• No results found

Uitvoering van de paperprototype test

In document PublishingLab (pagina 40-47)

Eigen externe site Lectoraat

7 Resultaten Kwalitatief onderzoek: Paper prototyping test

7.2 Uitvoering van de paperprototype test

Bij de paperprototype test is kregen studenten een casus voorgelegd. Er werd aan ze gevraagd zicht te verplaatsen in een student die een werkstuk moest schrijven over digitaal educatief materiaal. De vraag was of de Short (paperprototype) hierbij van nut was. Hoe bruikbaar de Short voor studenten was, is via een halfgestructureerde vragenlijst onderzocht. De volledige vragenlijst en de opzet van het onderzoek zijn in de bijlagen opgenomen als bijlage 7. De geluidsopnamen zijn bijgevoegd op USB-stick. Het ontwikkelde paperprototype is ook in de bijlagen opgenomen.

Voor de paperprototype test zijn ook drie voorbeelden (papieren versies) gebruikt om de look & feel te beoordelen. Deze zijn in hoofdstuk 4 besproken.

 Slimme Systemen voor de toekomst (Kröse & Kanis, 2014)

 Innovations in Health care: together with end users (Schot & Reitenbach, 2013)  The Fashion Retailscape: innovations in Shopping (van Vliet, Moes, & Schrandt, 2015)

Het paperprototype wordt als papieren versie voorgelegd, maar is ook voorgelegd als digitaal document via ISSUU. ISSUU is een digitaal platform waarop het mogelijk is om een digitaal artikel, boek of tijdschrift kan plaatsen, dat voor iedereen toegankelijk is (ISSUU, z.j.). De testopstelling is te zien in Figuur 13 Testopstelling.

De proefpersonen

Drie studenten hebben meegewerkt aan de test, dat zijn:  Patrick Bruijn: derdejaars HBO-ict Software Engineering  Nouska du Saar: vierdejaars MIC- Nieuws en Media  Ellen Kiel: vierdejaars MIC – Informatie en Media De namen zijn niet verder verwerkt in de resultaten.

De studenten die aan de paperprototype test hebben meegewerkt waren derdejaars of vierdejaarsstudenten, ze zijn daardoor meer vertrouwd met het gebruik van wetenschappelijk publicaties dan een eerstejaarsstudent dat zal zijn. Twee van de drie waren al bekend met een lectoraat.

7.3 Resultaten

De resultaten worden uiteengezet volgens de volgorde van de gebruikte vragenlijst.

Wat vind je van de verhouding beeld-tekst in de Short? Wat vind je van deze verhouding in ‘Slimme Systemen’, ‘Healthcare’ en ‘the Fashion retailscape?’

Afbeeldingen worden als prettig ervaren, maar vooral grafieken en tabellen worden gewaardeerd en gemist als deze ontbreken. Lange lappen tekst worden negatief beoordeeld ‘oef, dat is wel veel tekst zeg’. Het gebruik van veel afbeeldingen en uitgesproken kleuren in de opmaak wordt door één student als prettig ervaren. Twee studenten reageerden hier juist erg negatief op. Het geeft de publicatie de uitstraling van een reclamefolder. ‘Hier haak ik af’.

In ‘Slimme systemen’ zijn QR-codes codes opgenomen die leiden naar video’s met verdere informatie. Zou je hier gebruik van maken?

De studenten waren niet of nauwelijks bekend met de mogelijkheden van QR-codes of Layar.

QR codes die linken naar video’s, dan moeten duidelijk worden omschreven en de student moet overtuigd zijn van het nut van de video.

Een minicollege zou wel bekeken worden, maar een meer algemeen filmpje niet.

Kon je snel de informatie vinden die je zocht?

Deze vraag werd wat lastig doordat in het paperprototype nog geen inhoudsopgave was opgenomen. Een inhoudsopgave is een vereiste, een register draagt sterk bij aan het snel vinden van informatie.

Zou je een Verklarende woordenlijst een goede toevoeging vinden?

Een verklarende woordenlijst wordt zeer gewaardeerd, ‘Vooral als je onderzoek doet buiten je vakgebied’.

Informatie over de auteurs

Informatie over auteurs wordt beschouwd als persoonlijk en uitnodigend. Vooral de vermelding van een e-mailadres gooit hoge ogen ‘Oh wow, ik mag haar gewoon benaderen!’ De achtergrond van de auteurs geeft een indicatie over de betrouwbaarheid van het onderzoek. Een onderzoek dat bijvoorbeeld is uitgevoerd door ‘reclamelui’ wordt met veel meer scepsis gelezen.

Figuur 15 Screenshot 'Over de Auteurs' Short op ISSUU

De studenten vinden de onderstaande punten interessant:  Foto

 Titulatuur  Expertise

 Eerdere onderzoeken en projecten  Rol binnen het onderzoek

 Functie, bijvoorbeeld onderzoeker, docent-onderzoeker, student-onderzoeker, projectleider  Social media profielen: LinkedIn profiel, twitter

 E-mailadres

Vond je de informatie over het lectoraat een goede aanvulling?

De korte uitleg over het lectoraat en het PublishingLab vergroot feeling met het lab. Door te zien welke onderwerpen het lab en het lectoraat onderzoeken, krijgt de student weer ideeën en inspiratie voor eigen onderzoeken. In de ogen van de studenten vergroot deze achtergrondinformatie de betrouwbaarheid van het onderzoek. Het moet wel in proportie blijven, het is niet de voornaamste reden om het boekje op te pakken. Ook moeten termen als lectoraat, lab of kenniscentrum goed worden uitgelegd.

Was de informatie relevant, is er voorkennis nodig en word je goed door de uitgave heen geleid?

Het opnemen van de stappen die binnen het onderzoek zijn gezet, worden positief beoordeeld. Door deze stappen op nemen, van de aanleiding voor het onderzoek tot aan de conclusie, wekt de Short het vertrouwen een compleet beeld van het onderzoek te geven. ‘De Short is lesmateriaal op zich. Het is precies zoals het MIC een scriptie wil zien.’

Kan je je na het doornemen van de Short een idee vormen over hoe het onderzoek is uitgevoerd?

De studenten gaven unaniem aan dat de onderzoeksmethoden die zijn toegepast uitvoeriger moeten worden beschreven. Een student zei dat ze dit onderdeel het vaakst zou raadplegen.

Op blz. 19 staat een stroomschema over de opzet van het onderzoek. Vind je dit een aanwinst?

Het stroomschema heeft een meerwaarde als het aan de volgende voorwaarden voldoet:  Vermelding van onderzoeksverantwoording

 Vermelding onderzoeksmethoden

 Uitleg van de in het stroomschema gebruikte termen

Op blz. 22 staat een timeline over het verloop van het onderzoek, vind je dit een aanwinst?

Over de timeline zijn de meningen verdeeld. De ene student vindt het ‘heel chill’ de andere student vindt dat het geen enkele toegevoegde waarde heeft.

De timeline biedt een meerwaarde als het aan de volgende voorwaarden voldoet:  Een duidelijk onderscheid met het stroomschema, dus geen herhaling

 Goede toelichting

 Duidelijke verwijzing naar de vermelde onderzoeken  Afbeeldingen van vermelde onderzoeken

Achterin is een overzicht opgenomen van publicaties die over dit onderzoek zijn verschenen, vind je dit bruikbaar?

Alle studenten zijn positief over het opnemen van publicaties die over het onderzoek zijn verschenen. Een korte introductie zou een welkome aanvulling zijn. Ook moet het type publicatie worden aangegeven: essay, paper, lectorale rede et cetera.

Zou je hier ruimte willen hebben om aantekeningen te maken, bijvoorbeeld voor je eigen bronnen?

De meningen zijn verdeeld over het opnemen van ruimte om aantekeningen te maken. Dit varieert van zeer positief, tot positief en ‘niet nodig’. Niemand is uitgesproken negatief over de optie.

Is de toon te uitleggerig, wat vind je van het niveau?

Het niveau van de tekst is op Hbo-niveau, zeker niet te moeilijk. Ook niet te simpel: ‘Jip-en- janneketaal zou niet goed zijn’. De Short is helder, compact en goed leesbaar. Daarnaast is de Door het gebruik van bulletpoints en de aanwezigheid van conclusies is de Short ook goed scanbaar.

Miste je informatie?

De studenten zijn unaniem over het opnemen van de bronnen in het theoretisch kader. Een register, maar ook tags zouden een goede aanvulling zijn. Inhoudelijk ontbrak er niets.

Zou je deze uitgave gebruiken als bron voor een werkstuk?

Alle studenten zouden de Short als bron opvoeren. De Short heeft vooral een functie in de oriënterende fase van een eigen onderzoek.

Alle studenten zijn positief over de Short via het ISSUU platform. De tekst is goed scanbaar en de tekstoriëntatie is heel goed, zeker wanneer het overzicht van pagina’s zichtbaar is zie figuur 16. De studenten verwachten ook allemaal een bepaalde mate van interactiviteit:

 Afspelen van een video binnen het document (niet op een nieuwe pagina)  Aanklikbare inhoudsopgave

 Aanklikbare lijst met verwante projecten

 Aanklikbare diagrammen die meer informatie geven bij het aanklikken.

Figuur 16 Screenshot Short op ISSUU met paginaoverzicht Pdf of papier

Een student heeft een uitgesproken hekel aan Pdf’s en zal hier geen gebruik van maken. Voor een ander is meer dan 25 tot 30 pagina’s een afhaakpunt. Als voordelen van het Pdf-formaat wordt genoemd dat het printbaar is en dat er een zoekfunctie aanwezig is. Twee studenten spreken zich overtuigd uit voor het gebruik van de papieren Short, waarvan een de Short via Printing on Demand zou bestellen.

Zou je (digitaal) markeringen willen kunnen aanbrengen?

Geen van de studenten lijkt de mogelijkheid om markeringen aan te brengen in Pdf’s te kennen. Deze mogelijkheid zal zeker benut worden als deze er is.

De Short heeft nu de look en feel van een Moleskine-achtig notitieboekje, spreekt deze vormgeving je aan? Ieder lectoraat krijgt een eigen kleur omslag, wat vind je van dat idee?

Figuur 17 Foto omslagen Short

Een student spreekt een voorkeur uit voor een glossy omslag. Een andere student denkt juist dat dit op weerstand zal stuiten: ‘De hele kritische student zal denken bij glossy: ‘Mwah, gaat daar mijn schoolgeld naartoe?’ Twee studenten zijn zeer positief over de kartonnen kaft. Alle studenten zijn er voorstander van dat ieder lectoraat herkenbaar is aan een eigen kleur omslag. ‘Het formaat is top.’ Het A5 formaat is goed mee te nemen.

7.4 Conclusie

Look & Feel

Om een uitgave te maken die door studenten goed bruikbaar wordt gevonden, is het niet nodig om deze uitgave een kleurrijk en rijk geïllustreerd uiterlijk te geven. Gebruikte afbeeldingen moeten functioneel zijn, visualisaties zoals grafieken bleken onmisbaar te zijn, illustratieve foto’s worden gewaardeerd, maar met mate. Een overvloed aan (informele) foto’s werd zeer negatief beoordeeld. Het geteste A5 formaat is volgens de studenten zeer goed.

Tone-of- voice

Helder en compact taalgebruik wordt sterk gewaardeerd, maar Jip-en-janneketaal zou niet goed zijn.

De hybride Short

De digitale versie wordt vooral gescand, de papieren versie zou intensiever bestudeerd worden. Bij de digitale versie wordt mulitmedialiteit verwacht. Als dit ontbreekt is er geen toegevoegde waarde. Pdf’s worden negatief tot zeer negatief beoordeeld.

Het online platform ISSUU werd geprezen om de navigatiemogelijkheden, er ontstond een goed overzicht van waar in de tekst de student zich begaf.

Studenten zouden de Shorts als bron gebruiken voor een eigen studieopdracht. Daarmee is de waarde van de Short gevalideerd en de doelstelling van de opdrachtgever gehaald.

De Short heeft vooral een functie in de oriënterende fase van de studieopdracht. Het geeft een beeld over het in de Short omschreven onderzoek, maar ook over onderzoek op zich en zou zelfs als ondersteunend of illustratief lesmateriaal kunnen dienen.

Hoe worden de onderzochte elementen door studenten gewaardeerd?

Het onderstaande schema toont de elementen die geïnventariseerd zijn via deskresearch en de mate waarin deze zijn gewaardeerd door studenten.

Element Waardering

Introductie van het onderzoek: wat wordt er onderzocht

++

Auteurs/ onderzoeksteam +++

Introductie van het Lectoraat (beknopt) ++ Introductie van het kenniscentrum (beknopt) + Verwant onderzoek naar het onderwerp: het theoretisch kader, voorzien van bronvermelding

++

Onderzoeksmethoden +++

Projecten binnen het onderzoek ++

Resultaten ++

Effecten van de resultaten op de beroepspraktijk (niet opgenomen in prototype)

Conclusies +++

Publicaties die eerder over het onderzoek zijn verschenen

++

Verklarende woordenlijst +++

8 Resultaten kwalitatief onderzoek: Expert interviews

In document PublishingLab (pagina 40-47)