• No results found

Bijlage 8: Gedetailleerde resultaten paperprototype test

In document PublishingLab (pagina 76-82)

Keuze format voor uitleg Antwoorden

12.8 Bijlage 8: Gedetailleerde resultaten paperprototype test

Resultaten per vraag

De resultaten worden hier uiteengezet aan de hand van de gebruikte vragenlijst.

Wat vind je van de verhouding beeld-tekst in de Short? Wat vind je van deze verhouding in ‘Slimme Systemen’ en ‘the Fashion retailscape?’

De reacties per titel: Slimme Systemen:  Prettig vormgegeven

 Formaat (A4 oblong) is te groot

 Afbeeldingen van onderzoekers worden gewaardeerd  Lijkt op reclamefolder

Healthcare

 Uitstraling van een glossy  Lijkt op reclamefolder

 Formaat (A4 oblong) is te groot  Zeker niet gebruikt als bron

 Hoeveelheid afbeeldingen is zonde van papier

Retailscape  Prettig leesbaar  Heel grafisch

 Opmaak prettig en overzichtelijk

 Veel tekst, maar ook veel grafieken (goede balans)

Short

 Mist afbeeldingen  Te weinig grafieken  Veel tekst

Om de tekst betrouwbaar en leesbaar te maken is een goede balans nodig tussen beeld en tekst. Afbeeldingen worden als prettig ervaren, maar vooral grafieken en tabellen worden gewaardeerd. Het maakt opsommingen van cijfers en getallen inzichtelijk. Lange lappen tekst worden negatief beoordeeld ‘oef, dat is wel veel tekst zeg’. Opmerkelijk is dat bij de Short door twee studenten positief werd gereageerd op de timeline (deze wordt later beschreven), maar alleen omdat het een tabel was ‘Yes, een tabel!’ Dit geeft al aan hoe belangrijk het is dat de tekst grafieken, tabellen en afbeeldingen bevat.

Het gebruik van afbeeldingen en van uitgesproken kleuren in de opmaak wordt door één student als prettig ervaren. Daar tegenover staat dat er door twee studenten erg negatief op wordt gereageerd. De betrouwbaarheid van het onderzoek leidt onder een grote hoeveelheid afbeeldingen en kleur. Het geeft de publicatie de uitstraling van een reclamefolder. ‘Hier haak

ik af’. Diezelfde student vond dat de grafisch vormgever moet durven om in het ontwerp een verschil te maken tussen een Whitepaper en een onderzoek. Kortom, qua vormgeving hoeft het er niet per se gelikt of spectaculair uit te zien, maar wel betrouwbaar.

In ‘Slimme systemen’ zijn QR-codes codes opgenomen die leiden naar video’s met verdere informatie. Zou je hier gebruik van maken?

Hier werd ook gevraagd of de studenten Layar kennen of gebruiken. De studenten waren niet of nauwelijks bekend met de mogelijkheden van QR-codes of Layar. De student die de QR codes wel kende zei stellig: ‘QR codes zijn uit.’ Als er gebruik gemaakt zou worden van QR codes die linken naar video’s, dan moeten deze duidelijk worden omschreven. De video moet echt een toegevoegde waarde hebben. Een minicollege zou wel bekeken worden, maar een meer algemeen filmpje

niet. De gebruiker moet weten waar de link naartoe leidt. De omschrijving die in Slimme Systemen wordt gegeven ‘Scan de QR codes met je smartphone voor meer verborgen informatie en filmpjes’ voldoet niet. De student moet overtuigd zijn van het nut van de video. Ook wordt het risico genoemd van Phishing en de angst om een onbekende link aan te klikken. Een student was erg enthousiast en zou ook slideshows willen zien.

Kon je snel de informatie vinden die je zocht?

Deze vraag werd wat lastig doordat in het paperprototype nog geen inhoudsopgave was opgenomen. Een inhoudsopgave wordt (uiteraard) noodzakelijk gevonden. Daarnaast draagt een register ook sterk aan het snel vinden van informatie.

Zou je een Verklarende woordenlijst een goede toevoeging vinden?

Een verklarende woordenlijst wordt zeer gewaardeerd, ‘Vooral als je onderzoek doet buiten je vakgebied’. De woordenlijst mag volgens een student al aan het begin van het document worden geplaatst: zo weet de lezer direct wat er behandeld gaat worden.

Informatie over de auteurs

Deze vraag is niet officieel voorgelegd, maar werd desondanks door alle studenten besproken. Informatie over auteurs wordt duidelijk gewaardeerd, het wordt beschouwd als persoonlijk en uitnodigend. Vooral de vermelding van een e-mailadres gooit hoge ogen ‘Oh wow, ik mag haar gewoon benaderen!’ Door te vertellen wat de achtergrond en de auteurs is, wordt ook een indicatie gegeven over de betrouwbaarheid van het onderzoek. Bestaat het hele

onderzoeksteam uit wetenschappers, dan wordt verwacht dat het onderzoek volgens wetenschappelijke maatstaven is uitgevoerd. Een onderzoek dat bijvoorbeeld is uitgevoerd door ‘reclamelui’ wordt met veel meer scepsis gelezen.

De beste plaats in het document is aan het begin, in de introductie. De studenten vinden de onderstaande punten interessant:

 Titulatuur  Expertise

 Eerdere onderzoeken  Eerdere projecten  Rol binnen het onderzoek

 Functie, bijvoorbeeld onderzoeker, docent-onderzoeker, student-onderzoeker, projectleider  Social media profielen: LinkedIn profiel, twitter

 E-mailadres

Vond je de informatie over het lectoraat een goede aanvulling? Zou je deze liever aan het begin of aan het einde zien?

De korte uitleg over het lectoraat en het PublishingLab vergroot feeling met het lab. Door te zien welke onderwerpen het lab en het lectoraat onderzoeken, krijgt de student weer ideeën en inspiratie voor eigen onderzoeken. Dit inzicht in de onderzoeksactiviteiten van het lab en het lectoraat versterkt de betrouwbaarheid van het onderzoek. De informatie moet wel in proportie blijven, het is niet de voornaamste reden om het boekje op te pakken.

Het overzicht van verwante projecten onderstreept de betrouwbaarheid van het onderzoek. Het gebruik van bulletpoints en links naar de verwante projecten, verhoogt het leesgemak. De uitleg kan volgens de studenten ook het best aan het begin van het document geplaatst worden. Termen zoals lectoraat, lab of kenniscentrum moeten goed worden uitgelegd. Ook hier beïnvloedt deze informatie de wijze waarop de tekst wordt beoordeeld.

Was de informatie relevant, is er voorkennis nodig en word je goed door de uitgave heen geleid?

De structuur is helder voor de studenten en het benoemen van de stappen die binnen het onderzoek zijn gezet worden als prettig ervaren. Door punt voor punt al deze stappen te noemen, van de aanleiding voor het onderzoek tot aan de conclusie, wekt de Short het vertrouwen een compleet beeld van het onderzoek te geven. ‘De Short is lesmateriaal an sich. Het is precies zoals het MIC een scriptie wil zien.’ Toch moeten ook hier gebruikte termen goed worden uitgelegd: voor een vierdejaars student is het bijvoorbeeld duidelijk wat een

theoretisch kader is, voor een eerstejaarsstudent waarschijnlijk nog niet.

Kan je je na het doornemen van de Short een idee vormen over hoe het onderzoek is uitgevoerd?

De studenten gaven unaniem aan dat de onderzoeksmethoden die zijn toegepast uitvoeriger moeten worden beschreven. Een student zei dat ze dit onderdeel het vaakst zou raadplegen.

Op blz. 19 staat een stroomschema over de opzet van het onderzoek. Vind je dit een aanwinst?

Het stroomschema heeft een meerwaarde als het aan de volgende voorwaarden voldoet:  Vermelding van onderzoeksverantwoording

 Vermelding onderzoeksmethoden  Uitleg gebruikte termen

Op blz. 22 staat een timeline over het verloop van het onderzoek, vind je dit een aanwinst?

Over de timeline zijn de meningen verdeeld. De ene student vindt het ‘heel chill’ de andere student vindt dat het geen enkele toegevoegde waarde heeft. ‘Ik weet zo ook wel dat najaar 2014 na het voorjaar 2014 kwam’. Voor een derde student toont het dat de onderzoekers niet over een nacht ijs zijn gegaan en dat wekt vertrouwen.

De timeline biedt een meerwaarde als het aan de volgende voorwaarden voldoet:  Een duidelijk onderscheid met het stroomschema, dus geen herhaling

 Goede toelichting

 Duidelijke verwijzing naar de vermelde onderzoeken  Afbeeldingen van vermelde onderzoeken

Waarschijnlijk werkt een timeline beter wanneer het tijdsverloop te zien is op de balk zelf en niet staat uitgeschreven in een tekstvlak.

Achterin is een overzicht opgenomen van publicaties die over dit onderzoek zijn verschenen, vind je dit bruikbaar?

Alle studenten zijn positief over het opnemen van publicaties die over het onderzoek zijn verschenen. Een korte introductie zou een welkome aanvulling zijn en het type publicatie moet ook aangegeven worden: essay, paper, lectorale rede et cetera.

Zou je hier ruimte willen hebben om aantekeningen te maken, bijvoorbeeld voor je eigen bronnen?

De meningen zijn verdeeld over het opnemen van ruimte om aantekeningen te maken. Dit varieert van zeer positief, tot positief en ‘niet nodig’. Niemand is uitgesproken negatief over de optie.

Is de toon is uitleggerig, wat vind je van het niveau?

Het niveau van de tekst is op Hbo-niveau, zeker niet te moeilijk. Ook niet te simpel: ‘Jip-en- janneketaal zou niet goed zijn’. De Short is helder, compact en goed leesbaar. Daarnaast is de Door het gebruik van bulletpoints en de aanwezigheid van conclusies is de Short ook goed scanbaar.

Miste je informatie?

De studenten zijn unaniem over het opnemen van de bronnen in het theoretisch kader. Doordat dit ontbrak twijfelde een student er zelfs aan om de Short als bron op te voeren. Een register, maar ook tags zouden een goede aanvulling zijn. Inhoudelijk ontbrak er niets.

Zou je deze uitgave gebruiken als bron voor een werkstuk?

Alle studenten zouden de Short als bron opvoeren. P. tekent daarbij aan dat de gebruikte bronnen dan wel moeten zijn opgenomen. De Short heeft vooral een functie in de oriënterende fase van een eigen onderzoek. N. noemt de Short als bron betrouwbaar.

Zou je de digitale versie op ISSUU gebruiken of gebruik je liever een ander format?

Alle studenten zijn positief over de Short via het ISSUU platform. De tekst is goed scanbaar en de tekstoriëntatie is heel, zeker wanneer het overzicht van pagina’s zichtbaar is. De studenten verwachten ook allemaal een bepaalde mate van interactiviteit:

 Afspelen van een video binnen het document (niet op een nieuwe pagina)  Aanklikbare inhoudsopgave

 Aanklikbare lijst met verwante projecten

 Aanklikbare diagrammen die meer informatie geven bij het aanklikken.

Een student heeft een uitgesproken hekel aan Pdf’s en zal hier geen gebruik van maken. Een andere student geeft aan dat een Pdf niet groter moet zijn dan 25 tot 30 pagina’s: dat is het afhaakpunt. Als voordelen van het Pdf-formaat wordt genoemd dat het printbaar is en dat er een zoekfunctie aanwezig is. Twee studenten spreken zich overtuigd uit voor het gebruik van de papieren Short. De deeltijdstudent die daardoor weinig op de HvA aanwezig is en buiten Amsterdam woont, zou de printversie van de Short online willen kunnen bestellen en thuisbezorgd krijgen. Dat mag €2 tot €3 kosten. Dit is zelfs aantrekkelijker dan gratis afhalen.

Zou je (digitaal) markeringen willen kunnen aanbrengen?

Geen van de studenten lijkt de mogelijkheid om markeringen aan te brengen in Pdf’s te kennen. Deze mogelijkheid zal zeker benut worden als dit mogelijk is. P. merkt op dat dit het overzicht in een Pdf sterk vergroot. N. vindt markeringen aanbrengen niet nodig omdat het document al zo compact is en hooguit twee keer door haar geraadpleegd zal worden.

De Short heeft nu de look en feel van een Moleskine-achtig notitieboekje, spreekt deze vormgeving je aan? Ieder lectoraat krijgt een eigen kleur omslag, wat vind je van dat idee?

Een student vindt de kartonnen kaft wat klassiek en spreekt een voorkeur uit voor een glossy omslag. Een andere student denkt juist dat dit op weerstand zal stuiten: ‘De hele kritische student zal denken bij glossy: ‘Mwah, gaat daar mijn schoolgeld naartoe?’ Twee studenten zijn zeer te spreken over de kartonnen kaft, waarvan een er zelfs van overtuigd is dat de Short in die vorm gretig aftrek zal vinden.

Alle studenten zijn er voorstander van dat ieder lectoraat herkenbaar is aan een eigen kleur omslag.

Wat vind je van het formaat (A5)?

‘Het formaat is top.’ Iedereen is zeer te spreken over het formaat, het is goed mee te nemen en te verspreiden.

In document PublishingLab (pagina 76-82)