• No results found

Hoofdstuk 2 Muziek, macht en ruimte

2.1 Machtsrelaties tijdens de muzieksessie

Tijdens de muzieksessie bestaat er een dynamische interactie tussen de actoren en de muziekwerker, waarbij er continu een wisselwerking gaande is tussen de macht, de zogeheten agency, die beide actoren hebben. Een muziekwerker kan middels zijn

agency de keuzevrijheid van het individu waarborgen maar tevens autoriteit

uitoefenen gedurende de muzieksessie. De agency van een actor kan beïnvloeden wat er wordt gespeeld. Aan de hand van de wisselwerking in de mate van macht die beide partijen hebben, ontstaat er een dynamische muzikale interactie. Aan de hand van mijn observaties veronderstel ik dat er drie interactievormen bestaan, extremen die geplaatst kunnen worden op een spectrum waarop er continu wordt afgewisseld; 1. Een interactievorm waarin de actor met zijn agency vooral bepaalt wat er gebeurt en geaccepteerd wordt tijdens het musiceren.

2. Een interactievorm waarbij de actor en de muziekwerker allebei invloed uitoefenen en samenwerken gedurende een muzieksessie.

3. Een interactievorm waarin de muziekwerker met zijn agency vooral bepaalt wat er gebeurt en geaccepteerd wordt tijdens het musiceren.

De verschillende typen interacties kunnen van korte duur zijn, bijvoorbeeld enkele seconden/minuten, maar tevens van langere duur, bijvoorbeeld langer dan vijf minuten. Kortdurende interacties kunnen de corrigerende handelingen van de muziekwerker zijn.

Er vindt tijdens het musiceren een proces plaats dat gebaseerd is op de dynamische machtsinteractie tussen het individu en de muziekwerker. Dit proces, waarin er continu een wisselwerking bestaat in de machtsverhoudingen, kan gerelateerd worden aan het concept ‘figuratie’ van Elias: ‘networks of interdependent human

beings, with shifting asymmetrical power balances’20. Ik veronderstel dat ‘sociale

figuraties’ overeenkomen met de wijze waarop de dynamische machtsverhoudingen de muzikale interactie vormgeven. Ik beargumenteer dat de centrale focus op het individu en de hoge mate van agency van de actor ervoor zorgen dat de interactie dynamischer verloopt. Dit wordt gekenmerkt door het inspelen op de

muziekinteresse en de wensen van een individu. De interactievorm wordt tevens beïnvloed door het karakter en de motivatie van het individu, en de handelswijze van de muziekwerker gedurende het musiceren. Er vindt aldus een sociale figuratie plaats op basis van de onderlinge machtsrelaties, waarmee de structuur van de muzikale interactie wordt vormgegeven (Elias 1978: 131 in Featherstone 1987: 203).

Tijdens het veldwerk heb ik deze dynamische machtsverhoudingen veelal

waargenomen in interacties tussen de muziekwerkers en de actoren, met name in het Tergooi Ziekenhuis en bij de Stichting Zalm. In het ziekenhuis probeert muzikant Albert tijdens de muzieksessies de patiënten centraal te stellen, en richt hij zich op het bieden van afleiding en plezier, met een focus op de wensen van de patiënt. Met Ylona, een patiënte van 6 jaar oud, heeft muzikant Albert bijvoorbeeld een zeer dynamische interactie. Wanneer de muzikale interactie start, is er voornamelijk sprake van agency vanuit de muziekwerker. Er wordt namelijk een bepaalde muzikale handeling op het drumstel aan Ylona uitgelegd, en er wordt samen geoefend; deze handeling wordt als ‘verplicht’ beschouwd, omdat het harmonieus samenspelen anders niet mogelijk is. Wanneer de patiënte dit drumritme onder de knie heeft, verschuiven de machtsverhoudingen. Ylona bepaalt dan het tempo en wij, muzikant Albert en ik, volgen haar. Deze interactievorm bevordert de agency van Ylona gedurende de muzieksessie. Tijdens het musiceren zingen we kinderliedjes

20 Online at: http://www.norberteliasfoundation.nl/network/concepts.php. Accessed on the 10th of June, 2014.

45

zoals ‘De Kop van de Kat’ en ‘Hoofd, Schouders, Knie en Teen’, en maken we creatieve improvisaties. De muzikale interactie duurt ongeveer een half uur, en er zijn slechts veranderingen in de interactievorm wanneer Ylona in de lucht wilt gaan spugen of de trommels kapot wilt slaan. Op deze momenten grijpt muzikant Albert kort in, en wijst hij haar op een speelse wijze op haar gedragingen. Vervolgens start Ylona weer met een ritme en volgen wij haar om een harmonieus muziekspel te creëren. Dit voorbeeld toont dat er een constante dynamiek bestaat tussen de mate van agency die de actoren en de muziekwerker hebben, en op welke wijze er middels de sociale figuratie een muzikale interactie vormgegeven wordt.

Er bestaan tevens dynamische machtsverhoudingen in de muzikale interactie

tussen de individuen met gedragsproblemen of autismespectrumstoornissen en de muziekleraren bij Stichting Zalm. De interactievorm waarbij de actoren veel mogen bepalen, vindt vaak plaats met de individuen die zich graag ongecontroleerd uitlaten of aan wie het moeilijk is om iets te leren wegens fysieke of verstandelijke

beperkingen. Thimo, een licht verstandelijk beperkte jongen van begin 20, vindt het leuk om te drummen in het ritme dat hij wil, in combinatie met zelfgekozen liedjes als achtergrondmuziek. Thimo heeft een sterke invloed op de structuur van, en de handelingen tijdens de muzieksessie. Drumleraar Ken ervaart deze muzieksessie dan ook als een moment om te gaan zitten en Thimo te laten genieten op ‘zijn’ manier.

De machtssamenwerking tussen beide actoren vindt veelal plaats tijdens de

muzikale interacties met Rahel, een zeer energieke jongen van ongeveer 10 jaar oud. Drumleraar Ken en Rahel hebben continu een wisselwerking qua macht, waarmee de muzikale interactie wordt vormgegeven. Rahel zijn agency kenmerkt zich doordat hij zegt wat hij wilt doen en wat hij niet leuk vindt om te doen. Hiermee beïnvloedt hij de muzikale structuur binnen de muziekruimte. Drumleraar Ken toont agency door Rahel te motiveren om bepaalde muzikale handelingen te verrichten, en nieuwe drumritmes aan te leren. Er is een dynamische interactie gaande, waarbij er wordt gemusiceerd door middel van de samenwerking tussen beiden. Wanneer Rahel iets niet leuk vindt, dan vindt er een soort ‘resistance’ plaats. Hij gaat dan met de

drumstokken op de muur slaan, grapjes maken en hij stopt met geconcentreerd spelen. Drumleraar Ken geeft Rahel dan de ruimte om te zeggen wat hij wel leuk vindt om te doen. Vervolgens wordt de muziekinteresse van Rahel gewaarborgd, en worden zijn wensen en plezier centraal gesteld. Er vindt een sociale figuratie plaats waarbij Rahel en Ken zich in een machtsdynamiek bevinden, en werken aan een plezierige muzieksessie (ibid.).

Uit mijn veldwerkdata blijkt dat er een verschil bestaat in de handelswijze van

de muziekwerkers bij Stichting Zalm. Ik ervaar dat muziekleraar Thomas meer gestructureerd te werk gaat en een beperktere mate van agency toelaat van zijn actoren. Hij bepaalt veelal de structuur van de muzikale interactie, in tegenstelling tot muzikant Ken, die vaak meer ruimte biedt voor de agency van een individu en sommige individuen zowaar de structuur van hun eigen muzieksessie laat bepalen.

Gedurende de muzieksessies met de licht verstandelijk beperkten, de EMB

cliënten en het afasiekoor is er minder ruimte voor agency. Deze actoren volgen veelal wat de muziekagoge of de muziektherapeute speelt. Hoewel zij liedjes mogen

aanvragen en hun eigen instrument mogen uitkiezen, hebben de muziekwerkers vooral de macht in handen. Zij corrigeren individuen bij het vertonen van ‘verkeerd’ gedrag, creëren de structuur gedurende de muzieksessie en bepalen veelal wat er gebeurt tijdens het musiceren. In deze muzieksessies zijn er minder dynamische machtsverhoudingen, en wordt er voornamelijk gevolgd door de cliënten. In het volgende subhoofdstuk zal ik nader ingaan op het sociale gedrag tijdens het musiceren.