• No results found

Vooranalyse vacatures

In document Goed – Beter – Best (pagina 29-36)

Om realistische vacatures te kunnen ontwerpen voor een uiteindelijke experiment heeft er een vooranalyse van vacatures uit de realiteit plaatsgevonden. In dit hoofdstuk zullen het proces, de resultaten en de daaraan te verbinden conclusies gepresenteerd.

3.1 Methode

In dit hoofdstuk zal de vooranalyse van communicatie- en HRM-vacatures besproken worden. Deze vooranalyse is uitgevoerd om na te kunnen gaan uit welke elementen en intensiveerders vacatures in de werkelijkheid bestaan. De resultaten die uit deze analyse naar voren komen zullen gebruikt worden om de vacatures voor het onderzoeksexperiment te ontwerpen zodat deze zo reëel mogelijk zijn. Hiermee wordt getracht te voorkomen dat er interfererende variabelen optreden bij het onderzoek naar de effecten van intensiveerders in vacatures zoals de onechtheid van de vacatures.

3.2 Materiaal

In de vooranalyse is gebruik gemaakt van vacatures van de website Monsterboard.nl. Voor deze website is gekozen omdat het een zeer bekende vacaturesite is in Nederland. Daarnaast biedt Monsterboard.nl uitgebreide zoekmogelijkheden, dit maakt het zoeken naar relevante vacatures overzichtelijker.

De criteria waaraan de vacatures voor deze vooranalyse moesten voldoen zijn als volgt:

Voor de vakgebieden communicatie en HRM is gekozen omdat deze twee vakgebieden ook in het uiteindelijke experiment onderscheidden zullen worden. Daarnaast is er gekozen om enkel starterfuncties te selecteren. Hiervoor is gekozen omdat de doelgroep van het uiteindelijke experiment studenten en net afgestudeerden zijn. Er zal dus een vacature voor een starterfunctie ontworpen worden om deze voor de respondenten relevant te houden.

Restricties met betrekking tot stages, bijbanen, detachering en traineeships zijn opgesteld om focus te houden in het onderzoek. Mogelijk is dat de gebruikte tekstonderdelen en intensiveerders kunnen variëren tussen verschillende typen functieverbanden. Bijvoorbeeld

voor een stage, omdat dit een tijdelijk dienstverband is met een speciaal karakter; er wordt iemand aangenomen die nog moet leren. Omdat er in het onderzoek een vacature ontworpen zal worden voor een vaste functie is het onderzoeken van andere typen functieverbanden niet relevant.

De communicatievacatures die voor deze vooranalyse gebruikt zijn, zijn verkregen op 20 juni 2012. De zoekterm die hiervoor gebruikt werd, was “communicatie”. Daarnaast is de zoekopdracht gespecificeerd voor starterfuncties. In totaal werden er bij deze zoekopdracht 183 vacatures gevonden. Van deze vacatures zijn de eerste 10 vacatures, die voldeden aan de criteria, geselecteerd voor het corpus in dit onderzoek. De vacatures op de website werden gepresenteerd op volgorde van publicatie. Daarbij werden de meest recente vacatures vooraan geplaatst.

De HRM-vacatures zijn ook op Monsterboard.nl geselecteerd. Op 21 juni 2012 is er als eerst gezocht om op de term “personeelsfunctionaris” in combinatie met de specificatie voor starterfuncties. Uit deze zoekopdracht kwamen echter geen geschikte vacatures naar voren die voldeden aan de criteria. De tweede term die voor de zoekopdracht naar HRM-vacatures is gebruikt was “personeelszaken”. Bij het zoeken met deze term voor starterfuncties werden 42 vacatures gevonden. Hiervan voldeden slechts drie vacatures aan de gestelde criteria. Deze drie vacatures zijn opgenomen in het corpus. Vervolgens is er gezocht op de term “HRM” in combinatie met de specificatie starterfunctie. In deze zoekopdracht werden 25 vacatures gevonden. Echter, ook van deze zoekterm bleken er slechts drie te voldoen aan de eerder genoemde criteria. Om het aantal vacatures tot 10 te brengen, zodat er een eerlijke vergelijking gemaakt kon worden tussen communicatie- en HRM-vacatures is er voor gekozen om vier vacatures toe te voegen die geen starterfunctie waren. De rest van de criteria bleef daarbij wel gelden. Omdat de zoekterm “personeelszaken” de meeste resultaten opleverde, is deze zoekterm gebruikt voor het verzamelen van de laatste vier vacatures.

3.3 Tweede codeur

Om betrouwbaarheid van de vooranalyse te optimaliseren is er een tweede codeur aangesteld om een deel van het corpus vacatures te analyseren. Hierbij ging het om de

identificatie van de intensiveerders omdat de grenzen tussen de verschillende typen intensiveerders niet altijd even duidelijk zijn.

De tweede codeur in deze vooranalyse is Master of Arts in Communicatie- en informatiewetenschappen. Zij heeft in haar master college gevolgd over geïntensiveerd taalgebruik en is daarmee ervaren in het identificeren van intensiveerders.

De betrouwbaarheid van de analyse middels de vergelijking van de twee codeurs (kappa) bedroeg .558 op het significantie niveau van p<.001. Deze score staat voor een redelijke overeenstemming van de resultaten. Bij de vergelijking tussen de geïdentificeerde intensiveerders tussen de onderzoeker en tweede codeur viel op dat de verschillen voornamelijk te vinden waren bij de identificatie van Engelse termen als intensiveerder. De tweede codeur gaf bij deze termen aan dat zij een vorm waren van semantische intensiveerders, namelijk; deze intensiveerders kunnen vervangen woorden door een Nederlands synoniem. In dit onderzoek is er echter voor gekozen om Engelse termen niet als intensiveerders te coderen omdat dezen vaak vaktermen zijn. Deze vaktermen worden gebruikt om duidelijk te maken welke aspecten van een vakgebied verantwoordelijkheden zullen worden van de sollicitant. Een voorbeeld hiervan is de Engelse term “content” in communicatievacatures. Hiermee wordt de (tekstuele) inhoud van bijvoorbeeld een webpagina bedoeld. Deze Engelse termen worden in de vooranalyse dus niet gezien als intensiveerders. Echter, omdat er over deze termen tussen de twee codeurs geen enigheid bestaat, en de waarheid dus in het midden ligt, is ervoor gekozen in de vacatures voor het uiteindelijke experiment geen gebruik te maken van Engelse termen.

3.4 Analyse

In de vooranalyse zijn twintig vacatures onderzocht op het gebruik van intensiveerders. Deze twintig vacatures zijn verdeeld over twee vakgebieden. De eerste tien vacatures die zijn bekeken, waren op het gebied van Communicatie. De vacatures met de nummers 11 tot en met 20 waren op het gebied van HRM (human resource management / personeelszaken). Het onderscheid in deze vakgebieden is gemaakt om in het uiteindelijke experiment twee vacatures te kunnen ontwerpen, een voor (net afgestudeerde) communicatie studenten en een voor (net afgestudeerde) HRM studenten, die zo gelijkend mogelijk met de realiteit zijn.

Naast een onderscheid in intensiveerders, is er bij de analyse ook gebruik gemaakt van een onderverdeling in tekstonderdelen. Deze tekstonderdelen zijn ontleend aan Van Dalen (1999). Volgens Van Dalen (1999), zoals eerder weergegeven in hoofdstuk 2, kan een vacaturetekst onderverdeeld worden in een tiental onderdelen: functiebenaming, functiebeschrijving, functie-eisen, kopregel, bedrijfsinformatie, aanbod, sollicitatieprocedure, logo of beeldmerk, illustratie en ‘pay-off’. Deze tien onderdelen zijn in de 20 geanalyseerde vacatures minimaal een keer gebruikt. De tekstonderdelen functiebenaming, functiebeschrijving en functie-eisen zijn in alle 20 vacatures gebruikt. Het minst gebruikte (N=1) tekstonderdeel van vacatures is de illustratie. Daarnaast zijn ook de “pay-off” (N=3) en de kopregel (N=7) in mindere mate gebruikt in de vacatures. Aan de hand van deze resultaten wordt duidelijk welke tekstonderdelen in de vacatures voor het experiment gebruikt moeten worden om deze zo realistisch mogelijk te maken.

In totaal zijn er in de twintig geselecteerde vacatures 110 intensiveerders geïdentificeerd aan de hand van het analyseschema van Renkema (1997) zoals besproken in het vorige hoofdstuk. Van deze 110 intensiveerders behoorden er 38(±35%) tot de groep lexicale intensiveerders, 40(±36%) tot de semantische intensiveerders en 32(±29%) tot de stilistische intensiveerders. Een schematisch overzicht van de gevonden intensiveerders is te vinden in tabel 3.1.

Communicatie vacatures HRM vacatures Tekstonderdeel Lexicaal Semantisch Stilistisc

h

Lexicaal Semantisch Stilistisc h Totaal Functiebenaming 0 0 0 0 0 0 0 Functiebeschrijving 10 7 8 3 4 2 34 Functie-eisen 2 6 6 0 3 2 19 Kopregel 1 1 3 3 1 1 10 Bedrijfsinformatie 11 4 5 5 4 0 29 Aanbod 0 4 1 2 5 1 13 Sollicitatie procedure 1 0 1 0 0 0 2 Logo of beeldmerk 0 0 0 0 0 0 0 Illustratie 0 0 0 0 0 0 0 Pay off 0 1 2 0 0 0 3 Totaal 25 23 26 13 17 6 110

Tabel 3.1. Intensiveerders uit vooranalyse

Naast deze eerste resultaten zijn er verder analyses verricht om patronen te kunnen ontdekken in het gebruik van intensiveerders en tekstonderdelen in vacatures. Hierbij kwam ten eerste naar voren dat het verschil in gemiddeld aantal intensiveerders per soort van vacature significant is (T(2,6, 18), p=.009). In de communicatievacatures waren gemiddeld 7,7 intensiveerders aanwezig, bij de HRM-vacatures konden er gemiddeld 3,8 intensiveerders per vacature geïdentificeerd worden.

Omdat er significant meer intensiveerders in communicatievacatures worden gebruikt dan in HRM-vacatures is het mogelijk dat studenten communicatie intensiveerders in een vacaturetekst als natuurlijk beschouwen, terwijl deze voor studenten HRM mogelijk niet natuurlijk overkomen in die context. Aan de hand van deze redenatie zijn twee hypothesen opgesteld.

Respondenten met een communicatieopleiding zullen de organisatie, de functie en de vacaturetekst hoger waarderen wanneer er in de vacaturetekst gebruik wordt gemaakt van

En

Respondenten met een HRM-opleiding zullen de organisatie, de functie en de vacaturetekst hoger waarderen wanneer er in een vacaturetekst geen gebruik wordt gemaakt van

intensiveerders dan respondenten met een communicatie opleiding.(H7)

3.5 Resultaten

Het niveau van de functie, het soort organisatie (profit of non-profit), de bedrijfsinformatie, de taal van de functiebenaming, een salarisindicatie en het totaal aantal woorden van een vacature zijn allen niet van directe invloed op het aantal gebruikte intensiveerders in de vacatureteksten volgens Pearson Chi-square. Wel blijken de aanwezigheid van een van de tekstonderdelen kopregel(χ²(9)=14.87, p=.05), aanbod (χ²(9)=16.88, p=.03) en pay-off (χ²(9)=14.77, p=.045) van invloed te zijn op een verhoogd aantal gebruikte intensiveerders. Waarbij de aanwezigheid van de kopregel en het aanbod samenvallen met een verhoogd aantal intensiveerders, terwijl juist de afwezigheid van de pay-off met een verhoogd aantal intensiveerders optreedt.

3.5.1 Resultaten lexicale intensiveerders

Wanneer er onderscheid wordt gemaakt tussen communicatie- en HRM-vacatures bij het tekstonderdeel functie-eisen vinden we dat er in dit tekstonderdeel significant meer lexicale intensiveerders in communicatievacatures aanwezig zijn dan in HRM-vacatures (χ²(1)=3.5, p=.03). Bij de functie-eisen bij communicatievacatures zijn in totaal 3 lexicale intensiveerders geïdentificeerd, tegenover 0 in de HRM-vacatures.

Daarnaast zijn er significant (χ²(2)=5.0, p=.035) meer lexicale intensiveerders bij de bedrijfsinformatie van communicatievacatures(N=11) dan bij bedrijfsinformatie van HRM-vacatures waar 5 lexicale intensiveerders geïdentificeerd werden.

Vervolgens is er gekeken naar het verschil in soorten intensiveerders per tekstonderdeel in combinatie met de taal van de functiebenaming. Bij de functiebenaming is er tijdens het

coderen onderscheid gemaakt in Engels, Nederlands en deels Engels, deels Nederlands. Tijdens het coderen zijn er geen functiebenamingen gevonden in andere talen. Uit de analyse kwam naar voren dat er in het tekstonderdeel functiebeschrijving drie maal sprake was van lexicale intensiveerders wanneer er een Engelse functiebenaming werd gebruikt, 7 keer wanneer er een Nederlandse functiebenaming was gebruikt en 3 lexicale intensiveerders wanneer de functiebenaming deels Engels, deels Nederlands was. Het gevonden verschil is significant op het niveau p<.005(χ²(8)=20.9, p=.045).

3.5.2 Resultaten semantische intensiveerders

Voor de semantische intensiveerders kon slechts één significant verschil gevonden worden. In de pay-off bleken meer semantische intensiveerders (N=1) voor te komen in non-profit organisaties, dan bij profitorganisaties (N=0) (χ²(1)=9.47, p=.001).

3.5.3 Resultaten stilistische intensiveerders

Wanneer er voor de stilistische intensiveerders per tekstonderdeel wordt geanalyseerd kan er een significant verschil worden gevonden bij het tekstonderdeel functiebeschrijving. Bij de communicatievacatures vinden we in deze onderverdeling 8 stilistische intensiveerders, bij de HRM-vacatures vinden we er 2 (χ²(2)=5.27, p=.035).

Bij de bedrijfsinformatie blijken ook significant meer stilistische intensiveerders in communicatievacatures voor te komen (N=5) dan in HRM-vacatures (N=0) (χ²(2)=5.0, p=.041).

Daarnaast bleek er in het tekstonderdeel bedrijfsinformatie significant (χ²(4)=8.1, p=.044) vaker sprake te zijn van stilistische intensiveerders wanneer de functiebenaming in het Engels geformuleerd was (N=3) dan wanneer deze in het Nederlands (N=1) of deels in het Engels, deels in het Nederlands(N=1) geformuleerd was.

In document Goed – Beter – Best (pagina 29-36)