• No results found

Drogredenen op basis van pathos (Braas et all., 1996:90-94)

3.3 Werving en uitvoering

In een ideale situatie van een experiment is er een frame beschikbaar waaruit een steekproef getrokken kan worden die volledig representatief is voor de populatie. In de meeste gevallen is er echter geen sprake van een ideale situatie. Zo ook in dit onderwerp, er was geen frame aanwezig en de respondenten werden gezocht door het hele land, een experiment op locatie was dus ook uitgesloten. Bij het werven van respondenten is daarom gekozen voor een ‘steekproef die zich aandient’. Via internet werd op diverse sites en fora opgeroepen deel te nemen aan het onderzoek, zonder vooraf inzicht te geven in het bestaan van verschillende groepen. Met name de voetbalsupporters waren niet moeilijk te vinden door hun interesse in het onderwerp, niet-supporters waren een stuk lastiger te vinden. Veel niet-niet-supporters vonden het experiment teveel op voetbal georiënteerd en vroegen zich af waarom dit voor hen interessant was. Dit resulteerde in een oververtegenwoordiging van supporters, hoe hiermee om is gegaan wordt in de volgende paragraaf beschreven. Hoewel de vragenlijst niet moeilijk in te vullen was, vergde deze wel veel concentratie en was het niet mogelijk deze op de zogenaamde automatische piloot in te vullen. Wellicht waren negen stellingen, achttien schalen, een serie algemene vragen en het lezen van een artikel een te grote belasting voor de respondent en dan vooral voor de niet-supporters onder hen. Mede doordat het onderzoek online werd uitgevoerd en op anonieme en vrijwillige basis, was het aantal respondenten dat voortijdig het experiment beëindigde hoog. Dit heeft geresulteerd in een relatief hoog uitvalpercentage van 51%. Van de in totaal 245 deelnemers volbrachten 120 respondenten uiteindelijk wel de gehele vragenlijst. Nadat het streven van vijftig deelnemers per groep al ruim was behaald voor de groep supporters is de vragenlijst gesloten voor deelname op het moment dat de vijftigste niet-supporter een correcte deelname had afgerond. Het experiment heeft plaatsgevonden in de maand juli 2009.

3.4 Validiteit

De validiteit van een meting draait om de vraag in hoeverre een meting op correcte wijze meet wat het zou moeten meten (Babbie en Baxter, 2004: 125). In dit onderzoek meten we of er een verschil bestaat tussen de mate waarin voetbalsupporters drogredenen in een voetbalgerelateerde context

25 accepteren, in vergelijking met een groep personen die geen supporter van een voetbalclub zijn. De vraag die met betrekking tot de validiteit in dit onderzoek wordt gesteld luidt: slaagt de ontwikkelde methode er in om op correcte wijze te meten of voetbalsupporters hiertoe eerder geneigd zijn dan mensen die geen supporter van een Nederlandse profclub zijn?

3.4.1 Content validity

In dit onderzoek wordt de nadruk gelegd op het meten van acceptatie van drogredenen. In de beschikbare literatuur over het concept drogredenen worden een groot aantal verschillende soorten drogredenen gedefinieerd. Idealiter beslaat een methode een geheel concept en niet slechts een deel ervan, Babbie en Baxter (2004: 125) refereren hiernaar met de term content validity. In sommige gevallen is het echter onmogelijk om een concept in zijn totaliteit te meten en moeten er dus keuzes gemaakt worden, die keuze moest ook in aanloop naar dit experiment gemaakt worden. Door te kiezen om maximaal negen drogredenen op te nemen in het onderzoek beslaat de term drogredenen in de definiëring van het concept niet langer alle mogelijke drogredenen.

3.4.2 Verwijdering cases

Omdat er zeventig respondenten hadden aangegeven supporter te zijn van een club moesten er twintig cases verwijderd worden om twee gelijke groepen te krijgen van elk vijftig respondenten. Voor het verwijderen van deze cases konden twee strategieën gevolgd worden, aselecte verwijdering of selecte verwijdering. Omdat de respondenten uitgebreide informatie over hun achtergrond hebben ingevuld was het mogelijk om de invloed van mogelijk interfererende variabelen, zoals deze in sectie 3.2.3 beschreven werden, in te dammen door middel van selecte verwijdering. Door op selecte wijze cases te verwijderen is getracht om de groepen een zo optimaal mogelijke afspiegeling van elkaar te laten zijn en hiermee de validiteit te vergroten.

Omdat de groep niet-supporters meer vrouwelijke respondenten bevat dan de groep supporters zijn er alleen cases van mannelijke respondenten verwijderd. Afbeelding 3.1 toont de groep supporters voor en na verwijdering van cases in vergelijking met de groep niet-supporters.

26

Afbeelding 3.1 Verdeling geslacht over groepen voor en na verwijdering van cases

De participanten hebben hun hoogst genoten opleiding opgegeven, om ook deze mogelijke interfererende variabele in te dammen en gelijk te trekken met de andere groep werden twee basisschool, zes middelbare school en twaalf MBO-cases verwijderd. Omdat er slechts twee basisschoolcases waren kon hier niet verder op geselecteerd worden. Wel waren er in de gevallen van middelbare school en MBO meerdere cases die voor verwijdering in aanmerking kwamen. Hierbij is gekozen om eerst de cases van respondenten van oververtegenwoordigde clubs te verwijderen. De oververtegenwoordigde clubs waren Roda JC, Feyenoord en FC Zwolle. De zes middelbare schoolcases die verwijderd werden bestonden uit vier Roda JC-aanhangers, één Feyenoord-aanhanger en één FC Zwolle-Feyenoord-aanhanger. De twaalf middelbare school cases die verwijderd werden bestonden uit zes FC Zwolle-aanhangers, vier Feyenoord-aanhangers en twee Roda JC-aanhangers. Afbeelding 3.2 toont de samenstelling van de verschillende groepen op basis van genoten onderwijs. Door deze selecte wijze van verwijdering is getracht beide groepen een zo goed mogelijke afspiegeling van elkaar te laten zijn. Afbeelding 3.3 op de volgende pagina toont het aantal deelnemende supporters per club, voor en na de verwijdering van cases.

27

Afbeelding 3.2 Verdeling genoten onderwijs over groepen voor en na verwijdering van cases

28

3.5 Betrouwbaarheid

Bij betrouwbaarheid van metingen gaat het om de vraag of de metingen betrouwbaar zijn, dat wil zeggen, dat het dezelfde resultaten had opgeleverd indien het nog een keer was uitgevoerd (Baxter en Babbie, 2004:122). Helemaal zeker kunnen we dit natuurlijk nooit weten tenzij het onderzoek nogmaals uitgevoerd zou worden, dat valt echter niet binnen de mogelijkheden van dit traject. Wat wel tot de mogelijkheden behoort is het analyseren van de data en de onderzoeksopzet. Een steekproef van in totaal honderd respondenten is acceptabel voor een betrouwbare meting, een grotere steekproef zou echter ook een hogere mate van betrouwbaarheid met zich meebrengen. Het hoge uitvalspercentage is er echter debet aan dat er helaas niet gewerkt kon worden met een grotere steekproef.

Voor dit onderzoek zijn zowel voorafgaand maatregelen getroffen als een betrouwbaarheidsmeting achteraf. Gedurende de periode waarin het onderzoek werd afgenomen zijn er enkele maatregelen genomen om de betrouwbaarheid van de resultaten te ondersteunen. Zo werden alle respondenten geworven door middel van dezelfde wervingstekst. Ook werden de standaardafwijkingen van beide groepen per stelling met elkaar vergeleken en hierin is ook een duidelijke overeenkomstige trend zichtbaar (afbeelding 3.4), de exacte resultaten hiervan kunt u terug lezen in bijlage II.

Afbeelding 3.4 Vergelijking van standaardafwijkingen

3.6 Statistiek

Om aan te kunnen tonen of een verschil in score tussen beide groepen niet berust is op toeval zal significantie berekend moeten worden over de resultaten. Belangrijk hierbij is dat de hypothese vraagt om een eenzijdige onafhankelijke t-toets omdat een verschil slechts in één richting verondersteld wordt. Er wordt in de hypothese een hogere mate van acceptatie van drogredenen

29 verondersteld voor betrokkenen, een lagere wordt niet verondersteld. Het statistische verwerkingsprogramma SPSS levert bij het uitvoeren van een onafhankelijke t-toets echter alleen een tweezijdige p-waarde. Deze p-waarde zal daarom door twee gedeeld moeten worden om de eenzijdige waarde te bepalen. Een verschil zal significant beoordeeld worden als de eenzijdige p-waarde 0,05 of kleiner is. Indien een p-p-waarde zelfs kleiner is dan 0,01 of 0,001 zal dit ook vermeld worden.

Bij steekproeven kleiner dan 40 cases is het vereist dat de data normaal verdeeld is als een onafhankelijke t-toets toegepast wordt, omdat de steekproef bestaat uit honderd cases is hier in dit onderzoek geen sprake van.