• No results found

Hoofdstuk 1 De betekenis van muziek voor het individu Inleiding

1.4 Werken aan ‘the Self’; muziek als manier om te werken aan de zelfpresentatie

In dit subhoofdstuk ga ik nader in op de betekenis van de muzikale interactie voor de identiteit en de zelfpresentatie van een individu. De relatie tussen de identiteit en muziek wordt onder andere aangetoond door Hargreaves en North (1997 in

MacDonald et al. 2012: 6), die stellen dat muziek een belangrijke rol speelt in het uitdragen van iemands identiteit en persoonlijkheid, dat muziek als het ware een ‘badge of identity’ kan zijn (ibid.). Ik beschrijf in dit subhoofdstuk hoe het musiceren invloed heeft op de het zelfbeeld en de zelfpresentatie gedurende sociale interacties.

http://www.progeria.nu/index3.html. Accessed on the 27 of June, 2014.

31

Muziek, identiteit en het subjectieve narratief

‘The self’ betekent de ik-persoon, de zelfpresentatie en het representeert de

identiteiten van een individu. Een identiteit is een sociaal geconstrueerd en reflexief project dat op een actieve, dynamische wijze door de tijd heen ‘geproduceerd’ wordt (Giddens 1991 in DeNora 2000: 48). In de wetenschappelijke literatuur wordt muziek gekoppeld aan de identiteit en het subjectieve narratief van een individu. Eerst zal ik nader toelichten wat een narratief inhoudt.

Een narratief is het structureren van een reeks van gebeurtenissen in het leven

van een individu, ‘creating a whole out of a succession of events’ (Mattingly 1994: 812). Hierdoor kan er betekenis worden gegeven aan verscheidene gebeurtenissen (ibid.). Het narratief is gebaseerd op twee basisdimensies, temporaliteit en

perspectief (ibid.: 23). Temporaliteit is gerelateerd aan de chronologie van

gebeurtenissen, waarbij het verleden, het heden en de toekomst centraal staan (ibid.). Er vindt veelal een dynamische wisselwerking plaats tussen de gebeurtenissen in het verleden, het heden en de toekomst in het narratief (ibid.: 24). De tweede dimensie van een narratief, het perspectief, wordt gekenmerkt door de ‘interweaving human conditions, conduct, beliefs, intentions, and emotions’, die een opvolging van

gebeurtenissen omzet in een verhaal of een geschiedkundig feit, waarmee aldus een narratief ontstaat (ibid.: 71, 184, 188, 232). Deze twee dimensies beïnvloeden hoe een individu een narratief construeert waarmee de identiteit van het individu zich ontwikkelt, en een persoon de gebeurtenissen in zijn leven kan structureren en betekenis kan geven. Zoals Ochs en Capps (1996: 21) stellen, ‘[…] lives are the pasts we tell ourselves.’

DeNora (2000: 22) beargumenteert dat het ontwikkelen van ‘the self’ nauw

gepaard gaat met het ontwikkelen van een of meerdere narratieven die ‘the self’ definiëren door de jaren heen: ´Musically fostered memories […] produce past trajectories that contain momentum´ (DeNora 2000: 66). Ze stelt dat muziek kan worden gebruikt voor het reflexieve proces van herinneren en construeren wie iemand is (ibid.: 63). Zoals muziektherapeute Barbara tevens beschrijft, ‘Een mens is

muziek, een mens is ritme, een mens heeft zijn hart, zijn rikketik, en je hebt je stem, dat is je eerste geluid’.

Een individu kan muziek door de jaren heen ervaren als een belangrijk aspect

in diens identiteitsontwikkeling (Juslin et al. 2010 in MacDonald et al. 2012: 407). Muziek kan een persoonlijk narratief representeren, sociaal geconstrueerd en gekoppeld aan herinneringen aan bepaalde contexten, situaties en relaties (DeNora 2000: 64). Verscheidene liedjes en klanken kunnen herinneringen en emoties teweeg brengen. Muziek die doet herinneren aan de hoogtijdagen van een liefdesrelatie zullen gevoelens van vrolijkheid en geluk stimuleren. Dit in tegenstelling tot muziek die iemand doet herinneren aan een relatiebeëindiging (ibid.: 64).

Muziek en welzijn

Het gebruik van muziek kan tevens gerelateerd worden aan het stimuleren van het welzijn van ‘the self’. Dit is DeNora van mening, die het volgende stelt:

Music provides a typically tacit or unobserved resource for self-maintenance. This maintenance includes many aspects of self associated with mental health and mental strength, that is, with the ability to cope with adversity, stress-management, self- monitoring, and self-awareness (DeNora 2007: 280).

DeNora (2000: 70) beargumenteert dat muziek kan worden gezien als een technology

of the self, een bron waarmee het welzijn en de identiteit van een individu kan

worden beïnvloed. In lijn met Sloboda (forthcoming in DeNora 2000: 47) stelt ze dat muziek gebruikt kan worden door personen als ‘[…] resource for the ongoing constitution of themselves and their social psychological, physiological and emotional states’. Muziek kan fungeren als ‘[…] a means for creating, enhancing, sustaining and changing subjective, cognitive, bodily and self-conceptual states’ (DeNora 2000: 49).

Muziektherapeutische activiteiten beïnvloeden de identiteit en de zelfpresentatie verder doordat er twee processen teweeg kunnen worden gebracht; empowerment en socialisering middels conditionering. Ik tracht aan te tonen hoe deze processen invloed uitoefenen op de identiteit en de zelfpresentatie van een individu aan de hand van veldwerkcasussen.

Proces 1: Empowerment

Doordat een individu een prominente rol krijgt (toegewezen) binnen de muzikale interactie, ontstaat er een gevoel van agency, van empowerment. Deze empowerment ontstaat doordat het individu wordt gestimuleerd deel te nemen, passief of actief, en hierdoor een onderdeel wordt van een muzikaal spel. Thomas stelt dat ‘[…] de vrijheid om zelf te kiezen wat je wil […]’ belangrijk is gedurende een muzieksessie. De medische omstandigheden van het individu (dat deze ziek is, verstandelijk beperkt is, fysiek beperkt is wegens een hersenbloeding, of een psychosociaal label heeft) worden op de achtergrond geplaatst. Het musiceren draait om wat het individu wél kan, op welke manier het individu het centrale punt van de aandacht kan worden, en op welke wijze het emotionele welzijn kan worden beïnvloed. Emilia, een patiënte van ongeveer 10 jaar, vertelt dat ze het leuk vindt om van

haar kamer af te zijn en deel te nemen aan de muziekactiviteiten. Ze krijgt een individuele gitaarles van de muzikant Albert in de muziekstudio, waarbij ze een gitaarstuk uit het nummer Painted Black van The Rolling Stones leert. Ze staat

centraal gedurende de muzikale interactie, krijgt veel persoonlijke aandacht en toont haar moeder met veel trots wat zij heeft geleerd. Emilia’s empowerment wordt

zichtbaar door de beheersing van het gitaarstuk, waarmee zij zichzelf trots maakt.

Gedurende de muzieksessies ervaren de individuen met gedragsproblemen of

een autismespectrumstoornis tevens empowerment. Doordat er aandacht wordt besteed aan het maximaliseren van, en focussen op de potentie van een individu, wordt de cliënt verrast met de vaardigheden waarover hij/zij niet veronderstelde te beschikken. Yael, een 10 jarige jongen die een epileptische aanval kan krijgen

wanneer hij zijn rechterarm strekt, verbaast zich wanneer hij stapsgewijs een drumritme onder de knie krijgt. De persoonlijke aandacht en de complimenten die worden gegeven door drumleraar Ken, en de centrale rol gedurende de drumsessie dragen bij aan empowerment en het stimuleren van het zelfvertrouwen van Yael.

Tijdens de muziekagogische sessies worden licht verstandelijk beperkten ook

empowered. Tijdens de bandcoachsessie wordt duidelijk dat de actoren hun

muziekinteresses centraal staan, en iedere persoon een eigen rol heeft binnen de sessie; er wordt naar ieder individu geluisterd en ingespeeld op diens wil en

vaardigheden. Aan de hand van plaatjes in het liedjesboek kan Marcus, een man van eind 30 die verstandelijk beperkt is, zien wat zijn rol is tijdens een nummer. Er staan bijvoorbeeld plaatjes van chilipepers en een tamboerijn op een bladzijde, wat

betekent dat Marcus bij een nummer van de Red Hot Chili Peppers de tamboerijn moet bespelen. Er wordt empowerment gestimuleerd, de kracht om een muzikale handeling uit te voeren ongeacht de motorische of cognitieve beperkingen. Het zelfvertrouwen van een individu wordt gestimuleerd door de focus op wat het

individu wél kan. Dit is in lijn met het wetenschappelijke inzicht van Ruud (1997: 92),

en het citaat van muziektherapeute Barbara: ‘Middels de muziektherapie kan je ze

gewoon een gevoel geven dat ze het wel aankunnen, dat ze het nog wel snappen, en dat geeft gewoon weer een gevoel van groei op dat moment’.

Ook de cliënten die aritmisch zijn worden betrokken in de muzieksessie, en

krijgen een prominente rol. Zo bespeelt Nouri, een licht verstandelijk beperkte man van eind 60, het wasbord met een drumstok, waarmee hij volgens muziekagoge Yolanda de harmonie van het muziekspel niet kan verstoren. Hij beseft zich dit echter niet. Muziekagoge Yolanda vertelt dat hij, wanneer hij even niet ‘mag’ spelen wegens zijn aritmiek, als een dirigent mag optreden met zijn stok. Op deze manier vindt er een vorm van empowerment plaats ten gevolge van een beperking die een individu heeft. Om Nouri toch te laten genieten van het musiceren en hem niet te ‘straffen’ voor zijn aritmiek, krijgt hij aldus toch een prominente rol toegewezen waarmee hij zich belangrijk voelt.

Voor de passieve EMB individuen is het moeilijk om te stellen of zij een gevoel van

empowerment ervaren gedurende de muzieksessie. Wanneer muziekagoge Yolanda

een prominente rol geeft aan Leroy, een EMB cliënt van begin 20 die cognitief gezien 4 jaar oud is, krijgt hij stuiptrekkingen van de spanning, gaat hij lachen, en

verkrampt hij regelmatig van enthousiasme. Deze prominente rol impliceert klanken te bespelen op het keyboard die lijken op spoken, en een basisritme te bespelen op een djembé. Muziekagoge Yolanda stelt dat ze het interessant vindt om Leroy uit te dagen, omdat hij hiermee zijn zelfvertrouwen en zelfbeeld positief kan veranderen door zelf te ervaren wat hij wél kan.

Afasiecliënten worden tevens empowered tijdens de muzieksessies. De

mogelijkheid om te musiceren, om klanken te produceren ongeacht hun medische omstandigheden, geeft hen het gevoel dat zij meer kunnen dan zij vaak

veronderstellen. Tijdens de koorsessie is het opvallend hoe velen opleven en

gemotiveerd meezingen. Wanneer een individu een lied mag kiezen dan blijkt tevens dat persoonlijke aandacht belangrijk is voor de empowerment van een individu.

Persoonlijke motivatie en aandacht dragen, naast de kunde om mee te zingen, bij aan stimuleren van een gevoel van trots en zelfvertrouwen van een individu, die wegens de hersenbloeding veel dingen opnieuw moet leren.

Proces 2: Socialisering middels conditionering

In de muzikale interactie vindt er op een impliciete wijze conditionering plaats, een soort techniek waarmee er wordt aangetoond en aangeleerd wat ‘goed’ en ‘fout’ gedrag is (Comer 2011: 44). Tijdens het musiceren vindt deze conditionering veelal plaats met betrekking tot het stimuleren van sociaal gewenst gedrag. Musiceren creëert sociale processen tussen mensen, ongeacht het feit of er een individuele

interactie of een groepsessie plaatsvindt. Tijdens het participeren is het belangrijk om naar elkaar te luisteren, te communiceren, en goed te proberen samen te werken. Hierdoor wordt er aan het sociaal gewenste gedrag van een individu gewerkt.

Soms worden er op een impliciete wijze sociale normen en waarden doorgegeven gedurende de muziektherapeutische sessies in het ziekenhuis. In een muzikale samenwerking moet er namelijk aandacht besteed worden aan elkaar en moet je goed luisteren naar elkaar. Op een vrijdagochtend vond er een zeer dynamische en plezierige muzikale interactie plaats waarbij patiënten Nadia (13 jaar), Anna (16 jaar), en Alysa (13 jaar) met zijn drieën achter het drumstel zaten en moesten

samenwerken om een basisritme neer te zetten. Aan de hand van het basisritme kon muzikant Albert vervolgens de gitaarbegeleiding (en eventuele nummers) spelen, kon ik op het keyboard een melodie spelen, waaruit er uiteindelijk een harmonieus muziekspel kon voortkomen. De samenwerking was nodig om dit mogelijk te maken, maar bood tegelijkertijd een moment waarop er werd gewerkt aan sociaal gewenst gedrag. Een harmonieus muziekstuk is de beloning voor de goede, respectvolle samenwerking met elkaar.

Socialisering middels het musiceren vindt ook wat explicieter plaats tijdens de

muzieksessies met de individuen met gedragsproblemen en

autismespectrumstoornissen. Deze actoren worden gecomplimenteerd en

gemotiveerd om door te spelen wanneer er goed gepresteerd wordt, maar er wordt tevens getracht een persoon duidelijk te maken zich ‘goed’ te gedragen. Drumleraar Ken stelt dat hij gedurende de drumsessies graag de motivatie van een individu stimuleert, omdat hij motivatie ziet als een belangrijke eigenschap in het dagelijkse leven: ‘[…] als ik ze de motivatie kan op laten brengen om met drummen beter te worden, dan betekent dat dat ze dezelfde motivatie zouden kunnen opbrengen om wat anders te doen’. Er vindt aldus een vorm van conditionering plaats, aangezien de motivatie van een individu wordt beloond met complimenten, extra persoonlijke aandacht, en een trotse drumleraar.

Sociale vaardigheden worden tevens gestimuleerd. bijvoorbeeld tijdens de

individuele muziekagogische sessies met Samuel, een autistische man van in de 30. Samuel heeft problemen met de omgang met mensen in sociale interacties, en hij kan boos reageren wanneer er veel geluiden en bewegingen in zijn omgeving zijn.

Tijdens de muziekagogische sessies is het een doel om te werken aan zijn

socialisering. Boos worden is niet positief in de zelfpresentatie. Het zal leiden tot problemen in sociale interacties en verminderde acceptatie van andere actoren (Goffman 1959: 8). Muziekagoge Yolanda probeert Samuel te stimuleren om deel te nemen aan de sessie, te communiceren en rustig te blijven ongeacht de aanwezigheid van de blinde EMB cliënt Arnold, een man van in de 40 die verstandelijk beperkt is. Arnold maakt veel grommende, mopperige geluiden, en het doel is om Samuel zich op de muziek te laten focussen en positief te laten reageren op de ‘storende’

omgevingsgeluiden. Als Samuel zich goed inzet dan vindt er een

conditioneringbeloning plaats in de vorm van een leuke muziek-tekenactiviteit. Er wordt dan de tekst van een lied getekend op een A2 formaat papieren vel.

In de muziekagogische sessie met Omar, een jonge cliënt die zich in zijn

puberteit bevindt en een ernstige vorm van autisme heeft, wordt muziek ook

gebruikt voor socialisering. Hij is verbaal zeer agressief, en vraagt aan onbekenden of ze geamputeerde lichaamsdelen hebben, of ze dood gaan of dat ze een tepelpiercing hebben. Agressieve verbaliteit wordt niet geaccepteerd in sociale interacties, en kan leiden tot uitsluiting en/of stigmatisering (ibid.). Opdat er een verandering komt in dit sociaal ongewenste gedrag tracht muziekagoge Yolanda middels muziek het kind te belonen wanneer hij ‘goed’ gedrag begrijpt of vertoont. Al pratend en zingend legt Yolanda aan Omar uit dat bepaalde gedragingen niet geaccepteerd worden. De

muziekagoge en Omar hebben bijvoorbeeld een limerick16 gemaakt over het

telefoonhackgedrag van Omar, waarbij er via woorden en muziek verandering in zijn ongewenste gedrag gestimuleerd wordt.

[…] the therapist strategically constructs what the client is unable to build for himself/herself – an aesthetic registration of self, constituted against the contrast structure provided by the music (DeNora 2000: 70).

16 Zie bijlage 4 voor de Limerick van Omar.

38

Het musiceren kan dus worden gezien als een structuur waarmee de muziekagoge de gebreken in de zelfpresentatie en zelfreflexiviteit van Omar probeert aan te tonen en tracht aan te pakken. Dit is belangrijk omdat de zelfpresentatie in sociale

interacties met andere actoren hierdoor kan worden verbeterd (ibid.: 107). Het waarneembare in de zelfpresentatie, de zogeheten ‘aesthetic reflexivity’, is namelijk sinds de moderniteit belangrijker geworden beargumenteren Arendt (1971: 21) en Giddens (1990 in DeNora 2000: 50).

Voor de licht verstandelijk beperkten draagt muziek impliciet gezien bij aan

socialiseringsprocessen. Individuen leren naar elkaar te luisteren, samen te werken, en aandacht te besteden aan solo’s waarbij ze respect aan elkaar tonen door stil te zijn. Wanneer Sjors mag soleren op de mondharmonica luistert iedereen aandachtig, en wanneer Aletta een keyboardsolo heeft dan hoort iedereen verwonderd toe wat Aletta speelt. Bij het vertonen van het verkeerde gedrag, bijvoorbeeld wanneer iemand gaat praten gedurende een solo, wordt dit ‘afgestraft’ door de muziekagoge die dan zegt dat het gedrag niet ‘goed’ is. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens het

wachten op het antwoord op wat Olaf gelukkig maakt.

Voor de EMB cliënten is het moeilijk om socialisering te stimuleren. Ze zijn

vaak dusdanig beperkt dat er slechts non-verbale communicatie kan plaatsvinden. Voor de actieve EMB cliënten is het mogelijk om hen te stimuleren in het aanleren van muzikale vaardigheden, maar de conditionering van sociale vaardigheden staat gedurende deze sessies niet centraal.

Afasiecliënten ervaren de muzikale interactie tevens als een moment waarop

er aandacht wordt besteed aan de ander, omdat er wordt samengewerkt om harmonieus samen te kunnen spelen. Daarnaast wordt er respectvol met elkaar omgegaan om een goede sfeer te creëren. Een focus op socialisering middels conditionering is verder niet duidelijk aanwezig. In het volgende subhoofdstuk bespreek ik muziek als een therapeutisch narratief, en analyseer ik de wijze waarop het musiceren voor sommigen de mogelijkheid biedt om zich emotioneel te kunnen uiten.