• No results found

In de gezondheidszorg is het beroepsgeheim een recht van de cliënt. Ten opzichte van iedereen behalve de cliënt heeft de hulpverlener een geheimhoudingsplicht. Dit heeft een individueel belang voor de cliënt maar het heeft ook een algemeen belang. Dit betreft de vrije toegang tot de

gezondheidszorg voor iedereen. Alle informatie die een hulpverlener in het kader van de uitoefening van zijn of haar beroep heeft verkregen valt onder het beroepsgeheim. Hierbij gaat het niet alleen om de gegevens die de cliënt zelf heeft verteld of zelf heeft opgegeven, dit gaat ook om gegevens die ergens anders zijn verkregen. Hierbij gaat het over gegevens over de verblijfplaats van de cliënt, adresgegevens, gegevens die door een ander zijn verstrekt etc. Iedere medewerker in dienst van VNN heeft op grond van de CAO een geheimhoudingsplicht.54

Er mag alleen informatie over de cliënt gegeven worden aan andere met toestemming van de cliënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger. Wanneer de cliënt onder de 12 jaar is wordt de toestemming door de wettelijke vertegenwoordiger gegeven en als een cliënt boven de 12 jaar is door de cliënt zelf. Wanneer de cliënt toestemming heeft gegeven moet de hulpverlener alsnog overwegen of dit verenigbaar is met het goed hulpverlenerschap. Er moet worden nagegaan of de cliënt of de vertegenwoordiger uit vrije wil de toestemming heeft gegeven en of hij de gevolgen van zijn beslissing kan overzien. Wanneer er toestemming is gegeven wordt dit schriftelijk vastgelegd en dient dit met een verzoek om informatie te worden meegestuurd.55

Er zijn enkele uitzonderingen op het toestemmingsvereiste: - “Als een wettelijk voorschrift dit vereist;

- Aan degenen die rechtstreeks bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst zijn betrokken. Dit betreft alleen die medewerkers van VNN die bij de behandeling zijn betrokken. - Aan de waarnemer of vervanger van de behandelaar;

- Aan degenen die toestemming moeten geven voor de uitvoering van de

behandelovereenkomst, tenzij dit niet in overeenstemming is met de zorg van een goed hulpverlener;

- Onder een aantal voorwaarden kunnen gegevens worden gebruikt voor statistiek of wetenschappelijk onderzoek.”(Privacyprotocol VNN maart 2014 p. 29-30)

Ook kan er bij een conflict van plichten de geheimhoudingsplicht doorbroken worden. Hierbij is er een dilemma tussen spreken en zwijgen. Deze afweging wordt gemaakt door de hulpverlener. In literatuur en jurisprudentie zijn er criteria geformuleerd waaraan de hulpverlener moet voldoen om zich te kunnen beroepen op het conflict van plichten, aan al deze punten moet worden voldaan56:

- Alles is in het werk gesteld om toestemming van de cliënt te verkrijgen; - Het niet doorbreken van het geheim levert voor een ander ernstige schade op; - Er is geen andere oplossing dan het doorbreken van het geheim mogelijk; - De geheimhoudingsplichtige verkeert in gewetensnood;

- Het moet vrijwel zeker zijn dat doorbreking van het geheim de schade aan de ander kan voorkomen of beperken;

- Het geheim wordt zo min mogelijk geschonden.(Privacyprotocol VNN maart 2014 p. 31)

53

GGZ Nederland. Toelichting Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst. Juli 2013, p. 16

54

Privacyprotocol VNN maart 2014 p. 25

55

Privacyprotocol VNN maart 2014 p. 29

31 Wanneer van andere hulpverleners of instanties aanvullende gegevens nodig zijn, dan kunnen deze gegevens alleen met toestemming van de cliënt en/of wettelijk vertegenwoordiger worden

opgevraagd. Dit dient dan vastgelegd te worden en hiermee wordt gewerkt met de verklaring van geen bezwaar.57

Binnen VNN maken de hulpverleners gebruik van een toestemmingsformulier omtrent het inwinnen en verstrekken van persoonlijke gegevens. Dit toestemmingsformulier is te vinden in bijlage 1. Dit dient per instelling waar informatie mee wordt uitgewisseld te worden ingevuld. Als de cliënt dit formulier ondertekent gaat de cliënt akkoord met het uitwisselen van informatie tussen degene die rechtstreeks betrokken zijn bij de behandeling, voor wie de informatie noodzakelijk is om de behandeling te kunnen verlenen en de derde, die over noodzakelijke informatie beschikt in het belang van de behandeling. Ook wordt hiermee toestemming gegeven voor het gehele aansluitende behandeltraject van VNN.

Uit onderzoek van SJD studenten van de Hanzehogeschool Groningen over de praktische algemene toestemmingsverklaring blijkt dat het toestemmingsformulier binnen VNN niet volledig genoeg is en wordt aanbevolen dat er een nieuw toestemmingsformulier moet komen. Hierin moeten drie aspecten worden toegevoegd. Ten eerste moeten de wettelijke kaders nader worden toegelicht door middel van een bijlage. Ten tweede moet er een apart blok door de cliënt worden ondertekend in de toestemmingsverklaring waaruit blijkt dat wanneer de cliënt voortijdig stopt met de behandeling bij VNN de SJD’er gemachtigd wordt om dit door te geven aan de koepelorganisaties. Ten derde wordt geadviseerd om een gestandaardiseerde lijst te maken van de koepelorganisatie waar het meest gegevens mee worden uitgewisseld. Deze toestemmingsverklaring is te vinden in bijlage 2. Ook wordt bij dit onderzoek gesteld dat de toestemmingsverklaring op een verkeerd moment wordt getekend. Dit wordt tijdens het intake gesprek met een MWD’er of een

verpleegkundige al ondertekend. Er wordt geadviseerd dit te ondertekenen wanneer de cliënt voor het eerst in aanraking komt met een SJD’er omdat een SJD’er hier meer verstand van heeft.58 Het nieuwe toestemmingsformulier wordt echter nog niet gebruikt binnen VNN.

In het privacyprotocol staat er niets over beschermingsbewind. Wel staat bijvoorbeeld de

verslavingsreclassering erin en ook de politie. Er staat dan bijvoorbeeld bij onder welke privacywet deze organisaties vallen, welke eisen hieruit voortvloeien en soms ook wel informatie mag worden uitgewisseld.

3.3.4 Korte samenvatting deelvraag 2

Volgens de WBP worden persoonsgegevens verzameld voor welbepaalde uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. De persoonsgegevens moeten op behoorlijke en zorgvuldige wijze worden verwerkt. Art. 8 WBP geeft gronden voor het rechtvaardigen van persoonsgegevens. Hiervoor is toestemming nodig van de betrokkene of dit dient noodzakelijk te zijn voor bepaalde doelen.

In art. 9 lid 4 WBP en art. 12 WBP komt de geheimhoudingsplicht naar boven. De verwerking van persoonsgegevens blijft hierbij dan achterwege door deze plicht.

In art. 16 WBP wordt een verbod opgelegd voor het verwerken van gevoelige gegevens. Hier vallen gegevens over de gezondheid ook onder. Echter wordt in art. 21 lid 1 WBP vermeld dat dit verbod betreffende de gezondheid niet van toepassing is indien deze verwerking gebeurd door

hulpverleners, instellingen of voorzieningen voor gezondheidszorg of maatschappelijke

dienstverlening voor zover dit gebeurd met het oog op een goede behandeling of verzorging van de betrokkene of dat dit noodzakelijk is. Hierbij geldt ook de geheimhoudingsplicht, deze wordt in art.

57

Privacyprotocol VNN maart 2014 p. 15

58

Buursma M., Boons L., Smit T. en Zuur J. (2013?). Praktische algemene toestemmingsverklaring. Ongepubliceerde specialisatie recht & multiproblem onderzoek. Hanzehogeschool Groningen, Groningen, Nederland.

32 21 lid 2 WBP gegeven. Deze persoonsgegevens mogen namelijk alleen worden verwerkt door

personen die uit hoofde van hun beroep of krachtens, overeenkomst, ambt of wettelijk voorschrift tot geheimhouding zijn verplicht. In art. 23 WBP staan nog meer gronden waardoor artikel 16 WBP over het verbod niet meer van toepassing is.

De belangrijkste gevolgen uit de WBP zijn voor VNN dat de gegevensverwerking verplicht moet worden aangemeld bij het CBP, dat er een actieve informatieplicht geld over beveiligingseisen en de doelen van de gegevensverwerking, het starten van nieuwe registraties, het wijzigen van bestaande registraties en het melden van nieuwe en gewijzigde registraties aan het CBP. De

belangrijkste eis om persoonsgegevens te verwerken is volgens de WBP toestemming van de cliënt. Hierop zijn enkele uitzonderingen aangegeven in de wet. Over welke informatie er mag worden uitgewisseld staat weinig in de WBP. Er geldt alleen een verbod voor de verwerking van gevoelige gegevens.

Het beroepsgeheim is in de WGBO te vinden in artikel 457 WGBO. De hulpverlener mag over

gegevens over de cliënt waarover hij beschikt aan derden geen inlichten geven over de cliënt dan wel inzage in of afschriften van bescheiden doen zonder toestemming van de cliënt. Wanneer er

toestemming is mag dit wel. Ook wanneer de wet- of regelgeving de hulpverlener verplicht gegevens te verstrekken kan het beroepsgeheim doorbroken worden. Bij personen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst of bij zijn vervanger, of bij de

vertegenwoordiger die toestemming heeft gegeven voor de uitvoering van de

behandelingsovereenkomst is er geen toestemming van de cliënt nodig bij verstrekking van

inlichtingen en bij het verstrekken van bescheiden. Ook zijn er uitzonderingen voor toestemming bij statistiek of wetenschappelijk onderzoek op het gebied van volksgezondheid.

Bij een wettelijke plicht, een conflict van plichten of een zwaarwegend belang is er geen

toestemming nodig van de cliënt en kan het beroepsgeheim doorbroken worden. In het geval van een conflict van plichten dienen er aan een aantal voorwaarden te worden voldaan.

Bij de WGBO is wederom toestemming een belangrijke eis voor inlichtingen geven of inzage in of afschriften van bescheiden doen over de cliënt. Welke informatie mag worden uitgewisseld komt in de WGBO niet aan bod. Wel wordt gezegd deze informatie de persoonlijke levenssfeer van de cliënt niet mag schaden. De inzage in of afschriften van bescheiden gaat over de inhoud van het dossier van de cliënt.

In het privacyprotocol van VNN heeft de hulpverlener ten opzichte van iedereen behalve de cliënt een geheimhoudingsplicht. Het gaat hierbij om alle informatie die een hulpverlener in het kader van de uitoefening van zijn of haar beroep heeft verkregen. Er mag alleen informatie over de cliënt gegeven worden aan anderen met toestemming van de cliënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger. Wanneer de cliënt toestemming heeft gegeven moet de hulpverlener alsnog overwegen of dit verenigbaar is met het goed hulpverlenerschap. Wanneer er toestemming is gegeven wordt dit schriftelijk vastgelegd en dient dit met een verzoek om informatie te worden meegestuurd. Ook hierbij gelden enkel uitzonderingen voor het toestemmingsvereiste waaronder het conflict van plichten. Bij een conflict van plichten dienen aan een aantal voorwaarden te worden voldaan om het doorbreken van het beroepsgeheim te rechtvaardigen. Wanneer van andere hulpverleners of instanties aanvullende gegevens nodig zijn, dan kunnen deze gegevens alleen met toestemming van de cliënt en/of wettelijk vertegenwoordiger worden opgevraagd. Dit dient dan vastgelegd te worden. Binnen VNN maken ze gebruik van een toestemmingsformulier. Uit onderzoek blijkt dat het

toestemmingsformulier binnen VNN niet volledig genoeg is en wordt aanbevolen dat er een nieuw toestemmingsformulier moet komen.

Dit hoofdstuk ging over de theorie van het onderzoek. Volgend hoofdstuk gaat over de praktijk van het onderzoek. Er wordt dan gekeken naar de huidige werkwijze van de HBU en de werkwijze van de verslavingsreclassering Groningen omtrent het budgetbeheer als bijzondere voorwaarde.

33