Verandering volgens het BW 6, de WGBO en de huidige ‘Algemene leveringsvoorwaarden geestelijke gezondheidszorg’.

In deze paragraaf wordt gekeken naar verschillende wetten voor veranderingen binnen de huidige werkwijze van de HBU om het beschermingsbewind als voorwaarde van de

behandelingsovereenkomst in te voeren. De volgende deelvraag zal hierbij worden beantwoord: 5. Welke veranderingen worden er vereist volgens het Burgerlijk Wetboek 6, de WGBO en de

huidige ‘Algemene leveringsvoorwaarden geestelijke gezondheidszorg’ binnen de HBU om beschermingsbewind als voorwaarde van de behandelingsovereenkomst in te voeren? In paragraaf 5.1.1 gaat het over het Burgerlijk Wetboek 6, dit wordt vergeleken met de huidige behandelingsovereenkomst en de ‘Algemene leveringsvoorwaarden geestelijke gezondheidszorg’ en er wordt gekeken naar veranderingen. In paragraaf 5.1.2 wordt ingegaan op de WGBO, deze wordt vergeleken met de huidige behandelingsovereenkomst binnen de HBU en de ‘Algemene

leveringsvoorwaarden geestelijke gezondheidszorg’. Aan de hand hiervan wordt gekeken of er wijzigingen nodig zijn. In paragraaf 5.1.3 gaat het over het beschermingsbewind als voorwaarde en tot slot wordt er in paragraaf 5.1.4 een korte samenvatting gegeven.

5.1.1 Het burgerlijk wetboek 6

Zoals uit paragraaf 3.2.1 al is gebleken komt volgens art. 6:217 lid 1 BW een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. Ook dit zie je terug in de ‘Algemene leveringsvoorwaarden geestelijke gezondheidszorg’. Dit gaat in de praktijk van de HBU ook op de manier van aanbod en aanvaarding. De wet stelt niet veel eisen aan een overeenkomst. Volgens art. 6:227 BW is het verder voldoende wanneer de overeenkomst bepaalbaar is. Verder is er sprake van contractsvrijheid.

De behandelingsovereenkomst heet binnen VNN het zorgplan of het behandelplan. Binnen de HBU wordt het zorgplan genoemd. De doelen die uit de MATE zijn gekomen kunnen bij het zorgplan worden aangegeven. Bepaalde doelen staan vast maar er kunnen ook specifieke doelen benoemd worden voor de cliënt. De overeenkomst is bepaalbaar.

Aan een overeenkomst worden vaak algemene voorwaarden gesteld. Volgens art. 6:231 sub a BW zijn dit een of meer bedingen die zijn teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze

laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd. Zoals je bij VNN ziet zijn de ‘Algemene leveringsvoorwaarden geestelijke gezondheidszorg’ geldig voor de HBU. Zoals uit paragraaf 3.2.1 is ook gebleken dat het met de algemene voorwaarden en de zwarte en grijze lijst gaat over consumenten. Het lijkt vanuit mijn oogpunt raar om een patiënt met een consument gelijk te stellen. Het is niet voor niets dat het in de WGBO expliciet over patiënten gaat.

42 Het beschermingsbewind kan volgens het Burgerlijk Wetboek 3 en 6 niet als voorwaarde worden ingesteld. Dit is in strijd met de vrijwilligheid waarmee cliënt een overeenkomst aangaat. Vanuit het Burgerlijk Wetboek 6 komen dus geen veranderingen omtrent het beschermingsbewind.

5.1.2 WGBO

Zoals uit paragraaf 3.2.2 al is gebleken komt een behandelingsovereenkomst tot stand tussen twee partijen. Aan de ene kant is de partij de hulpverlener die zowel een rechtspersoon als een natuurlijk persoon kan zijn. Aan de andere kant is de partij vaak de patiënt zelf. Patiënten mogen alleen worden geweigerd op grond van objectieve, toetsbare criteria. De WGBO treedt in werking op het moment wanneer een behandelingsovereenkomst tot stand komt. Het moment waarop de overeenkomst tot stand komt dient elke instelling duidelijk aan te geven. Wanneer de patiënt instemt met het op de zorgvraag gebaseerde zorgaanbod komt de overeenkomst tot stand. Dit komt ook naar voren in de ‘Algemene leveringsvoorwaarden geestelijke gezondheidszorg’.

In de praktijk gaat het iets anders. Wanneer er een vinkje wordt gezet bij zorgplan 2 dat de doelen per behandeling zijn besproken gaat de overeenkomst in en begint de behandeling. Echter moet daarvoor bij aanbod en aanvaarding de overeenkomst al ingaan. Dit vraagt om een verandering bij de HBU. Het moment waarop de overeenkomst tot stand komt dient duidelijker te worden aangegeven, namelijk bij aanbod en aanvaarding.

Het beschermingsbewind moet volgens paragraaf 3.2.2 medische zin hebben. Echter is het in strijd zijn met het goed hulpverlenerschap. Het goed hulpverlenerschap is te vinden in art. 457 WGBO. Dit mag de rechten van de cliënt niet aantasten. Als het beschermingsbewind echt als voorwaarde wordt gesteld en je dit bij de behandeling niet kan weigeren tast dit het recht om een behandeling te weigeren aan. In de ‘Algemene leveringsvoorwaarden geestelijke gezondheidszorg’ komt het goed zorgverlenerschap aan bod, dit staat gelijk aan het goed hulpverlenerschap. Verder komen vanuit de WGBO geen veranderingen voor de HBU aan bod.

5.1.3 Beschermingsbewind

Zoals uit bovenstaande stukken en uit paragraaf 3.2 al is gebleken kan het beschermingsbewind niet als voorwaarde worden gesteld aan de behandelingsovereenkomst bij de HBU. Wel komt uit de inleiding van hoofdstuk 3 naar voren dat een instelling ook een aanvraag kan doen voor het

beschermingsbewind. In plaats van het als voorwaarde te stellen aan de behandelingsovereenkomst kan de HBU dus ook zelf aanvragen indienen om cliënten onder het beschermingsbewind te krijgen. De verandering hierbij vraagt er dus om dat de HBU zelf aanvragen gaat doen over het

beschermingbewind voor de cliënt indien dit nodig is en de cliënt niet wil meewerken.

5.1.4 Korte samenvatting deelvraag 5

Het beschermingsbewind mag dus niet als voorwaarde worden gesteld aan de

behandelingsovereenkomst bij de HBU. Wel komen uit deze paragraaf de volgende veranderingen: - Het moment waarop de overeenkomst tot stand komt dient duidelijker te worden

aangegeven, namelijk al bij aanbod en aanvaarding;

- De HBU moet zelf aanvragen voor het beschermingsbewind gaan doen voor de cliënten indien dit nodig is en de cliënt niet wil meewerken.

43