• No results found

8. Sociaal contact en uitsluiting

8.3 Sociaal contact met Nederlanders

De helft van de statushouders heeft vrijwel nooit contact met Nederlandse buren

De buurt vormt een belangrijke eerste gelegenheid voor statushouders om contacten te leggen met Nederlanders. Opvallend is dat de helft van de statushouders in Rotterdam aangeeft slechts enkele malen per jaar of nooit contact te hebben met Nederlandse buren of buurtgenoten (Tabel 8.2). Twee op de tien statushouders heeft maandelijks en drie op de tien heeft minstens eens per week contact met Nederlanders uit de buurt. In de landelijke survey onder recent gearriveerde Syrische statushouders wordt veel vaker contact met Nederlanders gerapporteerd. Daar zegt 59% minstens wekelijks en 24% maximaal enkele malen per jaar contact te hebben met Nederlandse buren en buurtgenoten (Huijnk & Miltenburg, 2018). De statushouders in het landelijk onderzoek wonen verspreid door heel Nederland, dus het kan zijn dat er in het diverse Rotterdam minder gelegenheid is om in contact te treden met Nederlanders (i.e. zonder migratieachtergrond zoals opgevat door de statushouders) dan bijvoorbeeld op het platteland. Onder de algemene bevolking in Rotterdam geeft 51% aan wekelijks contact te hebben met buren (Wijkprofiel Rotterdam, 2018), maar dit betreft echter wel een bredere definitie van contact dat ook buren met een migratieachtergrond omvat.

SNTR-groep vaker contact met Nederlandse buren dan gemeentegroep

Statushouders in de SNTR-groep zeggen vaker contact te hebben met Nederlandse buren of buurtgenoten dan statushouders uit de gemeentegroep. In de SNTR-groep heeft ruim een derde minstens eens per week contact, in de gemeentegroep is dit een kwart. Daarnaast blijkt dat vrouwen iets minder vaak contact hebben met Nederlandse buren dan mannen. Verder zien we dat statushouders die eerder in Nederland zijn aangekomen vaker zeggen een paar keer per jaar of nooit contact te hebben met Nederlandse buren dan statushouders die korter in Nederland zijn. Er zijn geen betekenisvolle verschillen naar leeftijd.

Tabel 8.2

Frequentie van contact met Nederlandse buren of buurtgenoten naar groep, geslacht, leeftijd en jaar van aankomst in Nederland (in procenten)a

Minimaal één

keer per week Maandelijks per jaar/nooitEen paar keer

Totaal Rotterdam 29 20 52 SNTR-groep 35 24 41 Gemeentegroep 26 18 56 Man 32 18 51 Vrouw 26 21 53 15-24 jaar 27 15 58 25-34 jaar 31 21 48 35-44 jaar 30 23 48 ≥ 45 jaar 26 22 52 ≤ 2015 28 17 55 2016 30 20 50 2017 32 29 39

aIn de vragenlijst is gevraagd “Hoe vaak heeft u contact met Nederlandse buren of buurtgenoten?” met de antwoordcategorieën 1:

elke dag, 2: elke week, 3: elke maand, 4: een paar keer per jaar en 5: nooit/minder dan één keer per jaar. Zowel antwoordcategorieën 1 en 2 als 4 en 5 zijn samengevoegd in de tabel.

108

Drie op tien heeft wekelijks vriendschappelijk contact, maar vier op tien heeft geen Nederlandse vrienden

Vervolgens is gevraagd naar contact met Nederlandse vrienden of kennissen. Waar contact met buren of buurtgenoten vluchtig of oppervlakkig kan blijven, biedt vriendschappelijk contact meer emotionele diepgang en is daarmee effectiever tegen eenzaamheid en verbetert intergroepsrelaties (Pettigrew, Tropp, Wagner & Christ, 2011; Van der Linden, Hooghe, De Vroome & Van Laar, 2017; Van Tilburg, 2007). Bijna een derde heeft minstens eens per week en een kwart heeft maandelijks contact met Nederlandse vrienden of kennissen (Tabel 8.3). Ruim vier of de tien heeft vrijwel nooit contact dat erop duidt dat ze (nog) geen Nederlandse vrienden of kennissen hebben. Net als contact met Nederlandse buren ligt ook contact met Nederlandse vrienden in Rotterdam aanzienlijk lager in vergelijking met het landelijke beeld van Syrische statushouders. In het landelijke onderzoek heeft zes op de tien wekelijks contact en slechts twee op de tien vrijwel nooit contact met Nederlandse vrienden of kennissen (Huijnk & Miltenburg, 2018). Een vergelijkbaar beeld is terug te vinden bij de gevestigde vluchtelingengroepen in 2009 (Van Doorn, 2011).

SNTR-groep vaker heeft vriendschappelijk contact dan gemeentegroep

De uitsplitsingen laten zien dat de statushouders uit de SNTR-groep vaker contact hebben met Nederlandse vrienden of kennissen dan statushouders uit de gemeentegroep (Tabel 8.3). Dit verschil bevestigt de bevindingen bij contact met Nederlandse buren en buurtgenoten. Vier op tien SNTR-deelnemers heeft wekelijks vriendschappelijk contact en drie op tien maandelijks. Drie op tien gemeentedeelnemers heeft wekelijks vriendschappelijk contact en ruim twee op tien maandelijks. In de SNTR-groep heeft een derde vrijwel nooit vriendschappelijk contact tegenover bijna de helft in de gemeentegroep.

Daarnaast bestaan er enkele kleine verschillen naar achtergrondkenmerken. Vrouwen hebben niet alleen minder vaak contact met buren, ze hebben ook minder vaak vriendschappelijk contact dan mannen. Daarnaast hebben 45-plussers iets minder vaak vriendschappelijk contact dan jongeren. Vergelijkbare patronen worden ook gevonden bij het landelijke onderzoek (Huijnk & Miltenburg, 2018). Er zijn geen verschillen naar jaar van aankomst in Nederland. Het gegeven dat de statushouders in Rotterdam nog minder lang in Nederland zijn dan de statushouders in het landelijke onderzoek kan de lagere frequente in vriendschappelijke contacten niet verklaren aangezien het sociale netwerk over tijd dus niet dusdanig sterk lijkt uit te breiden om voor dit verschil te kunnen compenseren.

109

Tabel 8.3

Frequentie van contact met Nederlandse vrienden of kennissen (in procenten)a

Minimaal één

keer per week Maandelijks per jaar/nooitEen paar keer

Totaal Rotterdam 31 26 43 SNTR-groep 39 29 32 Gemeentegroep 28 24 48 Man 35 24 41 Vrouw 27 28 46 15-24 jaar 32 24 44 25-34 jaar 33 27 41 35-44 jaar 31 26 43 ≥ 45 jaar 28 26 47 ≤ 2015 32 26 43 2016 30 25 45 2017 36 27 37

aIn de vragenlijst is gevraagd “Hoe vaak heeft u contact met Nederlandse vrienden of kennissen?” met de antwoordcategorieën 1:

elke dag, 2: elke week, 3: elke maand, 4: een paar keer per jaar en 5: nooit/minder dan één keer per jaar. Zowel antwoordcategorieën 1 en 2 als 4 en 5 zijn samengevoegd in de tabel.

Bron: EUR Bridge Survey (wave I, 2017-2018).

De helft van de statushouders krijgt nooit bezoek van Nederlandse vrienden of buren

Een andere manier om de kwaliteit van sociale contacten te meten is om te vragen naar de frequentie van bezoek van Nederlandse vrienden of buren. Bijna de helft van de statushouders zegt soms bezoek te krijgen, slechts 5% zegt vaak bezoek te krijgen (Tabel 8.4). Daar staat tegenover dat de andere helft nooit bezoek krijgt van Nederlandse vrienden of buren. Dit laatste is een aanwijzing dat bijna de helft van de statushouders slechts geen of alleen oppervlakkige contacten heeft met Nederlanders. Opvallend is wederom het grote contrast met het landelijke onderzoek naar Syrische statushouders. Daar krijgt 22% vaak, 61% soms en slechts 17% nooit bezoek van Nederlandse vrienden of buren (Huijnk & Miltenburg, 2018). Wanneer we een vergelijking maken tussen de situatie van de statushouders in Rotterdam en in de rest van Nederland komen een aantal potentiele oorzaken naar voren. Zo hebben de statushouders in Rotterdam een grotere taalbarrière (zie ook hoofdstuk 4) en wonen ze in een zeer diverse stedelijke omgeving waar er mogelijk minder sociale cohesie is tussen buren dan op het platteland. Desalniettemin is het op basis van de huidige data op dit moment lastig te zeggen waar deze hardnekkige kloof vandaan komt.

In lijn met de eerdere bevindingen is er een verschil naar groep. De SNTR-groep krijgt vaker soms bezoek, terwijl de gemeentegroep krijgt vaker nooit bezoek van Nederlandse vrienden of buren. Op basis van de huidige data valt op dit moment niet te zeggen waar dit verschil vandaan komt. Er zijn geen verschillen naar geslacht, leeftijd of jaar van aankomst in Nederland.

110

Tabel 8.4

Frequentie van bezoek van Nederlandse vrienden of buren (in procenten)a

vaak soms nooit

Totaal Rotterdam 5 48 47 SNTR-groep 4 58 38 Gemeentegroep 6 43 51 Man 6 46 48 Vrouw 4 50 47 15-24 jaar 5 43 52 25-34 jaar 6 51 44 35-44 jaar 5 49 46 ≥ 45 jaar 5 49 46 ≤ 2015 6 46 47 2016 4 48 48 2017 4 52 44

aIn de vragenlijst is gevraagd “Komen er vaak, soms of nooit Nederlandse vrienden of buren op bezoek?” met de antwoordcategorieën

zoals weergegeven in de tabel.

Bron: EUR Bridge Survey (wave I, 2017-2018).

Ruim twee derde van de Eritreeërs heeft vrijwel nooit contact met Nederlanders

Binnen de gemeentegroep zijn er verschillen tussen statushouders uit Syrië en overige herkomstlanden aan de ene kant en statushouders uit Eritrea aan de andere kant36 (Tabel 8.5). Bij

zowel de frequentie van bezoek als contact met Nederlandse buren of buurtgenoten en vrienden of kennissen komt duidelijk naar voren dat Eritreeërs minder contact hebben dan Syriërs en statushouders uit overige herkomstlanden. Twee derde heeft vrijwel nooit contact heeft met Nederlandse buren of buurtgenoten en Nederlandse vrienden of kennissen. Bijna drie kwart krijgt nooit bezoek van Nederlandse vrienden of buren. Het is niet zo dat er bij Eritreeërs minder interesse is voor contact met Nederlanders dan bij Syriërs, het is dus waarschijnlijker dat Eritreeërs meer obstakels ervaren bij het leggen van contacten. Uit interviews met deskundigen en Eritrese statushouders is gebleken dat culturele verschillen een grote barrière vormen bij het opbouwen van contacten met Nederlanders. Enerzijds hebben Eritreeërs een meer afwachtende houding, anderzijds voelen Eritreeërs zich onzeker omdat zij niet weten wat de Nederlandse omgangvormen zijn. Zo is het in Eritrea gebruikelijk dat contacten op informele wijze verlopen, in Nederland gebeuren sociale bezoeken meer op afspraak (Ferrier, Kahmann & Massink, 2017).

111

Tabel 8.5

Frequentie van contact en bezoek van Nederlanders voor statushouders in de gemeentegroep naar herkomst (in procenten)

Minimaal één

keer per week Maandelijks per jaar/nooitEen paar keer

Contact met Nederlandse buren of buurtgenoten

Syriërs 28 20 52

Eritreeërs 19 15 67

Overige herkomstlanden 29 13 58

Contact met Nederlandse vrienden of kennissen

Syriërs 31 26 43

Eritreeërs 16 17 67

Overige herkomstlanden 30 24 46

Bezoek van Nederlandse vrienden of buren

Syriërs 6 48 45

Eritreeërs 1 27 72

Overige herkomstlanden 8 42 51

Bron: EUR Bridge Survey (wave I, 2017-2018).