• No results found

10. Tevredenheid met Nederland

10.6 Verblijfsintenties

Statushouders zien hun toekomst in Nederland

We hebben gezien dat statushouders tevreden zijn in Nederland, zich hier thuis voelen en in zekere mate al een Nederlandse identiteit ontwikkelen. Betekent dit ook dat statushouders in Nederland willen blijven? Uit de survey blijkt dat ruim negen op de tien statushouders zijn/haar toekomst over vijf jaar in Nederland ziet (Tabel 10.4). Daar staat tegenover dat 2% volledig wil remigreren naar het herkomstland, 5% zichzelf deels ziet in Nederland en deels in herkomstland en 1% wil door verhuizen naar een ander land. Deze bevindingen komen overeen met het landelijke onderzoek (Dagevos & Maliepaard, 2018).

De verblijfsintenties verschillen niet voor statushouders in de SNTR- en de gemeentegroep. Het is mogelijk dat een deel van de statushouders die de intentie hebben te remigreren dit ook daadwerkelijk zullen doen wanneer de situatie in het land van herkomst verbetert. De Internationale Organisatie voor Migratie meldde in januari 2018 dat er een stijgende interesse is onder Syriërs die al langer in Nederland wonen om terug te keren naar hun geboorteland, maar onder recentelijk gevluchte Syriërs is dit aantal zeer gering (De Zwaan, 2018). Verblijfsintenties zijn relevant voor de investering die statushouders willen maken in Nederland. Onderzoek onder recent gearriveerde EU-migranten heeft laten zien dat migranten die van plan waren om permanent in Nederland te blijven meer contacten maakten met Nederlanders en de Nederlandse taal beter machtig waren (Wachter & Fleischmann, 2018).

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Veel Nederlandse vrienden of vriendinnen

Een Nederlander als partner

nee, helemaal niet vervelend nee, niet vervelend

neutraal ja, vervelend ja, heel vervelend

141

Tabel 10.4

Verblijfsintenties; toekomst over vijf jaar naar groep (in procenten)a

Dan woon ik

in Nederland herkomstland en deels in Dan woon ik deels in Nederland

Dan woon ik in

herkomstland Dan woon ik in een ander

landb

Totaal Rotterdam 92 5 2 1

SNTR-groep 90 5 3 1

Gemeentegroep 93 5 1 2

aIn de vragenlijst is gevraagd “Hoe denkt u dat uw toekomst er over 5 jaar uitziet?” met de in de tabel weergegeven

antwoordcategorieën.

bdus niet herkomstland of Nederland.

Bron: EUR Bridge Survey (wave I, 2017-2018).

10.7 Samenvatting

In de eerste periode na vestiging in Nederland is de buurt een centrale plek van waaruit het nieuwe leven in Nederland vorm wordt gegeven. Acht van de tien Rotterdamse statushouders is zeer tevreden met de buurt, voelt zich er thuis en vindt dat de bewoners op een prettige manier met elkaar omgaan. Dit beeld past bij de ervaringen van eerdere vluchtelingengroepen, maar ligt wel een stuk hoger dan de beleving van niet-Westerse migranten. Daar staat tegenover dat negatieve aspecten van de buurt nog relatief weinig worden genoemd: respectievelijk één tot bijna twee op tien voelt zich wel eens gediscrimineerd of is bang om lastiggevallen of beroofd te worden in de buurt. De beleving van de buurt verschilt echter tussen statushouders in de SNTR- en gemeentegroep; SNTR-deelnemers zijn nog meer tevreden over de buurt. Het is onduidelijk waar dit verschil vandaan komt, maar het is mogelijk dat de verschillende buurten waar de statushouders wonen en bijbehorend buurtklimaat een rol speelt. Daarnaast zijn statushouders die korter in Nederland zijn meer tevreden met de buurt.

Ook buiten de eigen buurt voelen statushouders zich goed in Nederland. Statushouders geven hun leven in Nederland gemiddeld een 8,2 en vrijwel alle statushouders voelen zich over het algemeen veilig. Ruim driekwart voelt zich al thuis in Nederland en bijna een kwart voelt zich deels thuis in Nederland. Naast de sterke identificatie met het land van herkomst ontstaat er al een identificatie met Nederland en Rotterdam. Zelfs in dit vroege stadium van het integratieproces voelt een derde zich al Nederlander en bijna de helft voelt zich Rotterdammer. Daarentegen identificeert bijna een kwart zich momenteel (helemaal) niet met Nederland en bijna twee op tien (helemaal) niet met Rotterdam. De identificatie met Nederland is sterker in de SNTR- groep en onder mannen.

De Rotterdamse statushouders blijken uniform een groot vertrouwen te hebben in de Nederlandse regering en politie, die respectievelijk worden gewaardeerd met een gemiddeld cijfer van 8,7 en een 9. Deze hoge cijfers worden waarschijnlijk gekleurd door het grote contrast met het land van herkomst waarbij corruptie en willekeur mogelijk een schadelijke rol speelden. Het algemeen vertrouwen in de medemens scoort een gemiddeld cijfer van 6,1, dit is vergelijkbaar met het algemene cijfer in Nederland. Meer opvallend is het grote verschil tussen het vertrouwen in Nederlanders; een 7,7, versus het vertrouwen in mensen uit de eigen herkomstgroep; een 6. Statushouders hebben dan ook een positief beeld van Nederlanders. Zo vindt vrijwel niemand het vervelend als zijn/haar (hypothetische) kind veel Nederlandse vrienden of vriendinnen heeft,

142

hoewel het hebben van een Nederlandse partner door acht op tien niet als vervelend wordt ervaren.

Mogelijk deels door dit positieve beeld van Nederland zien ruim negen op de tien statushouders zijn/haar toekomst over vijf jaar in Nederland. 2% wil daarentegen volledig remigreren naar het herkomstland en 1% wil door verhuizen naar een ander land. De verblijfsintenties verschillen niet voor statushouders in de SNTR- en de gemeentegroep.

Een belangrijke reden voor het positieve beeld van Nederland is dat statushouders zich veilig voelen, hetgeen de waardering voor het leven in Nederland in belangrijke mate kleurt. Daarnaast wordt de huidige situatie vergeleken met de situatie in het herkomstland, de vlucht en de periode in de opvang. Het is te verwachten dat naarmate statushouders langer in Nederland zijn het referentiekader meer gericht raakt op het leven in Nederland en de knelpunten die gepaard gaan met de integratie in een nieuw land. Het zogenoemde migrantenoptimisme slijt vaak naarmate migranten langer in het ontvangende land wonen. Het ligt in de rede dat dit ook met de statushouders in Rotterdam zal gaan gebeuren.

143

Literatuur

Bernardo, F., & Palma-Oliveira, J. (2013). Place identity, place attachment and the scale of place: The impact of place salience. Psyecology, 4(2), 167-193.

CBS (2015). Welzijn in Nederland 2015. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. Dagevos, J., & Maliepaard, M. (2018). Orientatie op Nederland en op het herkomstland. In J.

Dagevos, W. Huijnk, M. Maliepaard, & E. Miltenburg (red.), Syriërs in Nederland. Een studie over de eerste jaren van hun leven in Nederland (p. 156-173). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Dekker, P., Den Ridder, J., Van Houwelingen, P., & Van Echtelt, P. (2018). Burgerperspectieven 2018|4. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

De Zwaan, I. (2018, 28 januari). Groeiende groep vluchtelingen uit Syrië wil terug naar huis. De Volkskrant. Geraadpleegd op https://www.volkskrant.nl/nieuws-

achtergrond/groeiende-groep-vluchtelingen-uit-syrie-wil-terug-naar-huis~b37a6e06/. Muller, P. (2011). Identificatie, acceptatie en discriminatie. In: E. Dourleijn en J. Dagevos (red.), Vluchtelingengroepen in Nederland. Over de integratie van Afghaanse, Iraakse, Iraanse en Somalische migranten (p. 190-206). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Permentier, M., & Wittebrood, K. (2011). De woonsituatie van vluchtelingengroepen in

Nederland. In: E. Dourleijn en J. Dagevos (red.), Vluchtelingengroepen in Nederland. Over de integratie van Afghaanse, Iraakse, Iraanse en Somalische migranten (p. 126- 141). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Statline (2018a). Geraadpleegd op

https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/81925NED/table?ts=1534168573935

Statline (2018b). Geraadpleegd op

https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/81881NED/table?ts=1534163996522

Statline (2019). Geraadpleegd op

https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/80518ned/table?ts=1551264458805. Van der Linden, M., Hooghe, M., De Vroome, T., & Van Laar, C. (2017). Extending trust to

immigrants: Generalized trust, cross-group friendships, and anti-immigrant sentiments in 21 European societies. PLoS ONE, 12(5), e0177369.

Wachter, G. G., & Fleischmann, F. (2018). Settlement intentions and immigrant integration: The case of recently arrived EU-immigrants in the Netherlands. International Migration, 56(4), 154-171.

Wijkprofiel Rotterdam (2018). Geraadpleegd op

https://wijkprofiel.rotterdam.nl/nl/2018/rotterdam.

144

11. Jonge statushouders in Rotterdam