• No results found

11. Jonge statushouders in Rotterdam

11.7 Identificatie, opvattingen over Nederland en thuisgevoel

De levensfase waarin jongeren zich bevinden is een periode waarin zij hun identiteit grotendeels vormen (Selimos, 2017). Voor jongeren die gevlucht zijn betekent dit tevens dat ze nu hun plek moeten vinden in een nieuwe samenleving. In deze paragraaf staat de emotionele integratiedimensie centraal en worden verschillende vormen van identificatie, opvattingen over Nederland en thuisgevoel besproken.

Er is onderscheid gemaakt in drie vormen van identificatie. Naast identificatie met het land van herkomst en met Nederland, is er ook gevraagd naar stedelijke identificatie met Rotterdam. Eerder onderzoek naar tweede generatie migrantenjongeren liet zien dat bij hen de landelijke identificatie met Nederland zwak is, maar de stedelijke identificatie juist groot. Het leven en het sociale netwerk van jongeren speelt zich voornamelijk af in de stad, waardoor zij vaker een emotionele band voelen met de stad (Slootman & Duyvendak, 2015). De drie niveaus van identificaties zijn weergegeven in Figuur 11.3.

160

Figuur 11.3. Identificatie met jongeren met land van herkomst, Nederland en Rotterdam (in procenten)a

a Identificatie is gemeten als “In hoeverre voelt u zich [land van herkomst]/Nederlander/Rotterdammer?”. 3 tot 7% heeft ‘weet niet’

geantwoord op minstens één van deze vragen, deze personen zijn niet meegenomen in de figuur.

In Tabel 11.14 is de mate van identificatie uitsplitst naar subgroepen jongeren. Zeven op de tien jongeren identificeert zich (heel) sterk met het land van herkomst. Er is hier geen verschil tussen de jongeren in de SNTR- en gemeentegroep. Wel zien we dat identificatie met het herkomstland voor vrouwen nog een stuk sterker is dan voor mannen, respectievelijk 84% van de vrouwen en 63% van de mannen typeerde deze identificatie als (heel) sterk.

Identificatie met Nederland is een stuk minder sterk. Ruim drie op de tien jongeren identificeert zich (heel) sterk met Nederland, terwijl de grootste groep (45%) identificeert zich een beetje met Nederland. Jongeren in het SNTR-programma identificeren zich vaker (heel) sterk met Nederland, namelijk 42% ten opzichte van 28% van de jongeren in de gemeentegroep. Mogelijk hangt dit samen met de inspanningen in het SNTR-programma, waarin activiteiten zijn opgenomen om Nederland te leren kennen. Dit zal toekomstig onderzoek moeten uitwijzen. Dit verschil werd overigens niet gevonden onder de totale groep statushouders in Rotterdam. Verder is er onder jongeren een verschil tussen mannen en vrouwen; terwijl vrouwen zich sterker met het herkomstland identificeren, voelen mannen zich vaker (heel) sterk Nederlander. Dit beeld zien we ook bij de gehele steekproef statushouders.

Identificatie met Rotterdam is zoals verwacht iets sterker dan met Nederland. Vier van de tien jongeren voelt zich (heel) sterk Rotterdam, 45% van de jongeren een beetje. De helft van de SNTR-jongeren voelt zich (heel) sterk Rotterdammer. Voor jongeren in de gemeentegroep ligt dit een stuk lager op ruim een derde. Leeftijd en aankomstjaar in Nederland maakt geen verschil voor de drie niveaus van identificaties.

71 32 40 24 46 45 6 22 15 0 10 20 30 40 50 60 70 80

identificatie met land van herkomst identificatie met Nederland identificatie met Rotterdam

161

Tabel 11.14

(Heel) Sterke identificatie met land van herkomst, Nederland en Rotterdam (in procenten)a

Identificatie met

land van herkomst Identificatie met Nederland Identificatie met Rotterdam

Totaal Rotterdam 73 33 44 Totaal jongeren 71 32 40 SNTR-groep 71 42 49 Gemeentegroep 70 28 36 Man 63 37 43 Vrouw 84 21 34 15-17 jaar 77 28 40 18-21 jaar 65 35 40 ≤2015 69 34 40 2016 - 2017 72 30 40

a Identificatie is gemeten als “In hoeverre voelt u zich [land van herkomst]/Nederlander/Rotterdammer?”. Respondenten die ‘weet

niet’ geantwoord op minstens één van deze vragen, zijn niet meegenomen in de tabel.

Bron: EUR Bridge Survey (wave I, 2017-2018).

Gevraagd naar hoe jonge statushouders het vinden om in Nederland te leven, blijkt dat jongeren erg tevreden zijn over het leven in Nederland. Ze geven het leven een rapportcijfer 7,9 (Tabel 11.15). Onder SNTR-jongeren ligt dit rapportcijfer nog een halve punt hoger; zij geven het leven in Nederland een 8,4. Dit hangt mogelijk wederom samen met dat jongeren in het SNTR- programma samen met familieleden wonen en hierdoor hun leven hoger waarderen. Ook valt op dat mannen het leven in Nederland een hoger rapportcijfer geven dan vrouwen. Er is geen verschil tussen leeftijdsgroepen en aankomstjaar in Nederland

Tabel 11.15

Mening over het leven in Nederland (in rapportcijfer tussen de 1 en 10)a

Rapportcijfer Totaal Rotterdam 8,2 Totaal jongeren 7,9 SNTR-groep 8,4 Gemeentegroep 7,7 Man 8,2 Vrouw 7,4 15-17 jaar 7,7 18-21 jaar 8,1 ≤ 2015 7,8 2016 8,0

a. Hoe vindt u het om te leven in Nederland? 1 = heel erg ontevreden, 10 = heel erg tevreden. Bron: EUR Bridge Survey (wave I, 2017-2018).

Naast een hoog rapportcijfer voor het leven in Nederland, geeft 96% van de jongeren aan zich (zeer) veilig te voelen in Nederland. Er zijn geen verschillen tussen jongeren in de SNTR- en gemeentegroep of tussen andere subgroepen jongeren. Ook voelt een groot deel van de jongeren zich thuis in Nederland (Figuur 11.4). Driekwart van de jonge statushouders zegt zich thuis te voelen, voor een klein kwart geldt dat ze zich soms wel en soms niet thuis voelen. Dit beeld komt

162

overeen met de focusgroepen die gedaan zijn met kinderen en jongeren (van der Ent, in voorbereiding). In deze gesprekken vertelden de jongeren dat ze zich meestal thuis en welkom voelen, maar door ervaren discriminatie of uitsluiting zich soms minder welkom voelen. De surveyresultaten laten geen verschillen zien tussen subgroepen jongeren. De tevredenheid, ervaren veiligheid en thuisgevoel in Nederland is vergelijkbaar met de totale groep Rotterdamse statushouders.

Figuur 11.4. Thuisvoelen in Nederland a

aIn de vragenlijst is gevraagd “Voelt u zich thuis in Nederland?” met als antwoordopties 1: ja, 2: soms wel, soms niet, 3: nee.

Bron: EUR Bridge Survey (wave I, 2017-2018).

Van de jongeren denkt 91% dat ze over vijf jaar nog steeds in Nederland wonen (geen tabel). Nog eens 7% ziet zijn of haar toekomst deels in Nederland en deels in het geboorteland. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met de totale groep Rotterdamse statushouders en met cijfers uit landelijk onderzoek naar Syrische vluchtelingen (Dagevos & Maliepaard, 2018).