• No results found

werken met een rubric om de eigen beschrijving te beoordelen Docent:

Schrijfopdracht havo 4 (Schoolexamen I: tijdvak 1 t/m 4)

Les 3: werken met een rubric om de eigen beschrijving te beoordelen Docent:

Meghan Schalkwijk Datum: 14/10/2020 Tijd: 08.30- 09.20 Klas: Havo4 Aantal lln: 30

Lesonderwerp verandering en continuïteit in tijdvak 1 t/m 4

Beginsituatie

Leerlingen hebben hoofdstuk 1 en 2 afgerond (tijdvak 1 t/m 4) en moeten zich voorbereiden op hun eerste schoolexamen voor het vak geschiedenis (een schrijfopdracht over verandering en continuïteit in tijdvak 1 t/m 4)

Leskern* Eigen werk en dat van een medeleerling beoordelen met het gebruik

van een rubric (van Kors en de schrijfopdracht)

Leerdoelen

Leerlingen kunnen uitleggen wat er verwacht wordt in een beschrijving van verandering en continuïteit.

Leerlingen kunnen hun eigen beschrijving en dat van een

medeleerling beoordelen aan de hand van een gegeven rubric (van Kors en van de schrijfopdracht).

Leerlingen kunnen uitleggen wat ze nog kunnen verbeteren aan hun beschrijving.

Docentdoelen

Ik kan leerlingen duidelijk maken waarop ze beoordeeld zullen worden.

Ik kan het zelfsturend leren van leerlingen vergroten.

Boek (+ blz.) MEMO Geschiedenis – Bovenbouw HAVO (Malmberg 5

e editie, 2016), Hoofdstuk 1 + 2 (blz. 10 t/m 69)

91

Tijd Lesfase* Leerdoel Wat ik doe en zeg Wat zij doen

(werkvorm) Leeractiviteit * 00.00 – 05.00 Oriënteren op doel

Leerlingen kunnen uitleggen wat er verwacht wordt in een beschrijving van verandering en continuïteit.

Ik laat de rubric van Kors zien op het bord en ik geef elk van de leerlingen een kopie van de rubric van Kors en voor de

schrijfopdracht. Vervolgens ga ik hier stap voor stap doorheen. Ik vraag of er woorden in de rubrics staan die leerlingen niet begrijpen. Leerlingen bekijken de rubrics en bedenken voor zichzelf of er woorden in staan die ze niet begrijpen. Zo ja, dan stellen ze vragen. verkennen 05.00 – 10.00 instrueren vaardigheden;

Leerlingen kunnen uitleggen wat er verwacht wordt in een beschrijving van verandering en continuïteit.

Ik vraag leerlingen om bij elk punt van de criteria stil te staan en te bedenken wat voor een hoge score zou zorgen.

Leerlingen lezen de rubrics en

bedenken in tweetallen bij elk van de criteria wat voor een hoge score zou zorgen.

92 10.00 – 15.00 Check & feedback Ik vraag leerlingen hun eigen beschrijving van de vorige les te beoordelen aan de hand van de rubric van Kors. Ik controleer of er nog vragen zijn.

Leerlingen luisteren naar mijn instructie en stellen eventueel een vraag. 15.00 – 30.00 Verwerking begeleiden

Leerlingen kunnen hun eigen beschrijving en dat van een medeleerling beoordelen aan de hand van een gegeven rubric.

Ik geef hulp en ondersteuning waar nodig is.

Leerlingen beoordelen hun eigen werk aan de hand van de rubric (ervanaf hangende hoe ver leerlingen zijn met hun schrijfopdracht kunnen ze gebruik maken van de rubric van Korst of die van de schrijfopdracht). beoordelen 30.00 – 45.00 Verwerking instrueren

Leerlingen kunnen hun eigen beschrijving en dat van een medeleerling beoordelen aan de hand van een gegeven rubric.

Ik vraag leerlingen hun werk te verwisselen met dat van een medeleerling en aan de hand van een rubric een

Leerlingen beoordelen het werk van een medeleerling aan de hand van een rubric.

93 beoordeling te geven. 45.00 – 50.00 afronden

Leerlingen kunnen uitleggen wat er verwacht wordt in een beschrijving van verandering en continuïteit.

Leerlingen kunnen hun eigen beschrijving en dat van een medeleerling beoordelen aan de hand van een gegeven rubric.

Ik vraag leerlingen om voor zichzelf 2 punten op te schrijven waar verbetering nodig is. Ook vraag ik leerlingen om voor de volgende les na te denken welke van de vijf inzichten van toepassing is op hun beschrijving. Leerlingen gebruiken hun eigen beoordeling en die van hun medeleerling om 2 punten van verbetering op te schrijven.

evalueren

98 viii. Woordenlijst: processen van continuïteit en verandering beschrijven

Algemene woorden

Verandering/discontinuïteit: groot, klein, radicaal, snel, langzaam, abrupt, onverwacht, belangrijk, drastisch, ingrijpend, diepgaand, transformerend Continuïteit: hetzelfde blijven, onveranderlijk zijn, stabiliteit

(Historisch) proces: geleidelijk, complex/ingewikkeld, langzaam, snel, moeilijk/moeizaam Revolutie: plotselinge, radicale verandering/omslag

Ontwikkeling: een verandering door de tijd heen (meestal in de zin van verbetering) (Historische) periode: een bepaald deel van de tijd (zoals de oudheid, of het Romeinse Rijk) Overgang: verandering van de ene situatie naar de andere

Chronologie: opsomming van de volgorde van historische gebeurtenissen en feiten Keerpunt: een moment in de geschiedenis wanneer iets erg verandert

Woorden om verandering en continuïteit te beschrijven:

Vooruitgang/bloei

Achteruitgang/Verval/Verbrokkeling (Her)Opleving

Verspreiding/expansie Tot bloei komen Tot stand komen In opkomst zijn Uitgroeien tot… Ontstaan van… Verrijking van… In verval raken Escaleren Herleven Hindernis vormen/bemoeilijken

Zinsdelen om verandering en continuïteit te beschrijven

Er was sprake van… In de loop van de tijd…

Er vond een verandering plaats… Op grote/kleine schaal

Van lange /korte duur

Op het gebied van… (politiek/cultuur/economie) Onderhevig zijn aan… (verandering)

In conflict/confrontatie komen met… Er bestaat een verband tussen … en … Ik zal aantonen dat…

Dit zal ik (kort) toelichten (met een voorbeeld). Ik zal een ontwikkeling schetsen (op het gebied van)… Dit wordt duidelijk in…

99

Begrippen

Algemeen: verstedelijking, bevolkingsgroei, romanisering, jagers-verzamelaars, prehistorie, oudheid, middeleeuwen, landbouwsamenleving, volksverhuizing, stedelijke gemeenschap, agrarisch-urbane samenleving, klassieke cultuur, Germanen, expansie

Politiek: bestuur(lijk), centralisatie, democratie, ostracisme, aristocratie, monarchie, tirannie, leiders, staat(svorming), feodalisme, kruistochten, tweezwaardenleer, investituurstrijd, patriciërs, parlement, geweldsmonopolie, imperium, polis, stadsstaat, farao, keizer

Sociaaleconomisch: autarkie, geldeconomie, sociale hiërarchie, specialisatie, hofstelsel, geldeconomie, (ruil)handel, gilde, burgerij, burgerrecht, leenheer, leenman, lijfeigene, slavernij, standen, belastingen

Religie & Wetenschap: geloof, godsdienst, hiernamaals, polytheïsme, monotheïsme, syncretisme, overtuigingen, filosofie, kruistocht, tweezwaardenleer, investituurstrijd, kerstening, regulier/seculier geestelijk, hiërarchie, parochie, sharia, kalifaat, missionaris, wetenschappelijk denken

Tips

 Beschrijf per periode wat er veranderde en voor wie, zodat je daarna kunt uitleggen wat er juist niet veranderde en voor wie niet;

 Let bij het beschrijven van een verandering niet alleen op het type verandering, maar ook op het tempo en het belang van de verandering;  Laat zien dat veranderingen en continuïteiten naast elkaar en tegelijkertijd kunnen bestaan, en daardoor met elkaar verweven zijn;

100 ix. Voorbeelden van gemaakte levende grafieken door havo 4 leerlingen

106

x. Antwoordmodel en antwoorden van havo 4 leerlingen op vragen over verandering en continuïteit (nameting)

Opdracht 1-1 – Van middeleeuwen naar vroegmoderne tijd