• No results found

Verband tussen denkstijlen en leerstijlen

In document Effectief leren ondernemen (pagina 56-60)

4 Empirische resultaten

4.3 Verband tussen denkstijlen en leerstijlen

Om te kunnen bepalen of er sprake is van een relatie tussen het gebruik van een bepaalde ondernemersdenkstijl en de voorkeur voor een bepaalde leerstijl is er gekeken of er een correlatie bestaat tussen denk- en leerstijlen. Er is gekozen voor de Spearman rho als correlatiemaat, omdat de denk- en leerstijlen op ordinaal niveau zijn gemeten en dus niet als zuivere continue variabelen beschouwd kunnen worden. Het non-parametrische alternatief voor de Pearson-product correlatiemaat, de Spearman rho, komt daarom het best in

aanmerking. In Tabel 4.3 zijn de correlaties weergegeven tussen de verschillende leer- en denkstijlen. Overigens geeft de Pearson-product correlatiemaat vergelijkbare resultaten. De Pearson correlatie voor de denk- en leerstijlen van (potentiële) ondernemers is te vinden in bijlage vier.

Tabel 4.3: Correlatie tussen leer- en denkstijlen (N=1386)

Pionier Verkoper Manager Vakman

Spearman's rho Doener .252 .233 -.246 -.227

Sig. .000 .000 .000 .000 Denker -.142 -.238 .101 .268 Sig. .000 .000 .000 .000 Dromer -.114 -.249 .239 .101 Sig. .000 .000 .000 .000 Beslisser -.001 -.114 .133 -.042 Sig. .981 .000 .000 .117

De correlatiematrix laat zien dat alle denkbare correlaties significant zijn, behalve de correlatie tussen de de denkstijl Pionier en de leerstijl Beslisser en tussen de de denkstijl Vakman en de leerstijl Beslisser. Over deze correlaties kunnen dus geen uitspraken gedaan worden.

De denkstijl Pionier correleert positief met de leerstijl Doener en negatief met de leerstijlen Denker en Dromer. Een significante correlatie tussen de denkstijl Pionier en de leerstijl Beslisser is niet gevonden. Dit betekent dat ondernemers uit dit onderzoek met de denkstijl Pionier de leerstijl van de Doener gebruiken. De Pionier gebruikt niet de leerstijlen Denker en Dromer en of de Pionier de leerstijl van de Beslisser gebruikt kan niet gezegd worden. De hypothese behorend bij dit onderzoek is dat de Pionier de leerstijl van de Dromer gebruikt. Deze hypothese wordt dan ook verworpen.

Ook voor de denkstijl Verkoper geldt dat deze positief correleert met de leerstijl Doener. De Verkoper correleert negatief met de drie andere leerstijlen. Eén van de hypotheses is dat de Verkoper de leerstijl van de Doener gebruikt. We zien dus dat dit het geval is en aangezien de denkstijl Verkoper met geen enkele andere leerstijl correleert, kan deze hypothese worden bevestigd.

De denkstijl Manager correleert negatief met de leerstijl Doener en positief met de leerstijlen Denker, Dromer en Beslisser. De manager heeft de sterkste correlatie met de Dromer, gevolgd door de Beslisser. De hypothese voor dit onderzoek stelt dat de Manager de leerstijl van de Beslisser gebruikt. De Manager gebruikt deze leerstijl wel, de leerstijl van de Dromer is echter belangrijker voor de Manager. Deze hypothese kan dan ook deels worden bevestigd.

De Vakman tenslotte, correleert negatief met de Doener en Positief met de Denker en de Dromer. Hierbij is de correlatie met de leerstijl Denker het sterkst. Een significante correlatie tussen de denkstijl Vakman en de leerstijl Beslisser is niet gevonden. Er kan dus worden gesteld dat de Vakman met name de leerstijl van de Denker gebruikt. De hypothese “De Vakman gebruikt de leerstijl van de Denker” kan dus bevestigd worden.

Omdat de denk- en leerstijlen ook onderling kunnen samenhangen, is ook dit verband onderzocht. In Tabel 4.4 zijn de onderlinge correlaties weergegeven tussen de verschillende denkstijlen en in Tabel 4.5 de onderlinge correlaties van de leerstijlen.

Tabel 4.4: Onderlinge correlaties denkstijlen (N=1386)

Pionier Verkoper Manager Vakman

Spearman's rho Pionier 1.000 -.073 -.436 -.255

Sig. . .007 .000 .000 Verkoper -.073 1,000 -.298 -.305 Sig. .007 . .000 .000 Manager -.436 -.298 1.000 -.187 Sig. .000 .000 . .000 Vakman -.255 -.305 -.187 1.000 Sig. .000 .000 .000 .

Uit Tabel 4.4 is af te leiden dat de verschillende denkstijlen allemaal negatief aan elkaar gecorreleerd zijn. Dit houdt dus in dat over het algemeen geldt dat een hogere score op de ene stijl een lage score op de andere stijl tot gevolg heeft. Dit geldt met name voor de correlatie tussen Manager en Pionier.

Tabel 4.5: Onderlinge correlaties leerstijlen (N=1824)

Doener Denker Dromer Beslisser

Spearman's rho Doener 1.000 -.387 -.276 .146

Sig. . .000 .000 .000 Denker -.387 1.000 .522 .085 Sig. .000 . .000 .000 Dromer -.276 .522 1.000 ,343 Sig. .000 .000 . .000 Beslisser .146 .085 .343 1.000 Sig. .000 .000 .000 .

Uit Tabel 4.5 blijkt dat de verschillende leerstijlen ook onderling significante correlaties vertonen. Hoge onderlinge correlaties kunnen een probleem opleveren, omdat dit kan duiden op multicollineariteit. Dit wil zeggen dat de variabelen zo sterk gecorreleerd zijn dat de rekenprocedure instabiel wordt. Vanaf een onderlinge correlatie groter dan .4 moet men hierop bedacht zijn. Dit probleem treedt op tussen de leerstijlen Denker en Dromer. De overige leerstijlen zijn óf niet aan elkaar gecorreleerd, óf vertonen een negatieve onderlinge correlatie. Dit houdt in dat naarmate iemand hoger op de ene stijl scoort, hij lager op de andere stijl zal scoren.

De gevonden multicollineariteit kan invloed hebben op de hypothese waarin wordt gesteld dat de Vakman de leerstijl van de Denker gebruikt. Ondanks de gevonden onderlinge correlatie tussen de eerder genoemde leerstijlen kan gesteld worden dat de Vakman de leerstijl van de Denker gebruikt. Het is echter denkbaar dat ook de leerstijl van de Dromer gebruikt wordt door de Vakman. De onderlinge correlatie tussen de leerstijlen Denker en Dromer doet niets af aan het feit dat de Vakman de leerstijlen van de Doener en de Beslisser niet gebruikt.

Ook de hypothese waarin wordt gesteld dat de Pionier de leerstijl van de dromer gebruikt, dient nader bezien te worden naar aanleiding van de gevonden correlatie tussen de leerstijlen van de Denker en de Dromer. Deze hypothese is verworpen omdat er alleen een correlatie is gevonden tussen de denkstijl Pionier en de leerstijl Doener. De leerstijlen Denker en Dromer zijn beide niet gevonden bij de Pionier en de onderlinge correlatie tussen deze leerstijlen is dan ook niet van invloed op de hypothese.

In document Effectief leren ondernemen (pagina 56-60)