• No results found

Hoe waarderen recensenten straattaal?

3. Receptieonderzoek

3.7 Hoe waarderen recensenten straattaal?

In het literatuuronderzoek is beschreven dat straattaal door verschillende groepen binnen de samenleving verschillend wordt gewaardeerd. Een interessant vraagstuk waar in dit onderzoek inzicht wordt gegeven, is hoe de receptie van straattaal in de Nederlandse (jeugd)literatuur is door de literaire kritiek. In de vorige paragrafen is beschreven of critici straattaal herkennen en benoemen en hoe zij het vervolgens omschrijven. In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de vraag hoe recensenten de straattaal in boeken waarderen.

De recensies waarin recensenten bepaald taalgebruik in boeken hebben gedefinieerd als straattaal en/of het verschijnsel hebben omschreven in andere bewoordingen (code groen en geel) zijn geanalyseerd op de attitude die recensenten hebben ten opzichte van het verwerken van straattaal in het betreffende boek. In de analysetabellen in de bijlage zijn de nummers van de citaten die groen of geel zijn gemarkeerd en dus iets zeggen over straattaal, gekleurd. De nummers van citaten die rood zijn gemarkeerd, geven aan dat die recensenten negatief staan ten opzichte van de straattaal in het boek waar de recensie over is

geschreven. De groen gemarkeerde nummers geven aan dat de betreffende recensent een positieve attitude heeft ten opzichte van de straattaal in het betreffende boek. De blauw

gemarkeerde nummers betreffen de recensies waarin de critici een neutrale houding innemen ten opzichte van de straattaal in de boeken waar zij de recensie over hebben geschreven.

De onderstaande tabel is een samenvatting van de analysetabellen in de bijlage. Hierin staat overzichtelijk per titel weergegeven in hoeveel recensies het voorkomen van straattaal in de (jeugd)literatuur positief, negatief of neutraal wordt beoordeeld. Om welke recensies en citaten het precies gaat, is terug te vinden in de analysetabellen in de bijlage. In de volgende tabel zijn ook de boeken opgenomen waarin volgens de sociolinguïsten strikt genomen geen straattaal is verwerkt, maar die volgens sommige recensenten wel straattaal bevatten. Het gaat immers om het beeld en het oordeel dat critici hebben van straattaal in de literatuur, dus wat zij verstaan onder straattaal en hoe zij die straattaal in boeken vervolgens beoordelen. Wanneer volgens hen een werk straattaal bevat, dan is dat volgens hen zo, waardoor het waardeoordeel wat een recensent over de ‘vermeende’ straattaal geeft, relevant is voor de beantwoording van deze deelvraag. Dus niet alleen de uitspraken over de boeken waarin volgens de sociolinguistische definitie straattaal is verwerkt, zijn geanalyseerd, maar ook de citaten waarin iets over straattaal wordt gezegd met betrekking tot de boeken waarin volgens de sociolinguïstische definitie geen straattaal is verwerkt, zijn geanalyseerd omdat deze citaten immers net zo goed iets zeggen over hoe critici straattaal beoordelen.

Wederom betreffen de titels in het groen boeken van auteurs met een allochtone afkomst en zijn de cijfers in het blauw titels van jeugd- en adolescentenliteratuur. De titels die zijn onderstreept betreffen de boeken waarin volgens de sociolinguïstische definitie geen straattaal in zit verwerkt maar die door sommige recensenten wel zijn getypeerd als boeken met straattaal.

Titels Totaal Positief Negatief Neutraal

1. Akyol, Özcan. Eus. Amsterdam: Prometheus, 2012.

12 (4) 2 2 0

2. Anbeek, Ton. Vast. Amsterdam: Podium, 2009.

10 (7) 1 5 1

3. Bahara, Hassan. Een verhaal uit de stad Damsko. Amsterdam: Van Gennep, 2006.

7 (5) 2 3 0

4. Boudou, Khalid. Pizzamaffia. Amsterdam: Moon, 2007.

8 (6) 3 0 3

5. Boudou, Khalid. Alles of niets. Amsterdam: Moon, 2010.

6. Boudou, Khalid. Iedereen krijgt klappen. Amsterdam: Moon, 2013.

5 (2) 2 0 0

7. Bouzamour, Mano. De belofte van Pisa. Amsterdam: Prometheus, 2013.

6 (2) 2 0 0

8. Dhooghe, Bavo. Skater in de mist. Sint-Niklaas: Abimo uitgeverij, 2010.

1 (1) 1 0 0

9. Dorrestein, Renate. Echt sexy. Amsterdam: Contact, 2007.

18 (5) 1 4 0

10. Dumon Tak, Bibi. Latino King. Amsterdam: Querido, 2010.

7 (3) 2 0 1

11. Lanen, Pepijn. Sjeumig. Amsterdam:

Ambo|Anthos, 2013.

11 (3) 2 1 0

12. Linden, Rob van der. De handelingen van

Thomas. Amsterdam: Querido, 2010.

9 (4) 0 0 4

13. Post, Vrank. Bad boys for life. Antwerpen: Manteau, 2008.

4 (1) 1 0 0

14. Sahar, Hans. De gebroeders Boetkaboet. Utrecht: De Arbeiderspers, 2008.

3 (1) 1 0 0

15. Smit, Barry. Om het nu. Amsterdam: Atlas

Contact, 2013.

7 (1) 1 0 0

16. Stapele, Saul van. Witte panters.

Amsterdam: Lebowsky, 2012.

7 (5) 2 2 1

17. Vuijsje, Robert. Alleen maar nette mensen.

Amsterdam: Nijgh& Van Ditmar, 2008.

33 (3) 1 0 2

Totaal 153 (54) 25 (46,3%) 17 (31,5%)

12 (22,2%)

Uit de analyse blijkt dat in 25 van de 54 recensies waarin iets over de straattaal in het boek is geschreven, het verschijnsel positief wordt gewaardeerd. Dat is bijna de helft, namelijk 46,3 procent. Overigens wordt in de meeste gevallen, wanneer de straattaal positief wordt beoordeeld, het boek zelf ook lovend omschreven. Enkele voorbeelden van positieve omschrijvingen van straattaal zijn ‘het meesterlijk gebruik van straattaal in de dialogen, ‘huidige, hippe straattaal’, ‘swingende straattaal’ en ‘geloofwaardige straattaal’. Tom Boeije schrijft op www.recensieweb.nl op 16-06-2013 over Witte Panters dat het boek ‘een vlotte, met straattaal doorspekte vertelling’ is en dat de taal in het boek ‘stoer en recht voor z’n raap’ is.

In zeventien boekbesprekingen, 31,5 procent, wordt straattaal door de recensenten negatief beoordeeld. Het verschijnsel wordt in deze recensies omschreven als grof,

oppervlakkig, en onnavolgbaar. Het wordt een ‘gemankeerde jeugdtaal’ genoemd en het wordt iritant of vermoeiend gevonden. In Knack omschrijft Herman Jacobs op 23-08-2006 de straattaal in Een verhaal uit de stad Damsko als ‘een armoedig slang met een vooral op seks, geweld en geld ingerichte woordenschat’. Ook hier geldt dat het oordeel wat over straattaal

wordt geveld, meestal overeenkomt met het waardeoordeel over het betreffende boek. In de meeste recensies waarin de straattaal negatief is besproken, komt het boek ook niet goed uit de verf.

In twaalf recensies wordt geen oordeel geveld over het voorkomen van straattaal in het betreffende boek; de critici blijven neutraal. Dat is 22,2 procent. In deze recensies wordt vaak alleen het woord straattaal gebruikt zonder dat het verschijnsel verder wordt

omschreven of toegelicht. Een voorbeeld van een neutraal citaat met betrekking tot straattaal komt uit een recensie van Pizza Maffia uit het AD/Algemeen Dagblad van 03-01-2008: “Pizza Maffia is met zijn straattaal en eenvoudige verhaallijn inderdaad minder 'volwassen' dan Boudou's romans Het schnitzelparadijs (2001) en De president (2005).” Hoewel dit citaat neutraal is ten opzichte van straattaal, geeft het overigens wel een waardeoordeel over het boek, namelijk dat het ‘minder ‘volwassen’’ is.

Uit de gegevens in de voorgaande tabel blijkt dat in de meeste gevallen de verdeling tussen de recensies met positieve, negatieve of neutrale uitspraken over straattaal redelijk gelijk is. Er zijn echter een paar uitschieters die de aandacht trekken. Zo valt op dat de straattaal in Vast van Ton Anbeek overwegend negatief wordt gewaardeerd. In vijf van de zeven recensies wordt het straattaalgebruik afkeurend omschreven. Dat geldt ook voor Echt sexy van Renate Dorrestein. De recensenten die bepaald taalgebruik in dit boek hebben getypeerd als straattaal, zijn daar vervolgens niet positief over. In vier van de vijf recensies van dit boek waarin uitspraken over straattaal zijn gedaan, wordt het verschijnsel negatief beoordeeld.

Op de vraag waarom de geconstateerde straattaal door de recensenten in deze twee boeken door hen vervolgens zo negatief wordt gewaardeerd, valt geen concreet antwoord op te geven. Een verklaring kan zijn dat recensenten strenger zijn voor gevestigde

Nederlandse schrijvers en van hen minder snel straattaalgebruik in hun werk accepteren. Ton Anbeek is een bekende literatuurwetenschapper en schrijver en ook Renate Dorrestein is een gevestigd schrijfster met een indrukwekkend oeuvre.

Een andere uitschieter betreft de waardering van de door recensenten

geconstateerde straattaal in De handelingen van Thomas van Rob van der Linden. Door vier recensenten is bepaald taalgebruik in de roman gedefinieerd als straattaal, waarbij alle vier de recensenten de volgens hen getypeerde straattaal neutraal beoordelen. Ook hier is geen duidelijke verklaring voor.

In de voorgaande hoofdstukken is onderscheid gemaakt tussen autochtone schrijvers en schrijvers van allochtone afkomst en tussen jeugd- en adolescentenliteratuur en

volwassenenliteratuur. Na bestudering van de gegevens uit de voorgaande tabel blijkt dat er geen noemenswaardige verschillen zijn te ontdekken in de waardering van straattaal door recensenten met betrekking tot boeken van autochtone of allochtone schrijvers en jeugd- en adolescentenliteratuur en volwassenenliteratuur. Wel is al beschreven dat de twee

uitschieters wat betreft de negatieve waardering van straattaal door critici, beide boeken zijn van autochtone schrijvers. En verder blijkt uit de gegevens in de voorgaande tabel dat wat de jeugd- en adolescentenliteratuur betreft, met uitzondering van Echt sexy, de straattaal in dit genre door geen enkele recensent negatief wordt gewaardeerd.