• No results found

Vaccinatie, infectiologie en infectiebeheersing

In document 2010 Activiteiten verslag (pagina 56-62)

5. Voorstelling van de domeinen en voornaamste adviezen uitgebracht in 2010

5.6. Vaccinatie, infectiologie en infectiebeheersing

In het domein van vaccinatie, infectiologie en infectiebeheersing zijn er binnen de HGR ad- hocwerkgroepen werkzaam, wat de infectiologie en de infectiebeheersing betreft.

Voorts is de permanente werkgroep “Vaccinatie” verantwoordelijk voor het uitbrengen van adviezen en aanbevelingen betreffende vaccins, vaccinatie en vaccinologie.

Vaccinatie

De adviezen en aanbevelingen van de permanente werkgroep “Vaccinatie” hebben betrekking op het toepassen van vaccinatie in het algemeen (bijvoorbeeld het updaten van de basis-vaccinatiekalender) of een vaccin in het bijzonder ten behoeve van de volksgezondheid.

Terugkerende aspecten bij de updating van de vaccinatieprogramma’s:

• Ieder jaar in juni heeft de permanente werkgroep “Vaccinatie” als opdracht de vaccinatiekalender te preciseren en die aan de interministeriële conferentie van de gezondheidsministers mee te delen. De groep heeft ook als opdracht de uitgebrachte aanbevelingen inzake reisgeneeskunde jaarlijks goed te keuren en het advies van de Belgische “Gezondheidsoverheden” voor elk centraal geregistreerd vaccin te preciseren (cfr. wetenschappelijke bijsluiter van de vaccins).

• De groep staat ook in voor de regelmatige bijwerking van de technische fiches betreffende elke aanbevolen vaccinatie in de basisvaccinatiekalender van het kind, de adolescent en de volwassene alsook van de fiches betreffende de inhaalvaccinatie of de regels inzake goede vaccinatiepraktijk. Deze fiches werden gebundeld in de vorm van de vaccinatiegids en worden jaarlijks geëvalueerd en indien nodig herzien.

Meer specifieke of bijzondere aspecten:

• De permanente werkgroep “Vaccinatie” heeft als opdracht zich ervan te vergewissen dat de uitgebrachte adviezen en aanbevelingen kaderen in de evidence-based medicine and public health (op wetenschappelijk bewijsmateriaal steunende geneeskunde en volksgezondheid). Deze aanbevelingen moeten niet alleen rekening

54

Vaccinatie & infectiologie

houden met de behoefte en de mogelijke impact van de vaccins, maar ook met de vaccinatiestrategieën die het meeste voordeel voor de volksgezondheid zullen kunnen opleveren.

• De werkgroep oefent geen operationele functie uit, maar heeft toch als opdracht zich te vergewissen van de intrinsieke samenhang van zijn adviezen en aanbevelingen, alsook van de samenhang tussen deze laatste en de vaccinatieprogramma’s die door de bevoegde overheden werden opgesteld. Deze samenhang kan alleen verzekerd worden als alle problemen inzake “vaccinatie” aan de groep worden voorgelegd.

• Tot slot moet de werkgroep zich vergewissen van de mogelijkheid dat zijn aanbevelingen toegepast kunnen worden; de groep zal ze desgevallend opnieuw definiëren in functie van de financieringsmogelijkheden en/of de epidemiologische evolutie.

Belangrijkste adviezen uitgebracht in 2010

Vaccinatie tegen Pneumokokken bij kinderen- 7-, 10- en 13- valent pneumokokkenvaccin (HGR 8687)

In het kader van de aanbevolen pneumokokkenvaccinatie van kinderen heeft de Hoge Gezondheidsraad het momenteel gebruikte 7-valent geconjugeerde vaccin vergeleken met twee nieuwe vaccins, met name een 10- valent en een 13-valent geconjugeerd vaccin.

Volgens de Hoge Gezondheidsraad ligt de prioriteit op het vlak van volksgezondheid bij de preventie van ernstige invasieve infecties. Rekening houdend met de lokale epidemiologie en de beschikbare wetenschappelijke gegevens, beantwoordt op dit moment een 13- valent pneumokokkenvaccin met de serotypes 1, 3, 4, 5, 6A, 6B, 7F, 9V, 14, 18C, 19A, 19F en 23F het best aan deze eisen. Daarom wordt momenteel voorgesteld om voor de overheids-programma’s over te schakelen op dit 13-valent pneumokokkenvaccin wanneer de huidige overheidsopdrachten van de Gemeenschappen aflopen.

Vaccinatie tegen seizoensgebonden griep- Winterseizoen 2010-2011 (HGR 8682)

De HGR heeft besloten om de aanbevelingen over de doelgroepen voor vaccinatie tegen seizoensgriep, met inbegrip van het A/H1N1 virus, voorlopig niet te wijzigen. Na het uitbrengen

van dit advies, heeft de HGR de evolutie van de seizoensgriep op het zuidelijk halfrond

55

Vaccinatie & infectiologie

nauwlettend gevolgd, maar hij zag geen noodzaak om aanvullende aanbevelingen uit te brengen.

De prioritaire doelgroepen (in dalende volgorde) voor vaccinatie tegen seizoensgebonden griep in 2010-2011 zijn:

• personen met risico voor complicaties, met name zwangere vrouwen, alle patiënten vanaf de leeftijd van zes maanden die lijden aan een onderliggende chronische aandoening, alle personen vanaf 65 jaar, alle personen die in een instelling zijn opgenomen en kinderen tussen zes maanden en 18 jaar die een langdurige aspirine- therapie ondergaan;

• alle personen werkzaam in de gezondheidssector;

• personen die onder hetzelfde dak wonen als de risicopersonen (zie hierboven) of kinderen jonger dan zes maanden.

Daarnaast is het ook zinvol om alle personen tussen 50 en 65 jaar te vaccineren, zelfs indien ze niet aan een risicoaandoening lijden, alsook andere specifieke bevolkingscategorieën (vb. beroepsfokkers van gevogelte en varkens).

Infectiebeheersing tijdens de zorgverlening

In het domein “Infectiebeheersing” (voorheen “Hygiëne” genoemd) buigen de deskundigen van de HGR zich over de besmettelijke ziekten die tijdens de gezondheidszorg in het algemeen en meer in het bijzonder in de verzorgingsinstellingen, kunnen opduiken.

In casu hebben in 2010 specifieke werkgroepen de uitwerking (of de herziening) van de volgende aanbevelingen voortgezet:

• hygiëne in de tandheelkundige praktijk (HGR 8363, herziening van HGR 5303-12);

• het probleem van ongevallen door blootstelling aan bloed (in nauwe samenwerking met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) (HGR 8421);

• de herziening van vroegere aanbevelingen over tuberculose (HGR 8579, herziening van HGR 2818 uit 1996);

56

Vaccinatie & infectiologie

• het beheer van risicofactoren inzake besmetting bij het uitvoeren van werken (werven) in ziekenhuizen (HGR 8580) en

• de preventie van infecties in de operatieafdeling (HGR 8573).

Enkel de volgende twee adviezen werden in 2010 afgewerkt:

• onderhoud van endoscopisch materiaal en de preventie van de door dit soort materiaal overgedragen infecties (HGR 8355, herziening van HGR 5303-11 van 1995);

• bacteriologische controles van de omgeving (HGR 8364).

Een samenvatting van deze twee adviezen vindt men in dit activiteitenverslag. De documenten van de andere groepen zijn vrijwel klaar. De definitieve versies van deze documenten zullen in de loop van 2011 beschikbaar zijn.

Op vraag van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin heeft de HGR, in het kader van een goedkeuringsprotocol voorzien in een besluit van de Vlaamse Regering (“Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen”), vertrouwelijke adviezen uitgebracht over twee alternatieve commerciële procedés tot beheersing van de aanwezigheid van Legionella in de waterleidingen van verzorgingscentra.

Zoals vorig jaar heeft de HGR in dit specifieke activiteitendomein met het Federaal platform voor Ziekenhuishygiëne samengewerkt. Hij ontving in 2010 van de voorzitters en de deelnemers van de verschillende Provinciale platformen voor Ziekenhuishygiëne een aantal voorstellen voor wetenschappelijke samenwerking. De graad van betrokkenheid en medewerking ligt zeer hoog. Dit is een zeer positieve bijdrage aan de vernieuwing van de Raad.

Het domein “Infectiebeheersing” werkt nauw samen met de Belgian Infection Control Society (BICS). Andere werkzaamheden met betrekking tot het bestuderen, de verbetering en de goedkeuring van de door die wetenschappelijke instelling opgestelde documenten zullen ook in de toekomst uitgevoerd worden. Gelet op het aantal aangesneden thema’s en het toegenomen beroep dat er op de deskundigen ter zake wordt gedaan, zullen de gezondheidswerkers nog een beetje geduld moeten uitoefenen vooraleer deze studies uitgewerkt en gepubliceerd worden.

57

Vaccinatie & infectiologie

Belangrijkste adviezen uitgebracht in 2010

Bacteriologische controles van de omgeving (HGR 8364)

In het ziekenhuis spelen verschillende bronnen een rol in het ontstaan van kruisinfecties.

Naast de geïnfecteerde patiënt die de belangrijkste bron uitmaakt en de besmette zorg-verstrekker, kan ook de ziekenhuisomgeving verantwoordelijk zijn voor de overdracht van micro-organismen. Bij het uitvoeren en interpreteren van bacteriologische controles van de omgeving stellen zich een aantal problemen, maar tegelijk kunnen deze onderzoeken ook zinvol zijn in bepaalde situaties.

De doelstelling van dit advies is het toelichten van deze problematiek aan de betrokken gezondheidswerkers. Door de verschillende recente veranderingen in de wetgeving, heeft de HGR het belangrijk geacht om op nationaal vlak tot een consensus te komen over de plaats van de omgevingsbemonstering in het kader van de preventie van de overdracht van infecties in het ziekenhuis. Onder “ziekenhuisomgeving” verstaan we in deze aanbevelingen de oppervlakken, het water in zijn brede toepassingen en de lucht. De indicaties tot staalname en de methodologie, alsook de hanteerbare normen worden besproken.

De toepassingen en normen voor cleanrooms en de indicaties die beschreven worden in de Farmacopee, worden in dit document buiten beschouwing gelaten (zoals de normen voor (radio)farmacie, de weefselbanken, de laboratoria voor in- vitrofertilisatie, enz.).

In dit document wordt omstandig uitgelegd dat bacteriologische controles van oppervlakken een beperkte toepassing kennen, dat er geen indicaties zijn voor de specifieke bewaking van de bacteriologische kwaliteit van water en dat routinematig onderzoek van de luchtkwaliteit, behalve bij een epidemische uitbraak, niet aangewezen is.

Onderhoud van flexibel warmtegevoelig endoscopisch materiaal en preventie van infecties (HGR 8355)

Vandaag de dag zijn de meeste rigide endoscopen warmtebestendig en moeten ze een volledige autoclaveringscyclus ondergaan (stoomsterilisatie). Flexibele endoscopen daarentegen (gewoonlijk soepele endoscopen genoemd), zijn warmtegevoelig omwille van hun ontwerpen en hun samenstelling (ze kunnen niet tegen temperaturen boven de 60°C). De flexibele warmtegevoelige endoscopie wordt dagelijks routinematig gebruikt voor diagnostische, therapeutische en chirurgische doeleinden. Aangezien dit materiaal voortdurend in contact komt met slijmvliezen en lichaamsvochten, bestaat er een risico van overdracht van micro- organismen. Dit advies, bestemd voor gezondheidsbeoefenaars,

58

Vaccinatie & infectiologie

is bedoeld om de kwaliteitszorg in de medische praktijk te optimaliseren en uiteindelijk ernaar te streven het infectierisico voor patiënten en personeel tot nul te herleiden.

De beoefenaar wordt aangemoedigd om zijn eigen procedure op te stellen en om te beschikken over bevoegd personeel in voldoende aantal en kwaliteitsmateriaal in voldoende hoeveelheid. De handleiding beschrijft in detail de procedures om investeringen in geauto-matiseerde systemen (automatische wasmachines, opslagkasten) aan te moedigen, en dit omwille van de traceerbaarheid, het naleven van de termijnen, de reproduceerbaarheid van de procedures, de bescherming van het personeel, de melding van fouten, enz.

De HGR dringt erop aan dat de beoefenaars bijzonder belang hechten aan de controle van de procedures, en dit niet alleen op basis van resultaatsindicatoren, zoals de microbio-logische controles (gelet op de afwezigheid van evidence- based argumenten ter zake), maar ook op de follow-up van structuur-, proces- en zelfs epidemiologische indicatoren.

Dit document zal aangepast moeten worden in functie van de voortgang van de kennis, de ontwikkeling van technologieën, de validatie van bepaalde producten (zoals geëlektrolyseerd water), de vereisten van de wetgeving of van de verplichting inzake certificatie in de verzorgingsinstellingen,… Het is wenselijk dat de overheid binnen een zo kort mogelijke termijn een systeem van vigilantie opricht, rekening houdend met de gelopen risico’s.

59

In document 2010 Activiteiten verslag (pagina 56-62)