• No results found

Herkennen en benoemen recensenten straattaal?

3. Receptieonderzoek

3.4 Herkennen en benoemen recensenten straattaal?

Uit de analyse van de recensies blijkt dat menig recensent kennis heeft genomen van het verschijnsel straattaal. Van de twaalf boeken waarin straattaal zit verwerkt, wordt bij elk boek door minstens één recensent de straattaal herkend en benoemd. Sommige

recensenten definiëren de straattaal inderdaad als zodanig, anderen omschrijven het verschijnsel in andere bewoordingen of benoemen één of meer aspecten en/of kenmerken van straattaal. Een gedetailleerd overzicht en indeling van de citaten in de hiervoor

beschreven categorieën, is te vinden in de bijlage.

Van de twaalf boeken in dit onderzoekscorpus, waarin volgens de sociolinguïstische definitie straattaal zit verwerkt, zijn in totaal 102 recensies verzameld. Daarvan wordt in 39 recensies het verschijnsel straattaal door de recensenten (gedeeltelijk) herkend en

beschreven. Dat is 38,2 procent. Dit percentage omvat zowel de citaten waarin letterlijk het begrip straattaal wordt genoemd als de citaten waarin het verschijnsel in andere

bewoordingen is omschreven of waarin één of meer aspecten en/of kenmerken van straattaal zijn genoemd. In achttien van die 39 recensies wordt het begrip straattaal ook daadwerkelijk benoemd. Dat is 17,6 procent van het totaal aan recensies dat van de twaalf boeken is verschenen. In 21 recensies, 20,6 procent van het totaal, komt het woord

straattaal niet voor maar wordt het begrip wel in andere bewoordingen omschreven of worden enkele aspecten en/of kenmerken van straattaal beschreven.

De tabel die hierna staat weergegeven is een beknopte weergave van de uitgebreide analysetabellen in de bijlage. In deze tabel staat hoeveel recensies per titel zijn verzameld en in hoeveel recensies citaten met betrekking tot straattaal zijn te vinden. (Dat betreft het cijfer tussen haakjes.) In de methode en in de voorgaande alinea is al beschreven dat de citaten in twee categorieën zijn verdeeld. In de analysetabellen in de bijlage zijn de citaten groen gemarkeerd wanneer het begrip straattaal letterlijk wordt genoemd. De geel

gemarkeerde citaten geven aan dat het begrip straattaal niet letterlijk wordt aangehaald maar wel is omschreven in andere bewoordingen of wanneer één of meer aspecten en/of kenmerken van straattaal zijn beschreven. Die zinnen en/of woorden zijn in de citaten onderstreept.

In de volgende tabel is het aantal recensies per categorie weergegeven achter de benamingen ‘groen’ en ‘geel’ en zijn de percentages per boek weergegeven. Wederom betreffen hier de cijfers in het blauw, die voor de titels staan, de jeugd- en

adolescentenliteratuur. De titels in het groen geven aan dat die boeken zijn geschreven door auteurs met een allochtone achtergrond.

Boeken met straattaal volgens sociolinguïstische definitie.

1. Akyol, Özcan. Eus. Amsterdam: Prometheus, 2012. Totaal: 12 (4) - 4 van de 12: 33,3% 3 x groen - 3 van de 12: 25 % 1 x geel - 1 van de 12: 8,3 %

2. Anbeek, Ton. Vast. Amsterdam: Podium, 2009. Totaal: 10 (7) - 7 van de 10: 70% 3 x groen - 3 van de 10: 30% 4 x geel - 4 van de 10: 40%

3. Bahara, Hassan. Een verhaal uit de stad Damsko. Amsterdam: Van Gennep, 2006.

Totaal: 7 (5) - 5 van de 7: 71,4% 5 x groen - 5 van de 7: 71,4% 0 x geel - 0 van de 7: 0%

4. Boudou, Khalid. Pizzamaffia. Amsterdam: Moon, 2007. Totaal: 8 (6) - 6 van de 8: 75% 2 x groen - 2 van de 8: 25% 4 x geel - 4 van de 8: 50%

5. Boudou, Khalid. Alles of niets. Amsterdam: Moon, 2010. Totaal: 5 (1) - 1 van de 5: 20% 0 x groen - 0 van de 5: 0% 1 x geel - 0 van de 5: 20%

6. Boudou, Khalid. Iedereen krijgt klappen. Amsterdam: Moon, 2013.

Totaal: 5 (2) - 2 van de 5: 40% 1 x groen - 1 van de 5: 20% 1 x geel - 1 van de 5: 20%

7. Dhooghe, Bavo. Skater in de mist. Sint-Niklaas: Abimo uitgeverij, 2010.

Totaal: 1 (1) - 1 van de 1: 100% 0 x groen - 0 van de 1: 0% 1 x geel - 1 van de 1: 100%

8. Dumon Tak, Bibi. Latino King. Amsterdam: Querido, 2010.

Totaal: 7 (3) - 3 van de 7: 42,9% 1 x groen - 1 van de 7: 14,3% 2 x geel - 2 van de 7: 28,6%

9. Post, Vrank. Bad boys for life. Antwerpen: Manteau, 2008.

Totaal: 4 (1) - 1 van de 4: 25% 1 x groen - 1 van de 4: 25% 0 x geel - 0 van de 4: 0%

10. Sahar, Hans. De gebroeders Boetkaboet. Utrecht: De Arbeiderspers, 2008.

Totaal: 3 (1) - 1 van de 3: 33,3% 0 x groen - 0 van de 3: 0% 1 x geel - 1 van de 3: 33,3%

11. Stapele, Saul van. Witte panters. Amsterdam:

Lebowsky, 2012.

Totaal: 7 (5) - 5 van de 7: 71,4% 2 x groen - 2 van de 7: 28,6% 3 x geel - 3 van de 7: 42,8%

12. Vuijsje, Robert. Alleen maar nette mensen. Amsterdam:

Nijgh& Van Ditmar, 2008.

Totaal: 33 (3) - 3 van de 33: 9% 0 x groen - 0 van de 33: 0% 3 x geel - 3 van de 33: 9%

Het is lastig om precies te achterhalen waarom bij het ene boek recensenten meer over straattaal schrijven dan bij het andere boek. Hoewel uit de bovenstaande tabel wel het een en ander valt af te lezen zijn er geen heel duidelijke conclusies te trekken. Wel kan over Vast,

Een verhaal uit de stad Damsko, Pizzamaffia en Witte panters worden geconcludeerd dat in ruim 70 procent van de recensies die over deze boeken zijn geschreven de straattaal wordt besproken. Van Skater in de mist is maar één recensie gevonden, waarin de straattaal in het boek ook als zodanig wordt herkend en benoemd. In de voorgenoemde werken is de

straattaal dan ook nadrukkelijk aanwezig en speelt de straatcultuur een belangrijke rol. Wat betreft Eus, Alles of niets, Iedereen krijgt klappen, Latino king, Bad boys for life, De gebroeders Boetkaboet en Alleen maar nette mensen, is in ruim minder dan de helft van de recensies die over deze boeken zijn geschreven het verschijnsel straattaal herkend en benoemd. Toch zit er in deze boeken ook straattaal verwerkt en speelt de straatcultuur een niet te verwaarlozen rol. Er lijkt dus niet per se een verband te zijn tussen de hoeveelheid straattaal in een boek en de hoeveelheid recensies waarin die straattaal wordt besproken.

Zo zijn bijvoorbeeld over Alleen maar nette mensen van Robert Vuijsje de meeste recensies geschreven van de boeken uit het onderzoekscorpus. En hoewel er relatief veel straattaal in het boek is verwerkt, is er maar in drie van de 33 recensies iets over geschreven. Wat opvalt is dat bij dit boek sowieso in weinig recensies iets wordt geschreven over de (schrijf)stijl. Het werk heeft nogal wat stof doen opwaaien en de discussie over de

multiculturele samenleving, discriminatie en racisme (in de literatuur) weer aangewakkerd, waardoor het erop lijkt dat de aandacht van de recensenten meer naar de inhoud van het boek is gegaan dan naar de stilistische kenmerken van het boek.

Daarentegen zijn er ook boeken waarin strikt genomen geen of sporadisch straattaal zit verwerkt en waar recensenten juist wel iets schrijven over de straattaal die volgens hen in de betreffende boeken zit verwerkt. Zo wordt bijvoorbeeld in NRC Handelsblad door Thomas de Veen het volgende geschreven over de stijl van het boek De belofte van Pisa van Mano Bouzamour: “Het is bovendien een verhaal met schwung, met humoristische en spitse dialogen en zinnen die doorspekt zijn met swingende straattaal. Op de beste momenten jongleert Bouzamour met zijn woorden zoals de rappers van De Jeugd van Tegenwoordig dat doen - een speels Nederlands dat in de literatuur van harte welkom is.” In paragraaf 3.6 zal uitgebreider worden ingegaan op het herkennen en benoemen van straattaal in boeken door recensenten waarin volgens de sociolinguïstische definitie geen straattaal zit verwerkt en op het verschil in definiëring van straattaal tussen recensenten en sociolinguïsten.

Een eerste vraag die rijst is of recensenten meer geneigd zijn de straattaal in jeugd- en adolescentenliteratuur in hun recensies te bespreken dan de straattaal in

volwassenenliteratuur. Eerder in dit verslag is aangehaald dat dit genre zeer geschikt is om

straattaal in te verwerken, omdat straattaal een jongerenvariëteit is.107 Het zou kunnen dat

recensenten van jeugd- en adolescentenliteratuur zich ervan bewust zijn dat straattaal jongeren aan zal spreken en het daarom ook eerder zullen noemen in hun recensies. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat er over de boeken uit het onderzoekscorpus beduidend minder recensies zijn geschreven over jeugd- en adolescentenliteratuur dan over

volwassenenliteratuur.

Over de zes boeken uit het overzicht van boeken met straattaal, die vallen onder de jeugd- en adolescentenliteratuur, zijn in totaal 30 recensies geschreven. Daarvan wordt in veertien recensies de straattaal herkend en benoemd. Dat is 46,7 procent. Over de andere zes boeken die geschaard kunnen worden onder volwassenenliteratuur zijn in totaal 68 recensies geschreven; ruim twee keer zoveel. Daarvan wordt in 25 boekbesprekingen de straattaal in de betreffende boeken als zodanig herkend en benoemd. Dat is 36,8 procent. Hoewel er over de jeugd- en adolescentenliteratuur uit het onderzoekscorpus beduidend minder recensies zijn geschreven, is in verhouding wel in meer recensies het verschijnsel straattaal besproken, dan in de recensies over de volwassenenliteratuur.

Een tweede vraag die rijst is of recensenten onderscheid maken tussen autochtone schrijvers en schrijvers van allochtone afkomst wat betreft het herkennen en benoemen van straattaal. Eerder is beschreven dat straattaal overwegend door allochtone jongeren wordt gesproken en dat het geen onlogische gedachte is dat allochtone auteurs meer geneigd zijn om straattaal in hun boeken te verwerken dan autochtone auteurs. Het is niet ondenkbaar dat (sommige) recensenten deze aanname doen en daarom tijdens het recenseren van boeken, geschreven door auteurs van allochtone afkomst, meer zullen letten op aspecten als straattaal dan wanneer ze boeken van autochtone auteurs bespreken.

Over de boeken uit het onderzoekscorpus, geschreven door een auteur van allochtone afkomst, zijn in totaal 40 recensies verzameld. In negentien van die 40

boekbesprekingen, 47,5 procent, wordt iets geschreven met betrekking tot straattaal. Van de andere zes boeken uit het onderzoekscorpus, geschreven door autochtone auteurs, zijn 62 recensies gevonden. In 20 van die 62 recensies benoemen de critici de straattaal die in de betreffende boeken voorkomt. Dat is 32,3 procent. Op basis van de boeken en recensies die

107

Jacomine Nortier, “Tezz, wat is dat? Ik vind echt niet leuk ofzo! Murks en straattaal,” Levende Talen

zijn gebruikt in dit onderzoek, lijkt het dat recensenten meer letten op aspecten omtrent straattaal, wanneer ze boeken van auteurs met een allochtone afkomst bespreken, dan wanneer ze werken van autochtone schrijvers recenseren.

Verder is opvallend dat er 22 meer recensies van de boeken zijn gevonden van autochtone schrijvers dan van de boeken die zijn geschreven door auteurs van allochtone afkomst. Hierdoor lijkt het alsof werken van autochtone schrijvers meer worden

gerecenseerd dan boeken van auteurs met een allochtone achtergrond. Echter, dit verschil wordt vooral veroorzaakt door de uitschieter Alleen maar nette mensen. Hier zijn maar liefst 33 recensies over verschenen; 21 meer recensies dan het tweede boek uit dit

onderzoekscorpus, waarvan de meeste recensies zijn verzameld, namelijk Eus met twaalf boekbesprekingen.

Wat de rest van de boeken uit het onderzoekscorpus betreft zijn de aantallen recensies per boek niet erg afwijkend van elkaar. Het is dus te kort door de bocht om te stellen dat het op basis van dit onderzoekscorpus lijkt alsof boeken van autochtone auteurs meer besproken worden door de literaire kritiek dan boeken van allochtone auteurs.