijning is een versterking en verbetering van de preventieve aanpak van ondermijnende criminaliteit door een sterkere informatiepositie op basis van nieuwe methoden van data analytics. Nieuw in deze samenwerking is het koppelen van (de vraag van) veiligheidsexperts, domeinexperts aan een kernteam van data-analisten van de gemeenten, de wetenschap, de Belastingdienst en het CBS. Daarbij wordt met name ingegaan op de thema’s vastgoed en drugs. Van belang is dat de gegevens en data niet te herleiden zijn tot individuele adressen, personen of bedrijven.

De regels van het CBS verbieden dit en voor de preventieve aanpak geeft het opzoeken van ‘patronen’ van ondermijning in buurten en wijken al heel waardevolle inzichten. Gemeenten en andere partners kunnen op basis van deze ‘patronen’ (inzichten) daarna overgaan tot gerichter beleid en vaak ook preventief te werk gaan als het gaat om ondermijnende criminaliteit.

De uitkomsten van de patronen worden op een dashboard voor alle gemeenten ontsloten178 en inmiddels is het aantal deel-nemende gemeenten gegroeid tot zestien. Ook worden in samenwerking met andere partijen, waaronder de Riecs, de inzichten gedeeld met andere gemeenten.

Voor de thema’s vastgoedfraude en drugscriminaliteit leverde de City Deal ook al enkele eerste inzichten in concrete indicatoren en patronen op. Voorbeelden hiervan zijn:

• Fenomenen als onverklaarbaar woningbezit en veroordeelde woningeigenaren zijn niet gelijkmatig verspreid over de wijken, maar vaak geconcentreerd op zogeheten hotspots.

• Historische verdenkingen van bepaalde strafbare feiten, zoals witwassen of bezit van harddrugs, kunnen voorspelkracht hebben voor toekomstige drugsgerelateerde verdenkingen.

1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur 3. Het openbaar bestuur in functie 4. Het openbaar bestuur in beweging

5. Uitgelicht: Interbestuurlijke samenwerking 6. Caribisch Nederland

7. Democratie en bestuur in coronacrisis 8. De balans opgemaakt: de smalle basis

van decentrale democratie en bestuur 4.1 De opgave centraal

4.2 Democratische verhoudingen 4.1.1 Gebiedsgericht maatwerk

4.1.3 Zicht op ondermijning

4.3 Bestuurlijke en financiële verhoudingen 4.1.2 Gebiedsgerichte aanpak leefbaarheid en

veiligheid

4.1.4 Energietransitie

4.1.5 Omgevingsagenda’s

• Bij stichtingen met zogeheten beroepsbestuurders lijkt een verhoogd risico te bestaan op financieel-economische criminaliteit.

Dit soort inzichten kunnen helpen om de weerbaarheid tegen ondermijning te vergroten, onder meer via een thema- of wijkgerichte aanpak.

4.1.4 Energietransitie

Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)

In het Klimaatakkoord179 is afgesproken dat in 2050 zeven miljoen woningen en een miljoen gebouwen van het aardgas af zijn. In 2030 moeten de eerste anderhalf miljoen bestaande woningen verduurzaamd zijn. Gemeenten spelen daarbij een cruciale rol. Samen met bewoners en gebouweigenaren wordt in een zorgvuldig proces een afweging gemaakt wat per wijk de beste oplossing is.

Ervaring opdoen in gemeentelijke proeftuinen

In het interbestuurlijke PAW werken de ministeries van BZK en EZK, IPO, UvW en VNG samen om gemeenten en betrokken partijen te ondersteunen in de aardgasvrije opgave. In gemeente-lijke proeftuinen wordt ervaring opgedaan met een wijkgerichte aanpak en de technieken en werkwijzen die daarbij ingezet kunnen worden. Aandachtspunten hierbij zijn: initiatief, partici-patie en draagvlak van bewoners, opschalingswijze van de aanpakken naar de toekomst en de verbinding met andere fysieke en sociale opgaven in de wijk.

De proeftuinen worden ondersteund door het Kennis- en Leerprogramma Aardgasvrije Wijken. De deelnemende gemeen-ten ontvangen een rijksbijdrage om de onrendabele top van het verduurzamingsplan in de wijk af te dekken.

179 https://www.klimaatakkoord.nl/gebouwde-omgeving.

Proeftuinen aardgasvrije wijken 2e ronde

1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur 3. Het openbaar bestuur in functie 4. Het openbaar bestuur in beweging

5. Uitgelicht: Interbestuurlijke samenwerking 6. Caribisch Nederland

7. Democratie en bestuur in coronacrisis 8. De balans opgemaakt: de smalle basis

van decentrale democratie en bestuur 4.1 De opgave centraal

4.2 Democratische verhoudingen 4.1.1 Gebiedsgericht maatwerk

4.1.3 Zicht op ondermijning

4.3 Bestuurlijke en financiële verhoudingen 4.1.2 Gebiedsgerichte aanpak leefbaarheid en

veiligheid

4.1.4 Energietransitie

4.1.5 Omgevingsagenda’s

In 2018 is het PAW gestart met een eerste ronde van 27 proef-tuinen van in totaal circa 18.000 woningen en andere gebouwen.

In oktober 2020 zijn 19 gemeenten geselecteerd voor de tweede ronde (uit een aanvraag van 71 gemeenten)180 met als doel een breder pallet aan ervaring op te doen, met name op het vlak van de beoogde warmtetechnieken en de wijze waarop bewoners betrokken zijn bij de uitvoering van de plannen. In totaal is hiervoor € 98,7 miljoen beschikbaar. In 2021 volgt een derde ronde.

Inmiddels is een tussenevaluatie van het PAW uitgevoerd door Rebel en KWINK groep en is de Tweede Kamer geïnformeerd over de resultaten.181

Tussenevaluatie Programma Aardgasvrije Wijken Hier komt het beeld naar voren dat:

• het PAW een belangrijke rol vervult bij de aardgasvrije opgave;

• de proeftuinen, het kennis- en leerprogramma en de beleidsagenda logische instrumenten zijn om invulling te geven aan de leerdoelstellingen van het programma;

• de monitoringssystematiek van het programma goed is uitgewerkt.

Transitievisies Warmte

Gemeenten geven in 2021 aan welke wijk wanneer aan de beurt is in een Transitievisie Warmte. Voor het opstellen van de eerste transitievisies hebben alle gemeenten een bijdrage ontvangen conform de afspraken in het Klimaatakkoord. Als hulpmiddel voor de planvorming is de Leidraad opgesteld, die bestaat uit een Startanalyse door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en een Handreiking voor lokale analyse182. Dit biedt een informatie-basis voor de te maken analyses en afwegingen.

180 https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/10/26/bijna-100-miljoen-euro-voor-proeftuinen-aardgasvrij-in-19-gemeenten.

181 Evaluatie Aardgasvrije wijken.

182 De Leidraad.

183 Regeling Extern Advies Warmtetransitie.

In juni 2020 is de Regeling Extern Advies Warmtetransitie183 opengesteld, waarmee gemeenten financiële ondersteuning kunnen ontvangen voor het inkopen van de benodigde externe expertise.

Regionale Energiestrategieën (RES)

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de CO2-uitstoot in 2030 met 49% is verminderd ten opzichte van 1990. In de RES wordt dit vertaald naar afspraken in energieregio’s. Iedere regio is gevraagd een bijdrage te leveren aan de landelijke doelstelling van tenmin-ste 35 Terawattuur (TWh) hernieuwbare energieopwekking op land.

In de dertig RES-regio’s werken decentrale overheden samen met andere partijen aan een strategie en regionaal gedragen keuzes voor de opwek van zonne- en windenergie, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en de daarvoor benodigde energie-infra-structuur. Hierbij moet regionaal een afweging worden gemaakt tussen kwantiteit (de ambitie), ruimtelijke inpassing, systeem-efficiency en maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak. In een RES beschrijft elke energieregio zijn keuzes.

RES: praktijkproef voor interbestuurlijke samenwerking

Gemeenten, provincies en waterschappen werken in de RES’en samen met maatschappelijke partners, netbeheerders, bedrijfs-leven en inwoners. Het Rijk, de koepels en Netbeheer Nederland zijn actieve partners in het proces (knelpunten wegnemen, ondersteunen in het maken van keuzes, voortgang bewaken, constructieve samenwerking). Daarnaast ondersteunt het Nationaal Programma RES (NP RES) de dertig energieregio’s.

Het programma is een platform voor samenwerking, afstemming en uitwisseling van kennis en ervaring.

Met deze decentrale aanpak geldt de RES als een praktijkproef voor interbestuurlijke samenwerking uitgaande van vertrouwen en gelijkwaardigheid. De RES’en zijn een nieuwe, lerende aanpak

1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur 3. Het openbaar bestuur in functie 4. Het openbaar bestuur in beweging

5. Uitgelicht: Interbestuurlijke samenwerking 6. Caribisch Nederland

7. Democratie en bestuur in coronacrisis 8. De balans opgemaakt: de smalle basis

van decentrale democratie en bestuur 4.1 De opgave centraal

4.2 Democratische verhoudingen 4.1.1 Gebiedsgericht maatwerk

4.1.3 Zicht op ondermijning

4.3 Bestuurlijke en financiële verhoudingen 4.1.2 Gebiedsgerichte aanpak leefbaarheid en

veiligheid

4.1.4 Energietransitie

4.1.5 Omgevingsagenda’s

in de interbestuurlijke samenwerking onder het motto ‘je draagt bij waar je nódig bent als bestuursorgaan’. Daarmee is de RES ook een manier om langjarige samenwerking tussen regionale partijen op het gebied van de energietransitie te organiseren.

Waar staan we nu?

Op 1 oktober 2020 zijn de concept-RES’en gepubliceerd en het algemene beeld is positief:

• Er is een stevige ambitie in de regio’s en veel bereidheid om van elkaar te leren en met elkaar samen te werken.

• De interbestuurlijke samenwerking verloopt goed. Inmiddels begint zich een echte RES-gemeenschap te vormen van bestuurders, experts en belanghebbenden. De bestuurlijke en ambtelijke samenwerking is vrijwel overal goed op stoom.

• De eerste voorstellen tellen op tot een ambitie van ongeveer 50TWh hernieuwbare energie op land.

Of hiermee het doel van 35TWh in 2030 daadwerkelijk wordt gerealiseerd is moeilijk in te schatten. Er moet namelijk nog veel gebeuren in het concretiseren van de regionale ambities, het integraal afwegen van keuzes en het doorlopen van democrati-sche processen.

4.1.5 Omgevingsagenda’s

Om gebiedsgericht uitvoering te geven aan de ambities van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), is de Omgevingsagenda ontwikkeld. De Omgevingsagenda is de basis voor de samenwer-king tussen Rijk en regio bij opgaven in de fysieke leefomgeving:

energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, voedsel-voorziening en biodiversiteit. Deze opgaven zijn groot, met elkaar verweven en vragen meer fysieke ruimte dan er is. Daarom dwingen ze ons tot het nadenken over en afstemmen van de ruimtelijke functies en tot het maken van keuzes hierin.

De Omgevingsagenda wordt (landsdekkend) opgesteld in vijf landsdelen. Elk landsdeel kent gebieden waar de transities op elkaar ingrijpen en die vragen om een integrale interbestuurlijke aanpak en uitvoering. De Omgevingsagenda vormt daar de basis voor een meerjarig partnerschap tussen Rijk en regio en versterkt

184 Landsdeel Oost komt als eerste met een integrale gebiedsgerichte aanpak.

de uitvoeringskracht van de gezamenlijke overheden. De over-heden betrekken bij het opstellen van de Omgevingsagenda de samenleving: maatschappelijke partijen, bedrijven, burgerinitia-tieven en inwoners. Deze partijen hebben belang bij het maken van afspraken en de samenwerkingspartners bij de realisatie.

Figuur 45 Het instrument Omgevingsagenda

Bron: BZK, 2020

Waar staan we nu?

Elk landsdeel doorloopt samen met het Rijk een proces (doorloop-tijd van circa twee jaar) om te komen tot een Omgevingsagenda.

In alle landsdelen wordt gewerkt aan een Omgevingsagenda of de bouwstenen ervan. Omgevingsagenda Landsdeel Oost (Gelderland en Overijssel) is al eerder gestart als pilot en is nu klaar. Daarmee is een stap gezet richting de nieuwe manier van interbestuurlijke samenwerking ten aanzien van de inrichting van Nederland184.

1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur 3. Het openbaar bestuur in functie 4. Het openbaar bestuur in beweging

5. Uitgelicht: Interbestuurlijke samenwerking 6. Caribisch Nederland

7. Democratie en bestuur in coronacrisis 8. De balans opgemaakt: de smalle basis

van decentrale democratie en bestuur 4.1 De opgave centraal

In document Staat van het Bestuur 2020 (pagina 106-110)