• No results found

Agressie tegen decentrale politieke ambtsdragers In 2020 verscheen opnieuw de Monitor Integriteit en Veiligheid,

In document Staat van het Bestuur 2020 (pagina 81-84)

36,3 miljard euro

3.4 Thema’s in het decentraal bestuur

3.4.2 Agressie tegen decentrale politieke ambtsdragers In 2020 verscheen opnieuw de Monitor Integriteit en Veiligheid,

een periodiek onderzoek naar agressie, geweld en integriteit in het decentraal bestuur.156 Daaruit blijkt dat politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen in toenemende mate te maken hebben met verbale agressie, bedreiging en intimidatie van burgers en andere personen van buiten de organisatie – in het bijzonder online. Meer dan een op de drie politieke ambtsdragers (35%) had in het afgelopen jaar bij het uitoefenen van hun functie te maken met een dergelijke vorm van agressie of geweld. In 2014 lag dat percentage nog op 23%.

Vooral toename van verbale agressie via sociale media

De toename betreft vooral gevallen van verbale agressie, zoals schelden, kwetsen en discriminerende en kleinerende opmerkin-gen. Een derde van de politieke ambtsdragers werd hiermee in het afgelopen jaar een of meerdere keren geconfronteerd. In 2014 was

156 I&O Research i.s.m. Bing, Monitor Integriteit en Veiligheid 2020, Amsterdam, 2020 (in opdracht van het ministerie van BZK).

dit nog 18%. Er is verder een toename van het aantal bedreigingen en intimidaties: van 10% in 2014 naar 16% in 2020. Het deel van de politieke ambtsdragers dat te maken krijgt met fysiek geweld is met 2% sinds 2014 stabiel.

De toename van deze agressie is vrijwel geheel te vinden op sociale media. Dit steeg van 3% in 2014 naar 16% in 2020. Bijna de helft van alle agressieve, bedreigende of intimiderende uitingen aan het adres van politieke ambtsdragers vindt zijn weg via sociale media.

Vooral tegenover burgemeesters en vrouwelijke politici en in stedelijke gemeenten

Bestuurders, zoals burgemeesters en wethouders, leden van Gedeputeerde Staten en dagelijks bestuurders van waterschap-pen, rapporteren vaker ervaringen met agressie dan volksverte-genwoordigers. Burgemeesters hebben het meest te maken met bedreiging en intimidatie. In stedelijke gemeenten krijgen decentrale politieke ambtsdragers relatief vaker ervaring met agressie dan in landelijke gemeenten.

Opmerkelijk is het verschil tussen mannen en vrouwen. Ruim vier op de tien vrouwelijke politieke ambtsdragers hebben ervaringen met agressie, terwijl dat bij hun mannelijke collega’s een op de drie is. Wat betreft fysieke agressie is er overigens geen verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwelijke ambtsdragers hebben ook vaker te maken met ongewenst gedrag uit de eigen organisa-tie. 13% van alle politieke ambtsdragers rapporteert de afgelopen twaalf maanden te maken te hebben gehad met een of meer incidenten van intern ongewenst gedrag. Vrouwen hebben hier twee keer zo veel mee te maken als mannen.

Incidenten worden besproken, maar meestal niet aangegeven Twee derde van de politieke ambtsdragers die een ervaring heeft met agressie of geweld, bespreekt dit met anderen in de organisa-tie, de voorzitter, de griffier of een andere ambtsdrager. Dit geldt vooral voor bedreiging, intimidatie en fysieke agressie dat vrijwel altijd wordt besproken. Bij verbale agressie bespreekt men dit in zes van de tien gevallen.

Er volgt slechts in een klein aantal gevallen een aangifte bij de

1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur 3. Het openbaar bestuur in functie

4. Het openbaar bestuur in beweging 5. Uitgelicht: Interbestuurlijke samenwerking 6. Caribisch Nederland

7. Democratie en bestuur in coronacrisis 8. De balans opgemaakt: de smalle basis

van decentrale democratie en bestuur 3.1 Gemeenten

3.2 Provincies

3.3 Waterschappen

3.4 Thema’s in het decentraal bestuur

3.5 Regionale samenwerkingsverbanden

3.6 Organisaties in het openbaar bestuur 3.4.1 Diversiteit in het decentraal bestuur 3.4.2 Agressie tegen decentrale politieke

ambtsdragers 3.4.3 Integriteit

politie, namelijk voor 8% van alle incidenten. Het percentages aangiftes daalt sinds 2014. Dat komt mede door de veranderende aard van de incidenten, die vaak verbale agressie via sociale media betreffen. Deze incidenten lenen zich niet altijd voor een aangifte, worden door de ambtsdragers als minder ernstig ervaren of het is onduidelijk of er sprake is van een strafbaar feit. Toch wordt er ook minder aangifte gedaan van incidenten die de ambtsdragers wel als ernstig ervaren.

Agressie vermindert werkplezier

Vier op de tien politieke ambtsdragers die werden geconfronteerd met agressie hebben hiervan nadelige effecten ervaren, met name als zij een ernstig incident hebben meegemaakt. Dit is omgere-kend 15% van alle politieke ambtsdragers. Het meest genoemde effect is een afname van het werkplezier. Ook zijn er naar verhouding meer politieke ambtsdragers die aangeven dat agressie en geweld van invloed is op het eigen gedrag. Zo geeft een op de zes betrokkenen aan dat zij voorzichtiger zijn geworden in de omgang met burgers.

Agressie en geweld kunnen behalve op persoonlijk niveau ook van invloed zijn op de besluitvorming. 8% zegt dat het de eigen beslissingen beïnvloedt en 6% geeft aan weleens te hebben overwogen om te stoppen met het uitoefenen van zijn of haar ambt vanwege agressie en geweld. In vergelijking met 2018 hebben politieke ambtsdragers er iets minder vertrouwen in dat collega’s hun standpunten niet laten beïnvloeden door agressie en geweld.

Beleid tegen agressie niet altijd herkenbaar

De Monitor Integriteit en Veiligheid onderzoekt ook wat gemeen-ten, provincies en waterschappen beleidsmatig doen om agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers aan te pakken.157 Daaruit blijkt dat zij hier heel verschillend mee omgaan. In veel gevallen is dit gecombineerd met de aanpak voor medewerkers. Of er in de praktijk aandacht voor is, hangt vaak af van het optreden van incidenten. Zonder dat is het lastig om structurele aandacht voor

157 I&O Research i.s.m. Bing, Monitor Integriteit en Veiligheid 2020, Amsterdam, 2020 (in opdracht van het ministerie van BZK).

158 I&O Research, Bedreigingen en intimidaties van burgemeesters in relatie tot de bestuurlijke aanpak, Enschede, 2020.

het onderwerp te houden.

Gemeenten hebben vaak wel een agressieprotocol of huisregels voor de omgang met agressieve burgers, bij provincies en waterschappen is dat iets minder het geval. Een deel ervan biedt trainingen aan over het omgaan met agressie, waaraan politieke ambtsdragers kunnen deelnemen. Het beleid binnen de decentra-le overheden richt zich vooral op de bestuurders. Een specifieke aanpak voor volksvertegenwoordigers ontbreekt vaak.

Opvallend is dat er in het decentraal bestuur weinig beleid is voor het omgaan met agressie op sociale media. Slechts een op de vijf organisaties heeft omgangsregels voor sociale media geformu-leerd. Gemeenten hebben hier wel meer aandacht voor dan provincies en waterschappen.

Een derde van de burgemeesters ervaart bedreiging en intimidatie In opdracht van het WODC deed I&O Research in 2020 nader onderzoek naar bedreigingen van burgemeesters.158 Het onder-zoek richtte zich naast de omvang vooral op de achtergronden van bedreiging en intimidatie. Vormt de inzet van specifieke bevoegd-heden op het terrein van openbare orde en veiligheid door burgemeesters hier een trigger voor?

Uit het onderzoek komt geen eenduidig beeld. Bedreiging en intimidatie van burgemeesters blijkt een divers en complex probleem. Het aandeel burgemeesters dat ermee te maken krijgt, fluctueert de afgelopen tien jaar rond de 30%, met uitschieters naar boven (33% in 2016) en beneden (21% in 2018). De onderzoe-kers concluderen dat er in deze periode geen sprake is van een structurele toename van het fenomeen.

1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur 3. Het openbaar bestuur in functie

4. Het openbaar bestuur in beweging 5. Uitgelicht: Interbestuurlijke samenwerking 6. Caribisch Nederland

7. Democratie en bestuur in coronacrisis 8. De balans opgemaakt: de smalle basis

van decentrale democratie en bestuur 3.1 Gemeenten

3.2 Provincies

3.3 Waterschappen

3.4 Thema’s in het decentraal bestuur

3.5 Regionale samenwerkingsverbanden

3.6 Organisaties in het openbaar bestuur 3.4.1 Diversiteit in het decentraal bestuur 3.4.2 Agressie tegen decentrale politieke

ambtsdragers 3.4.3 Integriteit

Figuur 35 Percentage burgemeesters dat te maken had met bedreiging of intimidatie, 2010 - 2020

0

Toch krijgen veel burgemeesters ermee te maken. In de afgelopen vijf jaar kreeg bijna de helft van hen wel te maken met enige vorm van intimidatie en drie op de tien met bedreiging. Uit het onderzoek van I&O Research blijkt dat er sprake is van een breed spectrum van intimiderende of bedreigende incidenten die variëren wat betreft achtergrond, gradaties en uitingsvorm.

De (vermoedelijke) daders zijn afkomstig uit allerlei geledingen van de samenleving. Het kan gaan om personen met verward gedrag, mensen die een conflict hebben met het gemeente-bestuur, zich benadeeld voelen door een besluit van de burge-meester of van personen met criminele connecties. Naarmate een maatregel dieper ingrijpt in het persoonlijk leven, de financiën of andere belangen, neemt het risico op bedreiging en intimidatie toe. De burgemeester is daarbij, als gezicht van de gemeente, voor sommigen een makkelijk doelwit.

De onderzoekers vinden geen rechtstreeks verband met de inzet van bestuurlijke aanpakken als het sluiten van (drugs)panden, verplichte opname of het opleggen van een gebieds- of groeps-verbod. De inzet van dergelijke instrumenten door burgemeesters

159 In 2019 stond Nederland op de 8e plaats van een ranking van 198 landen in de Corruption perception index van Transparency International. Zie www.transparency.org.

Aan deze index liggen data ten grondslag over de percepties van burgers, bedrijven en experts.

160 Een voorbeeld is de Politieke integriteitsindex 2019 van de Volkskrant.

161 I&O Research i.s.m. Bing, Monitor Integriteit en Veiligheid 2020, Amsterdam, 2020 (in opdracht van het ministerie van BZK).

is de afgelopen vijf jaar toegenomen, terwijl er in die periode geen structurele toename van bedreiging en intimidatie te zien is.

Wel kan de inzet van bestuurlijke middelen één van de factoren zijn die bedreiging en intimidatie triggeren.

Desgevraagd geven de burgemeesters aan dat de inzet van bestuurlij-ke middelen vabestuurlij-ker legale reacties oproept, zoals bezwaar en formele of informele protesten, dan illegale. Van degenen die incidenten meemaakten, geeft drie op de tien aan dat het om een bewuste actie ging om een bepaald doel te bereiken – terugdraaien van een besluit of algemener: het in een kwaad daglicht stellen van het bestuur. In de overige gevallen gaat het om uitingen van oplopende emoties, frustratie of verward gedrag waarbij vaak een samenloop is met psychiatrische of persoonlijke problemen van de dader.

3.4.3 Integriteit

Het Nederlands bestuur scoort in internationale vergelijkingen hoog wat betreft integriteit en het ontbreken van corruptie bij politici en ambtenaren.159 Dat betekent dat er in Nederland weinig integriteitsschendingen en corruptie worden ervaren. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er nooit incidenten op dit terrein plaatsvinden. Het is lastig om op jaarbasis een actueel beeld te geven van het aantal incidenten. Pogingen hiertoe worden wel gedaan, bijvoorbeeld in journalistieke bronnen160, maar bij de bruikbaarheid passen kanttekeningen. Deze maken vaak geen onderscheid tussen de nationale politiek en het decentraal bestuur of hanteren een dusdanig brede definitie van integriteit-schendingen dat ook handelingen die binnen bestaande wettelijke kaders vallen, maar inmiddels wellicht onwenselijk worden gevon-den, erin begrepen zijn.

De meeste organisaties in het decentraal bestuur houden geen systematische registratie bij van (mogelijke) integriteitsschendin-gen.161 Desgevraagd geven zij als redenen hiervoor aan dat zij dit niet zinvol vinden vanwege het ontbreken of zeer weinig voor-komen van schendingen.

1. Inwoners van Nederland

2. Inwoners en het openbaar bestuur 3. Het openbaar bestuur in functie

4. Het openbaar bestuur in beweging 5. Uitgelicht: Interbestuurlijke samenwerking 6. Caribisch Nederland

7. Democratie en bestuur in coronacrisis 8. De balans opgemaakt: de smalle basis

van decentrale democratie en bestuur 3.1 Gemeenten

3.2 Provincies

3.3 Waterschappen

3.4 Thema’s in het decentraal bestuur

In document Staat van het Bestuur 2020 (pagina 81-84)