• No results found

Logistische Regressie

In document Goed – Beter – Best (pagina 56-61)

4. Methode experiment

5.3 Logistische Regressie

In het onderzoek is een belangrijke afhankelijke variabele of de respondent op de functie zal solliciteren of niet, deze variabele is dichotoom. Om na te gaan welke variabelen van invloed zijn op de keuze om wel of niet op de functie te solliciteren zijn verschillende logistische regressieanalyses uitgevoerd. Deze zijn uitgevoerd voor het toetsen van hypothese 2, 3, 4 en 5. Daarnaast is er een logistische regressie uitgevoerd om na te gaan of er een interactie-effect bestaat tussen versie en vakgebied op de keuze om wel of niet op de functie te solliciteren. Een logistische regressieanalyse is het meest passend vanwege het dichotome karakter van de afhankelijke variabele. De uitkomsten van de logistische regressieanalyses zijn te vinden in tabel 5.2 en tabel 5.4. De logistische regressieanalyses zijn in twee tabellen gepresenteerd vanwege het verschil in steekproef. Zoals in de methode al naar voren kwam is de verdeling van mannelijke en vrouwelijke respondenten in dit onderzoek scheef, namelijk; meer vrouwen dan mannen hebben aan dit onderzoek meegewerkt. Voor analyses waarbij geslacht niet van toepassing is, is dit geen probleem. Bij analyses waarbij geslacht een belangrijke factor speelt is dit echter wel nadelig. Daarom zijn er bij de analyses waarbij geslacht een belangrijke factor was een random aantal vrouwelijke respondenten geselecteerd voor de analyse.

5.3.1 Versie, assertiviteit en assertiviteit*versie

In onderstaande tabel, tabel 5.2, staan de resultaten uit de logistische regressieanalyse voor versie en assertiviteit. Deze analyse toetst hypothesen 2 en 5. In hypothese 2 werd gesteld dat het gebruik van intensiveerders in een vacaturetekst zou leiden tot een mindere overtuiging om op de functie te solliciteren. Bij hypothese 5 werd gesteld dat personen met een assertieve persoonlijkheid meer geneigd zouden zijn tot het solliciteren op een functie na het lezen van een vacature met intensiveerders dan personen zonder assertieve persoonlijkheid.

Versie .324 .198

Assertiviteit .474 .405

Assertiviteit*versie 1.402 .197

Chi² (df=3) 0,651 Tabel 5.2 Uitkomst logistische regressieanalyse zonder geslacht.

In tabel 5.2 lijkt er een negatief effect te zijn van versie op het aantal respondenten dat solliciteert. De waarde van de odds-ratio voor versie (.324) staat voor een klein negatief effect. Dit houdt in dat hoe hoger de versie, hoe kleiner de kans dat respondenten op de functie zouden solliciteren. Deze waarde bleek echter niet significant. Daarnaast lijkt er een negatief effect te zijn van de mate van assertiviteit op de keuze om te solliciteren. Aan de hand van de waarde van de odds-ratio voor assertiviteit (.474) lijkt het effect van een meer assertieve persoonlijkheid te leiden tot een verkleinde kans dat deze op de vacature zal solliciteren. Dit effect bleek echter niet significant. Een positief effect (odds-ratio van 1.402) lijkt te bestaan voor het interactie-effect tussen assertiviteit*versie en de kans dat iemand zal solliciteren. Ook deze waarde bleek niet significant.

Zoals eerder vermeld bleken geen van de resultaten uit bovenstaande tabel significant te zijn. Om een duidelijker beeld van de gegevens, en trends daarin, te krijgen zijn er kruistabellen gemaakt. Daarbij bleek dat er evenveel respondenten zouden solliciteren op de functie wanneer zij versie 1 (ongeïntensiveerd) (N=32) hadden gelezen als wanneer zij versie 2 (geïntensiveerd)(N=32) hadden gelezen. Ook het aantal negatieve antwoorden op het solliciteren bleek gelijk te zijn tussen de versies van de vacature (versie 1 N=19, versie 2 N=19). Echter, ook bij de kruistabel werden geen significante resultaten gevonden.

Een tweede kruistabel om inzicht te krijgen in aantallen betrof de vergelijking tussen het wel en niet solliciteren op de vacature en de mate van assertiviteit. Omdat er in een kruistabel niet met gemiddelden gerekend wordt is er eerst een variabele gevormd met daarin de gegevens van de variabele assertiviteit omgezet naar deze gegevens in categorieën laag, midden en hoog. De verdeling van de categorieën is als volgt; categorie 1 (laag) loopt van de waardes 1.00 tot en met 2.91, deze waardes staan voor 31,4% van alle waardes in de variabele assertiviteit. Categorie 2 (midden) omvat 36,2% van de gegevens in de variabele assertiviteit en loopt van 2.92 tot en met 3.45. De laatste categorie, categorie 3 (hoog), loopt

van 3.46 tot en met 7.00 en staat voor 32,4% van de waarden uit de variabele assertiviteit. In de kruistabel met de variabele assertiviteitsgroepen zien we dat het wel en niet willen solliciteren op de functie bij de hoge assertiviteitsgroep vrijwel gelijk is (N=17 voor wel, N=16 voor niet willen solliciteren). Verder valt op dat er uit de midden assertiviteitsgroep aanzienlijk meer respondenten zouden solliciteren (N=28) dan niet (N=9). Bij de lage assertiviteitsgroep is er slechts een klein verschil te zien tussen het aantal respondenten dat wel zou solliciteren (N=19) en het aantal respondenten dat niet zou solliciteren (N=13). Wel moet bij bovenstaande resultaten opgemerkt worden dat dezen niet significant zijn.

Naast bovenstaande kruistabellen is er ook een kruistabel opgesteld die deze variabelen met elkaar combineert. Deze is te vinden in tabel 5.3.

Zou jij op de functie solliciteren?

Ja Nee

Versie 1 Lage assertiviteit 10 7

Midden assertiviteit 13 3

Hoge assertiviteit 9 9

Versie 2 Lage assertiviteit 9 6

Midden assertiviteit 15 6

Hoge assertiviteit 8 7

Totaal 64 38

Tabel 5.3 Overzicht van versie en assertiviteitsgroep en de overtuiging om wel of niet te solliciteren.

In de tabel valt op dat de aantallen per versie en assertiviteitsgroep weinig van elkaar verschillen wanneer we kijken naar het wel solliciteren op de vacature, maar ook bij het niet solliciteren op de vacature. Dit is in overeenstemming met de eerder gevonden resultaten waaruit bleek dat er zowel 32 respondenten bij versie 1 en bij versie 2 zouden solliciteren op de vacature en dat de verhouding voor het niet solliciteren ook gelijk was per versie (wel solliciteren N=19, niet solliciteren N=19).

5.3.2 Versie, geslacht en geslacht*versie

In tabel 5.4 zijn de resultaten weergegeven van de regressieanalyse op basis van versie, geslacht en geslacht*versie. Deze analyse toetst de hypothesen 3 en 4 die stellen dat mannen eerder zullen solliciteren op een functie waarbij in de vacaturetekst geen gebruik is

gemaakt van intensiveerders en dat vrouwen eerder solliciteren op een functie waarbij in de vacaturetekst wel gebruik is gemaakt van intensiveerders.

Variabele Exp (B) Wald

Versie .267 .470

Geslacht 1.870 .089

Geslacht*Versie 1.604 .135

Chi² (df=3) 5.459

Tabel 5.4 Uitkomst logistische regressieanalyse met geslacht.

Aan de hand van de waarden uit tabel 5.4 lijkt er een negatief effect (odds-ratio van .267) te zijn van versie op de kans dat een respondent zal solliciteren. Daarmee lijkt de kans dat iemand solliciteert op de functie kleiner wanneer versie 2 van de vragenlijst wordt gelezen. De waarde van de odds-ratio bleek echter niet significant. Dat dit effect sterker lijkt te zijn dan die in tabel 5.2 heeft te maken met het random selecteren van cases met vrouwelijke respondenten om de verdeling van het geslacht gelijk te krijgen. In tabel 5.2, waar geslacht geen relevante variabele is, zijn alle 102 cases meegenomen in de analyse, terwijl in tabel 5.4 slechts 50 van de 102 cases meegenomen zijn. Daarnaast lijken er, aan de hand van de waarden uit tabel 5.4, positieve effecten te zijn voor geslacht en het interactie-effect van geslacht*versie op de kans dat een respondent op de functie solliciteert. Echter, deze waarden bleken niet significant.

Zoals het geval bij tabel 5.2 zijn ook de resultaten in tabel 5.4 niet significant. Om toch trends te kunnen ontdekken is er gebruik gemaakt voor kruistabellen voor geslacht*versie ten opzichte van de overtuiging om wel of niet te solliciteren. Deze gegevens zijn te vinden in tabel 5.5.

Versie Zou jij op deze functie solliciteren Mijn geslacht is

M V

Ongeïntensiveerd Ja 8 8

Nee 6 2

Geïntensiveerd Ja 4 11

Tabel 5.5 Verdeling overtuigen solliciteren per geslacht en versie van vacature.

Uit tabel 5.5 kan opgemaakt worden dat de aantallen respondenten dat wel en niet op de functie zouden solliciteren bij versie 1 weinig verschilt per geslacht. De aanwezige kleine verschillen zijn niet significant. Bij de geïntensiveerde versie ligt dit anders. Daar zien we een groot verschil bij het aantal mannen dat op de functie zou solliciteren (N=4) en het aantal vrouwen dat op de functie solliciteert (N=11). Daarnaast blijken bij vacature versie 2 meer mannen niet te solliciteren op de functie (N=7) dan vrouwen (N=4). Deze verschillen zijn wel significant bevonden (χ² (1)=3.554, p<.05).

5.3.3 Versie, vakgebied en versie*vakgebied

In tabel 5.6 staan de resultaten uit de logistische regressieanalyse voor het interactie-effect van versie en vakgebied op de keuze van de respondenten om wel of niet op de functie te solliciteren.

Variabele Exp (B) Wald

Versie .174 1.505

Vakgebied .045 4.700

Vakgebied*Versie 3.122 1.672

Chi² (df=3) 12.291

Tabel 5.6 Uitkomst logistische regressieanalyse met vakgebied.

Aan de hand van de resultaten in tabel 5.6 lijkt versie een negatief effect te hebben (odds-ratio van 1.74) heb de kans dat een respondent op de functie zal solliciteren. Dit effect bleek echter niet significant. Daarnaast blijkt dat vakgebied een negatief effect (odds-ratio van . 045) heeft op de kans dat een respondent op de functie solliciteert. Het vakgebied Communicatie was gecodeerd als “1” en het vakgebied HRM was gecodeerd als “2”. De vertaling van het effect blijkt dus te zijn dat HRM-studenten minder geneigd zijn om op de functie te solliciteren dan communicatiestudenten. Dit effect bleek significant op het niveau p<.05. In de resultaten uit tabel 5.6 lijkt er een positief (odds-ratio van 3.122)

interactie-effect te bestaan voor vakgebied en versie op de kans dat een respondent op de functie solliciteert. Dit effect bleek echter niet significant.

In document Goed – Beter – Best (pagina 56-61)