• No results found

‘zelfstandige’ jaren

In document De Gemeenschap (pagina 52-59)

stellen voor de huurdersorganisatie. Het ging om zowel kandi-daten voor het bestuur als voor de selectiecommissie die het bestuur zou moeten gaan kiezen.

In mei 2016 kwamen de leden van de selectiecommis-sie bijeen. Zij kozen het bestuur dat zich op 10 januari 2017 presenteerde op de nieuwjaarsbijeenkomst van De Gemeen-schap. Voorzitter was Harry Burgers die al zestig jaar in een huis van De Gemeenschap woonde. Directeur Paul van Roos-malen en Harry Burgers ondertekenden op die bijeenkomst de samenwerkingsovereenkomst. Als andere bestuursleden participeerden Jaap Gersie, Olivera Micovic, Wim Reijnen en Harold de Vries.

Na enkele bestuurswisselingen bestond de HOG anno 2019 uit: Wim Reijnen (voorzitter), Jaap Gersie (secretaris), Olivera Micovic (penningmeester), Harold de Vries (algemeen lid) en Bibi Arefa Ansari (algemeen lid). Voor Harry Burgers – bij zijn aantreden als voorzitter al 92 jaar oud – bleek de voorzitterstaak te zwaar geworden te zijn. Hij werd een ge-waardeerd oud-bestuurslid van de huurdersorganisatie. In november 2019 overleed hij op 95-jarige leeftijd.

De huurdersorganisatie is een officiële zelfstandige en onafhankelijke organisatie die tot doel heeft de belangen van de huurders te behartigen. De HOG heeft een belangrijke inbreng in het beleid en de keuzes van De Gemeenschap en neemt de rol over van de vereniging met leden die De Ge-meenschap vroeger was. Tegelijk is de HOG een orgaan dat echt van invloed is op de besluitvorming en gehoord moet worden bij belangrijke besluiten. De HOG wordt om advies of instemming gevraagd, en dat wordt meegenomen in de besluitvorming. Hoewel het doel van De Gemeenschap iden-tiek is aan dat van de HOG, ‘goede en betaalbare huisvesting in fijne wijken’, hebben beide organisaties daarin wel een eigen verantwoordelijkheid en met een eigen belangen-afweging te maken.

Het eerste bestuur van Huurdersorganisatie De Gemeenschap op 30 augustus 2016 voor het notariskantoor kort na de ondertekening van de Akte van Oprichting van de HOG. Van links naar rechts: Harold de Vries, Olivera Micovic, Marij van der Loo, Harry Burgers en Jaap Gersie.

Wilma Coehoorn ontwierp het HOG-logo in de kleuren groen en rood en het huisstijl-lettertype van De Gemeenschap. Coehoorn: ‘Het gaat om mensen en die heb ik krachtig en energiek, maar ook wat kwetsbaar gemaakt. Zelf woon ik in een flat van De Gemeenschap en daar kom ik zeer kwetsbare, maar ook energieke en ondernemende mensen tegen. De Gemeenschap biedt al deze huurders onderdak. Dat heb ik abstract weerge-geven door een duidelijk veilig dak. Er is wel wat ruimte tussen het dak en de mensen. Ze zitten zeker niet “opgeslo-ten” … De mensen worden in dit beeld-merk letterlijk ondersteund door HOG.’

De Gemeenschap 1920-2019 104

Harry Burgers

Harry Burgers vroeg zich af of hij en zijn vrouw Corry ‘de oudste of de langst wonende’ huurders van De Gemeen-schap waren? Per 1 november 1955 huurde hij een woning aan de Hengstdalseweg 198. Het huis werd op 15 november opgeleverd, maar hij mocht er al een week eerder in omdat zijn vrouw ging bevallen van hun tweede kind. Er was geen warm water en de trap was nog niet geverfd. Een paar da-gen later werd een meisje geboren. Harry’s oudste broer Willy Burgers was bevriend met de voorzitter van het be-stuur van De Gemeenschap, Ben van Herwaarden. Die had de woning geregeld. Harry werkte toen in Frankfurt am Main in de Amerikaanse zone. Zijn vrouw had zo’n heimwee dat ze naar Nederland kwamen, en zo kwamen ze in Hengstdal terecht. Harry werd inspecteur van het GAK, en zou dat tot zijn pensionering op 62-jarige leeftijd blijven.

Harry herinnert zich dat er in november 1955 nog twee boerderijtjes op de plek stonden waar nu het Pegasusstand-beeld staat. Ook was daar een kuil waar alle kinderen uit de buurt speelden. Bij de huizen aan de Hengstdalseweg hoorden geen schuurtjes, maar ‘iedereen bouwde zelf een schuurtje in de achtertuin. Dat werd oogluikend toegestaan, maar een dakraampje mocht niet… Dat zou maar preceden-ten scheppen.’ Harry vond het jammer dat De Gemeenschap de huizen aan de Hengstdalseweg niet wilde verkopen. Hij was tevreden met zijn ruime woning met souterrain waar alle vijf kinderen een eigen kamer hadden.

Harry Burgers was van een tiental besturen voorzitter of secretaris. Het meest trots is hij op de oprichting van de

‘Duits-Nederlandse gespreksgroep’. Die groep was heel bij-zonder aangezien Harry enorm geleden had gedurende de oorlog. Hij was gevangen in strafkamp Ommen, en vol haat tegenover de Duitsers. Toch wist hij vijandschap in

vriend-schap te veranderen, wat in zijn geval heel bewonderens-waardig was. Tegen zichzelf zei hij: ‘Harry, je bent nog lang niet volmaakt.’ Voor al zijn bestuurswerk kreeg hij een lintje;

hij is Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Harry Burgers verwoordde het ‘verdriet van De Ge-meenschap’. De Gemeenschap had nooit een stichting mogen worden, maar had een vereniging met leden moe-ten blijven… Hij protesteerde tegen de verandering van rechtsvorm. ‘Bij een vereniging is iedereen de baas, bij een stichting zijn de voorzitter en de secretaris de baas.’ Hij was voor inspraak van leden, voor democratie in iedere or-ganisatie. Tot 2015 was de inspraak van de bewoners mini-maal. Toen in 2015 inspraak van huurders bij wet verplicht werd, was Harry geïnteresseerd en stelde zich kandidaat als voorzitter van de huurdersorganisatie, de HOG. Tijdens een van de vergaderingen werd hij onwel, wat voor hem heel onaangenaam was. In de HOG werd hij opgevolgd door Wim Reijnen.

Zouden Harry (96) en Corry Burgers (91) de oudste huurders van De Gemeenschap zijn? Vanaf 1955 huurden zij hun huis aan de Hengstdal-seweg – inmiddels 65 jaar.

105 De laatste tien ‘zelfstandige’ jaren

Groot onderhoud Spoorbuurt

De renovatie van de Spoorbuurt was een uitdaging aange-zien de wijk tot beschermd stadsgezicht was aangewezen.

Behoud en vernieuwing was nog nodig om de huizen ook in de 21ste eeuw leefbaar te houden. In maart 2017 werd begon-nen met het groot onderhoud van de 500 woningen door De Combinatie Spoorbuurt, een samenwerkingsverband tussen aannemingsbedrijf Van Schaik, KlokGroep en Hagemans Vast-goedonderhoud. De Combinatie zocht nadrukkelijk contact en

HOG-voorzitter Wim Reijnen

De Woningwet van 2015 verplicht corporaties tot een vorm van overleg tussen huurder en verhuurder. Wim Reijnen had altijd al interesse in volkshuisvesting. Zijn vader was in de jaren zestig en zeventig bestuurder van Woningbouwvereni-ging Mr. C.J.A.M. Ten Hagen, het huidige WoonGenoot. Het archief van de woningzoekenden van Ten Hagen stond in de begintijd in de ouderlijke huiskamer; van jongs af aan werd Reijnen vertrouwd met de wereld van de woningcorporatie.

Toen De Gemeenschap in 2015 een startbijeenkomst organiseerde, meldde hij zich aan. Er vormde zich een se-lectiecommissie die het bestuur koos. Reijnen heeft het bestuur enkele maanden bijgestaan met de formalisering, de opstelling van de notariële akte, de opzet van een website etc. Na een half jaar stapte hij in als algemeen bestuurslid.

Toen de 92-jarige voorzitter Harry Burgers terugtrad, werd Wim Reijnen in 2017 de nieuwe voorzitter.

Wat doet Huurdersorganisatie De Gemeenschap (HOG)? Reijnen: ‘De HOG adviseert over voorstellen voor huuraanpassing, de begroting, het servicepakket, de finan-ciële plannen en allerlei beleidszaken, zoals over Zelf Aan-gebrachte Voorzieningen (ZAV). Ook is de HOG partij in het overleg met de gemeente en Woonwaarts, het zogeheten

tripartite overleg, waarin onder andere afspraken worden gemaakt over zaken als betaalbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid. Bovendien heeft de HOG instemmingsrecht als het om zulke grote besluiten als een fusie gaat. In de HOG proberen we al die aandachtgebieden zo goed mogelijk te verdelen over de bestuursleden.’

Hoe blijft de HOG op de hoogte? ‘We proberen zo-veel mogelijk informatie en rapportages op het gebied van volkshuisvesting te lezen, onder andere die van het Rijk, gemeente, Woonbond en Aedes. Veel van de stukken plaatsen we ook op onze website.’ Gedurende het overleg met de gemeente, waar vaak andere huurdersorganisaties aanschuiven, wordt in de wandelgangen ook veel informatie verkregen.

Is er woningnood in Nijmegen? ‘Door de sluiting van verzorgingshuizen blijven mensen veel langer thuis wonen en is er minder doorstroming. Voor statushouders worden woningen gereserveerd, en ook voor mensen die uitstromen uit de ggz-instellingen. Verder is sprake van gezinsverdun-ning. Het aantrekkelijkste stadsdeel in Nijmegen is nog steeds Nijmegen-Oost. Hier heeft De Gemeenschap zo’n 1250 woningen. In Neerbosch-Oost, Dukenburg, Lindenholt en Nijmegen-Noord staan er nog circa 1000.’

samenwerking met de buurt. Dat deed ook welzijnsorganisa-tie het Inter-lokaal/Tandem, maar dan op een andere manier.

Zij voerden sinds mei 2017 sociale gesprekken (‘warme opna-me’) achter de voordeur met alle bewoners van de Spoorbuurt over wat er leefde in de wijk en wat verbetering behoefde en wat veiliger kon – bijvoorbeeld de verlichting van de achterpa-den. Ook het welzijn van de bewoners zelf kwam zo nodig ter sprake. De bewoners zijn hier in het algemeen tolerant maar ze houden ook van rust en privacy. Vroeger stonden er geen

afscheidingen tussen de tuinen. De buren deelden de tuin, en kozen een zonnig stukje uit om groente of kruiden te verbou-wen. Dat is inmiddels veranderd. Niet veranderd is de honk-vastheid. Meer dan veertig procent van de bewoners woont al langer dan twintig jaar in de buurt.

Wat gebeurde er bij het groot onderhoud? Daken en ge-vels werden geïsoleerd, er kwam dubbel glas en mechanische ventilatie om de luchtkwaliteit te verbeteren. Individuele warmtemeters zijn geplaatst en het buiten schilderwerk werd gedaan. De gevels bleven onveranderd en daarmee bleef het beschermd stadsbeeld en het karakter van de Spoorbuurt in tact. Aan de Palestrinastraat werd een modelwoning inge-richt, zodat de andere bewoners alvast konden ervaren wat er ging gebeuren. Dit was een bijzondere woning. Ze was uit 1928 en bevond zich nog in de originele staat. Na de bouw was er nauwelijks iets veranderd. De bewoonster woonde hier 85 jaar. Ze wilde geen andere keuken, badkamer of verwar-ming. ‘Het was goed zoals het was.’ Wel is op een gegeven moment de beglazing aangepast en een nieuw toilet ge-plaatst.

Op 22 november 2017 werd fase 1 van het groot onder-houd van de eerste 181 woningen feestelijk afgesloten. Voor de tweede fase werd een modelwoning aan de Diepenbrock-straat 22 duurzaam ingericht met materialen die volledig waren hergebruikt of gerecycled. Dat gold voor het meubi-lair: een bank uit petflessen, een poef van bananenbladeren en vloerbedekking van oude visnetten. De feestelijke afslui-ting van fase 2 was in 2018; 165 huizen waren energiezuinig en comfortabel. In maart 2019 startte de laatste fase. Ze werd eind 2019 afgerond. In januari 2020 werd de afronding gevierd.

Groot onderhoud en verduurzaming van woningen in de Gregoriusstraat en Koolemans Beijnenstraat (juni 2017).

Paul van Roosmalen

Tijdens zijn studententijd kwam Paul van Roosmalen gere-geld in het huis van zijn schoonouders aan de Fanfare-straat. Zijn schoonvader was lid van de grafische bond (en kwam daardoor in aanmerking voor een Gemeenschap-woning). Hij had nogal veel aangepast en dat moest bij zijn verhuizing in 2010 weer in de oude staat worden terug-gebracht. Peter Sünnen, die de mutaties begeleidde, was daar erg strikt in. Later, toen Paul directeur van De Ge-meenschap was geworden, kreeg hij van de ‘andere kant’

te maken met het ZAV-beleid. Hij was voorstander van ‘elk huis een paleisje’. Zijn idee was geïnspireerd op het kinder-boek Meneer Pruimelaar en de oranje spetter: de straat van onze dromen van Daniel Manus Pinkwater. Paul van Roos-malen zou graag zien dat alle bewoners de mogelijkheid kregen hun woning aan te passen naar hun eigen voorkeur en zo hun droomwoning te creëren. De Gemeenschap werkte aan nieuwe spelregels om dit mogelijk te maken.

Laat de bewoners hun huis – binnen de voorwaarden – zo inrichten als ze zelf willen.

De Gemeenschap was lange tijd naar binnen gericht, trots op het klein zijn, het overleven. Met de komst van andere woningverdeelvormen, als Entree in 1997, kwam er ‘ander volk’ binnen. Toen woonden er niet meer alleen

‘spoormensen’. ‘Niets ten nadele van die spoormensen! Er was een betalingsdiscipline van honderd procent, dat was echte vakbondsmentaliteit.’

Paul van Roosmalen is in de bijna honderdjarige ge-schiedenis de derde directeur. Hij heeft een enorm gevoel voor de Gemeenschap-historie en geniet van de handge-schreven klachtenboeken of de originele bouwtekeningen.

‘Tijdens de oorlog was er geen gebrek aan papier: er werd gecorrespondeerd achterop NS-dienstregelingen.’

Groot onderhoud en verduurzaming van woningen aan de Van ’t Sant-straat (april 2018).

Groot onderhoud en verduurzaming van de flats aan de Moerbeistraat (november 2017).

De Gemeenschap 1920-2019 108

Paul: ‘In de jaren zestig was het woningbestand circa dui-zend woningen. Dat was nog net te behappen met een dage-lijks bestuur en een algemeen bestuur. Het was ook nog de tijd dat je lid van de (een) vakbond moest zijn om een wo-ning te krijgen. Toen De Gemeenschap groter groeide, werd de noodzaak van een dagelijkse leiding groter.’

In 2012 zocht De Gemeenschap een nieuwe directeur.

Voor Paul van Roosmalen was de baan een uitdaging. Nijme-gen was bekend (hij had er gestudeerd en er woonde fami-lie), en hij kon hier de directeur-bestuurder worden. Hij is het geworden en trad per 1 mei 2013 in dienst, als opvolger van Willem Berkhout.

Van de Raad van Commissarissen kreeg hij als eerste opdracht mee: ‘We zijn en blijven klein.’ De tweede opdracht was een plan voor de Spoorbuurt, want daar moest wat mee gebeuren. De Spoorbuurt was het kroonjuweel van De Ge-meenschap, maar oud, onderkomen en energetisch slecht.

Er waren twee mogelijkheden: totale sloop of hoogwaardige renovatie. In beide gevallen zou het aanzien veranderen.

Voor Van Roosmalen was het een prachtige opdracht om de vijfhonderd vooroorlogse woningen te behouden.

‘Toen ik hier kwam, was De Gemeenschap een naar binnen gerichte organisatie. Het Bijbelse citaat “van, voor, door en met ons”, leek hier wel op van toepassing. Het ge-voel van de grote familie heeft ook nare kantjes. Het was qua organisatie eigenlijk een dorpse corporatie in de stad.

De Gemeenschap zelf was trots, maar de stad vond dat de corporatie niet goed functioneerde, ze pakte in de ogen van het stadsbestuur te weinig volkshuisvestelijke vraagstukken op. Wel stond De Gemeenschap bekend als “de rijke kleine”

door het zuinige beleid.’

In de jaren 2014-2016 liet De Gemeenschap een ander gezicht zien. De Spoorbuurt bleef behouden. De wijk werd

niet alleen gerenoveerd, men keek ook ‘achter de voordeur’.

Er werd gestart met verduurzaming, ingegeven door kli-maatakkoorden en landelijk en Europees beleid. Statushou-ders uit Eritrea werden gehuisvest aan de Griftdijk Noord.

De Gemeenschap met haar beperkte organisatie heeft deze mensen adequate woonruimte aangeboden, en hielp hier-mee zowel de stad Nijmegen als de provincie.

In 2015 kwam de Herziene Woningwet met de vereisten governance en compliance. Een kleine organisatie als De Ge-meenschap kon daar niet aan voldoen. Paul van Roosmalen vermoedde dat De Gemeenschap het op de lange termijn niet zou kunnen volhouden. ‘Niet voor de stad, niet wanneer schaalvergroting nodig was. De Gemeenschap had meer denk- en doe-kracht nodig, en de energietransitie kostte enorm veel geld. Er waren verschillende scenario’s, en fusie-mogelijkheden werden verkend. In 2015 is ook al met Stand-vast gesproken, maar dat was te vroeg. Ook is gesproken met WoonGenoot, maar WoonGenoot wilde niet. In 2017 voerden we opnieuw gesprekken met Esther Lamers, de di-recteur van Standvast. Samen hadden De Gemeenschap en Standvast duizend woningen in Hengstdal, en samen zouden ze de derde corporatie van Nijmegen kunnen worden. Portaal was de grootste met 11.000 woningen, dan volgde Talis met 9000 woningen, en als derde kwamen Standvast en De Ge-meenschap met samen 6500 woningen.’ Standvast komt net als De Gemeenschap uit de vakbondstraditie en uit Nijme-gen-Oost. Ook zij hebben een sociale achtergrond, daarom past de naam Woonwaarts gevoelsmatig goed. Standvast is uit eerdere fusies met Eigen Haard en De Gezonde Woning ontstaan. Het enige verschil is dat Standvast woningbestan-den in de dorpen Beuningen, Druten en Winssen heeft.

Ging de fusie niet te snel? ‘Nee’, zegt Paul van Roosma-len, ‘Het moment was daar. Alle neuzen stonden de goede

109 De laatste tien ‘zelfstandige’ jaren

kant op, van de HOG, de Raad van Commissarissen, het personeel en ook van de huurders.’ Van Roosmalen durfde niet nog een half jaar te wachten en zette door. Tussen 25 en 31 december 2018 moest hij het besluit alleen nemen. Op 7 januari 2019 stemde Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren in met de fusie, en op 1 mei 2019 was de fusie een feit.

De renovatie van de Spoorbuurt was eind 2019 gereed.

‘Dat zie ik als een monument, een legacy voor Nijmegen. De buurt is weer voor veertig jaar gered en de herinnering aan De Gemeenschap blijft daarmee levend in de stad. Met de oplevering van de buurt gingen de luiken open en de me-dewerkers waren trots op wat ze gerealiseerd hadden. De Spoorbuurtrenovatie was na de bouw van de wijk het groot-ste project ooit voor De Gemeenschap. Het kostte

€ 16.000.000,- en alle vijfhonderd woningen zijn van ener-gielabel F/G naar label B gegaan.’

Paul is trots op de vernieuwing in de organisatie. Trots op het succes van ‘onze volkshuisvestelijke oeropgave’: de beschikbaarheid en betaalbaarheid van goede woningen blijven realiseren. Ook trots op het succes van de energie-transitie. Door de professionalisering is er ‘groot corporatie-denken’ in de kleine organisatie gebracht.

Met de fusie is De Gemeenschap geliquideerd en opge-gaan in Standvast.71 Paul van Roosmalen voelt de bestuurlij-ke verantwoordelijkheid voor de integratie tot Woonwaarts.

Het karakter van De Gemeenschap is er nog wel, en dan vooral in de oud-medewerkers. Maar ook de Gemeen-schap-bewoners moeten zich thuis blijven voelen. Er veran-dert veel. ‘De veerkracht in wijken gaat achteruit. Dat ziet Woonwaarts ook. Vanouds werden door De Gemeenschap middengroepen met een betaalde baan gehuisvest. Vanaf de jaren negentig kwamen er meer “mensen van de onderkant”,

en dat mengde niet altijd. De Gemeenschap kreeg te maken met huurachterstanden, dat waren ze nooit gewend. Het was allemaal zo prettig, die hele lange huurcontracten en hele lange dienstverbanden...’

Wat brengt de toekomst voor Woonwaarts? ‘Allereerst gaan de 2100 woningen in Hengstdal voor 2035 van het aardgas af. Dat is een gezamenlijk project met Alliander en de gemeente, en het wordt complex vanwege de accidentie van het gebied. In Dukenburg wordt een collectieve warm-teoplossing gevonden. In Druten worden 160-170 nieuwe woningen gebouwd en in Deesd worden 130 woningen uit de jaren vijftig-zestig aangepakt.’

Woonwaarts investeert in ‘sociaal duurzame wijken’, dat betekent dat zowel rekening gehouden wordt met de energietransitie als met sociale duurzaamheid. Dat is wonen voor alle leeftijden en diverse inkomens. Mensen moeten op eigen kracht kunnen (blijven) wonen, en er moet ook

Woonwaarts investeert in ‘sociaal duurzame wijken’, dat betekent dat zowel rekening gehouden wordt met de energietransitie als met sociale duurzaamheid. Dat is wonen voor alle leeftijden en diverse inkomens. Mensen moeten op eigen kracht kunnen (blijven) wonen, en er moet ook

In document De Gemeenschap (pagina 52-59)