• No results found

Update op basis van aanpassingen door IPSCAN

Hoofdstuk 2: Ontwikkeling van de Vlaamse ICAST-vragenlijsten 2017

3. Update op basis van aanpassingen door IPSCAN

IPSCAN publiceerde eind 2015 een update van de ICAST-vragenlijsten en -handleiding. Een volgende stap in het proces was om de aanpassingen die in 2015 aan de originele Engelstalige vragenlijsten gebeurden, te achterhalen, op te lijsten en te bekijken in welke mate zij geïntegreerd kunnen worden in de Vlaamse versies. We bekeken ook in hoeverre deze aanpassingen voor de huidige Vlaamse context relevant waren.

In 2014 werden de instrumenten door IPSCAN herzien met input van verschillende experts met als doel meer samenhang te creëren tussen de drie instrumenten. Voor versie 3.0 werden de twee zelfrapportage-instrumenten voor kinderen, de ICAST-CI en ICAST-CH, gecombineerd in één enkel instrument, de ICAST-C met een totaal van 77 items. Het voordeel van de ICAST-CI en ICAST-CH te combineren in één instrument is dat de vragen die peilen slachtofferschap van geweld hetzelfde zijn over verschillende contexten heen.

De volgende punten bevatten de voornaamste wijzigingen in de vernieuwde ICAST-C. Indien vragen verwijderd, aangepast of toegevoegd werden in de nieuwe vragenlijst, wordt dit vervolgens beargumenteerd. We beslisten om de aangepaste Vlaamse versie van de vragenlijst zo weinig mogelijk te laten afwijken van de nieuwe Engelstalige versie, om internationale vergelijkingen mogelijk te maken.

3.1. Wijzigingen in ICAST-C: Sociaaldemografische vragen

In de ICAST-C zijn er 10 vragen die peilen naar sociodemografische kenmerken van het kind, de ouders en het gezin waarin zij leven. In de bestaande Vlaamse vragenlijsten werden de sociodemografische vragen die vervat zaten in ICAST-CH en ICAST-CI grondig gewijzigd. Er werden bestaande vragen aangepast, andere vragen werden verwijderd en er werden een aantal nieuwe vragen toegevoegd (zie Lauwers & Van de Walle, 2010, pp. 166-169). In de volgende paragrafen geven we een overzicht van vragen die verwijderd en nieuw zijn in de ICAST-C in vergelijking met de vorige twee versies. Tevens lichten we toe op welke manier deze vragen geïntegreerd zijn in de nieuwe vragenlijst (versie 1).

Verwijderde vragen in ICAST-C

 ‘What is the name of the school you attend?’

Deze vraag werd in de Vlaamse vragenlijsten 2010 aangepast door na te gaan in welke school/onderwijsvorm het kind zit en in welk jaar. Op deze manier kon worden achterhaald of het kind les volgt in het buitengewoon onderwijs. Deze vragen werden behouden in nieuwe vragenlijsten.

 ‘Including this year, how many years have you attended school?’

Aangepaste vraag: ‘Hoe vaak ben je blijven zitten/een jaar overgedaan?’ Geef het aantal keer op.

Als je niet bent blijven zitten, schrijf dan 0.

De vraag hoeveel jaren iemand in totaal al school heeft gevolgd, werd in 2010 opgenomen in de Vlaamse ICAST-vragenlijsten. Met deze vraag wordt gepeild naar het verband tussen het aantal jaren dat het kind is blijven zitten en de mate van het voorkomen van geweld, en werd daarom behouden in de nieuwe vragenlijsten. De vraag is echter wel moeilijk geformuleerd; in plaats van het totaal aantal jaren in te vullen dat een kind heeft schoolgelopen, is het eenvoudiger om te vragen naar het aantal jaren dat het kind is blijven zitten.

 ‘What ethnic or racial group is your family a part of’? (List choices from country)

De vraag tot welke etniciteit en raciale groep het kind behoort, blijft behouden in de nieuwe Engelstalige ICAST-vragenlijst. In de Vlaamse vragenlijsten 2010 werden deze vragen zo geherformuleerd dat het geboorteland van het kind en de ouders bepaald kon worden. Afkomst is namelijk een risico-indicator voor slachtofferschap van geweld. Deze vragen werden dus behouden in de nieuwe vragenlijsten. Enkel de antwoordcategorieën werden aangepast door respondenten een lijst met landen aan te bieden met een antwoordmogelijkheid ‘Ik weet het niet’.

Aangepaste vraag: ‘In welk land ben jij geboren?’

Aangepaste vraag: ‘In welk land is je moeder (moeder 1, vader 1) geboren?’

Aangepaste vraag: ‘In welk land is je vader (moeder 2, vader 2) geboren?’

Aanpassingen in ICAST-C

 ‘Your date of birth is…’ (Please, write only the month and year)

In de ICAST-CH en ICAST-CI werd de vraag gesteld hoe oud de respondent is. Deze vraag werd overgenomen in de Vlaamse vragenlijsten 2010. De keuze is om naar de leeftijd van het kind en niet naar de geboortedatum te vragen, aangezien het voor jonge kinderen en kinderen met emotionele en gedragsproblemen moeilijk kan zijn om het geboortejaar te achterhalen.

 ‘Which best describes your living situation?’

0 Both parents are at home 0 I live with my mother 0 I live with my father 0 I live with other relatives 0 I live with my foster parents

0 I live away from my family with other children and adults 0 Some other place (please specify)

Deze vraag werd in de vorige versies opgevangen door de twee vragen die nagaan of het kind bij zijn/haar ouders woont en wie er nog allemaal (buiten de ouders) deel uitmaakt van het gezin (grootvader, grootmoeder, zus(sen), broer(s), andere familie, personen die geen familie zijn). In de Vlaamse ICAST-vragenlijsten 2010 werden deze vragen aangepast. Kinderen en jongeren dienden aan te duiden of ze in één of meerdere gezinnen wonen. Daarna moesten ze per gezin waarin ze wonen aanduiden welke personen er in het betreffende gezin (gezin 1, gezin 2) inwonen.

Deze vragen werden behouden. Zoals eerder vermeld, werden eveneens vragen toegevoegd die peilen naar het geslacht van de ouders, de gezinssituatie en de woonplaats van het kind.

Toevoeging: ‘Ik ben opgevoegd door…’ (moeder en vader, twee moeders, twee vaders) Toevoeging: ‘Wonen je beide ouders nog samen?’

Toevoeging: ‘Duidt aan op welke plaatsen je woont.’

Toevoegingen in ICAST-C

 ‘What position were you born into the family?’

0 First (Oldest) 0 Middle

0 Last (Youngest) 0 Only child

Met bovenstaande vraag wordt gepeild naar de positie van het kind in het gezin. Desondanks dat de structuur en positie in het gezin een mogelijke indicator is voor slachtofferschap van geweld, werd beslist dit concept niet mee op te nemen omwille van de opbouw en lengte van de vragenlijst.

 ‘How many brothers or sisters do you have?’

Deze vraag werd reeds toegevoegd in de Vlaamse ICAST-vragenlijsten 2010 door te vragen wie er in het gezin (of meerdere gezinnen) woont en hoeveel broers, zussen, grootouders… er in het gezin woonden. Ook in de vragenlijsten 2017 kwam dit aan bod.

‘What year in school are you?’

Deze vraag maakt reeds deel uit van de Vlaamse vragenlijsten 2010 waar het kind moet aanduiden in welke school/onderwijsrichting hij/zij zit en welk jaar. Zoals boven reeds aangehaald, werden deze vragen behouden, weliswaar aangepast aan respectievelijk respondenten die schoollopen in het basisonderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs.

 ‘Where do you live?’

0 On a farm, or in a small village 0 A town or small city

0 A big city

0 Other (please specify)

Toevoeging: ‘In welk dorp of stad woon je?’

Het wonen in een stad of op het platteland hangt samen met het voorkomen van geweld. Om het verband te bepalen tussen verstedelijkingsgraad van de woonplaats van het kind en slachtofferschap van geweld werd in de aangepaste vragenlijst gepeild naar het dorp of de stad

waar ze wonen. Aan de hand van de bestaande Vrind-classificatie9 kunnen de dorpen en steden vervolgens geclassificeerd worden in verstedelijkingsgraden.

 ‘Your parents’ educational level is/was’…

De Vlaamse vragenlijst bevat reeds vragen die peilen naar het opleidingsniveau van de vader en de moeder. Een laag opleidingsniveau is mogelijk een risicofactor van slachtofferschap van geweld.

Deze vraag werd behouden (zie eerder).

3.2. Wijzigingen in ICAST-C: Incidentie- en prevalentievragen

Vragen over getuige van geweld binnen het gezin en geweld in de buurt

In de nieuwe Engelstalige vragenlijst ICAST-C zijn er geen extra vragen toegevoegd die peilen in welke mate kinderen getuige zijn van geweld binnen het gezin en de mate van geweld in de buurt.

De bestaande vragen zijn taalkundig lichtjes gewijzigd, maar niet in die mate dat de bestaande Nederlandse vertalingen van de vragen geherformuleerd moeten worden. Drie vragen die peilen naar geweld in de buurt en vijf van de zes vragen die getuige van geweld binnen het gezin achterhalen werden behouden in de aangepaste thuisvragenlijst. De vraag of het kind thuis gepest, geplaagd of in verlegenheid wordt gebracht door een ander kind of jongere wordt verwijderd. Deze vraag werd in zowel de thuis-, school- als vrijetijdsvragenlijst gesteld. Pesten, plagen en vernederen zijn mogelijk vage begrippen die op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden.

Daarenboven wordt gevraagd aan het kind, indien het in aanraking is gekomen met een specifieke vorm van emotioneel, fysiek en seksueel geweld (zie verder), door wie het binnen het gezin is gebeurd, waaronder broers en zussen waardoor de vraag of zij thuis gepest, geplaagd of in verlegenheid werden gebracht door een ander kind of jongeren overbodig wordt.

 Vraag B12 ‘Has anyone in your home used alcohol and/or drugs and then behaved in a way that frightened you?’

Toevoeging: ‘Gebruikte er iemand alcohol of drugs, en gedroeg die zich zo dat je bang werd?’

 Vraag B13 ‘Have you seen adults in your home shouting and screaming in a way that frightened you?’

Toevoeging: ‘Riepen en schreeuwden volwassenen tegen elkaar op een manier die je bang maakte?’

 Vraag B14 ‘Have you seen adults in your home hurt each other physically (e.g. hitting, slapping, and kicking)?’

Toevoeging: ‘Zag je volwassenen elkaar slaan, schoppen of lichamelijk pijn doen?’

 Vraag B15 ‘Have you seen adults in your home use knives, guns, stick, rocks or other things to hurt or scare someone else inside home?’

Toevoeging: ‘Zag je iemand die messen, geweren, stokken of andere dingen gebruikte om iemand anders pijn te doen of bang te maken?’

 Vraag B16 ‘Have you been mistreated or bullied by your brother(s) or sister(s) at home?’

9 De Vrind-classificatie is een ruimtelijke indeling op basis van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (zie http://www.statistiekvlaanderen.be/gebiedsindelingen-vrind). Daarnaast kunnen we de verwijzing maken naar de bijhorende urbanisatiegraden.

Verwijderd in vragenlijst 2017

 Vraag O1 ‘Has anyone close to you (a family member, friend or neighbor) been murdered in the last year?’

Toevoeging: ‘Is er iemand in je buurt vermoord (in het echte leven, niet op televisie of het internet)?’

 Vraag O2 ‘Have you lived somewhere where you have seen people being shot, bombs going off, people fighting, or rioting in the last year?’

Toevoeging: ‘Heb je in de buurt waar je woont gezien dat mensen vechten of wapens gebruiken?’

 Vraag O3 ‘Has anyone come into your home and stolen something?’

Thuisvragenlijst 2010: ‘Woon je ergens waar je gezien hebt dat mensen werden neergeschoten, dat er bommen ontploften, dat mensen vochten of dat er rellen waren?’

Aangepaste vraag: ‘Woon je ergens waar je gezien hebt dat mensen vechten of wapens gebruiken?’

Vragen over verwaarlozing binnen het gezin

In de nieuwe Engelstalige vragenlijst zijn er geen extra vragen toegevoegd die het voorkomen van verwaarlozing binnen het gezin achterhalen. Er zijn wel taalkundig enkele kleine wijzigingen in de vragen aangebracht, maar niet in die mate dat de reeds bestaande Nederlandse vertalingen aangepast moeten worden. In totaal zijn er zes vragen die betrekking hebben op verwaarlozing binnen het gezin. Vijf van de zes vragen werden behouden in de thuisvragenlijst 2017. De vraag in welke mate het kind het gevoel heeft dat er slecht voor hem/haar wordt gezorgd, wordt verwijderd. Deze vraag peilt namelijk naar het gevoel van krijgen van zorg in algemene zin, terwijl een andere vraag uit de reeks meer specifiek ingaat op het gevoel van zorg terwijl het kind dit het meest nodig had (bijvoorbeeld ziekte).

 Vraag N1a.’You did not get enough to eat (went hungry) and/or drink (were thirsty)?’

Toevoeging: ‘Kreeg je te weinig eten of drinken, ook al was er genoeg voor iedereen?’

 Vraag N2a.’You had to wear clothes that were dirty, torn, or inappropriate for the season?’

Toevoeging: ‘Moest je vuile, kapotte of te kleine kleren dragen (of kleren die te warm of te koud waren voor de tijd van het jaar), ook al waren er manieren om betere kleren te krijgen?’

 Vraag N3a.’You were not taken care of when you were sick or injured?’

Toevoeging: ‘Werd er slecht voor jou gezorgd toen je ziek was? (bijvoorbeeld ging niet naar de dokter toen je gewond was of je kreeg geen medicijnen toen je die nodig had?’

 Vraag N4a.’You were hurt or injured because no adult was supervising?’

Toevoeging: ‘Heb je het gevoel gehad dat er niemand voor je zorgde, je steunde of je hielp wanneer je dat het meest nodig had?’

 Vraag N5a.’You did not feel cared for?’

Thuisvragenlijst 2010: ‘Heb je het gevoel gehad dat er slecht voor je werd gezorgd?’

Verwijderd in vragenlijst 2017

 Vraag N6a.’You were made to feel unimportant?’

Toevoeging: ‘Heb je het gevoel gehad dat je onbelangrijk was?’

Vragen over emotioneel geweld

De ICAST-C bestaat uit 21 vragen die peilen naar het voorkomen van psychisch of emotioneel geweld. In de vorige twee versies (ICAST-CH en ICAST-CI) werd aan de hand van verschillende vragen het slachtofferschap van emotioneel geweld gemeten. Een groot deel van deze vragen zijn gebundeld in het nieuwe instrument. Daarnaast zijn ook een aantal nieuwe vragen toegevoegd. In wat volgt wordt een overzicht gegeven van alle vragen van de ICAST-C die peilen naar ervaringen van emotioneel geweld, waarbij telkens wordt weergeven in welke mate deze vraag verschilt van enerzijds de vorige twee versies, ICAST-CH en ICAST-CI en anderzijds de reeds bestaande Vlaamse vragenlijsten 2010. Vervolgens wordt uiteengezet of de vraag al dan niet (aangepast) wordt behouden in de vragenlijst 2017.

Bij verschillende vragen voegden we de zin ‘op een manier dat je bang maakte’ of ‘waardoor je je slecht voelde’ toe. De reden is dat sommige omschreven situaties en gedragingen mogelijk ook

‘per ongeluk’ kunnen gebeuren. Om te vermijden dat zulke situaties en gedragingen worden geregistreerd, wordt er in de vragenlijst 2017 expliciet vermeld dat het gaat om gedragingen en situaties die het kind als onaangenaam percipieert.

 Vraag D1a. ‘Shouted, yelled, or screamed at you very loudly?’

Deze vraag is een nieuwe vraag, maar bevat elementen die vervat zitten in vragen gesteld in ICAST-CH en ICAST-CI, die vervolgens werden opgenomen in de Vlaamse vragenlijsten. De nieuwe vraag bevat synoniemen van ‘roepen’. Er werd dus gekozen om de vraag van de thuisvragenlijst 2010 over te nemen, met toevoeging van de bijzijn ‘op een manier dat je bang maakte’.

Thuisvragenlijst 2010: ‘Riep iemand luid of agressief tegen je?’

School- en vrijetijdsvragenlijst 2010: ‘Riep iemand tegen je om je te vernederen of om je beschaamd te doen voelen?’

Aangepaste vraag: ‘Riep iemand luid of agressief tegen je, op een manier dat je bang maakte?’

 Vraag D2a. ‘Insulted you by calling you dumb, lazy or other names like that?’

Een nieuwe vraag werd toegevoegd, met elementen uit één vraag van de ICAST-CH en vier vragen van de ICAST-CI. Deze vragen werden als volgt vertaald en ingepast in de vragenlijsten. De nieuwe vraag werd integraal vertaald naar het Nederlands en opgenomen.

Thuisvragenlijst 2010: ‘Vloekte of zei iemand gemene dingen tegen je?’

School- en vrijetijdsvragenlijst 2010: ‘Vloekte iemand op je?’; ‘Beledigde iemand je met opzet?’;

‘Schold iemand je grof en kwetsend uit?’; ‘Deed iemand je met opzet dom of belachelijk voelen?’

Aangepaste vraag: ‘Beledigde iemand je opzettelijk door je bijvoorbeeld dom of lui te noemen?’

 Vraag D3a. ‘Cursed you?’

 Vraag D16a. ‘Threatened to invoke harmful people, ghosts or evil spirits against you?’

Dit is een nieuwe vraag, maar iemand vervloeken maakte reeds deel uit van een andere vraag in de ICAST-C, namelijk ‘Called you names, said mean things or cursed you?’. In de Vlaamse thuisvragenlijst 2010 werd deze drie verschillende vormen van emotioneel geweld gebundeld in één vraag omdat de auteurs ze als synoniemen beschouwen. Echter, schelden slaat op het zeggen van lelijke woorden tegen iemand met de bedoeling deze persoon te beledigen. Een vloek daarentegen is een meer geritualiseerd gebaar of gezegde met de bedoeling iemand kwaad te berokkenen. Bovendien is in ICAST-C een andere vraag opgenomen die ook reeds in de ICAST-CH vervat zat (D16a.) en als volgt in het Nederlands werd vertaald.

Thuisvragenlijst 2010: ‘Dreigde iemand je pijn te doen, je te doden of kwade geesten tegen je op te roepen?’

Dreigen je pijn te doen of te doden is echter al opgenomen in een andere vraag van ICAST-C (D17a.’Threatened to hurt or kill you?’). Daarom werd de keuze gemaakt om iemand vervloeken mee op te nemen.

Aangepaste vraag: ‘Heeft iemand kwade geesten tegen je opgeroepen?’

 Vraag D4a. ‘Ignored you?’

Deze vraag is nieuw. In geen enkele vraag uit de ICAST-CH of ICAST-CI werd gepeild naar de mate waarin iemand een kind heeft genegeerd of gedaan heeft alsof het kind niet bestaat. De vraag werd vertaald en ingepast in de nieuwe vragenlijst met de bijzin ‘waardoor je je slecht voelde’.

Toevoeging: ‘Negeerde iemand je, waardoor je je slecht voelde?’

 Vraag D5a. ‘Blamed you for his/her misfortune?’

Dit betreft een nieuwe vraag die vervolgens toegevoegd werd in de nieuwe vragenlijst.

Toevoeging: ‘Gaf iemand je de schuld van iets dat deze persoon zelf gedaan had?’

 Vraag D6a. ‘Told you to start or stop doing something?’

Deze nieuwe vraag peilt in welke mate iemand verplicht is om iets te doen. Op school of in sportclub geven leerkrachten en coaches vaak instructies aan leerlingen om een specifieke taak of oefening uit te voeren. Omwille van de vaagheid van de vraag en het gebrek aan een geweldscomponent is beslist deze vraag niet mee op te nemen.

 Vraag D7a. ‘Explained to you why something you did was wrong?’

In tegenstelling tot bovenstaande vragen, verwijst deze nieuwe vraag naar een gepaste reactie van een ouder of andere opvoeder zoals leerkracht of sportleraar op sociaal onaanvaardbaar of asociaal gedrag dat wordt gesteld door een kind. Deze vraag is zeer algemeen en peilt niet naar een concrete gedraging, waardoor het voor kinderen erg moeilijk is om de prevalentie ervan aan te duiden. De vraag wordt vervolgens niet geïntegreerd.

 Vraag D8a. ‘Gave you a reward for behaving well?’

Ook deze vraag is positief geformuleerd, maar in tegenstelling tot de vorige vraag kunnen kinderen mogelijk wel aanhalen in welke mate ouders, leerkrachten of andere opvoeders hen belonen voor goed gedrag.

Toevoeging: ‘Gaf iemand je een beloning omdat je flink was?’

 Vraag D9a. ‘Gave you something else to do (in order to stop or change behavior)?’

Het betreft een erg vage formulering waarin wordt gepeild naar de mate waarop iemand reageert op of iets aanbiedt om het gedrag dat het kind stelt te laten stoppen of te veranderen. Het is niet duidelijk naar welke geweldsvorm deze vraag peilt. Daarom is beslist deze vraag niet mee op te nemen.

 Vraag D10a.’Took away privileges or money?’

Het afnemen van privileges zoals geld, speelgoed kan wijzen op een reactie op een bepaald gedrag van een kind, zodat het gedrag zal afnemen of uitblijven in de toekomst. Omwille van de vaagheid van deze vraagstelling en de afwezigheid van een geweldscomponent wordt dit item niet in de vragenlijst opgenomen.

 Vraag D11a. ‘Forbade you from going out?’

Het verbieden van een kind om buiten(huis) te gaan is gelijkaardig aan de vorige vraag D10.a, aangezien het hier ook het afnemen van een privilege treft. Deze vraag is vervolgens niet geïmplementeerd.

 Vraag D12a. ‘Embarrassed you publicly?’

Publiekelijk iemand vernederen werd in de ICAST-CH als volgt bevraagd: ‘Made you feel

Publiekelijk iemand vernederen werd in de ICAST-CH als volgt bevraagd: ‘Made you feel