• No results found

Uitwerking panelgesprek

In document Lean Thinking in het hoger onderwijs (pagina 150-179)

Uitwerking Panelgesprek S= Sandra R= Rosalie G=Gaby C=Cigdem N= Nicolien MR= moeder Rosalie MG= moeder Gaby

S: Dank jullie wel allemaal dat jullie er zijn. zoals ik zojuist in de introductie heb verteld, ga eh ik jullie een aantal vragen stellen waarop jullie zelf een eigen antwoord mogen geven, die antwoorden mogen dus ook verschillen. Daarin gaan we eh, ga ik straks een aantal conclusies eh uit deze

antwoorden trekken. Als iets onduidelijk is geef het aan. Dan ga ik daar een toelichting opgeven het gaat om een eigen gevoel een eigen mening daarin kan het dus best zo zijn dat je gedurende het praten denkt oh ik heb het toch niet helemaal duidelijk laat het dan gewoon weten. Mijn eerste vragen gaan eigenlijk niet over de opleiding zelf maar over het belang van een opleiding eh en om een opleiding te volgen daarbij gaat het er dus om wat is het belang van de studenten zelf geweest om een opleiding te volgen maar ook wat is het belang van de ouders dat de student een opleiding volgt en dan wat is het belang van het werkveld dat de studenten een opleiding hebben gevolgd.

Dat is eigenlijk de vraag. misschien dat de studenten daarin willen beginnen? Wat was voor jullie het belang om de opleiding te volgen?

R: nou ja Gaby. Haha

G: Nou als ik heel eerlijk ben wist ik eigenlijk niet zo goed wat ik moest doen na mijn mbo. En ik wilde wel heel graag doorstuderen ik wilde nog niet aan het werk en toen heeft Cigdem mij goed geadviseerd dat deze opleiding de perfecte aansluiting was eigenlijk op mijn mbo opleiding. Leisure Hospitality. Dus zodoende heb ik de opleiding gevolgd.

S: en je geeft eigenlijk aan dat je door wilde studeren. waarom wilde je door studeren?

G: nou ik had wel zelf het gevoel dat ik nog meer kon terwijl ik had het zonder gevonden als ik dan gelijk aan het werk was gegaan ik had het gevoel dat het dan wel meer in zat dan ik had gedaan. S: ja, wat was dan het belang van het eigenlijke doorstuderen?

G: nog meer kennis op doen binnen die sector denk ik

S: ja had het ook een bepaald doel achter zich, als je meer kennis had dan kon je G: hoger op een andere baan krijgen een hogere opleiding

S: dat is ook eigenlijk belang in de opleiding G: ja

S: En voor jou Rosalie?

R: ja ook ik heb eigenlijk een beetje iets anders omdat ik dit wel wou ik heb hiervoor een andere opleiding gedaan en dat was niet wat ik wou. Maar eigenlijk nooit de goede opleiding kunnen vinden en nu dus uiteindelijk wel. Dit was echt heel graag wat ik wou en ik wilde graag een baan je na op hbo niveau.

S: Voor jou was dus echt de sector bepalend voor de keuze van de opleiding en wat voor belang, waarom hbo?

S: ja dat het echt voor jou... R: ja

S: en voor de ouders hoe was het voor de ouders uw dochter ging dus doorstuderen? MG: ja

S: wat zat er achter uw belang?

MG: nee nee volgens mij nee wij adviseren Gaby wel maar de keuze ligt bij Gaby eigenlijk we hebben wel gezegd ja beter wel door studeren want als je het niveau kan halen is het wel beter voor de toekomst.

S: ja, een belang wat er achter zat om te studeren

MG: ehh hoe hoger niveau hogere kans op een betere baan lijkt me. S: ok dank...

MR: ik sta daar hetzelfde in. de keuze is aan Rosalie. We steunen haar daarin ook als ze gestopt was na het mbo. ik vind het wel belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling dat je door kan studeren. De tijd was ook, eh ja weinig goeie banen het was allemaal een beetje minnetjes dus ik heb gezegd zolang jij er zin in hebt en jij je goed voelt dat je kan studeren. Ga dan door. Het is ook goed sociaal gezien. Ze leren omgaan met verschillende mensen en verschillende niveau’s. Hier leer je ook veel van voor later in het gewone leven.

S: ja En hoe was vanuit het werkveld? Wat is het belang vanuit het werkveld?

C: In eerste instantie specifiek Gaby, omdat ik Gaby heel goed ken dat was toevallig. als een student op het mbo begint dan zijn ze 15/16. Ze maken een keuze. We kijken dan hoe ontwikkelt zich de student. Je hebt front office kant, back office kant. De leisure kant daarna werd toch wel vrij snel inzichtelijk dat het toch wel de leisure kant zou gaan. Ontwikkelde zich vrij snel. In overleg met de ouders hebben eigenlijk heel snel gekozen wat wil je daarna in eerste instantie wist ze het nog niet. “misschien dat ik wil werken” dat verandert dan wel tijdens de studie vrij snel. Ze studeer eigenlijk vrij makkelijk hoe zie jij dat en wat past bij jaar. Absoluut geschikt leisure management dat is een

toegevoegde waarde want jou voor opleiding is de aangeland de vervolgopleiding in overleg ook met haar wensen was het vrij duidelijk dan zou ik toch voor les uur management kiezen waar je daarna je afstudeerrichting inkrijgt zien we daarna wel maar ook dat Gaby duidelijk heeft aangegeven ik wil niet weer 4 jaar. Dus dan was een Ad programma bel absoluut geschikt voor haar ook de kleinschaligheid in Emmen hè als hoogstudent nou gelijk naar Leeuwarden, dat is echt een kenmerk van onze Drentse student dat hij wat kleine wat warmer. Dan het grote vanuit het werkveld is heel duidelijk met die Skills om kan gaan en waarom is dan die hbo opleiding van belang voor het werkveld ook ten opzichten van het mbo in het mbo hebben ze niveau vier dat noemen ze leisure hospitality executief ondanks dat het leidinggeven in jaar 3 word afgetoetst zien wij toch wel dat studenten meer op operationeel niveau meewerken dus als je toch meer richting management wil of toch gewoon een hogere functie wil nastreeft en jezelf verder wilt ontwikkelen. Plus, daar sluit ik me aan dat met de recessie erbij wat werd het in 2009 lastig en was gewoon weinig op de markt om op te solliciteren dus adviseren wij studenten om door te studeren maar we hebben natuurlijk ook studenten daarbij zeggen wij ook eerlijk dit is de Max op dat moment het is goed zo je kunt misschien later als je verder

ontwikkeld hebt verder studeren dus studenten die wel naar mbo aan het werk gaan. Het is gewoon van belang voor de persoonlijke ontwikkeling.

S: en voor jou Nicolien, wat denk jij dat?

N: Nou als ik dan met name kijk ik zeg natuurlijk een beetje aan de achterkant van de keten zeg maar als ik dan kijk naar de praktijk en wat studenten leren waar ik mee omga en je hoeft ze niet alles opnieuw weer uit te leggen ze hebben al zoveel werk ervaring door de stage die ze hebben gelopen of de opdrachten die ze hebben moeten uitvoeren in het werkveld uhmm en ik denk dat met name dat in

de evenementen gaat het erom dat je ervaringen hebt en dat je jezelf hebt ontwikkeld en ik vind dat de opleiding daarbij aansluiten.

S: En als je kijkt naar het verschil tussen het mbo in het hbo?

N: dat kan ik moeilijk beantwoorden want ik heb niet echt met mbo-ers te maken gehad.

S: nee

S: Dan hebben we natuurlijk ook te maken met een aantal behoeften. Jullie hebben er soms al een klein beetje antwoord op gegeven als je kijkt naar behoeften die studenten kennen, dan heb je een aantal type behoeften. Je kan ontplooiingsbehoefte hebben, dat je wil groeien. Je kan een

waarderingsbehoefte hebben, ik wil erkenning voor wat ik doe, ik wil respect krijgen voor wat ik doe. Je kan een sociale behoefte hebben dan gaat het om dat je graag contacten wil ontwikkelen. Of misschien de opleiding volgen voor veiligheid omdat je een stukje zekerheid wil creëren. Als ik kijk naar jou Gaby waarbij is er voor jou sprake van?

G: ik denk om de ontplooiingsbehoeften. Ik wilde er toch nog wel meer uithalen dan dat ik had gedaan op mijn mbo dat ik dat kom dat is dan denk ik wel mijn.

S: Dat is dus jouw hoofdkeuze?

G: ja ik ging ook echt naar school en dan dacht ik ja ik ga hier naar toe om te leren ik wil wel wat leren wat ik kan leren en voor de rest maakt het me eigenlijk niet zoveel uit.

S: nee

G: ik heb wel hele leuke contacten opgedaan hoor maar S: dat was niet je doel

G: nee

S: waren er nog andere dingen we van je zegt daar herken ik me ook in

G: nou sociaal ook wel wat in ja, je leert wel weer nieuwe mensen kennen. Je doet dezelfde opleiding. je gaat met die mensen in zee, op dezelfde opleiding dus dat vond ik ook wel heel leuk ja, maar dat was niet mijn behoefte.

S: en Rosalie hoe is dat bij jou

R: eh ik denk in eerste instantie ook vooral zeker het op toch wel een goede baan de toekomst vind ik wel heel belangrijk maar ook sowieso wel zelf ontplooiing wel, in principe een beetje zoals Gaby

S: en hoe is dat voor de ouders?

MR: ik denk in principe hetzelfde een stukje zekerheid en wat je dan verder nog aan sociale contacten en zo hebt is allemaal mooi meegenomen

S: ja

MG: ja, wat moet ik daarna nog aan toevoegen ik denk ook zo eigenlijk, ja S: ja nou als dat alles is, Dan is dat hartstikke mooi

S: oke en voor jullie zitten daar voor jullie zelfde dingen in en hebben jullie het idee dat studenten studeren voor een andere redenen?

C: nee eigenlijk dezelfde redenen, als we naar studenten bekijken. Naar een mbo’er die dan toch even door wil studeren. Tijdens gesprekken blijkt dat het minder de Sociale behoefte, tenminste die halen we daar niet zozeer uit, of zelfontplooing, maar vooral dus zekerheid. Ze willen toch op een gegeven moment ook een eigen huis, ze willen een eigen, een auto’s. Ze willen toch stappen vooruit en zijn daarvoor stappen nodig. Toch zie ik zelf wel een sociale behoefte. De behoefte om omgaan te gaan met het werkveld en het creëren van een eigen netwerk. Dat is zeker aanwezig en hoort bij de sociale behoefte.

S: Ja. En voor jou Nicolien?

N: Ik denk dat ook die behoeftes allemaal. Waarbij ik denk dat met name veiligheid ook wel de zekerheid, in de zin van dat je na een opleiding in werk veel zekerder staat. Daarnaast ook je sociale contacten, natuurlijk als studenten. Maar daarnaast ook het netwerk, wat je al aan het opbouwen bent, Wat je echt nodig hebt in de evenementenbranch.

S: Er komt eigenlijk 1 ding niet terug. Dat is de waarderingsbehoefte. Dat je erkenning wilt hebben. Is dat ook iets wat heeft mee gespeeld?

R: Misschien wel een beetje. Ja eh ja S: Het kan he, het hoeft niet

G: Ik denk wel onbewust, maar niet bewust.

Ook voor je opa en oma was het natuurlijk wel heel goed om te laten zien. Dus, Ik denk wel dat het wel heeft meegespeeld.

S: Hoe zit dat vanuit het werkveld?

C: Nee, daar hebben we eigenlijk vanuit de bewegingsredenkant niet gezien. Als we kijken waarom willen ze graag doorstuderen. Dan gaat het meer om veiligheid, het gaf sociale zekerheid. Ze weten dat ze dan 2 jaar verder zijn. Het gaf soms ook extra tijd, zeker in de tijd van crisis. 22 zijn ze dan, ze kunnen dan meer en mogen dat meer. Dat zijn ook 2 belangrijke jaren voor hun eigen ontwikkeling.

S: En wat denk jij Nicolien?

N: Als de ik kijk ehhm de veiligheid en de zekerheid. Dat hier wel meer een soort van waardering voor is. De waardering die wordt gecreëerd in de opleiding, door de ervaring die ze hebben

meegekregen, een theorieles of een examen die ze hebben gehaald. zorgt wel voor meer veiligheid en zekerheid. Meer het gevolg is op.

S: Oke, dus meer het gevolg. Er zijn natuurlijk verschillende tijdshorizonten die van invloed kunnen hebben op de manier waarop je gestudeerd en ook dus wat je belangrijk vindt. Zo kun je natuurlijk denken in korte termijn of in lange termijn. Daar hebben we het net al een beetje over gehad. Korte termijn is ik wil dit vak halen, ik wil dit jaar halen, een propedeuse of ik wil mijn diploma halen. Lange termijn is ik wil een goede baan hebben later. Als je dan moet kiezen en je moet kiezen, zo zijn we dan ook, wat is het dan? Is het dan geweest?

Ik heb gestudeerd om een vak, een propedeuse of een diploma te halen of studeerde echt om later een goede baan hebben.

G: Bij mij was het meer om vak te halen. Ik dacht zelf niet echt aan de toekomst. S: En voor dat je ging studeren wat was toen het doel?

G: Ik denk hetzelfde eigenlijk. Wou ook graag doorstuderen, gewoon graag een diploma erbij. S: Dat was meer het doel dan

S: Rosalie, voor jou?

R: Ja, ik wil wel een goeie baan.

S: Dus jij ging echt voor de baan en… Oké, interessant. Hoe was het voor de ouders?

MG: Nou, ik denk dat het meer een logisch gevolg, het mbo, om door te studeren, omdat je bent nog zo jong, je bent er gewoon nog niet klaar voor denk ik dan. Je moet je nog verder ontwikkelen voordat je echt een keuze kan maken.

S: En was dan dat diploma het doel, of was eigenlijk de baan erna…

MG: In eerste instantie diploma. Baan erna, ja… dat het kan, is mooi, maar belangrijkste welke baan nog, dat is al lastig. En wat past bij d’r? Daar kan ook nog heel veel verandering in komen. S: En jij?

MR: Hetzelfde eigenlijk, oh fijn, weer een diploma hè. Nou ja, ik weet dat Rosalie denkt van “Ja, ik wil toch wel in de toekomst investeren voor het diploma.” Toch ben je daar in het normale leven niet zo mee bezig, dan denk ik “Goh, ik had een 8.” Je denk niet direct aan het diploma, dat is een beetje logisch gevolg hopelijk…

S: En jullie, hoe ziet het werkveld dat?

C: Vanuit het mbo kijkende, dan hebben we daar echt stappen voor. Wat wil je zelf? Hoe stel je je dat voor? En als de student zegt, ik zie mezelf niet de hele dag bijvoorbeeld op het kantoor, dan moeten we ook bepaalde dingen aanstrepen en ook wensen in gaan en daar een beetje omgaan, maar als dat dan past bij de behoefte van de student, “Ja, maar ik wil nog verder met mijn ” een goed beroep of goeie baan hebben, dan is dat voor… stapje om een diploma te halen. Daar bereiden we ze langzaam op voor, de ad is een tussenstap om vervolgens daarna door te studeren, dan zijn er nog alle mogelijkheden open. Dus we kijken ook echt naar de behoefte: wat heeft de student op dat moment nodig en wat wil de student zelf? Als ze geen keuzes kunnen maken, dat gebeurt ook hè. Dat ze zeggen, ik weet echt niks. Dan zeggen we altijd alsjeblieft, je kunt, het, studeer door. Dan ziet de markt er ook anders uit en weet je beter wat je wilt. Je ziet ook weer andere kansen. Dan kun je dus beter door studeren ipv een baan aan te nemen waarvan je ongelukkig wordt.

S: Ja, en hoe is dat voor jullie?

N: In de projecten die ik begeleid, zitten een aantal studenten die door zijn gegaan. Omdat ze toch zeggen ik wil een hoger diploma en een daarmee kans op een beter baan..

S: We gaan het hebben over wereldbeelden. Dat hangt er eigenlijk ook van… welke waarden overtuigd en welke houding heb je gestudeerd. En dan moet je bijvoorbeeld denken aan, waarom vind jij dat onderwijs belangrijk is. Je kan de overtuigen hebben dat je een diploma moet halen om een goede baan te krijgen. En dat zou ook iets met je houding kunnen doen hè, heb je gestudeerd omdat je een voldoende wilde halen of heb je gestudeerd om iets te leren en daar zit geen goed of fout in, dat is gewoon de manier waarop je studeert. Wat was het voor jou, Gaby?

G: Vind ik een lastige vraag. Ja… ik studeerde zelf… ik vind zelf onderwijs wel belangrijk. En ik studeerde inderdaad om een diploma te halen, dus dat je niet zover kijkt naar de toekomst. Omdat ik het meer eigenlijk belangrijk vindt dat je dan een leuke baan hebt, in de toekomst, dan dat je een baan hebt waar je heel veel bij verdient. Ik heb liever een leuke baan waarbij je wat minder verdient, dan dat je een goeie baan hebt waar je meer verdient, maar die je zelf minder leuk vindt.

S: En wat was jouw houding daarin qua opleiding. Was dat ik wil het halen of was dat ik wil graag zoveel mogelijk leren?

G: Nou, ik wilde zoveel mogelijk leren, en ik wilde eigenlijk ook zo hoog mogelijke cijfers halen. Lukte niet altijd, maar dat was wel een beetje de bedoeling.

S: Als je kijkt naar jouw overtuiging, zat daar ook een overtuiging achter waarom je die houding had?

G: Toen ik op het mbo zat toen vond ik het niet echt boeiend. Ja, hoefde ik ook niet echt heel erg m’n best te doen om het te halen. En toen ik op het hbo kwam merkte ik echt heel veel verschil in de hoeveelheid werk en wat er van je verwacht werd, dus toen wou ik het ook allemaal gewoon heel goed aanpakken en goeie cijfers… ja.

S: En Rosalie, hoe was het bij jou?

R: Ik vind het een beetje wisselend. Aan de ene kant wou ik graag gewoon goeie cijfers halen om de opleiding te halen, en uiteindelijk een goeie baan. Maar het is wel, het ene interesseert je meer dan het ander, dus dan doe je het ook een beetje om een andere reden. Het ene vind je heel interessant en daar stop je gewoon heel veel aandacht in. De ander heb ik iets minder –

S: Dat merkte je dan dus ook in de hoeveelheid tijd die je daarin doet?

In document Lean Thinking in het hoger onderwijs (pagina 150-179)