(Activering of geen activering van de airbag)
Er zijn vele soorten ongevallen waarin niets van het air-bag systeem aanvul-lende bescherming verwacht kan wor-den. Dit zijn o.a. achteraanrijdingen, tweede of derde aanrijdingen, meer-voudige aanrijdingen of aanrijdingen met lage snelheid. Met andere woor-den, omdat het voertuig is bes-chadigd of zelfs totaal onbruikbaar, wees niet verrast als de air-bags niet geactiveerd zijn. Het activeren van het air-bagsysteem is van een aantal fac-toren afhankelijk.
Airbag aanrijding sensoren (1) SRS controle module*
(2) Voor aanrijding sensor*
(3) Zij-aanrijding sensor*
OPB032044/OPB032046
1 2 3
C040801APB
Air-bag activeringscondities Voor air-bags
Voor air-bags zijn ontworpen om te ont-plooien bij een frontale aanrijding afhan-kelijk van de intensiteit, snelheid of hoe-ken van aanrijding.
WAARSCHUWING
• Sla niet op de locaties waar air-bags of sensoren zijn gemon-teerd.
Dit kan ongewenste en onver-wachte air-bagactivering vero-orzaken wat kan leiden tot (ern-stig) letsel.
• Indien de locatie of hoek van de componenten en/of sensoren wordt veranderd op welke wijze dan ook, kunnen de air-bags acti-veren wanneer ze dat niet zouden moeten en daarmee (ernstig) let-sel veroorzaken.
Probeer daarom niet om onder-houd te plegen op of rond de airbag sensoren. Wij raden aan u het systeem onderhouden bij een erkende HYUNDAI-verdeler.
(Vervolgd)
(Vervolgd)
• Problemen kunnen ook ontstaan als de locatie of motagehoek van de componenten sensoren wor-den gewijzigd als gevolg van de vervorming van de voorbumper, carosserie of B stijlen waar de zij-aanrijding sensoren zijn gemon-teerd. Wij raden aan u het sys-teem onderhouden bij een erken-de HYUNDAI-vererken-deler.
• Uw voertuig is ontworpen om aanrijdingen te absorberen en de air-bag(s) activeren bij bepaalde aanrijdingen. Het monteren van bumperbeschermers of het ver-vangen van een bumper met on-juist onderdelen kunnen de werk-ing het air-bag systeem van het voertuig negatief beïnvloeden.
OPA037040
Sideair-bags (indien hiermee uitgerust) Sideair-bags (side air-bags en/of gordijn air-bags) zijn ontworpen om te worden geactiveerd als een aanrijding wordt ges-ignaleerd door de betreffende sensoren, afhankelijk van de kracht, de snelheid en de hoek waaronder de flankaanrijding plaatsvindt.
Hoewel de front air-bags (air-bags van bestuurder en voor passagier) zijn ont-worpen om te activeren bij frontale aanri-jdingen, kunnen ze ook ontplooien bij andere aanrijdingen indien de voorste aanrijdingsensoren een voldoende aanri-jding detecteren. Side-airbags (side air-bags en/of gordijn air-air-bags) zijn ontwor-pen om bij een flankaanrijding te worden geactiveerd, maar ze kunnen ook activ-eren als de sensoren een aanrijding sig-naleren die voldoende krachtig is. Rijdt voorzichtig op onverharde wegen of op oppervlaktes die niet zijn bedoeld voor voertuigverkeer om onbedoelde air-bag activering te voorkomen.
C040802APB
Air-bag deactiveringscondities
• In bepaalde lage-snelheid aanrijdingen kunnen de air-bags mogelijk niet activ-eren. De air-bags zijn ontworpen om niet te activeren in zulke gevallen, om-dat ze geen voordelen bieden boven op de bescherming die de veiligheids-gordels bieden in zulke aan-rijdingen.
OSA038120
OUN026090
OPA037041
• Voor air-bags zijn niet ontworpen om op te activeren in achteraanrijdingen, omdat inzittenden achterwaarts wor-den bewogen door de kracht van de aanrijding. In dit geval hebben air-bags geen toegevoegde waarde.
• Voor air-bags kunnen mogelijk niet activeren in zij aanrijdingen, omdat inzittenden in de richting van de aanri-jding bewegen en daarmee zou de voor air-bag activatie bij zij aanrijdin-gen geen additionele bescherming aan de inzittenden bieden. Side air-bags ontplooien afhankelijk van de snelheid van het voertuig en hoeken van de aanrijding.
Als de auto is uitgerust met side- of gordijn air-bags, kunnen de air-bags ontsteken afhankelijk van de kracht, de snelheid en de hoek waaronder de aanrijding plaatsvindt.
• In een hoekaanrijding kan de kracht van een aanrijding de inzittenden in een richting sturen waar de air-bags niet die extra veiligheid bieden en dus zullen de sensoren geen air-bags ont-plooien signaal afgeven.
1JBA3521 OSA038121
OPA037042
• Net voor de aanrijding remmen bestu-urders meestal stevig af. Hierdoor ver-laagt het voorste deel van het voertuig zodat het vaak onder een voertuig met een hogere grondspeling “rijdt”. Het is mogelijk dat air-bags daardoor niet activeren, omdat de vermindering van de snelheid die gedetecteerd wordt door sensoren aanzienlijk minder is bij zulke aanrijdingen.
• Air-bags zullen meestal niet activeren in over-de-kop aanrijdingen, omdat activering geen extra bescherming van de inzittenden geeft.
Side air-bags kunnen echter wel activ-eren wanneer het voertuig omrolt door een zij-aanrijding, indien het voertuig is uitgerust met side air-bags. Side- en/of gordijn air-bags kunnen worden geac-tiveerd als de auto om-slaat als gevolg van een flankaanrijding.
• Air-bags kunnen niet activeren als het voertuig tegen objecten aanrijdt zoals elektriciteitspalen of bomen, waar het aanrijdingspunt is geconcentreerd op één gebied en de volledige kracht van de aanrijding niet aan door sensoren wordt waargenomen.
1JBA3522 OSA038122
OPA037043
C041100APB