• No results found

Verkiezingscampagnes

In document Liberale samenwerking in Europa (pagina 43-46)

2.4 Balans

3.3.3 Verkiezingscampagnes

In de campagnes voor de Europese verkiezingen probeerden de verschillende nationale partijen de kiezers warm te maken voor de Europese zaak. De algemene tendens was echter dat de campagnes zich veelal op nationale thema’s afspeelden en er weinig aandacht voor Europese vraagstukken was. De verkiezingen voor het Europees Parlement worden tweederangs verkiezingen genoemd, omdat ‘ Europa’ verder van het electoraat afstaat dan nationale verkiezingen. Daardoor is de opkomst en de belangstelling vaak laag. De rol die de ELDR in de diverse campagnes van de lidpartijen speelde verschilde zoals gezegd per verkiezing.

Bij de Europese verkiezingen van 1979 deed de federatie haar best de nationale verkiezingscampagnes van de verschillende lidpartijen te coördineren. De campagneleiders kwamen hiervoor op 8 en 9 juni 1978 in Ravenna bijeen en maakten afspraken om in de verschillende landen als ELDR gezamenlijk op te treden. Zo kwam er een Europese brochure met daarin informatie over de verschillende liberale partijen, werd een internationale sprekerspool gevormd met politici die bij de Europese verkiezingen ook in het buitenland spreekbeurten wilden houden, werd in Brussel een documentatiecentrum over de ELDR ingericht, ontwierp de federatie een verkiezingsposter met daarop de belangrijkste Europese politici en zette men een Europese berichtendienst op zodat iedere lidpartij snel geïnformeerd kon worden over wat een partij of politicus in een ander land naar voren bracht.125

Toch ging de ELDR er al vanuit dat de verkiezingsstrijd vooral op landelijke thema’s gevoerd zou worden en dat de verschillende nationale campagnes hier het

122 Wijsenbeek, Why the ELDR failed, 1, 2.

123 Voerman, ‘Partijformaties op Europees niveau’, 200; J. Lodge en V. Herman, Direct elections to the

European Parliament. A Community Perspective (Londen 1982) 207.

124 Geciteerd uit: E. van Rooyen, De wisselwerking tussen Nederlandse politieke partijen en Europese partijen, (Concept-rapport DNPP maart 2010) 43.

125 Minutes of the meeting of spokesmen of the ELD member parties on 8th and 9th june 1978 in Ravenna, DNPP, archief VVD, Stukken betreffende de ELD 1976-1979.

beste op konden inspelen. Naar het idee van de diverse campagneleiders van de lidpartijen kon de federatie hieraan alleen ondersteuning verlenen.126 De ELDR stelde

ruim twee miljoen Belgische frank ter subsidie van de VVD-campagne beschikbaar.127

Voorwaarde hiervoor was dat aangetoond moest worden dat de gelden voor doeleinden voor de Europese verkiezingen werden besteed. Dit kon de partij onder meer doen door telkens het ELDR-logo op advertenties, affiches en ander verkiezingsmateriaal te plaatsen. Financieel gezien was het lidmaatschap van de ELDR voor de VVD de eerste jaren zeer voordelig. In 1977, 1978 en 1979 gezamenlijk ontvingen de liberalen ruim vier miljoen Belgische frank van de federatie, terwijl ze in diezelfde periode slechts 2,7 miljoen frank aan de ELDR moest afdragen.128

Op 7 april 1979 organiseerde de partijfederatie zelf een grote verkiezingsbijeenkomst. In Luxemburg kwamen twaalfhonderd liberale politici van de verschillende lidpartijen bijeen. Van tevoren had het ELDR-bestuur de lidpartijen verzocht zoveel mogelijk politieke voormannen hier naartoe te sturen. De manifestatie was bedoeld om de verkiezingscampagne officieel te starten en de federatie wilde hiervoor zoveel mogelijk media-aandacht genereren. Daarna konden de verschillende nationale campagnes gebruikmaken van het door de ELDR beschikbaar gestelde verkiezingsmateriaal.129 De ELDR zorgde dus voor een goede ondersteuning van de lidpartijen. De partijen kregen verschillende soorten verkiezingsmateriaal tot hun beschikking en met de verkiezingsmanifestatie in Luxemburg hoopte de partijfederatie de diverse nationale campagnes een flitsende start te geven.

De VVD ging met Berkhouwer als lijsttrekker de Europese verkiezingen van 1979 in. Zijn kandidatuur was niet verassend, aangezien hij de bekendste ‘Europese’ VVD’er was. In zijn toespraak bij de aanvaarding van het lijsttrekkerschap benadrukte hij de pro-Europese houding van de partij. ‘Voor ons liberalen staat bij de verwezenlijking van ons ideaal centraal een zo uitgebreid mogelijk Europa van parlementair democratische volkeren, waarin alle mensen zich zo vrij mogelijk kunnen bewegen met de voortbrengselen van hun hand en geest.’130 Berkhouwer kreeg veel steun binnen de partij. Maar liefst zestien van de zeventien kamercentrales hadden hem bij de kandidaatstellingsprocedure als lijsttrekker genoemd. Nummer twee op de lijst was Nord.131

In de campagne richtte de VVD zich vooral op de thema’s werkgelegenheid, milieu, mensenrechten, landbouw en onderwijs. De partij gebruikte de kreet ‘Liberaal, gewoon jezelf kunnen zijn’ als slogan. Ze probeerde hiermee de term ‘liberaal’ als puur VVD-eigendom te claimen, omdat D66 in de campagne dezelfde uitdrukking gebruikte. Om de kiezer beter te bereiken, gaf de VVD naast het volledige verkiezingsprogramma

126 Verslag van de conferentie van campagneleiders der liberale partijen op 30 juni 1978, DNPP, archief VVD, Stukken betreffende de ELD 1976-1979.

127 Hoeveel dit was in guldens hebben we helaas niet kunnen achterhalen.

128 Bespreking Financiële Commissie van de Federatie, 12 januari 1979, DNPP, archief VVD, Stukken betreffende de ELD 1976-1979; Bespreking Financiële Commissie van de Federatie, 14 juni 1979, DNPP, archief VVD, Stukken betreffende de ELD 1976-1979.

129 Verslag van de bestuursvergadering van de Federatie op 8 januari 1979 in Luxemburg, DNPP, archief VVD, Stukken betreffende de ELD 1976-1979.

130 Van der List, De macht van het idee, 271.

131 Notulen vergadering 29 januari 1979, DNPP, archief VVD, Notulen vergadering hoofdbestuur VVD 1979-1981.

ook een verkort programma uit en organiseerde de partij in samenwerking met de ELDR op 18 en 19 mei een Europees verkiezingscongres in Maastricht waar onder meer Thorn, De Clercq en Berkhouwer een toespraak hielden.132 Daarnaast zette de VVD landelijke politici in voor de campagne. Op de verkiezingsaffiche stond Berkhouwer afgebeeld samen met de voorzitter van de VVD-fractie in de Tweede Kamer, Koos Rietkerk. Hiermee de partij hoopte een groter aantal kiezers te bereiken. De nationale politici waren immers veel bekender dan hun Europese collega’s.133

Niet iedere lidpartij van de ELDR was echter even gelukkig met de ondersteuning en coördinatie van de verschillende nationale campagnes door de partijfederatie. Het was in 1979 gebleken dat de partijen moeilijk uit de voeten konden met het door de federatie vervaardigde verkiezingsmateriaal. In elk land domineerden weer andere thema’s de verkiezingen en de nationale partijen waren zelf het beste in staat daarop in te spelen. Daarom kregen de lidpartijen bij de Europese verkiezingen van 1984 en 1989 nog meer dan in 1979 de ruimte om de campagne naar eigen inzicht in te vullen. Van een echte door de ELDR georganiseerde en geregisseerde Europese verkiezingsstrijd was toen dan ook geen sprake.

In 1984 was de enige centraal gecoördineerde activiteit de op 12 en 13 mei in Brussel door de ELDR georganiseerde verkiezingsmanifestatie om de start van de campagne officieel in te luiden. Iedere lidpartij was op deze bijeenkomst vertegenwoordigd. Ook had de programmacommissie als aanvulling op het verkiezingsprogramma een samenvatting gemaakt met daarin het ELDR-standpunt op het terrein van vrede en veiligheid, economische ontwikkeling en individuele rechten en vrijheden. De diverse campagnes speelden zich vooral op nationaal niveau af, waarbij partijpolitieke doelen de voornaamste drijfveer voor de lidpartijen vormden. Europese

vraagstukken kwamen bij de verkiezingen van 1984 vrijwel niet aan bod.134

Bij de Europese verkiezingen van 1989 speelden nationale onderwerpen een iets minder grote rol. Toen domineerden voor het eerst twee Europese thema’s de verkiezingscampagne: het milieubeleid en de Europese Akte.135 Laatstgenoemde was op 1 juli 1987 in werking getreden en was een eerste poging tot het voeren en coördineren van een gezamenlijke buitenlandse politiek. Bovendien was in de Akte afgesproken om uiterlijk 1 januari 1993 de Europese interne markt te realiseren. De ELDR bracht vanaf februari 1989 onder de titel Euro-Elections News een nieuwsbrief over de Europese verkiezingen uit, waarmee ze de kiezers in Europa over alle activiteiten rondom de verkiezingen wilde informeren. Ook stond er een programmavergelijking met de socialistische en christendemocratische federaties in. De verdere invulling van de verkiezingscampagne werd echter net als in 1984 vooral aan de nationale partijen overgelaten.136

De VVD hield zich bij de Europese verkiezingen van 1984 en 1989 wederom aan de voorschriften van de ELDR en gebruikte uitsluitend het door de partijfederatie samengestelde verkiezingsprogramma. Van de andere Nederlandse partijen die aan de

132 Vrijheid en democratie, 1 juni 1979, 12.

133 G. Voerman en N. van de Walle, Met het oog op Europa. Affiches voor de Europese verkiezingen,

1979-2009 (Amsterdam 2009) 37.

134 R. Hrbek, ‘Die europäischen Parteienzusammenschlüsse’ in: Jahrbuch der Europäischen Integration

1984 (Bonn 1985) 271-283, aldaar 272; Hrbek, ‘Transnational links’, 463.

135 Hix, ‘The transnational party federations’, 318.

verkiezingen deelnamen volgde alleen het CDA dit voorbeeld. Omdat de enigszins omstreden Berkhouwer zich niet beschikbaar gesteld had voor een nieuwe termijn in het Europees Parlement wees de VVD in 1984 Nord aan als lijsttrekker voor de Europese verkiezingen.137 Vijf jaar later stelde Nord zich echter niet opnieuw beschikbaar voor deze functie, waardoor de zittende Europarlementariër Gijs de Vries op voordracht van het hoofdbestuur lijsttrekker voor de verkiezingen van 1989 werd.138

In 1984 beschouwde de VVD de verkiezingsstrijd vooral als een testcase voor het beleid van het CDA-VVD-kabinet-Lubbers I. Daarom moesten volgens de partij uitsluitend nationale vraagstukken in de campagne centraal gesteld worden.139 In 1989 was dit juist andersom. De waardering voor het toenmalige CDA-VVD-kabinet-Lubbers II was niet erg groot, waardoor teveel aandacht voor de nationale politiek juist ongunstig zou kunnen uitpakken. Het bleef moeilijk de eigen achterban voor Europese verkiezingen van zowel 1984 als 1989 te interesseren. In 1984 moest een zogeheten ‘Europanifestatie’ wegens een te gering aantal deelnemers afgelast worden en in beide verkiezingsjaren was de inzet van landelijke politici nodig om de verkiezingen onder de aandacht te brengen.140

Net als bij het opstellen van de kandidatenlijsten kregen de lidpartijen van de ELDR dus relatief veel vrijheid bij de organisatie van de verschillende verkiezingscampagnes. Die speelden zich iedere keer vooral af op nationale thema’s. In 1979 had de ELDR nog wel geprobeerd om het een en ander te coördineren, maar ook toen was de partijfederatie er zich al van bewust dat de lidpartijen zelf het beste op de nationale onderwerpen die in de campagnes naar voren kwamen konden inspelen. In 1984 en 1989 liet de ELDR de partijen dan ook geheel vrij. De lidpartijen droegen zelf echter ook bij aan de nationale gerichtheid van de verkiezingscampagnes. Zoals we bij de VVD zagen zetten zij landelijke politici in om meer belangstelling voor de verkiezingen te genereren. Het onvermijdelijke gevolg hiervan was natuurlijk dat nationale onderwerpen nog meer in de aandacht kwamen te staan.

In document Liberale samenwerking in Europa (pagina 43-46)